quote:
Pindakaas
Pindakaas is een voedingsmiddel gemaakt van zeer fijn gemalen pinda's. Pindakaas komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten, waar het ontwikkeld werd door Dr. John Harvey Kellogg in 1893, ten tijde van een overschot in de productie van pinda's. Pindakaas was het bijproduct van pindaolie. Het is met name populair als broodbeleg in de Verenigde Staten, Canada, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en Nederland en in mindere mate in Suriname (vooral een scherpere variant) en Duitsland.
Amerikanen eten gemiddeld anderhalf kilo pindakaas per persoon per jaar. In Amerika moet pindakaas wettelijk ten minste 80% pinda's bevatten. Het is er bovendien wettelijk verboden kunstmatige zoetmakers, kleuren en conserveringsmiddelen aan de pindakaas toe te voegen. De meeste soorten bevatten ook zout en suiker om aan de smaak van de gemiddelde consument tegemoet te komen, hoewel ook reform en andere varianten zonder toevoegingen worden verkocht.
Inhoud
1 Naamgeving
2 Gezondheid
3 Toepassingen
4 Verpakking
5 Bronnen, noten en/of referenties
6 Externe links
Naamgeving
In het Engels heet pindakaas peanut butter, letterlijk vertaald pindaboter. Ook in veel andere talen is er sprake van een samenstelling van het woord voor 'pinda' en 'boter' of 'crème', zoals het Franse woord beurre de cacahuètes. Alleen in het Nederlands wordt het woord 'kaas' gebruikt. Toen peanut butter in 1948 in Nederland op de markt kwam, mocht dat niet onder de naam "pindaboter" gebeuren. De naam "boter" was namelijk speciaal vastgelegd voor échte roomboter; dit om verwarring met margarine te voorkomen. Het achtervoegsel "kaas" werd gekozen toen de butter werd vergeleken met leverkaas; ook broodbeleg waar geen kaas in zit.
Het woord pindakaas werd toen al in het Nederlands gebruikt. De oudst bekende vermelding dateert uit 1912. Zeer waarschijnlijk stamt het uit Suriname, waar in 1783 in het handgeschreven Neger-Englisches Wörterbuch van C.L. Schumann al sprake is van "Pinda-Käse" als vertaling van het gerecht "pinda-dokunnu", in het huidige Sranan "pindadokun". Pindadokun heeft echter wel een andere samenstelling dan de latere pindakaas. Het heeft een steviger structuur en wordt als broodbeleg in plakken gegeten en niet gesmeerd.[1]
Gezondheid
Pindakaas is rijk aan plantaardige vetten en eiwitten, vitamines B1, B3 (niacine), linolzuur, inositol en resveratrol. Pindakaas is soms verontreinigd met het zeer giftige aflatoxine, als gevolg van een schimmel die op pinda's groeit. De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit keurt de geïmporteerde pinda's en treedt op als deze vanaf 2,9 microgram aflatoxine B1 per kilo bevatten. In Nederland geproduceerde pindakaas is veilig[bron?]. Soms bevatten geïmporteerde potten wel te veel aflatoxine (bron RIVM, 2004).
Toepassingen
Pindakaas wordt meestal op brood gegeten, soms in combinatie met ander beleg, zoals banaan (denk aan Elvis Presley), hagelslag, vlokken, kaas, jam, suiker, sambal of komkommer. In de Verenigde Staten en Canada is de 'nationale sandwich' een dubbele boterham met pindakaas en gelei ('peanutbutter and jelly'; de laatste is in praktijk vaak jam). Pindakaas wordt daar ook veelvuldig gebruikt als vulling in bonbons of andere snoepjes.
Pindakaas kan ook de basis vormen voor pindasaus (satésaus). De pindakaas wordt daartoe gemengd met melk, knoflook, sambal, sojasaus, zout en eventueel ui of andere kruiden. Al roerend wordt de saus opgewarmd tot hij net niet kookt.
Een andere toepassing van pindakaas is in pindasoep.
In 1962 maakte kunstenaar Wim T. Schippers het werk de Pindakaasvloer.
Verpakking
Pindakaas wordt meestal in glazen potten verkocht, maar soms ook in tubes.