Had Neve's verhaal og niet eerder geplaatst, maar had het gelukkig al een poos geleden geschreven....
Dit verhaal begint op 12 oktober, om ongeveer 8 uur ‘s ochtends. D moest er vroeg uit om te gaan werken en ik was met hem opgestaan om even samen te douchen. Eigenlijk doen we dat niet zo vaak, en met die dikke buik was het ook niet erg makkelijk. Maar op de een of andere manier bedacht ik dat het er voorlopig misschien niet meer van zou komen.
Ik was die ochtend wakker geworden omdat ik heel nodig moest plassen en even dacht ik wat vruchtwater te verliezen. De verloskundige die ik na wat aarzelen wakker belde raadde aan om het even af te wachten en te kijken of er meer zou volgen. D was inmiddels gaan werken. Toen ik de telefoon ophing voelde ik voor het eerst een wat zeurende steken in mijn buik... zou het dan toch?! Omdat ik nog niet zeker was wát ik voelde rommelde ik eerst wat in huis, ik lakte zelfs nog mijn teennagels en ik besloot even naar de apotheek en de kiosk te lopen. Beneden aan de trap moest ik toch even diep zuchten en toen de dame in de kiosk enthousiast vroeg hoe lang ik nog moest, wist ik niet hoe snel ik naar buiten moest komen.
Thuis was ik er nu behoorlijk van overtuigd dat het echt begonnen was. Ik belde D, die nog midden in een item zat, probeerde een douche en poogde te timen hoe ver de weeen apart kwamen. Tot mijn verbazing timede ik weeen om de minuut en hoewel me dat niet leek te kloppen, werd ik wel wat nerveuzer en belde D waar hij bleef. Hij vond me terwijl ik hangend over de rand van het bed rugweeen weg aan het zuchten was. Ook hij ging met de stopwatch aan de slag en omdat hij ook zag dat de weeen erg dicht opeen zaken belden we de verloskundige nog maar eens.
De eerste verloskundige kwam tegen twaalf uur. Ik wist niet zo goed meer hoe ik moest staan, dus raadde zij aan achterstevoren op een stoel te zitten. Dat maakte me iets comfortabeler, maar niet voor heel lang. Rond drie uur kwam Wendela, de verloskundige van mijn eigen praktijk. Zij keek voor het eerst hoe ver ik was, maar eigenlijk bleek er nog niet veel aan de hand: één centimeter. In overleg besloten we dat ze mijn vliezen zou breken, omdat ik met zulke snelle weeen niet heel lang zou kunnen blijven zitten. Het vruchtwater kwam met een enorme plons; ik moest een beetje lachen bij het idee dat ik eerder had gedacht dat die paar druppels ’s ochtends het echte werk al waren. Het water had wel een rare kleur en hoewel Wendela dacht dat er waarschijnlijk niet op dat moment in was gepoept, moesten we wel gelijk naar het ziekenhuis.
De rit naar het ziekenhuis was, zoals op de zwangerschapscursus al was aangekondigd, een rit om niet te vergeten. De weeen zetten nu echt hard door, dus hing ik afwisselend aan de handgreep boven de deur of ramde ik in op de deur zelf. D slaagde erin verkeersdrempels te vermijden, niet door rode lichten te rijden én met mij mee te zuchten. Ik heb geen idee hoe ik het ziekenhuis ben ingekomen, maar er stond gelukkig wel al iemand op ons te wachten die ons gelijk meenam naar een verloskamer.
Eigenlijk vroeg ik gelijk al om een ruggeprik. Ik vond dat het genoeg was geweest: niet alleen waren de weeen behoorlijk gemeen, ze kwamen zo snel dat ik geen tijd had om me te herstellen tussendoor. Helaas was het ontzettend druk in het ziekenhuis. Ik werd getoucheerd en bleek inmiddels drie centimeter ontsluiting te hebben, de baby en ik werden aangesloten op allerlei apparatuur, maar de anestesist liet op zich wachten. D probeerde van alles voor me te betekenen, maar ik wilde nergens van weten. Ik wilde geen massage en geen washandjes. De verloskundige en hij konden alleen maar helpen met ademhalen en het fijnste was dat hij er gewoon wás.
Na dik twee uur wachten, net voor zeven uur, was daar de anestesiste. Het zetten van de prik was even spannend, omdat je even heel stil moet zitten; bepaald niet makkelijk tussen de weeen door. Maar de ruggeprik zelf was een soort oase: binnen enkele minuten voelde ik geen weeen meer; ik kon eindelijk ontspannen. De sfeer veranderde onmiddellijk: ik kon een beetje kletsen met de verloskundige en met een half oog met D voetbal volgen. D heeft me nog uren voorgelezen. De rust leek z’n vruchten af te werpen: de tussenstand was zes centimeter.
Tegen tien uur was de wisseling van de wacht: Judith, de verloskundige ging naar huis en in plaats daarvan kwam een jonge nachtarts. Hij was bezig met een onderzoek naar de effectiviteit (of het gebrek daaraan) van weeen waarvan ik al eerder had gezegd dat ik eraan zou meewerken. De uren die zouden volgen zou hij nog vaak binnenkomen om me te checken, maar de ontsluiting leek te blijven hangen op 6 centimeter. We wisten al dat de baby een sterrenkijker zou zijn (met het hoofdje naar beneden, maar met het gezichtje naar voren gericht, in plaats van naar achteren) en dit leek de vordering van de ontsluiting in de weg te zitten. Ik lag inmiddels op mijn zij, om te kijken of de baby wilde draaien en ik kreeg wee-opwekkers, die langzaamaan boven het effect van de ruggeprik heen kwamen. Iedere keer wanneer de arts kwam kijken was ik weer benieuwd, maar het bleek iedere keer weer gewoon zes centimeter te zijn. Nou ja, één maal was het zesenhalf, maar ik had de indruk dat dat vooral werd gezegd om me niet de moed te doen verliezen. Ik was zo langzamerhand echt moe, heel moe.
Om half vier was de laatste check, en nog steeds was de ontsluiting niet meer dan zes centimeter. De arts was nu behoorlijk direct: eigenlijk hadden we alles geprobeerd en de enige andere optie was een keizersnee. Dat was toch wel even moeilijk: we hadden ons op veel dingen voorbereid, maar dit niet en dan na ruim 18 uur... We kregen een momentje om er even samen over te praten, maar direct daarna was de ok vrij en moest ik snel voorbereid worden.
Door alle hectiek waren D en ik vooral met de operatie bezig en niet met het feit dat we binnen hele korte tijd ouders zouden zijn. Gelukkig kon D bij me blijven tijdens de procedure en ook de fijne anestesiste van eerder die avond was erbij. Zij was geweldig in me geruststellen en legde uit wat er gebeurde. Bij mijn hoofd werd een tentje gemaakt en de ruggeprik werd zwaarder gemaakt. D zat naast me in een groene overall en mijn positietrui (die hij vervolgens nog dagen heeft gedragen) en alle ok medewerkers kwamen even kennismaken. Eén iemand bood zelfs aan het foto’s maken van D over te nemen. Toen de anestesiste kwam melden dat de operatie gaande was en mijn ergste zenuwen even weg waren realiseerde ik me ineens dat het zover was: nog een paar minuten en we zouden ons kleine meisje zien. Ik weet niet of ik nog de kans heb gehad dat tegen D te zeggen, want bijna op hetzelfde moment hoorden we haar; achteraf zei de gynaecologe dat, toen ze mijn baarmoeder openmaakte, ze recht aangekeken werd, alsof ze wilde zeggen: “waar bleven jullie nou?”. We hoorden een klein kreetje, toen een hardere en daar was ze... Neve.
Vanaf de tafel kon ik zien hoe ze haar droogwreven en hoe D de navelstreng doorknipte. Het was 4:15 uur en gewikkeld in een doek, met een roze mutsje op kon D haar dicht bij mij houden. Ze was zo mooi en gaaf en heel erg stil en ik kon alleen maar huilen van alle spanning en emotie.
Terwijl ze mij hechtten, ging D met Neve in de couveuse (het was heel koud op de gang) terug naar de verloskamer boven, samen met zuster Diane, die er de hele tijd was bijgeweest en die later zelfs als getuige op de geboorteacte zou komen.
Ik moest naar de verkoeverkamer, waar een strenge zuster mij alleen wilde laten gaan als mijn hartslag was gedaald. Pas na een half uur had ik haar er van overtuigd dat dat waaschijnlijk voorlopig niet ging gebeuren en wilde zij iemand bellen om mij naar boven te brengen. Ik wilde zó graag naar de verloskamer!
D had al die tijd stilletjes in de verloskamer gezeten met een mondkapje op voor de koortslip en kleine Neve in zijn armen. Ze hadden haar nog niet aangekleed, zodat ze bloot tegen mij aan kon liggen. Diane liet ons een poosje alleen om even alleen maar naar haar te kijken en haar warme lijfje te voelen. Zo ontzettend fijn. Daarna werden we geholpen om de eerste keer aan de borst te voeden, wat eigenlijk gelijk best goed ging. Pas na een aantal uur hebben we onze ouders gebeld: “Goedemorgen oma”. Oma moest ook huilen.
De eerste dagen in het ziekenhuis waren we gesloopt, veel pijn en een enorm gebrek aan slaap. Maar ik herinner me vooral de lieve en betrokken verpleging en artsen. De laborante die D hielp met de eerste luier, de kinderarts die mij naar het toilet hielp, en de schoonmaakster die Neve met graagte van me overnam toen ik even moeilijk lag. Ik herinner me het transparante wiegje dat vlak naast mijn bed kon staan, zodat ik midden in de nacht nog steeds verbaasd naar Neve kon kijken. En ik herinner me hoe D en ik, toen ik weer een beetje kon staan, samen heel lang gearmd in het wiegje hebben staan kijken. Mooi.
Travel is fatal to prejudice,bigotry and narrow-mindedness and many of our people need it solely on these accounts. Broad, wholesome, charitable views of men and things cannot be acquired by vegetating in one corner of the earth all one's lifetime.