Als drager van het Draaginsigne Gewonden vertel ik hierbij graag exclusief aan jullie mijn verhaal.
Ik zat er al langer aan te denken, maar had er de moed niet voor. Ook speelde mee dat het voor enkelen koren op de molen is om even "lekker te trollen". Maar dat gaat mij er dit keer niet meer van weerhouden.
Wellicht zal jullie kijk op mij wat anders zijn na het lezen van dit verhaal. So let it be!!
Allereerst wat informatie over het Draaginsigne Gewonden. Daaronder mijn verhaal.
quote:
Draaginsigne Gewonden
In 1990 verscheen de eerste veteranenbeleidsnota 'Zorg voor veteranen in samenhang'. Hierin werd gesteld dat alle militairen en veteranen die tijdens hun inzet onder oorlogsomstandigheden of daarmee overeenkomende situaties lichamelijk of psychisch letsel hebben opgelopen, een bijzondere blijk van erkenning verdienen. Op 11 oktober 1990 bracht de toenmalige minister van Defensie A.L. ter Beek dit beleidsvoornemen tot uitvoering met de instelling van het Draaginsigne Gewonden.
Sinds de meidagen van 1940 zijn er meer dan 650.000 Nederlandse militairen ingezet voor de verdediging van Nederland en de voormalige overzeese gebiedsdelen en voor de handhaving van recht en vrede over de gehele wereld. Tot op heden is – na behandeling van de aanvragen door een adviescommissie - aan ruim 4.300 van hen het Draaginsigne Gewonden toegekend. Hieruit blijkt het unieke karakter van het ereteken. Het door veteranen hooglijk gewaardeerde draaginsigne is vergelijkbaar met het bekende ‘Purple Heart’ in de Verenigde Staten.
Het Draaginsigne Gewonden wordt toegekend aan militairen en veteranen die onder oorlogsomstandigheden of tijdens vredesoperaties lichamelijk of psychisch letsel hebben opgelopen. Het Draaginsigne Gewonden is voor de betreffende militairen en veteranen een belangrijke vorm van erkenning voor hun militaire inzet en de offers die zij daarbij hebben gebracht.
Voor het toekennen van het Draaginsigne Gewonden gelden strikte criteria. Een lichamelijke verwonding moet het gevolg zijn van oorlogshandelingen (vijandelijke actie) die aantoonbaar ingrijpen van een arts en/of hospitalisatie noodzakelijk maakte. Verwonding door ziekte en ongevallen leiden zelden tot toekenning. Bij psychisch letsel moet er sprake zijn van behandeling en van het toekennen van een militair invaliditeitspensioen op psychische gronden van minstens tien procent.
De onderscheiding is voor alle Nederlandse (gewezen) militairen die het Koninkrijk dienen of hebben gediend onder oorlogsomstandigheden, of daarmee overeenkomende situaties, inclusief internationale vredesmissies binnen en buiten het verband van de Verenigde Naties bestemd. Ook de vaarplichtige zeelieden in oorlogstijd, de Nederlandse koopvaardij heeft in de Tweede Wereldoorlog zware verliezen geleden, en leden van het voormalige Koninklijk Nederlands Indisch Leger komen voor het insigne in aanmerking.
Men kan na lichamelijke verwondingen en psychisch letsel het insigne uitgereikt krijgen. Meestal is het aan de burgemeester van de woonplaats van de decorandus om het insigne uit te reiken.
Het Draaginsigne kan zowel op de uniform als op de burgerkleding worden gedragen maar het miniatuur wordt alleen op de burgerkleding gedragen. Militairen dragen hun insigne op hun linkerborst, op burgerkleding ziet men het insigne, een zilveren kruis met de Latijnse tekst "VVLNERATUS NEC VICTVS" oftewel "verwond maar niet overwonnen" meestal op de revers.
Volgens het instellingsbesluit zal "degene die zich onwaardig heeft gedragen" geen insigne mogen ontvangen.
De toekenning geschiedde tot 1 januari 1994 door een daarvoor ingesteld Comité en sindsdien door een minister. Dat kan de Minister van Verkeer en Waterstaat (voor de Nederlandse Koopvaardij in oorlogstijd) of de Minister van Defensie zijn (voor militairen).
![]()
De tekst Vulneratus Nec Victus betekend Verwond maar niet Overwonnen.
Tot zover wat algemene info.
Nu mijn verhaal.
Zoals enkelen wel weten ben ik in 1994 met Dutchbat 1, 11 Infanterie Bataljon Luchtmobiel Garde Grenadiers, uitgezonden geweest naar Bosnië. Het meerendeel zat ik in de enclave Srebrenica. Maar ook heb ik een deel van mijn tijd op Tuzla Airbase doorgebracht en enkele andere oorden.
Wij hebben daar bijzonder veel krijgsmans geluk gehad doordat er niemand van ons sneuvelde. Alsof er een engeltje over onze schouders mee keek. Ja, we zijn door het oog van de naald gekropen, en ik zag veel dingen die "apart" waren. Beschietingen meegemaakt, 1 keer omsingeld geweest door Bosnische Kroaten ivm 2 doden aan hun kant, lopen door mijnenvelden zonder enige protectie, de dood van "Elvis", de loodzware verkennings patrouilles, de nachtelijke schietpartijen over en weer, het wekenlang leven uit gevechtsrantsoenen (dat is nog op mijn gebid zichtbaar), en natuurlijk ook de constante bedreiging en stress die ik als medic meemaakte. Dit alles, in combinatie met de totale machteloosheid en een gebrek aan alles heeft mij enkele jaren na mijn uitzending flink geraakt. De achterklap.
Het eerste jaar nadat ik weer thuis was in Nederland gingen we gewoon weer verder met waar we voor de uitzending mee bezig waren. Oefenen oefenen en oefenen. De uitzending lag achter mij en ik dacht er tevreden op terug te kunnen kijken ondanks wat ik had meegemaakt.
Totdat de Enclave viel.
Ik zat thuis en hoorde en zag op het journaal wat er aan de hand was in mijn oude missie gebied, waar ik amper een jaar geleden nog zat. Ik zat dag en nacht aan de TV gekluisterd als het ware. Op de kazerne was het ook HET gesprek. Sommigen van mijn collega's riepen dat het goed was. Maar de meesten voelden zich totaal machteloos. Wij wilden onze collega's van het 13de bataljon helpen. Maar hoe???
Als het aan ons lag vlogen wij er direct heen met de gehele brigade. Dat gevoel van machteloosheid was gewoon beangstigend. Je kameraden niet kunnen helpen. Dat voelde als verraad!!!
De val van de Enclave was dus het startsein van de problemen die ik later zou ondervinden.
Aanvankelijk ging ales goed. Het werk moest toch gedaan worden en ik tekende mijn 3de contract bij Luchtmobiel. Veel van mijn buddies met wie ik daar gezeten had waren al afgezwaaid, op een enkeling na. Dus de nieuwe garde wist eigenlijk maar weinig van wat wij gedaan hadden en ik hield het dan ook maar voor me. Ik kon er eigenlijk niet over praten, ik wilde het eigenlijk liever ook niet. De val van Srebrenica was al erg zat. Al helemaal toen daarna de onzin verhalen de pers ingingen over het gedrag van de 3 bataljons aldaar die daar gezeten hadden. Dat onrecht knaagde verschrikkelijk. Mijn aversie tegen burgers werd steeds groter, want ze wisten het toch niet. Ze hadden geen idee. Met mijn familie praatte ik er ook nauwelijks over.
Dit wegdrukken, het willen vergeten van wat ik meegemaakt had, had ik achteraf beter niet kunnen doen.
Langzaamaan kwamen er nachtmerries en flashbacks. Het angstzweet brak mij spontaal uit, om niets. Ik werd meer en meer verbitterd en zocht mijn uitvlucht in de drank. Mijn werk deed ik overigens gewoon uitstekend en de oefeningen idem. Dat was een uitvlucht voor mij, naast de drank.
Toch kon ik niet voorkomen dat ik mij meer en meer ging afzonderen. Alleen met mijn gedachten, alleen met mijn herinneringen. Alleen met de drank. Op de legeringskamer. Ik had een kamer apart kunnen regelen.
Op een gegeven moment was dat ook niet meer genoeg en verliet ik de legeringskamer en sliep in mijn auto. Geplaagd door nachtmerries en constante flashbacks. Het dichtslaan van een deur deed me al dekking zoeken. De penetrante geur van brandhout zat constant in mijn neus.
Enfin, na de diensturen reed ik naar de lokale supermarkt en kocht daar steevast mijn drank. Eten? Dat deed ik maar weinig. Drank was voldoende.
In de auto had ik een jerrycan met water, wat eten, mijn toilet spullen, en drank. Veel drank.
Daar kon ik mij wel mee redden. De auto parkeerde ik in de avond op een verlaten bospad en dronk nog meer. Om in de auto uiteindelijk in slaap te vallen. Ja ik had een slaapzak en een kussen en een schoon uniform in de auto om toch enig comfort te hebben.
Op het werk merkte men niets aan mij. Ik functioneerde als ware op de robot. Deed wat mij gevraagd werd en thuis had ook niemand iets in de gaten.
Maar van binnen was ik gewoon een wrak geworden. Maar toch de schone schijn ophouden. Dat kostte me bijzonder veel energie zonder dat ik dat zelf wist.
De bom die in mij barstte!
Ik ging op een gegeven avond Arnhem in, om daar een kroeg binnen te lopen en me klem te zuipen. Alleen, tussen veel vreemden zat ik dus. Mijzelf verwensend in wat voor een luxe ik wel niet leefde, en met name de anderen die hun fun in vrijheid konden beleven. Ik had anders meegemaakt 3 jaar eerder in Bosnië.
Op een gegeven moment kwam ik aan de praat met enkele jongeren. Hoe het erop kwam weet ik niet, maar eentje riep nog dat het op donderdag altijd stikte van de militairen en toen kwam men op Srebrenica.
Veel lulverhalen moeten aanhoren van onwetenden en door 1 opmerking barstte bij mij de bom. 1 jongen had het lef "ons" uit te maken voor lafaards. Ik vloog hem naar de keel en heb hem verrot geslagen. Als een dwaas ben ik het café uitgerent en naar de auto gelopen. Ik was ladderzat, en was het leven ook meer dan spuugzat. Ik wilde niet meer. Het was genoeg voor mij.
Met hoge snelheid verliet ik Arnhem en reed erg snel over b wegen en besloot mijzelf van kant te maken.
Ik was gewoon echt helemaal "op". Ik kon niet meer. Ik wilde dood.
In 1 stuurbeweging rukte ik het stuur naar links en boorde mijn auto tegen een boom. Wonderwel leefde ik nog maar de auto was total loss. Wat er daarna gebeurde weet ik niet meer.
Maar ik werd wakker op de kazerne, in mijn legeringskamer die ik nog steeds had. Vraag me niet hoe ik daarheen heb kunnen komen. Dat is een zwart gat voor mij. Wel wist ik wat er vooraf gebeurd was.
Ik had toen mijn broertje gebeld en hem verteld dat ik een einde aan mijn leven had willen maken. Hij belde gelijk naar iemand die hij kende op de kazerne en die lichtte toen de maatschappelijk werker in. Mijn broertje en die maatschappelijkwerker hadden al besloten wat ze met mij wilde doen na hun telefonisch gesprek.
De maatschappelijk werker kwam mij ophalen en bracht mij naar zijn kantoor waar mijn broertje inmiddels ook was aangekomen.
(mijn broertje zat ook bij Luchtmobiel).
Ze hadden op mij ingepraat dat het het beste was dat ik acuut werd opgenomen in het CMH, afdeling Militaire Psychiatrie. Omdat ik op was zei ik op alles, "ik vind het best, kan me niks meer schelen".
Zo begon een opname van 6 maanden aldaar. Ik zat daar tussen Nieuw Guinea veteranen, een enkele Indië veteraan, enkele Libanon Veteranen en nog 2 Bosnië veteranen. En tevens een paar schizofrenen en depri's.
Ik had daar de eerste week behoorlijk de pest in. Dacht bij mijzelf, ik moet hier asap weg, wat doe ik hier?
Daar dacht de psychiator, mijn CC en CSM plus maatschappelijk werker en familie toch wat anders over.
Wederom begon ik de schone schijn op te houden, er was niks mis met me. Totdat ik een conflicht kreeg met een militair verpleger. Dat conflict werd bewust opgezet om mij een ferme spiegel voorte houden.
Achteraf ben ik hem daar zeer dankbaar voor. Zodoende begon mijn proces in het CMH, en kreeg ik anti-depresiva etc etc.
Heel veel therapie en het leek beetje bij beetje weer wat beter met me te gaan.
Het was een "2 stappen terug, 3 vooruit". Met heel veel praten wist men echter nog niet wat ik nu had. Men dacht dat ik depressief was. Dus na die 6 maanden had men de diagnose "depressie" vastgesteld. Goed, het zal wel dacht ik bij mijzelf.
Maar ik begon weer op therapeutische basis te werken op de kazerne, halve dagen eerst, en later weer full-time.
Het einde van kijn 3de BBT contract naderde en wilde niet meer bijtekenen. Men liet mij dat überhaupt ook niet meer toe. Dus kreeg ik op mijn verzoek een omscholing als vrachtwagen chauffeur aangeboden.
Dat haalde ik met succes. Mijn eerste overwinning na de zelfmoord poging was binnen. Ik voelde me trots.
In het najaar van 1998 kreeg ik mijn eervol ontslag.
In het civiele leventje zocht ik dus gelijk werk als vrachtwagen chauffeur. Eerst als distributie chauffeur op een trekker oplegger, en later internationaal chauffeur. 2 maal per week naar Milaan en terug.
Dat lukte me 3 maanden. Ik kreeg nl. bericht dat een oude pelotons kameraad zelfmoord had gepleegd. Ik was weken van slag en keerde niet meer terug op mijn werk. Ik had een ferme terugslag.
Toch wist ik me daar zelf weer uit te werken. Ik werd toen maar internationaal koerier. Dat beviel mij uitstekend. Met een VW Caddy door Europa dingen afleveren. De vrijheid die ik had.
Helaas heeft dat maar 14 maanden geduurt omdat ik toen zware ziekte kreeg.
Ik was sterk vermagerd, zwak, en ziek. Men constateerde een zeldzaam virus in mijn longen.
Het zgn avium B a-typisch.
Na heel veel onderzoek kwam men tot de conclusie dat ik dat virus in Bosnië heb moeten opgelopen.
3 maal ben ik in een speciaal longkliniek te Groesbeek opgenomen geweest voor behandeling.
Ik kwam dus in de WAO terecht.
Daardoor had ik dus weer helaas teveel tijd en kwam het oude zeer weer bovendrijven. Ik slikte medicijnen tegen dat virus, 7 verschillende per dag, 21 tabletten per dag.
Ook moest ik speciaal voedsel tot me nemen welke helaas niet door de verzekering werd vergoed.
Ik kwam dus in de schulden, en mede door dat oude zeer verging ik weer in mijn oude gedrag van drankmisbruik. De nachtmerries kwamen weer terug en de flashbacks waren nog heviger.
Gelukkig hadden die 6 maanden opname in Militaire Psychiatrie me wel een hoop ervaring mee gegeven. Nadat ik 1 jaar zo was doorgegaan lichtte ik toch maar weer eens defensie in dat het niet goed met me ging. En jawel, ik kreeg hulp. Mijn oude maatschappelijk werker werd mijn begeleider mbt mijn terugval. Later heeft mij mij angeraden lid te worden van de BNMO (Bond voor Nederlandse Militaire Oorlogsslachtoffers en Dienstslachtoffers). Ik kreeg ook van hun uit hulp en kwam weer in een molen terecht van keuringen en onderzoeken. Toen werd er PTSS geconstateerd en op basis daarvan ben ik 25% invalide verklaard geworden. En ik krijg dan ook daardoor een Militair Invaliditeits Pensioen.
Mede door al die hulp die ik kreeg, zowel vanuit defensie, het BNMO, maar zeker ook vanuit de familie kwam ik er langzaam mar zeker weer boven op.
Het was echt 2 stappen terug, 3 vooruit.
Maar ik zat weer op de rails.
Ik leerde het te accepteren, en leerde ermee te leven met wat PTSS nu was.
Mijn schulden werden ook geregeld en ik kreeg opeens 12000 gulden van het ABP.
Dit omdat de diagnose uit 1998 welke depressie luidde opeens PTSS was. Dus met terugwerkende kracht kreeg ik geld terug van de verkeerd gestelde diagnose.
Mijn maatschappelijk werker van het BNMO kwam me geregeld opzoeken en dat hielp met het accepteren van PTSS.
Die overwinning was goud waard, want ik wist wat ik had, ik wist wat mijn beperkingen konden zijn. Kortom, het was goed zo. Ik wilde mijn leven weer inhoud geven.
In 2002 leerde ik mijn huidige vrouw kennen via internet, geheel bij toeval.
In 2004 zat ik in Brazilié, en had mijn leventje in Nederland opgegeven.
Dat was een meesterzet van mij. De schepen achter mij verbranden maar wel leven met het verleden. Wetende dat PTSS nooit meer overgaat, maar er wel zelf een draaing aan kunt geven.
Nog steeds heb ik daar last van, mijn vrouw weet het ook. En ja nachtmerries blijven. Maar daar kan ik nu beter mee overweg.
In 2006 deed ik op aanraden van een oud-collega een aanvraag voor het Draaginsigne Gewonden (ja dat moet je zelf aanvragen) en die werd mij heel snel toegekent in 2007. Niet dat ik het draag, maar het is de erkenning van een (psygische) verwonding die mij getekend heeft voor het leven.
Ik kreeg toen 3 opties. Uitreiking tijdens de ISAF Medal Parade samenhangende met de Landelijke Veteranendag 2007 te Eindhoven voor een heel groot publiek, uitreiking door de ambassadeur of consul van Nederland in Brazilië, of per post toegestuurd krijgen. Ik koos voor dat laatste. Ik wilde het bescheiden houden.
In de tussentijd zijn er wel reeds 3 oude kameraden van mij die er niet meer zijn, hen die zichzelf niet hebben weten te redden.
Ik heb heel vaak de vraag gekregen of ik het over wilde doen. En dan zeg ik steevast en vastberaden JA!!
Alles wat ik heb meegemaakt had ik niet willen missen. En mijn hart ligt nog steeds bij Defensie.
Dit was in een "notendop" mijn verhaal welke uiteindelijk heeft geleidt tot het toekennen aan mij van het Draaginsigne Gewonden.
Hieronder de beschikking van toekenning, daaronder foto van DiG plus officieel document.
![]()
![]()
Nu jullie dit allemaal gelezen hebben, het staat jullie vrij om vragen te stellen mbt bovenstaande.
Ik zal echter niet ingaan, dat wil ik ook niet, op de discussie Srebrenica. Wel mogen jullie mij alles vragen mbt wat ik daar heb meegemaakt als Jan Soldaat, en hoe ik dat toen zag, en hoe ik daar nu over denk.
Ook over de nazorg, vraag mij en ik probeer mijn mening zo goed als het kan neer te zetten.
Ik wil dus geen politieke discussie zien, noch getroll of zgn. flame-bates. Daarop zal streng gemodereerd worden.
[ Bericht 0% gewijzigd door Da_Ripper op 13-05-2010 18:27:09 ]