quote:
Even quoten zodat je niet op ideen komt:
Verwarring met zwervend huisdier brengt voortbestaan in gevaar
Het bewijs is er: de Europese wilde kat is op eigen kracht naar Nederland gekomen. Natuurbeschermers houden echter hun hart vast. Het gevaar dat het zeldzame dier voor een verwilderde huiskat wordt aangezien en om zeep wordt geholpen, is levensgroot.
Tot in de Romeinse tijd kwamen er wilde katten in Nederland voor. Kort daarna verdwenen ze, waarschijnlijk als gevolg van ontbossing, klimaatverandering en vervolging. Hoe snel dit proces verliep is onduidelijk, omdat in die tijd ook de huiskat zijn intrede deed en verwarring tussen beide soorten erg gemakkelijk is. Bovendien is er vaak sprake van bastaardering met tamme en verwilderde dieren. Juist die mengvormen maakt het determineren van de echte wilde kat in de vrije natuur heel moeilijk.
Opvallend is dat wilde katten nauwelijks in de wetenschappelijke literatuur aan bod komen, terwijl het verdwijnen van andere opvallende roofdieren zoals de wolf en de lynx wel relatief goed gedocumenteerd is. Pas in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw werden weer vondsten van katten gemeld. Mogelijk zijn dat wilde katten, maar zekerheid is hierover niet, omdat ook het aantal verwilderde katten in Nederland in de tienduizenden loopt. De teller van het aantal geregistreerde afgeschoten exemplaren stond volgens de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging in 2003 op ongeveer 5000. Dit is een ondergrens, omdat lang niet alle afschot wordt geteld, zegt een woordvoerster. Bovendien wemelt het in steden van huiskatten die s nachts op strooptocht gaan, soms kilometers van huis.
Haarmonsters
Als Mari de Bijl in het voorjaar van 2004 bij zijn woning in Heeze twee keer een dode kip in de ren vindt, verdenkt hij direct een vos of een Amerikaanse nerts. De boswachter van het Brabants Landschap plaatst een gaasval en tot zijn verbazing ziet hij de volgende dag een schuwe kat in de klem. Dit is geen gewone poes, flitst het door hem heen en hij besluit Annemarie van Diepenbeek te bellen. Hij had de Zoogdierengids van West-Europa geraadpleegd, waar ik medeauteur van ben en wilde zijn vermoedens van een wilde kat te verifiëren, vertelt ze. Veel waarnemingen blijken achteraf niet te kloppen, maar zijn verhaal prikkelde me toch te gaan kijken.
Het is inderdaad een wilde kat, een mannetje van ongeveer een jaar oud. Het dier blies behoorlijk en ondanks de twee kippenmaaltijden die hij had buitgemaakt, was hij broodmager. Na een verdoving door de plaatselijke veearts kan Annemarie de kater opmeten en haarmonsters nemen. Dezelfde avond lieten we hem weer los op de Hugterheide. Mogelijk struint hij nu nog in de bossen van Noord-Brabant rond.
Hoewel de veldbiologe aan de hand van uiterlijke kenmerken kan vaststellen dat de boosdoener een Felis silvestris is, wil ze honderd procent zekerheid. Alleen DNA-onderzoek kan uitsluitsel geven. Dat kon goedkoop gebeuren bij een instituut in Italië. De zuinigheid had wel tot gevolg dat de test lang op zijn beurt moest wachten. De resultaten waren pas na veertien maanden bekend.
Kort na de uitslag komt ook de herkomst van het dier openbaar. Tijdens een natuurexcursie vertelde een deelnemer mij dat de kat niet op eigen benen in Nederland was gekomen, maar als passagier in een auto. Een Nederlands echtpaar, dat anoniem wil blijven, vond tijdens een boswandeling in de Vogezen een luid schreeuwend katje van pakweg tien dagen oud. De oogjes waren nog maar net open. Ze hielden de vondeling voor een gedumpte huiskat en namen hem mee. Het dier vertoonde eigenaardig gedrag. Hij was zeer dominant tegenover de andere kat in het huishouden en buitensporig schuw tegenover bezoekers. Ook gingen zijn uitstapjes steeds langer duren, totdat hij na ongeveer een halfjaar van huis wegliep. De eigenaars herkenden hem van een foto in de krant.
Nieuwe territoria
Hoewel de kater bij Heeze uit Frankrijk afkomstig is, past volgens Van Diepenbeek de eerste vangst van een levende wilde kat in Nederland in een reeks recente meldingen die het aannemelijk maakt dat deze soort naar de landsgrens oprukt of Nederland zelfs al is binnengeslopen. Zo vindt Cor Goutbeek op 13 juni 1999 in de Ooijpolder, ongeveer 3 kilometer van het centrum van Nijmegen, een dode kater. Door metingen van de schedel wordt op het Zoölogisch Museum in Amsterdam vastgesteld dat het om een wilde kat gaat. Boswachter Harry Woesthuis van Staatsbosbeheer wist al zeker twee tot drie jaar dat het dier in het gebied leefde, maar hij had hem niet als wilde kat herkend, meldt de vinder op de website, waar ook fotos zijn vondst bewijzen (
www.vloedlijn.nl/wildekat.html). Bij Vaals wordt in 2002 eveneens een dode wilde kat aangetroffen, een vrouwtje.
Van Diepenbeek: Deze twee dieren kwamen hoogstwaarschijnlijk wel op eigen benen naar Nederland. Niet alleen in de Belgische Hoge Venen, maar ook in het noordelijke deel van de Eifel bevindt zich namelijk een populatie wilde katten die de afgelopen vijftien jaar sterk is gegroeid. Het gaat om 200 tot 250 dieren, die nog geen 20 kilometer ten zuidoosten van Vaals leven. Nakomelingen moeten op zoek naar nieuwe territoria. Gelukkig zijn de leefomstandigheden in Nederland verbeterd. Het oppervlak bos, de favoriete biotoop van de wilde kat, nam de laatste jaren toe en er wordt minder gejaagd en gestroopt.
Van Diepenbeek is opgetogen over de aanvulling op de vaderlandse fauna, mede omdat het wilde roofdier leert, net als bijvoorbeeld de steenmarter, beter in de buurt van mensen te leven. Vooruitlopend op zijn komst werd de soort al in 1996 op de Nederlandse lijst van beschermde diersoorten geplaatst. Dat neemt niet weg dat de wilde kat nog veel barrières moet nemen.
De duizenden verwilderde of van huis uit stropende huiskatten, die een ware slachting onder alle soorten kleinwild, zangvogels en bodembroeders aanrichten, vormen ook een bedreiging voor de zeldzame predator. De exoten, zoals de zwerfkatten in de Flora- en faunawet worden aangeduid, mogen namelijk zonder pardon worden afgeschoten. Bestrijding is noodzakelijk, maar dat betekent dat er extreem voorzichtig gehandeld moet worden wil men de wet niet overtreden. In ieder geval moeten beheerders, jagers, wildbeheereenheden, maar ook controlerende instanties als de Algemene Inspectiedienst en provincies goed geïnformeerd worden over de mogelijke aanwezigheid van wilde katten. Afgaan op vluchtige waarnemingen is onverstandig. Voordat jagers de trekker overhalen, moeten ze feilloos het onderscheid tussen een huiskat en een wilde kat kennen. Om misverstanden te voorkomen pleit de Zoogdiervereniging VZZ ervoor om katten met een wildkleur te vangen in plaats van af te schieten.
Verschillen met de huiskat
Over het algemeen zijn de verschillen tussen een huiskat en een wilde kat qua gewicht en lengte gering. Daarom is vooral vergelijking van een combinatie van uiterlijke kenmerken van belang.
De uiterst schuwe wilde kat heeft een dikke, volle staart die drie tot vijf gesloten ringen telt en een stompe, zwarte eindpunt heeft. Verder heeft zij vaak een lichte keelvlek. De flinke, brede kop is voorzien van opvallend lange, witte snorharen. De neusspiegel is licht en vleeskleurig. De nagels zijn eveneens lichtgekleurd. Zijn grijze vacht is zachter getijgerd en heeft een geelbruine gloed. Tussen de schouders en de heupen loopt een onregelmatige aalstreep.
Ook de schedel en het volume van de hersenholte zijn bij de wilde kat groter. De lengte van het spijsverteringskanaal is echter aanzienlijk korter, want de Felis silvestris is een echte vleeseter.
26/09/06 - Willem H. Smith - refdag.nl