Ybo Buruma: (on)waarheid en (on)partijdigheid
Ybo Buruma is voorgedragen voor het lidmaatschap van de Hoge Raad per komende september, en dit heeft nogal wat stof doen opwaaien. Buruma heeft zich in het verleden niet alleen zeer kritisch uitgelaten over een bepaalde politieke partij (de PVV), hij heeft deze partij zelfs expliciet in de fascistische hoek geplaatst.
Hoewel ik van mening ben dat dit een feitelijk onjuiste conclusie is, staat een mening hem natuurlijk vrij.
Wel wordt door de PVV, duidelijk niet zonder aanleiding, de onpartijdigheid van mr. Buruma in twijfel getrokken. Er zijn echter nog zwaarder wegende redenen om de geschiktheid van mr. Buruma aan de kaak te stellen.
Natuurlijk is onpartijdigheid, of zelfs de schijn daarvan, al een doodzonde voor een rechter. De man ziet een bepaalde partij letterlijk als een gevaar voor de rechtstaat en er is een rechtszaak lopende tegen de voorman van die partij. Stel je voor dat de zaak tegen Wilders tot een uitspraak komt, en één van de partijen gaat eerst in hoger beroep, en daarna in cassatie bij de Hoge Raad. Buruma zal dan sowieso geen zitting mogen nemen, wegens (de schijn van) partijdigheid. Toch blijft de vraag hangen: is iemand aan wiens partijdigheid zo sterk, en met zulk een goede reden, wordt getwijfeld eigenlijk wel geschikt als raadsheer bij de Hoge Raad?
We hebben het nog niet eens gehad over de vermeende banden tussen Buruma en de organisatie XminY, die op haar beurt weer wordt gelinkt aan politiek extremisme, bedreiging, afpersing, lastercampagnes en zelfs het financieren van terroristen in Zuid-Amerika. Het valt sterk te betwijfelen of Buruma zelf ook maar iets met die misstanden te maken gehad zou hebben, het is zelfs nauwelijks voorstelbaar, maar toch geeft óók
dit de schijn van onpartijdigheid. En een rechter moet zelfs boven die schijn verheven staan.Het allerzwaarste argument dat pleit tegen de benoeming van mr. Buruma is echter het feit dat hij die als raadsheer als taak zou hebben de waarheid te vinden zélf nogal creatief met de feiten omspringt. Hij heeft zich herhaaldelijk uitgesproken tegen zwaardere straffen, en maakt daarbij gebruik van het argument dat men in Nederland nu al veel zwaarder straft dan in andere West-Europese landen. Dát baseert hij echter weer niet op de zwaarte van de totale straf, maar op het aantal celstraffen dat in ons land wordt opgelegd. Inderdaad, dat aantal behoort tot het hoogste van West-Europa. Maar als hoogopgeleid man hoort mr. Buruma toch wel te begrijpen dat véél straffen niet hetzelfde is als hóóg straffen? De straffen in Nederland zijn relatief gezien namelijk wél erg láág...
Je zou nog kunnen denken: oké, maar veel straffen komt per saldo neer op hetzelfde als zwaar straffen. Nou... nee. Buruma laat namelijk een cruciaal element weg: die straffen in Nederland zijn in een verdere mate laag dan veel, waardoor een crimineel per saldo tot een lagere straf wordt veroordeeld. En dan is er ook nog de Nederlandse wetgeving die (vrijwel) iedere crimineel automatische strafvermindering van één derde biedt bij goed gedrag. Dat gaat er óók nog eens vanaf.
En dan de klapper: waarom wordt er in Nederland zo veel (maar laag) gestraft, en in andere landen zo weinig (maar hoog)? U raadt het al: in Nederland komt een crimineel na een korte straf vrij, vervalt in recidive, en krijgt wéér een korte straf, komt vrij... etc. etc. In veel andere landen krijgt zo'n zelfde crimineel een langere straf, en krijgt derhalve niet eens de kans om een tweede of derde misdrijf te plegen. Dat zult u van mr. Buruma nooit horen. Enkele geestverwanten van hem, die er wél op ingaan, verdedigen dit met het argument dat zo'n langere straf ook méér kost. En de kosten van opsporing, vervolging en het misdrijf zelf? Die moeten we maar gewoon negeren? Sorry dat de boef uw vrouw heeft vermoord, maar we vonden een langere celstraf na zijn eerste moord gewoon te duur...
Let wel: dit is geen pleidooi voor decennialange straffen voor iedere winkeldiefstal. Ik vind wel degelijk dat er, vooral in geval van minder zware misdrijven, bij het eerste vergrijp niet direct moet worden overdreven. In geval van recidive zouden onze rechters er echter goed aan doen om een stuk zwaarder te straffen. Dat haalt de crimineel niet alleen voor een langere termijn van de straat, het schrikt potentiële criminelen ook nog eens af. Die langetermijngevolgen moeten rechters laten meewegen in hun oordeel. Minder luisteren naar de drogredeneringen van mr. Buruma en gelijkgestemden, dus, en méér luisteren naar gezond verstand.
Al met al is het nauwelijks voor te stellen dat mr. Buruma, die niet alleen een goede opleiding heeft genoten, maar zelfs een vooraanstaand strafrechtdeskundige is, niet op de hoogte is van de bovenstaande feiten. Ik kan alleen maar concluderen dat hij bewust een deel van de waarheid weglaat, om zo een bepaalde maatschappelijke visie te rechtvaardigen. Op die manier kan hij zijn redenering logisch laten kloppen... maar alleen op basis van de eenzijdige werkelijkheid die hij zelf schetst. Natuurlijk staat een mening hem vrij, maar iedere eerstejaars rechtenstudent leert dat een redenering, ook als die intern geheel logisch is, geen enkele waarde heeft wanneer hij gebaseerd is op een verkeerde premisse. Het treurige feit dat mr. Buruma deze belangrijke les uit het raam heeft gesmeten, toont aan dat hij zijn eigen mening belangrijker acht dan objectieve waarheidsvinding. Over zijn kwaliteiten als hoogleraar kan ik niet oordelen, maar één ding weet ik zeker: als ik voor een Hoge Raad zou staan waarin mr. Buruma zitting neemt, zou ik me beslist niet veilig voelen in mijn rechtszekerheid.
link[ Bericht 0% gewijzigd door zoefbust op 15-03-2011 10:18:24 ]