abonnement bol.com Unibet Coolblue
pi_107975641
De molaire massa van HCl is 36.46 g/mol en je leidt 0.5 mol door 550 ml water; in totaal wordt er dus 18.23 gram HCl opgelost. Vervolgens moet je dit omrekenen naar een hoeveelheid g/L. Deel dus die 18.23 gram HCL door 550ml en vermenigvuldig met 1000ml. Dat levert 18.23gr * 1000ml / 550ml = 33.15 gr/L op.
pi_107978532
quote:
0s.gif Op dinsdag 14 februari 2012 17:50 schreef VanishedEntity het volgende:
De molaire massa van HCl is 36.46 g/mol en je leidt 0.5 mol door 550 ml water; in totaal wordt er dus 18.23 gram HCl opgelost. Vervolgens moet je dit omrekenen naar een hoeveelheid g/L. Deel dus die 18.23 gram HCL door 550ml en vermenigvuldig met 1000ml. Dat levert 18.23gr * 1000ml / 550ml = 33.15 gr/L op.
En dan wordt het
pH = -log(33.15 / 36.46) = 0.04

Thx!
pi_108121732
Heel basic waarschijnlijk, maar ik ben begin weer helemaal vanaf 0.

Een schijf met 1 stip wordt rondgedraaid rondgedraaid met een toerental van 20 Hz.

Als je dit belicht met een stroboscoop met een flitsfreq. van 60 Hz, klopt dan dat je nog steeds 1 stip blijft zien?

En wat gebeurt er als je de flitsfreq. ook op 20 Hz zet?
pi_108122031
quote:
0s.gif Op zaterdag 18 februari 2012 17:47 schreef Lagente het volgende:
Heel basic waarschijnlijk, maar ik ben begin weer helemaal vanaf 0.

Een schijf met 1 stip wordt rondgedraaid rondgedraaid met een toerental van 20 Hz.

Als je dit belicht met een stroboscoop met een flitsfreq. van 60 Hz, klopt dan dat je nog steeds 1 stip blijft zien?

En wat gebeurt er als je de flitsfreq. ook op 20 Hz zet?
Een toerental van 20 Hz betekent dat de stip iedere 0.05 seconde (1/20) op het zelfde punt staat. Als je de flitsfrequentie dan op 60 Hz zet, kijk je dus iedere 0.0167 seconde waar de stip zich bevindt. Je zal dan dus de stip op drie plekken zien, allemaal even ver van elkaar af. Als je de flitsfrequentie op 20 Hz zet kijk je precies iedere 0.05 seconde waar de stip zich bevindt, dat is dus iedere keer op de zelfde plek.
The biggest argument against democracy is a five minute discussion with the average voter.
pi_108128568
quote:
0s.gif Op zaterdag 18 februari 2012 17:59 schreef M.rak het volgende:

[..]

Een toerental van 20 Hz betekent dat de stip iedere 0.05 seconde (1/20) op het zelfde punt staat. Als je de flitsfrequentie dan op 60 Hz zet, kijk je dus iedere 0.0167 seconde waar de stip zich bevindt. Je zal dan dus de stip op drie plekken zien, allemaal even ver van elkaar af. Als je de flitsfrequentie op 20 Hz zet kijk je precies iedere 0.05 seconde waar de stip zich bevindt, dat is dus iedere keer op de zelfde plek.
Geweldig! Ik snap hem! 21 Hz is dan 0.0476 seconde wat dus inhoudt dat je 2 x een stip ziet? Nagenoeg er naast?
pi_108129025
quote:
0s.gif Op zaterdag 18 februari 2012 21:13 schreef Lagente het volgende:

[..]

Geweldig! Ik snap hem! 21 Hz is dan 0.0476 seconde wat dus inhoudt dat je 2 x een stip ziet? Nagenoeg er naast?
Nee, bij 40 Hz zou je twee stippen zien. Je moet de flitsfrequentie zien als de frequentie waarmee je een foto maakt. Bij 40 Hz maak je iedere 0.025 seconde een foto. In die 0.025 seconde heeft de stip precies een half rondje afgelegd (hij doet immers 0.05 seconde over een heel rondje). Je maakt dus eerst de eerste foto, dan zie je de stip op een bepaald punt, bij de volgende foto zie je hem een half rondje verder, bij de derde foto weer op het beginpunt, bij de vierde weer op het andere punt, enzovoorts... Je ziet dan dus twee stippen verschijnen.

Bij 21 Hz is het wat lastiger, je maakt dan iedere 0.0476 een foto, terwijl de stip er 0.05 seconde over doet om een heel rondje te maken. Als je de foto maakt heeft de stip dus nog net geen heel rondje gemaakt. Bij de eerste foto zien we de stip dus in z'n beginpunt, bij de tweede foto een beetje daaronder (aangenomen dat de schijf tegen de klok in roteert), bij de derde foto weer een beetje daaronder, enzovoorts. De stip lijkt dus tegen de draairichting van de schijf in te bewegen.
The biggest argument against democracy is a five minute discussion with the average voter.
pi_108129294
quote:
0s.gif Op zaterdag 18 februari 2012 21:26 schreef M.rak het volgende:

[..]

Nee, bij 40 Hz zou je twee stippen zien. Je moet de flitsfrequentie zien als de frequentie waarmee je een foto maakt. Bij 40 Hz maak je iedere 0.025 seconde een foto. In die 0.025 seconde heeft de stip precies een half rondje afgelegd (hij doet immers 0.05 seconde over een heel rondje). Je maakt dus eerst de eerste foto, dan zie je de stip op een bepaald punt, bij de volgende foto zie je hem een half rondje verder, bij de derde foto weer op het beginpunt, bij de vierde weer op het andere punt, enzovoorts... Je ziet dan dus twee stippen verschijnen.

Bij 21 Hz is het wat lastiger, je maakt dan iedere 0.0476 een foto, terwijl de stip er 0.05 seconde over doet om een heel rondje te maken. Als je de foto maakt heeft de stip dus nog net geen heel rondje gemaakt. Bij de eerste foto zien we de stip dus in z'n beginpunt, bij de tweede foto een beetje daaronder (aangenomen dat de schijf tegen de klok in roteert), bij de derde foto weer een beetje daaronder, enzovoorts. De stip lijkt dus tegen de draairichting van de schijf in te bewegen.
Bedankt voor de heldere, duidelijke en verklarende uitleg ^O^
pi_108553790
nevermind

[ Bericht 97% gewijzigd door kutkloon7 op 01-03-2012 17:52:51 ]
pi_108559921
Ik heb een hele simpele vraag die nú beantwoord moet worden.

Om een afstand, snelheid of tijd uit te rekenen, heb je dus formules. Maar welke eenheden moet ik dan gebruiken om ze toe ta passen?

Bijv: S=V x T. Als ik nou de gegevens heb, 10km en 25 minuten, welke eenheden moet ik dan gebruiken om de formule toe te passen? De minuten omrekenen naar uren?
pi_108560264
quote:
0s.gif Op woensdag 29 februari 2012 20:53 schreef datisstom het volgende:
Ik heb een hele simpele vraag die nú beantwoord moet worden.

Om een afstand, snelheid of tijd uit te rekenen, heb je dus formules. Maar welke eenheden moet ik dan gebruiken om ze toe ta passen?

Bijv: S=V x T. Als ik nou de gegevens heb, 10km en 25 minuten, welke eenheden moet ik dan gebruiken om de formule toe te passen? De minuten omrekenen naar uren?
Als je de afstand wil berekenen, moet je zorgen dat de tijdseenheid (bv. seconden) gelijk is aan de tijdseenheid in de snelheid (meter per seconde). Als je de tijd in uren vermenigvuldigt met de snelheid in meter per seconden gaat het fout. Als je de tijd in seconden vermenigvuldigt met de snelheid in meter per seconden krijg je de afstand in meters. Als je de tijd in seconden vermenigvuldigt met de snelheid in kilometers per seconden krijg je de afstand in kilometers.

In jouw geval, 10 km en 25 minuten, kan je de formule zo gebruiken. Je antwoord heeft dan als eenheid kilometer per minuut. Als je een andere eenheid van snelheid wil moet je de afstand en de tijd even omrekenen ;).
The biggest argument against democracy is a five minute discussion with the average voter.
pi_108564951
En als je nou tijd berekent, hoe weet je dan welke eenheid je hebt berekend?
pi_108565712
quote:
0s.gif Op woensdag 29 februari 2012 22:13 schreef datisstom het volgende:
En als je nou tijd berekent, hoe weet je dan welke eenheid je hebt berekend?
Dat haal je uit de eenheid van de snelheid. De formule voor de tijd is t=s/v, als je de afstand in meters (m) hebt en de snelheid in meters per seconde (m/s), krijg je de tijd in seconden. Dat kan je zelf ook nagaan, vul de eenheden maar in in de formule: [t]=[s]/[v]=m/(m/s)=s. In deze notatie staat [t] voor de eenheid van tijd (in dit geval dus seconden).
The biggest argument against democracy is a five minute discussion with the average voter.
pi_108588595
quote:
0s.gif Op woensdag 29 februari 2012 22:23 schreef M.rak het volgende:

[..]

Dat haal je uit de eenheid van de snelheid. De formule voor de tijd is t=s/v, als je de afstand in meters (m) hebt en de snelheid in meters per seconde (m/s), krijg je de tijd in seconden. Dat kan je zelf ook nagaan, vul de eenheden maar in in de formule: [t]=[s]/[v]=m/(m/s)=s. In deze notatie staat [t] voor de eenheid van tijd (in dit geval dus seconden).
Bedankt, het is allemaal een stuk duidelijker nu ik wat slaap heb gehad. :P

Edit: bij nader inzien; 25 km / 10 m per seconde is 2,5 seconden.

:?

[ Bericht 12% gewijzigd door datisstom op 01-03-2012 16:03:49 ]
pi_108594591
quote:
1s.gif Op donderdag 1 maart 2012 15:54 schreef datisstom het volgende:

[..]

Bedankt, het is allemaal een stuk duidelijker nu ik wat slaap heb gehad. :P

Edit: bij nader inzien; 25 km / 10 m per seconde is 2,5 seconden.

:?
Dat kan natuurlijk sowieso nooit, als je iedere seconde 10 meter aflegt, heb je in 2.5 seconden geen 10 km afgelegd :P. 25 km = 25 000 m, de som wordt dus 25 000 / 10 = 2 500 seconden (da's ongeveer 40 minuten).
The biggest argument against democracy is a five minute discussion with the average voter.
pi_108596848
Ja maar hoe weet je dan naar welke eenheid je om moet rekenen? Km/s kan toch ook gewoon? Maar 2,5 km/s kan dus duidelijk niet.
  Moderator / Redactie Sport / Devops donderdag 1 maart 2012 @ 19:49:12 #216
176766 crew  zoem
zoemt
pi_108597660
Ik zie het probleem niet zo eigenlijk :?

snelheid: eenheid van afstand (L) / eenheid van tijd (T)
afstand: eenheid van afstand (L)
tijd: eenheid van tijd (T)

Nu moet je ervoor zorgen dat je voor de eenheid van afstand en voor de eenheid van tijd overal hetzelfde kiest. Kwestie van dimensieanalyse toepassen.

Als je zeker van je zaak wilt zijn reken je alles gewoon om naar SI-eenheden. Voor afstand is dat meters, voor tijd is dat seconden. Voor snelheid is het dan logischerwijs meter per seconde in SI.

Jouw voorbeeld:
25km -> 25.000 meter (SI)
10 m/s -> 10 m/s (SI)

Formule toepassen: t=s/v=25.000 / 10 = 2500s
Achteraf kun je nog altijd omrekenen naar een andere eenheid indien dat gevraagd/nodig is.
  donderdag 8 maart 2012 @ 16:34:12 #217
368331 Miraculously
A chi vuole, non mancano modi.
pi_108867497
Vraag je voor mijn PO Natuurkunde,
Ik heb deze twee proeven gekregen:

Proef 1:
http://www.natuurkunde.nl(...)d=3&supportId=588151
^Het lijkt hierop.

De stippellijn is bij ons een statief, de hoek is niet gegeven, lengte van het touw was bij ons ook niet gegeven, het zwarte blokje waren bij ons 3 gewichtjes en de kracht naar rechts hebben we gemeten met een veerunster.

Nu moet ik voor mijn PO een hoofdstuke maken met meetfouten et cetera.
Maar ik weet niet precies wat voor onnauwkeurigheden ik hier gemaakt zou kunnen hebben.
Ik dacht zelf aan:

- Fout bij het meten van de hoek
- Fout bij het aflezen van de veerunster
- De veerunster niet helemaal horizontaal houden

Zijn er nog andere 'fouten' die bij deze proef veel voorkomend zijn?

-----

En dan nu proef 2 nog. :P

Deze leek een beetje hierop:


De driehoek bestaat uit een statief en een soort van 'rails' waar je een karretje op kan zetten. (hier afgebeeld als een rondje) bij ons ging het touwtje echter via de katrol omhoog en zat daar vast aan een veerunster. En dan moesten we verschillende hellingshoeken uitproberen en verschillend extra gewicht (aan het karretje vast), om te kijken hoeveel kracht er nodig was om het karretje op z'n plaats te houden.

Hierbij dacht ik aan deze mogelijke fouten:
- Onnauwkeurig aflezen van de veerunster
- De hellingshoek niet op de graad perfect afgemeten

Zijn er hier ook nog andere veel voorkomende 'fouten'?
Alvast bedankt voor jullie hulp. :)
pi_108867681
quote:
0s.gif Op donderdag 8 maart 2012 16:34 schreef Miraculously het volgende:
Vraag je voor mijn PO Natuurkunde,
Ik heb deze twee proeven gekregen:

-----

En dan nu proef 2 nog. :P

Deze leek een beetje hierop:
[ afbeelding ]

De driehoek bestaat uit een statief en een soort van 'rails' waar je een karretje op kan zetten. (hier afgebeeld als een rondje) bij ons ging het touwtje echter via de katrol omhoog en zat daar vast aan een veerunster. En dan moesten we verschillende hellingshoeken uitproberen en verschillend extra gewicht (aan het karretje vast), om te kijken hoeveel kracht er nodig was om het karretje op z'n plaats te houden.

Hierbij dacht ik aan deze mogelijke fouten:
- Onnauwkeurig aflezen van de veerunster
- De hellingshoek niet op de graad perfect afgemeten

Zijn er hier ook nog andere veel voorkomende 'fouten'?
Alvast bedankt voor jullie hulp. :)
Je verwaarloost de weerstand van de katrol, dat is ook een onnauwkeurigheid.
  donderdag 8 maart 2012 @ 16:41:59 #219
368331 Miraculously
A chi vuole, non mancano modi.
pi_108867822
quote:
0s.gif Op donderdag 8 maart 2012 16:38 schreef Jochemz het volgende:

[..]

Je verwaarloost de weerstand van de katrol, dat is ook een onnauwkeurigheid.
Oké, bedankt. :)
Dan zal ik dat er ook bij verwerken.
  donderdag 8 maart 2012 @ 17:16:52 #220
368331 Miraculously
A chi vuole, non mancano modi.
pi_108869054
Weet iemand misschien iets om de meetnauwkeurigheid te verhogen, en dan doel ik op de katrol, dus die vervangen of een of ander trucje toepassen waardoor de weerstand zo klein mogelijk wordt.
Zelf hadden we al het karretje iets omlaag getrokken en losgelaten om de weerstand te verminderen.
Zijn hier nog andere opties voor?

En dan heb ik nog een klein vraagje, in mijn opdracht staat dit:
'Bereken met behulp van de hellingshoek en het gewicht van het karretje de component van de zwaartekracht op het karretje langs het vlak en vergelijk deze met de gementen kracht'
Dat is dan toch m * g * sin(hoek)
Of heb ik het nu fout?

[ Bericht 32% gewijzigd door Miraculously op 08-03-2012 17:32:16 ]
pi_108881288
Waar is de alfa huiswerk vragen topic? Dan maar hier

Is mij en mijn ook assonantie?
pi_108885819
Context.
pi_108926951
quote:
0s.gif Op donderdag 8 maart 2012 21:41 schreef TheOnion het volgende:
Waar is de alfa huiswerk vragen topic? Dan maar hier

Is mij en mijn ook assonantie?
Tuurlijk, er zit allebei een ij in, maar dit lijkt me niet helemaal het juist topic :P.

Ontopic: als je een deelruimte van R3 hebt, bijvoorbeeld:
{(1, a, b)t : a,b uit R}
Mag je deze dan beschrijven als: de deelruimte van R3 die wordt opgespannen door (0, 1, 0)t en (0, 0, 1)t en (1, 0, 0)t bevat?
pi_108927138
quote:
2s.gif Op vrijdag 9 maart 2012 23:44 schreef kutkloon7 het volgende:

[..]

Tuurlijk, er zit allebei een ij in, maar dit lijkt me niet helemaal het juist topic :P.

Ontopic: als je een deelruimte van R3 hebt, bijvoorbeeld:
{(1, a, b)t : a,b uit R}
Mag je deze dan beschrijven als: de deelruimte van R3 die wordt opgespannen door (0, 1, 0)t en (0, 0, 1)t en (1, 0, 0)t bevat?
Daarvoor kan je beter in het wiskunde huiswerk- en vragentopic zijn denk ik :P. Maar als antwoord op je vraag, dat lijkt me niet, het opspansel wat jij geeft is namelijk de hele R3. Je kan het wel schrijven als (1,0,0)t plus het opspansel van (0, 1, 0)t en (0, 0, 1)t. Maar er zijn misschien handigere manieren om dat op te schrijven.
The biggest argument against democracy is a five minute discussion with the average voter.
pi_108927685
quote:
2s.gif Op vrijdag 9 maart 2012 23:44 schreef kutkloon7 het volgende:

[..]

Tuurlijk, er zit allebei een ij in, maar dit lijkt me niet helemaal het juist topic :P.

Ontopic: als je een deelruimte van R3 hebt, bijvoorbeeld:
{(1, a, b)t : a,b uit R}
Mag je deze dan beschrijven als: de deelruimte van R3 die wordt opgespannen door (0, 1, 0)t en (0, 0, 1)t en (1, 0, 0)t bevat?
Dat is helemaal geen deelruimte!
pi_108928783
quote:
0s.gif Op vrijdag 9 maart 2012 23:49 schreef M.rak het volgende:

[..]

Daarvoor kan je beter in het wiskunde huiswerk- en vragentopic zijn denk ik :P. Maar als antwoord op je vraag, dat lijkt me niet, het opspansel wat jij geeft is namelijk de hele R3. Je kan het wel schrijven als (1,0,0)t plus het opspansel van (0, 1, 0)t en (0, 0, 1)t. Maar er zijn misschien handigere manieren om dat op te schrijven.
Zit ik een beetje stoer te doen, met mijn ontopic... Haha, ik dacht dat dit het wiskundetopic was, sorry :P.
Verder bedoelde ik (ik had het iets duidelijker moeten verwoorden denk ik):
de deelruimte van R3 die wordt opgespannen door (0, 1, 0)t en (0, 0, 1)t,
en het punt (1, 0, 0) bevat. Maar dit mag dus niet, omdat de deelruimte die wordt opgespannen door (0, 1, 0) en (0, 0, 1) al per definitie (1, 0, 0) niet bevat?
pi_109813849
Ik moet voor mijn studie een programma schrijven dat, gegeven een ongerichte gewogen graaf, een verzameling kanten geeft die, als je deze verwijdert, de graaf in twee componenten split. Er worden twee knopen gegeven die in een verschillend component moeten zitten. Dit heet een min-cut vinden (en is gerelateerd aan een max-flow vinden), en kan met de Ford-Fulkerson-methode.

Dit heb ik geïmplementeerd, maar volgens het automatische inleverprogramma geeft mijn programma nog het foute antwoord op sommige testinvoeren. Er is verder slechts een kleine voorbeeld in- en output beschikbaar, waar mijn programma wel gewoon de goede output voor levert. Ook op elke testinvoer die ik zelf bedenk levert mijn programma de goede output. Heeft iemand een idee wat ik nu kan doen? Ik heb het programma al een paar keer opnieuw geschreven, met hetzelfde resultaat.
pi_109814232
quote:
2s.gif Op maandag 2 april 2012 18:34 schreef kutkloon7 het volgende:
Ik moet voor mijn studie een programma schrijven dat, gegeven een ongerichte gewogen graaf, een verzameling kanten geeft die, als je deze verwijdert, de graaf in twee componenten split. Er worden twee knopen gegeven die in een verschillend component moeten zitten. Dit heet een min-cut vinden (en is gerelateerd aan een max-flow vinden), en kan met de Ford-Fulkerson-methode.

Dit heb ik geïmplementeerd, maar volgens het automatische inleverprogramma geeft mijn programma nog het foute antwoord op sommige testinvoeren. Er is verder slechts een kleine voorbeeld in- en output beschikbaar, waar mijn programma wel gewoon de goede output voor levert. Ook op elke testinvoer die ik zelf bedenk levert mijn programma de goede output. Heeft iemand een idee wat ik nu kan doen? Ik heb het programma al een paar keer opnieuw geschreven, met hetzelfde resultaat.
Het programma hier posten en hopen dat iemand zin heeft om ernaar te kijken.
pi_109861763
Ik heb nog even verder gekeken, en met code die ik op internet heb gevonden heb ik even een geautomatiseerd testomgevinkje in elkaar gezet. De maxflow wordt hoogstwaarschijnlijk gewoon goed berekend, in elk geval heb ik in 10000+ random gevallen nog geen afwijking van de code op internet gevonden.
Dus dan zou het of een fout in het automatisch nakijken van het practicum moeten zijn, een fout bij het gedeelte na het berekenen van de maxflow, of een fout die alleen voorkomt in een randgeval. Ik ga het gewoon aan de practicumleider vragen, die kan hopelijk wel bij de in- en output van mijn programma, want ik geloof niet dat er zo iets anders op zit.
Ik zou natuurlijk mijn code kunnen posten, maar er wordt automatisch gecontroleerd op fraude (ook op internet, zo is me verteld), en eerlijk gezegd denk ik niet dat het veel gaat helpen, aangezien mijn programma in alle testcases die ik gebruikt heb gewoon het goede antwoord geeft. Bovendien is het een behoorlijke lap tekst die niet al te elegant en begrijpelijk is geschreven (het was de 6e keer dat ik het programma overnieuw schreef, dan heb je een beetje schijt aan variabelennamen enzo).

Update:
Het is inmiddels gelukt, er was een waarde < 231. Ik dacht dat ik deze in een int kon opslaan, wat ook zo was, maar door de manier waarop ik de waarden opsloeg werd deze groter. Ik gebruik nu een uint en dat werkt :).

[ Bericht 7% gewijzigd door kutkloon7 op 04-04-2012 11:29:25 ]
pi_110021939
Hallo allemaal,
Voor biologie moet ik een artikel schrijven over een proefje met groenten. Ik heb gekozen om het volgende te doen:
Ik heb 5 porties van 25 gram tuinbonen, die ik 5 minuten kook. Ik heb 5 oplossingen, een van 0 gram NaCl per liter, een van 5 g/L, 10 g/L, 15 g/L en 20 g/L. In elk van de oplossingen kook ik dus één portie tuinbonen. Na het koken, meet ik met een spectrometer de kleur van het gekookte water. De kleur van het water verandert omdat er chlorofyl vrijkomt. Mijn hypothese was dat elke oplossing dezelfde pieken en dalen zou hebben, omdat chlorofyl te groot is om door osmose in het water te komen, en omdat alles even lang kookt, zou er gewoon even veel chlorofyl uit de kapotte cellen moeten komen. Maar nu blijkt dat er echt verschil zit tussen de oplossingen, en ik kan geen verklaring vinden waarom het zout er effect op heeft.

Alvast heel erg bedankt voor de hulp!
Ik houd je in de gaten...
pi_110023340
Ik ben ook nog even aan het zoeken en denken, maar 1 oorzaak van je resultaten zou kunnen zijn dat er verschillende soorten chlorofyl bestaan. Elk soort chlorofyl heeft ook een andere absorptiepiek in het spectrum.

Het zout zorgt vooral voor een andere osmotische waarde.
0,9 massa% NaCl is de standaard voor een isotone oplossing. Dat zou zijn 9 gram in 1 liter water. Voor planten weet ik niet zeker of dit dezelfde waarde is.

5 g/L is dan in ieder geval hypotoon
10 g/L is dan ongeveer isotoon
15 en 20 g/L zijn dan hypertoon

Omdat er een andere turgordruk is, zou je ook kunnen verwachten dat de celwanden op een ander moment kapot gaan.

Maar bedoel je met een verschil in pieken en dalen dat de pieken op een andere plaats zitten? Of dat de hoogte van deze pieken/dalen anders is?
www.4beta.nl
www.youtube.nl/jweckhardt
---
Als je het niet simpel kunt uitleggen, begrijp je het niet goed genoeg
pi_110027686
Hee, we meet again, haha
Over het algemeen zijn chlorofyl a en chlorofyl b de meest voorkomende soorten, dat wist ik al, maar ik dacht dat als ik steeds dezelfde soort, en dezelfde portie bonen gebruik, dat dan dezelfde grafiek zou ontstaan. Over die pieken en dalen, ze zitten vooral op een andere hoogte, zie het plaatje
(0 g/L = rood; 5 g/L = blauw; 10 g/L = paars; 15 g/L = oranje; 20 g/L = groen; en er is geen rode lijn te zien omdat hij precies samenvalt met de blauwe)
http://www.filedropper.com/scheikundeallegrafieken
ik vond zelf dat de groene lijn erg lijkt op het absorptiespectrum van chlorofyl a en chlorofyl b
http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Chlorophyll_ab_spectra.png
Ik vind je theorie eigenlijk wel heel logisch klinken, maar als je verder nog iets vindt/bedenkt hoor ik het natuurlijk graag
Ik houd je in de gaten...
pi_110028971
Ok, het is dus alleen een verschil in hoogte van de pieken. Zo snel gekeken lijken er geen verschillen te zijn in de stoffen.

Heb je ook eiklijnen gemaakt? (Dus een keer door de spectroscoop met alleen het water en de verschillende schone zoutoplossingen)

Maar weet je zeker dat oranje de 15 g/L is, en rood de 0 g/L?
De rode lijn is bij mij trouwens een zwarte lijn...
www.4beta.nl
www.youtube.nl/jweckhardt
---
Als je het niet simpel kunt uitleggen, begrijp je het niet goed genoeg
pi_110031898
Die zwarte lijn is een schaduw van de rode lijn, die rode lijn is precies onder de blauwe lijn, en k heb inderdaad ijklijnen gemaakt, maar ik kom er nu achter dat ik echt een hele domme fout heb gemaakt, ik heb uit de verschillende metingen grafieken klakkeloos in één plaatje geplakt, zonder rekening te houden met de schaalverhoudingen van de verschillende metingen, dus dat ga ik nu eerst doen, en dan kijken of het wat logischer is, want de oranje lijn vond ik zelf ook al een beetje vreemd
Ik houd je in de gaten...
pi_110042474
quote:
Under control conditions, flow through a blood vessel is 100 ml/min with a pressure gradient of 50 mm Hg. What would be the approximate flow through the vessel after increasing the vessel diameter by 50%, assuming the pressure gradient is maintained at 100 mm Hg?

a. 100 ml/min
b. 150 ml/min
c. 300 ml/min
d. 500 ml/min
e. 700 ml/min
Nu wordt in mijn boek gezegd dat het d moet zijn, omdat:

quote:
Blood flow in a vessel is directly proportional to the fourth power of the vessel radius. Increasing vessel diameter by 50% (1.5 times control) would increase blood flow 1.5 to the fourth power x normal blood flow (100 ml/min). Thus blood flow would increase to 100 ml/min * 5,06, or approximately 500 ml/min.
Nou ben ik het hier mee eens, maar de druk stijgt toch ook van 50 mm Hg naar 100 mm Hg, en volgens de wet van Poiseuille stijgt de flow als je de drukgradient toe laat nemen. In het antwoord is daar geen rekening mee gehouden. Weet iemand waarom?
pi_110052092
Okee, hier is dan opnieuw de link, maar nu wel rekening gehouden hebbend met de schaalverdelingen
http://www.filedropper.com/allegrafieken
0 g/L = rood; 5 g/L = geel; 10 g/L = roze; 15 g/L = blauw; 20 g/L = lichtgroen
Het resultaat is er alleen niet veel logischer op geworden, vind ik, de pieken zitten nu wel op dezelfde plek, maar ik geloof niet dat hier conclusies uit getrokken kunnen worden...
Ik houd je in de gaten...
pi_110054493
Het is inderdaad niet heel veel logischer geworden.

Een paar mogelijke opties:

De celwanden zijn geen perfecte membramen, en laten dus ook chlorofyl door.
Bij een hypertone oplossing (0 en 5 g/L) zal er veel water, en dus ook veel chlorofyl door het membraam heen gaan.
Bij een isotone oplossing zal er vrijwel niets door het membraam heen gaan.

Maar wat die lichtgroen (20 g/L) nu zo relatief hoog doet...

Weet je zeker dat dit een scheikunde-practicum is? Ergens heb ik het gevoel dat er nog wat biologische factoren mee lijken te spelen (beschadiging van celwanden in te zoute omgeving etc.)
www.4beta.nl
www.youtube.nl/jweckhardt
---
Als je het niet simpel kunt uitleggen, begrijp je het niet goed genoeg
pi_110055212
Dit is echt een scheikunde experiment, alhoewel ik hem zelf ook eerder bij biologie vind horen, door osmose en chlorofyl en zo, maar dit hoort niet bij de lesstof uit ons boek, het is een PO dat er geheel los van staat, en we moesten het experiment bedenken op basis van een ander experiment, dus ik denk wel dat de biologische factoren mee spelen, dan zou wat jij zegt wel eens kunnen kloppen.

Eigenlijk vind ik alle lijnen wel logisch er uit zien ten opzichte van elkaar, want hoe meer chlorofyl er in het water zit, des te minder wordt er in het groen gedeelte licht geabsorbeerd, want er wordt meer groen licht weerkaatst. Dus dan zou er bij de hypertone oplossingen toch juist geen chlorofyl in het water komen? Of in ieder geval minder dan bij de sterkere oplosingen, want de hypertone oplossingen absorberen meer groen licht, dus bevat het water minder chlorofyl, toch?

Als wat ik zeg klopt, dan betekent het dat er bij de 5e oplossing om de een of andere reden er MINDER chlorofyl in het water is gekomen, dan bij de 4e lijn... En dat is het vreemdst, want door meer zout zou de celwand "meer kapot" moeten gaan, en zou er dus juist meer chlorofyl in het water moeten komen...
Ik houd je in de gaten...
  zondag 8 april 2012 @ 18:57:07 #239
361189 Nutkicker22
Deze zin is onwaar
pi_110065601
Hey iedereen,

tijdens het oefenen van rekenopgaven scheikunde kwam ik bij deze vraag niet uit:

Gegeven butaanzuur / 20,00 mmol en dichtheid p= 0,9577 * 10-3 kg/m3
Bereken hoeveel microliter je nodig hebt ?

Eerst bereken ik de deeltjesmassa van butaanzuur:

C= 4 x 12,01 u
O= 2 x 16,00 u
H= 8 x 1,008 u
-------------------- +
88,104 u => Dus 88,104 g/mol

20,00 mmol = 0,02 mol => 0,02 mol x 88,104 g/mol = 1,76208 gram

Dichtheid: 0,95577 x 10-3 kg/m3
= 0,95577 x 10-3 g/L

0,9577 x 10-3 x 1,76208 g = 0,001687544 L

= 1687,544 microliter

Maar het antwoord klopt niet, dus kan iemand mijn denkwijze/rekenfout opsporen ?
Alvast bedankt
Als je het moet vragen, zul je het nooit weten.
En als je het weet, hoef je het maar te vragen.
pi_110066921
quote:
0s.gif Op zondag 8 april 2012 18:57 schreef Nutkicker22 het volgende:
Hey iedereen,

tijdens het oefenen van rekenopgaven scheikunde kwam ik bij deze vraag niet uit:

Gegeven butaanzuur / 20,00 mmol en dichtheid p= 0,9577 * 10-3 kg/m3
Bereken hoeveel microliter je nodig hebt ?

Eerst bereken ik de deeltjesmassa van butaanzuur:

C= 4 x 12,01 u
O= 2 x 16,00 u
H= 8 x 1,008 u
-------------------- +
88,104 u => Dus 88,104 g/mol

20,00 mmol = 0,02 mol => 0,02 mol x 88,104 g/mol = 1,76208 gram

Dichtheid: 0,95577 x 10-3 kg/m3
= 0,95577 x 10-3 g/L

0,9577 x 10-3 x 1,76208 g = 0,001687544 L

= 1687,544 microliter

Maar het antwoord klopt niet, dus kan iemand mijn denkwijze/rekenfout opsporen ?
Alvast bedankt
massa * dichtheid ?
kg * kg/m^3 = kg^2/m^3

dus dat klopt hier niet

massa/dichtheid = volume
[img]http://i.minus.com/ibnbBZVlYCvsZI.gif[/img]
  zondag 8 april 2012 @ 19:52:06 #241
361189 Nutkicker22
Deze zin is onwaar
pi_110067894
Bedankt Nelis, ik zie ook dat de dichtheid van butaanzuur fout is ;)
Als je het moet vragen, zul je het nooit weten.
En als je het weet, hoef je het maar te vragen.
pi_110070280
Ik weet niet of ik hier goed ben, maar heb wat moeite met een hypothese opstellen voor een onderzoek.



Het onderzoek bestaat hoofdzakelijk uit het meten van 3 variabelen, welke aan de hand van regressieanalyse zal worden uitgevoerd (spss). 1 van de variabelen (Var. X (sorry dubbel gedaan)) heeft een modererend effect

Ik had eerst dit: βx*βy=0 (of ongelijk aan 0). Maar dit is natuurlijk het interactie effect.

Wat is dan wel de juiste? (beta's zijn hier noodzakelijk btw) :{
Of niet?
pi_110208194

quote:
Figure 16-9 Relation between interstitial fluid pressure and lymph flow in the leg of a dog. Note that lymph flow reaches a maximum when the interstitial pressure, PT, rises slightly above atmospheric pressure (0 mm Hg). (Courtesy Drs. Harry Gibson and Aubrey Taylor.)
Hieruit blijkt dat naarmate de interstitial fluid pressure positiever wordt, je meer lymph flow hebt. Dat vind ik echter onlogisch. Eerder staat in Guyton & Hall namelijk:
quote:
The interstitial fluid pressure (Pif), which tends to force fluid inward through the capillary membrane when Pif is positive but outward when Pif is negative.
Dus bij een positieve waarde wordt de vloeistof juist in het bloedvat "geforceerd". Wie weet hoe dit zit?
  zaterdag 14 april 2012 @ 11:10:16 #244
309742 toetsenbordridder
Schopt kont op jouw typtafel.
pi_110309175
Hee, volgende week een scheikunde toets met 1 van de onderwerpen pH berekenen.
Nu moet ik ook andersom kunnen rekenen, dus vanuit de pH het aantal gram van een stof weten. En daar heb ik nogal moeite mee.

De opdracht is dit:

3 Liter Ca(OH)2 met een pH van 12,0, bereken het aantal gram.

Hoe bereken ik dit?
pi_110309476
quote:
2s.gif Op zaterdag 14 april 2012 11:10 schreef toetsenbordridder het volgende:
Hee, volgende week een scheikunde toets met 1 van de onderwerpen pH berekenen.
Nu moet ik ook andersom kunnen rekenen, dus vanuit de pH het aantal gram van een stof weten. En daar heb ik nogal moeite mee.

De opdracht is dit:

3 Liter Ca(OH)2 met een pH van 12,0, bereken het aantal gram.

Hoe bereken ik dit?
Met de pH waarde kun je de concentratie OH- bepalen, vervolgens kan je dan berekenen hoeveel mol Ca(OH)2 je hebt. Vermenigvuldigen met de molaire massa geeft het aantal gram Ca(OH)2
[img]http://i.minus.com/ibnbBZVlYCvsZI.gif[/img]
  zaterdag 14 april 2012 @ 12:23:18 #246
309742 toetsenbordridder
Schopt kont op jouw typtafel.
pi_110310568
quote:
0s.gif Op zaterdag 14 april 2012 11:28 schreef Nelis89 het volgende:

[..]

Met de pH waarde kun je de concentratie OH- bepalen, vervolgens kan je dan berekenen hoeveel mol Ca(OH)2 je hebt. Vermenigvuldigen met de molaire massa geeft het aantal gram Ca(OH)2
Dus 10^-2,0 (14-12=2). Dan je mol Ca(OH)2 bepalen? Kun je dat 1x voor doen? De molmassa van Ca(OH)2 = 74 g/mol

[ Bericht 1% gewijzigd door toetsenbordridder op 14-04-2012 12:43:57 ]
pi_110312834
quote:
2s.gif Op zaterdag 14 april 2012 12:23 schreef toetsenbordridder het volgende:

[..]

Dus 10^-2,0 (14-12=2). Dan je mol Ca(OH)2 bepalen? Kun je dat 1x voor doen? De molmassa van Ca(OH)2 = 74 g/mol
pOH = 14 - pH = 14 - 12 = 2

COH- = 10-pOH = 10-2 mol/liter

CCa(OH)2 = 10-2 / 2 = 5 * 10-3 mol/liter

mCa(OH)2 = CCa(OH)2 * V * uCa(OH)2
mCa(OH)2 = 5 * 10-3 * 3 * 74 = 1.11 g
[img]http://i.minus.com/ibnbBZVlYCvsZI.gif[/img]
  zaterdag 14 april 2012 @ 14:40:07 #248
309742 toetsenbordridder
Schopt kont op jouw typtafel.
pi_110314167
Bedankt! :D Nu kan ik tenminste goed oefenen.
pi_110317096
Misschien iets te laat gereageerd, maar misschien heb je hier ook nog wat aan:
http://www.4beta.nl/wiki/index.php?title=Zuur-base_reacties

En dan vooral de eerste twee filmpjes.
www.4beta.nl
www.youtube.nl/jweckhardt
---
Als je het niet simpel kunt uitleggen, begrijp je het niet goed genoeg
  zondag 15 april 2012 @ 13:12:44 #250
309742 toetsenbordridder
Schopt kont op jouw typtafel.
pi_110346839
quote:
0s.gif Op zaterdag 14 april 2012 16:19 schreef 4Beta het volgende:
Misschien iets te laat gereageerd, maar misschien heb je hier ook nog wat aan:
http://www.4beta.nl/wiki/index.php?title=Zuur-base_reacties

En dan vooral de eerste twee filmpjes.
Kijk dit is ook weer hartstikke goed :D Thanks! Duidelijke uitleg, goeie voorbeelden.
  dinsdag 17 april 2012 @ 15:25:26 #251
368331 Miraculously
A chi vuole, non mancano modi.
pi_110441856
Kan iemand mij vertellen of ik deze opdracht goed gemaakt heb?

Bereken de molariteit van 11 mg zuurstof in 1,0m3 slootwater

Molaire massa O : 16,00 g mol-1
11 mg : 11*10^-3 g
mol : (11*10^-3) / (16,00) : 6,875*10^-4 mol O
Opgelost in 1,0 m3 : 1,0*10^3 L
[O] : (6,875*10^-4) / (1,0*10^3) : 6,9*10^-7 M


O moet natuurlijk O2 zijn, dus mijn antwoord /2.

[ Bericht 8% gewijzigd door Miraculously op 17-04-2012 16:24:44 ]
pi_110447251
@Miraculously
Klopt helemaal. Alleen het ziet er wat onoverzichtelijk uit omdat je : gebruikt in plaats van =
www.4beta.nl
www.youtube.nl/jweckhardt
---
Als je het niet simpel kunt uitleggen, begrijp je het niet goed genoeg
  dinsdag 17 april 2012 @ 17:48:20 #253
368331 Miraculously
A chi vuole, non mancano modi.
pi_110448262
quote:
0s.gif Op dinsdag 17 april 2012 17:24 schreef 4Beta het volgende:
@Miraculously
Klopt helemaal. Alleen het ziet er wat onoverzichtelijk uit omdat je : gebruikt in plaats van =
ja sorry. de : was makkelijker via mijn telefoon. lBedankt voor je antwoord. :)
pi_110619613
quote:
1s.gif Op dinsdag 17 april 2012 15:25 schreef Miraculously het volgende:
Kan iemand mij vertellen of ik deze opdracht goed gemaakt heb?

Bereken de molariteit van 11 mg zuurstof in 1,0m3 slootwater

Molaire massa O : 16,00 g mol-1
11 mg : 11*10^-3 g
mol : (11*10^-3) / (16,00) : 6,875*10^-4 mol O
Opgelost in 1,0 m3 : 1,0*10^3 L
[O] : (6,875*10^-4) / (1,0*10^3) : 6,9*10^-7 M


O moet natuurlijk O2 zijn, dus mijn antwoord /2.
Curie hoofdstuk 6, 4 vwo scheikunde. Opdracht 19b :o
Anoniem
pi_110619916
Wie kan hier mij uitleggen hoe het Molair volume nou eigenlijk werkt?
Ik snap dat sommetje niet echt. (p1 * V1) : (n1 * T1) = (p2 * V2) : (n2 * T2)

p is druk
V is volume
n is aantal mol gas
T is temperatuur

Voorbeeld som:

Magnesium reageert met verdund zwavelzuur. Hierbij ontstaat waterstofgas in de molverhouding 1 : 1. Je wilt 100,0 cm^3 waterstof maken. Een lengte van 1,00 magnesiumband heeft een massa van 0,0108 gram.

a) Bereken het molaire gasvolume bij 20 graden C
b) Bereken hoeveel cm magnesiumband je moet nemen.


Wieowie kan mij helpen?!
Anoniem
pi_110636749
Het lijkt alsof er gegevens ontbreken...
Als je die formule wilt toepassen, heb je toch echt de druk nodig...


Bij de tweede formule is ook weer de ideale gaswet niet echt handig van toepassing...
Dit is gewoon basis chemisch rekenen.

Omdat ik niet zomaar iemand zijn huiswerk ga maken, hier een variant op de opgave (laatste stuk is eruit, zoutzuur ipv zwavelzuur, maar je moet het idee denk ik wel kunnen begrijpen zo.


Molair volume is overigens gewoon het aantal liters per mol. Bij de meeste gassen ongeveer 22 liter per mol bij 273K.

[ Bericht 27% gewijzigd door 4Beta op 22-04-2012 16:58:02 ]
www.4beta.nl
www.youtube.nl/jweckhardt
---
Als je het niet simpel kunt uitleggen, begrijp je het niet goed genoeg
pi_110637430
Ik snap het al. Je hebt Binas natuurlijk nodig.

Vm is dan 2.45 *10^-2 m3 / mol * 293/298 = 24,1 dm3 / mol
Anoniem
  maandag 23 april 2012 @ 19:23:04 #258
309742 toetsenbordridder
Schopt kont op jouw typtafel.
pi_110686620
Hoe reken ik deze uit? (jaha daar ben ik weer)

Hoeveel gram bevat de volgende oplossing:
5 ml H2SO4 met een dichtheid van 1,8 g/ml, zuiverheid 55 m/m%

molmassa H2SO4 = 98 g

Dit is wat ik doe:
V*dichtheid=Massa
5*1,8=9

Massa/100(procent)*55(procent zuiverheid)
=4,95 gram

Klopt dit?
pi_110694228
quote:
2s.gif Op maandag 23 april 2012 19:23 schreef toetsenbordridder het volgende:
Hoe reken ik deze uit? (jaha daar ben ik weer)

Hoeveel gram bevat de volgende oplossing:
5 ml H2SO4 met een dichtheid van 1,8 g/ml, zuiverheid 55 m/m%

molmassa H2SO4 = 98 g

Dit is wat ik doe:
V*dichtheid=Massa
5*1,8=9

Massa/100(procent)*55(procent zuiverheid)
=4,95 gram

Klopt dit?
Ja, prima!
pi_110708740
let wel op significantie
Anoniem
  woensdag 25 april 2012 @ 13:47:02 #261
341195 jouwkeuze
studeren aan de hogeschool
pi_110765811
Hoe kan ik het volgende berekenen?

bereken αHA voor het zuur HA met een pKA = 5 bij de volgende ph-waarden:3.0; 3.5.

Alvast heel erg bedankt.
pi_110767410
Het is niet echt beta, even een crosspost uit het excel vragen topic.

Vraagstuk:
quote:
Een van den grootste onzekerheden waar Uit Den Bogt me geconfronteerd wordt bij het beslissen over de aanschaf van de bussen betreft de brandstofkosten. De complementaire kosten van een bus bestaan voor een groot gedeelte uit brandstofkosten.

Bepaal bij welke hoogte van de complementaire kosten de NCW van één bus precies nul is (in Excel).
Hierbij wat extra gegevens.

quote:
*Cashflows zijn de contante ontvangsten en uitgaven.
*Contante waarde van de cashflows zijn de huidige waarde (tijdstip 0) van de toekomstige cashflows.
*Netto contante waarde is het verschil tussen het contante bedrag van de verwachte opbrengsten (cashflows) van een investeringsproject en het opgerente bedrag van de investeringen. (NCW= CW cashflows - investeringsbedrag)
Ik weet dat ik hiervoor de functie "goal seek" kan gebruiken maar weet niet hoe.

Screenshots van sheets:
SPOILER
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
SPOILER
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
SPOILER
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
quote:
Met de interne rentevoet wordt het percentage bepaald waarmee we de cashflows contant moeten maken om een netto contante waarde van nul te krijgen.
Maar als ik een X bedrag complementaire kosten zoek, kan ik de IRR niet berekenen omdat ik de cashflow niet weet toch?

Als ik de IRR toepas op de volgende cashflows:

quote:
-400000 (aanschafprijs)
¤ 348.458 (ontvangsten bus)
¤ 348.458
¤ 348.458
¤ 150.000 (restwaarde)
Kom ik uit op een percentage van 73%.

Kan ik de complementaire kosten (cashflow) contant maken met die 73% en daarvan de investeringsbedrag (400k) aftrekken, om op NCW=0 uit te komen?. Maar ik kan dit toch niet contant maken omdat ik niet weet op welk tijdstip ik zit op dat moment?

Hoe hoog moeten de complementaire kosten moeten zijn voor ncw=0?

SPOILER
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.


[ Bericht 4% gewijzigd door #ANONIEM op 25-04-2012 14:30:11 ]
pi_110858053
Ik heb een vraag over naamgeving. Weet niet zeker of ik deze goed heb.

CH3CH=CHCH(CH3)2

Is bovenstaande 2-methylbutaan?
pi_110858293
Er staat een dubbele binding, dus de naam is iets met buteen i.p.v. butaan.
pi_110859645
quote:
0s.gif Op vrijdag 27 april 2012 12:50 schreef Anoonumos het volgende:
Er staat een dubbele binding, dus de naam is iets met buteen i.p.v. butaan.
is die dubbele binding niet voor de methylgroep?
pi_110861055
quote:
0s.gif Op vrijdag 27 april 2012 13:29 schreef daantje1044 het volgende:

[..]

is die dubbele binding niet voor de methylgroep?
Je kunt voor de juiste naamgeving het best beginnen met de langste koolstofketen. In dit geval bevat de langste keten vijf aaneengeschakelde koolstofatomen en bovendien nog een dubbele binding. Dat betekent dat de stofnaam eindigt op penteen. De dubbele binding bevindt zich tussen het 2e en 3e koolstofatoom. Dat geven we in de stofnaam weer door het laagste cijfer van de koolstofatomen waartussen de dubbele binding zich bevindt voor de stofnaam te zetten: 2-penteen. Ten slotte is er nog een methylgroep die geen deel uitmaakt van de langste koolstofketen. Deze benoemen we apart samen met het cijfer van het koolstofatoom waarmee deze groep verbonden is: 4-methyl-2-penteen.

Hiermee volgt men in Nederland overigens de Duitse naamgeving. In Engelstalige literatuur zul je zien dat de locatie van de dubbele binding anders wordt geplaatst: 4-methylpent-2-ene.

[ Bericht 4% gewijzigd door lyolyrc op 27-04-2012 14:20:30 ]
pi_110862341
quote:
3s.gif Op vrijdag 27 april 2012 14:11 schreef lyolyrc het volgende:


[..]

Je kunt voor de juiste naamgeving het best beginnen met de langste koolstofketen. In dit geval bevat de langste keten vijf aaneengeschakelde koolstofatomen en bovendien nog een dubbele binding. Dat betekent dat de stofnaam eindigt op penteen. De dubbele binding bevindt zich tussen het 2e en 3e koolstofatoom. Dat geven we in de stofnaam weer door het laagste cijfer van de koolstofatomen waartussen de dubbele binding zich bevindt voor de stofnaam te zetten: 2-penteen. Ten slotte is er nog een methylgroep die geen deel uitmaakt van de langste koolstofketen. Deze benoemen we apart samen met het cijfer van het koolstofatoom waarmee deze groep verbonden is: 4-methyl-2-penteen.

Hiermee volgt men in Nederland overigens de Duitse naamgeving. In Engelstalige literatuur zul je zien dat de locatie van de dubbele binding anders wordt geplaatst: 4-methylpent-2-ene.
Dank je wel voor de duidelijke uitleg! Blijf het lastig vinden de naamgeving.
pi_110862921
quote:
0s.gif Op vrijdag 27 april 2012 14:45 schreef daantje1044 het volgende:

[..]

Dank je wel voor de duidelijke uitleg! Blijf het lastig vinden de naamgeving.
Veel oefenen helpt (al is dat natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan). Verder zou ik je aanraden om bij dit soort opgaven de structuur eerst uit te tekenen. Dan kun je gemakkelijker bepalen wat de langste koolstofketen is en wat de substituenten (zijgroepen) zijn en aan welk koolstofatoom ze zich bevinden.

En als je er niet uitkomt of je wil graag even controle van je antwoord, dan gewoon hier posten. :)
pi_110868685
Dank je wel, ben nu weer opgaven uit mijn boek aan het maken. De structuren tekenen is wel een goede tip.
Als ik nog meer vragen heb, zal ik ze zeker stellen.
pi_110890639
quote:
0s.gif Op woensdag 25 april 2012 13:47 schreef jouwkeuze het volgende:
Hoe kan ik het volgende berekenen?

bereken αHA voor het zuur HA met een pKA = 5 bij de volgende ph-waarden:3.0; 3.5.

Alvast heel erg bedankt.
Uit het chemisch evenwicht KA = [H+]*[A- ] / [HA]

is direct de Henderson-Hasselbalch vgl. voor pH-buffers af te leiden door aan beide zijden de -10Log te nemen. Je krijgt dan pKA = pH - 10Log([A- ] / [HA]). Aangezien pH en pKa al gegeven zijn en [H+] in het geval van een monoprotisch zuur gelijk moet zijn aan [A- ], kan je direct de concentratiebreuk en daarmee de verhouding ts [H+] en [A- ] berekenen en met de al bekende [A- ] ook meteen [HA] berekenen. Vervolgens bereken je de dissociätie alpha door [H+] op de formele concentratie [HA], oftewel de som van [A- ] + [H+], te delen.
pi_110895719
quote:
0s.gif Op zaterdag 28 april 2012 04:59 schreef VanishedEntity het volgende:

[..]

Uit het chemisch evenwicht KA = [H+]*[A- ] / [HA]

is direct de Henderson-Hasselbalch vgl. voor pH-buffers af te leiden door aan beide zijden de -10Log te nemen. Je krijgt dan pKA = pH - 10Log([A- ] / [HA]). Aangezien pH en pKa al gegeven zijn en [H+] in het geval van een monoprotisch zuur gelijk moet zijn aan [A- ], kan je direct de concentratiebreuk en daarmee de verhouding ts [H+] en [A- ] berekenen en met de al bekende [A- ] ook meteen [HA] berekenen. Vervolgens bereken je de dissociätie alpha door [H+] op de formele concentratie [HA], oftewel de som van [A- ] + [H+], te delen.
Volgens mij geldt hier dat \alpha HA = \frac{[HA]}{[A^-] + [HA]

Verder weten we dat [H^+] = [A^-]
En uit de evenwichtsvoorwaarde K_a = \frac{[H^+][A^-]}{[HA] volgt dat  [HA] = \frac{[H^+][A^-]}{K_a} = \frac{[H^+]^2}{K_a}

Substitueren van de vergelijkingen voor [HA] en [A-] geeft:

\alpha HA = \frac{[HA]}{[A^-] + [HA]} = \frac{\frac{[H^+]^2}{K_a}}{[H^+] + \frac{[H^+]^2}{K_a}} = \frac{\frac{[H^+]^2}{K_a}}{\frac{[H^+]K_a + [H^+]^2}{K_a}} = \frac{[H^+]}{K_a + [H^+]} = \frac{10^{-pH}}{10^{-pK_a} + 10^{-pH}}

[ Bericht 0% gewijzigd door lyolyrc op 30-04-2012 11:51:11 (typo) ]
pi_111009151
quote:
1s.gif Op dinsdag 17 april 2012 15:25 schreef Miraculously het volgende:
Kan iemand mij vertellen of ik deze opdracht goed gemaakt heb?

Bereken de molariteit van 11 mg zuurstof in 1,0m3 slootwater

Molaire massa O : 16,00 g mol-1
11 mg : 11*10^-3 g
mol : (11*10^-3) / (16,00) : 6,875*10^-4 mol O
Opgelost in 1,0 m3 : 1,0*10^3 L
[O] : (6,875*10^-4) / (1,0*10^3) : 6,9*10^-7 M

O moet natuurlijk O2 zijn, dus mijn antwoord /2.
inclusief de afronding klopt de berekening wel in ieder geval

maar overzichtelijk is anders :P
pi_111009349
quote:
0s.gif Op vrijdag 27 april 2012 12:42 schreef daantje1044 het volgende:
Ik heb een vraag over naamgeving. Weet niet zeker of ik deze goed heb.

CH3CH=CHCH(CH3)2

Is bovenstaande 2-methylbutaan?
hexeen
pi_111009430
en als je specifieker wilt zijn
4-Methylpent-2-ene
pi_111010883
quote:
0s.gif Op dinsdag 1 mei 2012 20:02 schreef boyv het volgende:

[..]

hexeen
:N
Voor hexeen moet de langste keten 1 dubbele binding en 6 koolstofatomen bevatten en dat is hier niet het geval. Er is hier sprake van een keten van 5 koolstofatomen en 1 dubbele binding met een methyl substituent.

quote:
0s.gif Op dinsdag 1 mei 2012 20:04 schreef boyv het volgende:
en als je specifieker wilt zijn
4-Methylpent-2-ene

:Y
Zoals ik hier ook al beredeneerde.
pi_111489817
Ik voel me nu heel stom in dit topic met bovenstaande vragen, maargoed. Ik moet een verslag schrijven voor natuurkunde, en nu zit de volgende vraag erin:

Wat zijn de frequentie en trillingstijd van een zuiver C?

Ik zou bij god niet weten hoe ik dit moet uitrekenen, het staat onder het kopje internetvragen maar een hoop gegoogel levert alleen een octavering met een heleboel verschillende frequenties op. Kan iemand me verder helpen?
pi_111503732
quote:
0s.gif Op zondag 13 mei 2012 13:53 schreef datisstom het volgende:
Ik voel me nu heel stom in dit topic met bovenstaande vragen, maargoed. Ik moet een verslag schrijven voor natuurkunde, en nu zit de volgende vraag erin:

Wat zijn de frequentie en trillingstijd van een zuiver C?

Ik zou bij god niet weten hoe ik dit moet uitrekenen, het staat onder het kopje internetvragen maar een hoop gegoogel levert alleen een octavering met een heleboel verschillende frequenties op. Kan iemand me verder helpen?
Hoezo zou je dat dan moeten uitrekenen? Volgens mij moet je de frequentie gewoon opzoeken en de reciproke waarde daarvan nemen geeft de trillingstijd.
  vrijdag 25 mei 2012 @ 16:28:05 #278
164983 daantje1044
Daantje1044
pi_112021910
Ik heb weer een vraag, ik moet een synthese van ijzersulfaat voorbereiden. Ijzer uit spijkers moet ik met behulp van zwavelzuur omzetten in ijzersulfaat.
Nu moet ik alle reactievergelijkingen die bij deze synthese voorkomen geven.
Ik heb deze:Fe + H2SO4 ---> FeSO4 +H2

Maar zouden er dan meer moeten zijn?
pi_112028398
quote:
0s.gif Op vrijdag 25 mei 2012 16:28 schreef daantje1044 het volgende:
Ik heb weer een vraag, ik moet een synthese van ijzersulfaat voorbereiden. Ijzer uit spijkers moet ik met behulp van zwavelzuur omzetten in ijzersulfaat.
Nu moet ik alle reactievergelijkingen die bij deze synthese voorkomen geven.
Ik heb deze:Fe + H2SO4 ---> FeSO4 +H2

Maar zouden er dan meer moeten zijn?
Het is fe2? Toch?
Anoniem
  vrijdag 25 mei 2012 @ 19:32:13 #280
78693 Hanzel_lane
Made by cerror
pi_112028566
Hallo,

Mijn vraag, hieronder spreekt eigenlijk voor zich, kom niet uit de volgende vragen en ben er eigenlijk al de hele dag mee bezig, wellicht voor velen gesneden koek...

http://www.mijnbestand.nl/Bestand-3VP486ELFN6L.jpg
http://www.mijnbestand.nl/Bestand-BJNTMOA7HHOQ.jpg

Kan iemand mij op weg helpen richting de antwoorden? Ik weet niet wat ik moet vermenigvuldigen/delen etc...

mijn dank is groot!
Op vrijdag 30 juli 2004 13:25 schreef Houzer het volgende:
Hanzel is zo'n knuffelnewbie O+
pi_112069840
quote:
0s.gif Op vrijdag 25 mei 2012 16:28 schreef daantje1044 het volgende:
Ik heb weer een vraag, ik moet een synthese van ijzersulfaat voorbereiden. Ijzer uit spijkers moet ik met behulp van zwavelzuur omzetten in ijzersulfaat.
Nu moet ik alle reactievergelijkingen die bij deze synthese voorkomen geven.
Ik heb deze:Fe + H2SO4 ---> FeSO4 +H2

Maar zouden er dan meer moeten zijn?
Je antwoord is goed. Wellicht bedoelen ze dat je de halfreacties ook moet geven en dan samenvoegen tot de formule die je nu al hebt opgeschreven.
  zondag 27 mei 2012 @ 14:57:51 #282
164983 daantje1044
Daantje1044
pi_112089138
Ok dank je wel, dan weet ik dat ik op de goede weg zit!
pi_112141339
Ok, ik heb morgen een mondeling examen over 2 vragen waar ik de ballen niet van snap. Dus ik hoop dat jullie het wat beter kunnen uitleggen. Ik moet een systeem met 2 lijnen "oplossen" (dus uitrekenen waar die 2 lijnen kruizen)

de ene keer moet ik deze echt uitrekenen, en met een 2e set moet ik dit grafisch doen.

Diegene die ik moet uitrekenen gaat als volgt :

{ 2x-y=8
{ 3x+2y=5

Je moet die oplossen met de "plus" methode ofzo. Maar ik snap niet hoe die werkt :@

De 2e die je grafisch moet oplossen ziet er zo uit:

 x+y=9
 2y-4x=-6

Een beetje een grote vraag maar ik hoop dat iemand het uit wil leggen :@
pi_112142015
Ik weet dat dit het bèta topic is, maar het is "de ballen ergens van begrijpen" ipv "de ballen ergens niet van snappen".
pi_112142035
Meh, oplossen met de plus-methode :r ... klinkt als de zoveelste pikkepoelie-onzin rechtstreeks uit de koker van de PABO-mutsjes die zich door kinders van groep 8 eruit laten staartdelen :')

Beter hanteer je simpele elementaire algebraïsche technieken voor 2 vergelijkingen met 2 onbekenden. Het principe berust op het feit dat je 1 variabele als functie van de ander schijft en die functie dan in de andere vergelijking voor de eerste variabele inplugt. Met de eerste opgave als voorbeeld krijgen we:

2x - y = 8 ^ 3x + 2y =5
^ Staat nu niet voor machtsverheffen maar voor de logische EN

We kunnen dus ook direct schrijven 2x - 8 = y ^ 3x + 2y =5

en dus kunnen we direct 2x - 8 voor y inpluggen in 3x + 2y = 5
wat ons 3x + 4x - 16 = 5 oplevert

verder oplossen geeft:
7x - 16 = 5
7x - 21 = 0
7x = 21
x=3

plug nu in de eerste vgl 2x - y = 8 de waarde 3 die je zojuist hebt gevonden voor x:
2*3 - y = 8
6 -y = 8
-y = 2
y = -2


Voor de tweede opgave die grafisch (hoe verzinnen ze het _O- :') ) opgelost dient te worden moet je beide leden van het stelsel van vergelijkingen omschrijven naar de algemene versie v/d lineaire vergelijking ax + b = y . Here goes.

x+y = 9 => x + y - 9 = 0 => x - 9 = -y => 9 - x = y
2y - 4x = -6 => 2y = -6 + 4x => 2y = 4x - 6 => y = 2x - 3

Als je deze lineaire vgl's in een cartestisch coördinatenstelsel tekent is direct het snijpunt (en géén, ik herhaal, géén kruispunt) zichbaar. Maar een beetje maths geek prefereert altijd een analytische oplossing.

x+y=9 => y = 9-x
2y-4x = -6 ^ y = 9-x => 2*(9-x) - 4x = -6 => 18-2x-4x = -6 => 18-6x = -6 => 3-x=1 => 4-x=0 => x=4

x+y=9 ^ x=4 => 4+y=9 => y=5

Het snijpunt is dus (4,5)

EDIT: fout verbeterd.

[ Bericht 14% gewijzigd door VanishedEntity op 28-05-2012 21:48:40 ]
pi_112142735
dubbelpost
pi_112142967
quote:
0s.gif Op maandag 28 mei 2012 21:19 schreef VanishedEntity het volgende:
Meh, oplossen met de plus-methode :r ... klinkt als de zoveelste pikkepoelie-onzin rechtstreeks uit de koker van de PABO-mutsjes die zich door kinders van groep 8 eruit laten staartdelen :')

Beter hanteer je simpele elementaire algebraïsche technieken voor 2 vergelijkingen met 2 onbekenden. Het principe berust op het feit dat je 1 variabele als functie van de ander schijft en die functie dan in de andere vergelijking voor de eerste variabele inplugt. Met de eerste opgave als voorbeeld krijgen we:

2x - y = 8 ^ 3x + 2y =5
^ Staat nu niet voor machtsverheffen maar voor de logische EN

We kunnen dus ook direct schrijven 2x - 8 = y ^ 3x + 2y =5

en dus kunnen we direct 2x - 8 voor y inpluggen in 3x + 2y = 5
wat ons 3x + 4x - 16 = 5 oplevert

verder oplossen geeft:
7x - 16 = 5
7x - 21 = 0
7x = 21
x=3

plug nu in de eerste vgl 2x - y = 8 de waarde 3 die je zojuist hebt gevonden voor x:
2*3 - y = 8
6 -y = 8
-y = 2
y = -2

Voor de tweede opgave die grafisch (hoe verzinnen ze het _O- :') ) opgelost dient te worden moet je beide leden van het stelsel van vergelijkingen omschrijven naar de algemene versie v/d lineaire vergelijking ax + b = y . Here goes.

x+y = 9 => x + y - 9 = 0 => x - 9 = -y => 9 - x = y
2y - 4x = -6 => 2y = -6 + 4x => 2y = 4x - 6 => y = 2x - 3

Als je deze lineaire vgl's in een cartestisch coördinatenstelsel tekent is direct het snijpunt (en géén, ik herhaal, géén kruispunt) zichbaar. Maar een beetje maths geek prefereert altijd een analytische oplossing.

x+y=9 => y = 9-x
2y-4x = -6 ^ y = 9-x => 2*(9-x) - 4x = -6 => 18-2x-4x = -6 => 18-6x = -6 => 3-x=1 => 2-x=0 => x=2

x+y=9 ^ x=2 => 2+y=9 => y=7

Het snijpunt is dus (2,7)
ok, ik begin even bij de 2e omdat die me het makkelijkste lijkt. Echter, weet je zeker dat dat goed zit?

Kan je die eerste niet omschrijven van

x+y=9 naar y= -x+9 ? wat je dus een lijn geeft die bij y= +9 de y kruist?

Wat je dus een kruisingspunt van x = 4 en Y = 5 geeft?

Kan het mis hebben hoor. Ik snap het nog maar half.
pi_112143132
quote:
4s.gif Op maandag 28 mei 2012 21:36 schreef gogosweden het volgende:

[..]

ok, ik begin even bij de 2e omdat die me het makkelijkste lijkt. Echter, weet je zeker dat dat goed zit?

Kan je die eerste niet omschrijven van

x+y=9 naar y= -x+9 ? wat je dus een lijn geeft die bij y= +9 de y kruist?

Wat je dus een kruisingspunt van x = 4 en Y = 5 geeft?

Kan het mis hebben hoor. Ik snap het nog maar half.
Ik zit zelf ook al te kijken waar de fout zit, maargoed, de gehanteerde techniek en principes blijven staan. ff wachten, pak pen en papier erbij.

EDIT: fout gevonden; het moet zijn 18-6x = -6 => 3-x = -1 => 4-x = 0 => 4=x
wat dus daarna x+y=9 ^ x=4 => 4+y=9 => y=5 oplevert. Je had eerder dan mij de correcte coördinaten van het snijpunt (engels: point of intersection) gevonden dus je bent al goed op weg om het te snappen. En idd, y = 9-x is idd hetzelfde als y = -x + 9.

[ Bericht 0% gewijzigd door VanishedEntity op 28-05-2012 21:53:13 ]
pi_112144679
Just throw us another one als je iets nog niet snapt.
pi_112145514
quote:
12s.gif Op maandag 28 mei 2012 22:06 schreef VanishedEntity het volgende:
Just throw us another one als je iets nog niet snapt.
ja is goed ^O^ ik ben het nu even allemaal aan het doornemen. Ik hoef alleen maar uit te leggen hoe ik tot het antwoord gekomen ben, dus eigenlijk valt het redelijk mee als ik deze gewoon in mijn kop ram. Maar het is natuurlijk nooit verkeerd om het goed te leren zoals nu.

Enorm bedankt voor je hulp! _O_ en mocht ik nog een probleem hebben laat ik van me horen
pi_112152737
quote:
0s.gif Op zondag 13 mei 2012 13:53 schreef datisstom het volgende:
Ik voel me nu heel stom in dit topic met bovenstaande vragen, maargoed. Ik moet een verslag schrijven voor natuurkunde, en nu zit de volgende vraag erin:

Wat zijn de frequentie en trillingstijd van een zuiver C?

Ik zou bij god niet weten hoe ik dit moet uitrekenen, het staat onder het kopje internetvragen maar een hoop gegoogel levert alleen een octavering met een heleboel verschillende frequenties op. Kan iemand me verder helpen?
Frequentie van zuivere noten staan in de Binas, tabel 15 geloof ik. Met 'frequentie = 1/trillingstijd' kun je dan de trillingstijd bepalen. (staat ook in B-35)
pi_112153928
quote:
4s.gif Op maandag 28 mei 2012 21:06 schreef gogosweden het volgende:
Ok, ik heb morgen een mondeling examen over 2 vragen waar ik de ballen niet van snap. Dus ik hoop dat jullie het wat beter kunnen uitleggen. Ik moet een systeem met 2 lijnen "oplossen" (dus uitrekenen waar die 2 lijnen kruizen)

de ene keer moet ik deze echt uitrekenen, en met een 2e set moet ik dit grafisch doen.

Diegene die ik moet uitrekenen gaat als volgt :

{ 2x-y=8
{ 3x+2y=5

Je moet die oplossen met de "plus" methode ofzo. Maar ik snap niet hoe die werkt :@

De 2e die je grafisch moet oplossen ziet er zo uit:

 x+y=9
 2y-4x=-6

Een beetje een grote vraag maar ik hoop dat iemand het uit wil leggen :@
De plusmethode is zeker dat je ze bij elkaar optelt en dat er dan wat tegen elkaar weg valt. Je kan het stelsel schrijven als

4x - 2y = 16
3x + 2y = 5

De linker en rechterkanten bij elkaar optellen geeft

7x = 21
x = 3

Vervolgens kan je x=3 invullen in (1) of in (2) om y te berekenen.

Gaat een stuk sneller. ;)

Voor de tweede, schrijf het stelsel als:
4x + 4y = 36
-4x + 2y = -6
---------------------+
6y=30

Dus y=5. En dan weer invullen om x te berekenen.
pi_112154424
"Gaat een stuk sneller" heb je alleen nog niet heel veel aan als je niet helemaal door hebt welke stappen je dient te maken, dus vandaar de nogal uitgeweide versie. Bovendien, die plus-methode kan je meteen van tafel gooien zodra er kwadraten en hogere machten en/of er meer vergelijkingen en onbekenden aan te pas komen; substituties zijn wdb meer fool-proof.
pi_112154712
Ook bij grotere lineaire stelsels werkt die methode (zegt Gaussische eliminatie je iets?).
pi_112175846
De basis statica is een beetje weggezakt. Dus hoe ging dit ook alweer?

Gegeven een goal (voetbal). Kracht van 1000 N precies op het midden naar beneden (-1000N dus). Doel is 7,32 m breed en 2,44 m hoog. De goal staat dus vast aan de grond.



Gevraagd: Reactiekrachten en moment om Z in A.

Fy = 500N (logisch)

Nu geeft ANSYS aan voor Fx = -481 N en Mz = 391.78 Nm.

Nu kom ik zelf op een veel groter moment uit, mijn FBD methode mist nog iets.

Weet een van jullie dat hier?
Buy it, use it, break it, fix it,
Trash it, change it, mail - upgrade it,
Charge it, point it, zoom it, press it,
Snap it, work it, quick - erase it,
  woensdag 30 mei 2012 @ 14:41:52 #296
187891 Ofresca
Lucky you.
pi_112215849
Hellllppp, mijn wereld staat op de kop.
Vroeger op de basisschool had je weleens vragen als:
quote:
Een gevuld bad loopt leeg in 8 minuten. De linker kraan vult het bad in 12 minuten en de rechter kraan vult het bad in 6 minuten. Als de stop eruit is hoelang duurt het als beide kranen open staan om het bad te vullen?

Antwoord: in 8 minuten
Nu krijg ik de vraag:
quote:
Een rechthoekige badkuip heeft een constante doorsnede over de hoogte. Als de kraan wijd open staat en de afvoer gesloten is, stroomt het bad in 20 minuten vol. De waterhoogte is dan 50 cm. Het tot deze hoogte gevulde bad loopt bij gesloten kraan leeg in 32 min, via afvoer in de bodem. Hoe hoog zal het water in het bad staan als zowel kraan als afvoer open staan?

Antwoord: 32 cm
Kan iemand mij dit uitleggen? (En dan vooral waarom ik er bij bovenstaande vraag vanuit mag gaan dat de hoogte constant blijft, zoals in het antwoord wordt aangenomen.)

Correctie, dat stroom in = stroom uit.

[ Bericht 2% gewijzigd door Ofresca op 30-05-2012 14:55:18 ]
pi_112217859
quote:
11s.gif Op woensdag 30 mei 2012 14:41 schreef Ofresca het volgende:
Hellllppp, mijn wereld staat op de kop.
Vroeger op de basisschool had je weleens vragen als:

[..]

Nu krijg ik de vraag:

[..]

Kan iemand mij dit uitleggen? (En dan vooral waarom ik er bij bovenstaande vraag vanuit mag gaan dat de hoogte constant blijft, zoals in het antwoord wordt aangenomen.)

Correctie, dat stroom in = stroom uit.
Omdat, als niet geldt stroom in = stroom uit, het waterpeil nog 'aan het veranderen' is (en dus niet constant). Als er meer water bijkomt dan er uitstroomt, zal het waterpeil stijgen en omgekeerd.

Ze hebben het in de vraag inderdaad niet genoemd, maar ze willen dus eigenlijk de hoogte weten waar het water 'naar toe gaat'. De evenwichtstoestand, als het ware (God wat ben ik slecht in dit soort dingen formuleren :') )
  woensdag 30 mei 2012 @ 15:29:13 #298
187891 Ofresca
Lucky you.
pi_112218227
quote:
2s.gif Op woensdag 30 mei 2012 15:23 schreef kutkloon7 het volgende:

[..]

Omdat, als niet geldt stroom in = stroom uit, het waterpeil nog 'aan het veranderen' is (en dus niet constant). Als er meer water bijkomt dan er uitstroomt, zal het waterpeil stijgen en omgekeerd.

Ze hebben het in de vraag inderdaad niet genoemd, maar ze willen dus eigenlijk de hoogte weten waar het water 'naar toe gaat'. De evenwichtstoestand, als het ware (God wat ben ik slecht in dit soort dingen formuleren :') )
Maar waarom mag ik er vanuit gaan dat die er is? Stel nou dat het bad wel zou overstromen, dan zou hoogte zeker (er valt een kwartje) > 50 cm zijn?
pi_112218345
quote:
0s.gif Op woensdag 30 mei 2012 15:29 schreef Ofresca het volgende:

[..]

Maar waarom mag ik er vanuit gaan dat die er is? Stel nou dat het bad wel zou overstromen, dan zou hoogte zeker (er valt een kwartje) > 50 cm zijn?
Ja, en als ie leeg zou lopen zou er een negatieve hoogte uit komen.

Volgens mij moet je er trouwens van uitgaan dat de uitstroomsnelheid evenredig is met de hoeveelheid water, dan kan je een differentiaalvergelijking opstellen.
pi_112223493
quote:
0s.gif Op woensdag 30 mei 2012 15:29 schreef Ofresca het volgende:

[..]

Maar waarom mag ik er vanuit gaan dat die er is? Stel nou dat het bad wel zou overstromen, dan zou hoogte zeker (er valt een kwartje) > 50 cm zijn?
Het water stijgt niet meer als de uitstroom via de afvoer gelijk is aan de instroom vanuit de kraan. Kennelijk is het de bedoeling dat je aanneemt dat de uitstroomsnelheid evenredig is met de hoogte van het water in het bad, zodat de uitstroomsnelheid dus toeneemt naarmate het bad zich vult. Maar dan nog is de opgave niet op te lossen met de gegevens die je hebt gekregen.

Stel t drukt de tijd uit in minuten, en h(t) is de hoogte van de waterstand in het bad in cm op tijdstip t. De instroom vanuit de kraan is constant, en aangezien in 20 minuten het bad is gevuld en de hoogte van de waterstand dan 50 cm bedraagt, komt er 2,5 cm water per minuut bij, zodat voor het vullen van het bad met gesloten afvoer dus geldt h(t) = 2,5∙t, en dus h'(t) = 2,5. Voor het laten leeglopen van het bad (kraan dicht) geldt dat h'(t) negatief is, en evenredig met h(t), dus h'(t) = -c∙h(t). Aangezien we beginnen met een leeg bad, dus h(0) = 0, krijgen we dan voor de combinatie van het laten vullen van het bad en het laten wegstromen van het water via de afvoer de volgende differentiaalvergelijking:

h'(t) = 2.5 - c∙h(t), h(0) = 0

De oplossing van deze DV is:

h(t) = (2,5 - 2,5∙e-ct)/c

Het badwater kan dus niet hoger stijgen dan tot een hoogte 2,5/c. Alleen zie ik niet hoe je met de gegevens uit de opgave c zou moeten bepalen.

[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 30-05-2012 17:07:32 ]
abonnement bol.com Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')