Common Stocks and Uncommon Profits
Philip Arthur Fisher
2de editie, 2003, met inleiding door Ken Fisher
Warren Buffett heeft aangegeven dat zijn stijl van investeren bestaat uit 85% Benjamin Graham en 15% Philip Fisher. Ik wilde daarom eens iets lezen van deze Fisher en dit is zijn meest bekende boek, dat hij oorspronkelijk in 1958 schreef. De schrijfstijl is om die reden -net als bij Benjamin Graham- enigszins ouderwets en breedvoerig. Het boek leest traag, maar aangezien vrijwel de gehele inhoud interessant is, vond ik het die extra tijdsinvestering wel waard.
Common Stocks and Uncommon Profits is een van de weinige boeken over growth investing die ook gelezen worden door value investors, waarschijnlijk dankzij de eerder genoemde uitspraak van Warren Buffett. De value-investing community volgt ook de trades van de zoon van de Philip Fisher (Ken Fisher), die nog steeds een groot fonds beheert, dat is gebaseerd op de filosofie van zijn vader.
Fisher's theorie is een aanvulling op het pure value-investing. In het boek vinden we bijna geen boekhoudkundige cijfers of financiele ratio's. Fisher kijkt meer naar kwalitatieve criteria zoals:
- Hoe denken leveranciers en klanten over het bedrijf waarin we willen investeren.
- Levert de R&D afdeling een regelmatige stroom producten.
- Lijken de werknemers tevreden of zijn er regelmatig stakingen.
Fisher heeft 15 van dergelijke aandachtspunten en nam deze onder de loep door persoonlijk met klanten, concurrenten en leveranciers van het bedrijf te bellen. Deze methode noemt hij 'scuttlebutt', wat zoiets betekent als 'in de pap roeren'.
Ik vraag me een beetje af of dit vandaag de dag nog zou werken. Leveranciers, concurrenten en werknemers zijn nu veel voorzichtiger om iets negatiefs over een bedrijf te zeggen, vanwege het mogelijk uitlekken van insider information en de juridische consequenties daarvan. Aan de andere kant, is er nu veel meer publieke informatie over bedrijven en industrietakken via boeken, vakbladen en internet beschikbaar. Dat roept vervolgens weer de vraag op of het voor een outside investor nog wel mogelijk is om met 'scuttlebutt' tot nieuwe, betere inzichten dan de markt te komen.
Het boek roept de investeerder op om te focussen op groeipotentie en kwaliteit. Het is echter verdomd moeilijk om dergelijke factoren te herkennen. Zou je de opkomst van bijv. Cisco, Nokia en RIM vooraf kunnen voorspellen met scuttlebutt? En vervolgens ook de teloorgang (of wederopstanding) van deze bedrijven zien aankomen?
[ Bericht 0% gewijzigd door jaco op 29-06-2011 00:17:53 ]