Dat is een eigenschap van cos/sin: de afgeleide is 0 als ze hun extreme waarde 1 of -1 aan nemen. Dit is intuitief duidelijk als je het golfpatroontje volgt.quote:Op maandag 12 april 2010 12:10 schreef Siddartha het volgende:
Een kromme heeft als parametervoorstelling
K :
x(t) = sin 3t
y(t) = cos 2t
1) Bereken exact de coördinaten van de punten waar K een verticale raaklijn heeft.
2) De kromme snijdt zichzelf in het punt (0,−12). Het eerste tijdstip na t = 0 waarop de kromme dit punt passeert is t = 1/3Pi .
Bereken exact de helling van K op t = 1/3Pi en bereken de hoek waaronder K zichzelf
snijdt in graden nauwkeurig.
1) Verticale raakpunt, dus daar waar x'= 0 en y'/=0
Maar in de uitwerking geven ze als alternatieve methode dit:
"In de punten met een verticale raaklijn geldt x = 1 resp. x = −1" Dan rekenen ze die punten uit, en kijken welke y-waarde erbij hoort. Ik snap deze methode niet, waarom moet x gelijk zijn aan 1/-1 en welke y waardes moet je dan hebben om verticaal te zijn?
Jij berekent de hoek met de x-as, terwijl om de hoek die de kromme met zichzelf maakt wordt gevraagd.quote:2) Hiervoor heb je dus de richtingscoeficienten nodig, dus x' en y'. Uitrekenen voor 1/3Pi en dan y'/x'.
Dan heb je dus de helling, met tan kun je dan de hoek terugvinden. Maar waarom moet je hier de uitkomst nog eens keer 2 doen? Je hebt toch al de hoek uitgerekent ten opzichte van elkaar?
Voor 1 : Dus als de functie bijvoorbeeld dit was geweest: 3 sin axquote:Op maandag 12 april 2010 13:22 schreef Wolfje het volgende:
[..]
Dat is een eigenschap van cos/sin: de afgeleide is 0 als ze hun extreme waarde 1 of -1 aan nemen. Dit is intuitief duidelijk als je het golfpatroontje volgt.
[..]
Jij berekent de hoek met de x-as, terwijl om de hoek die de kromme met zichzelf maakt wordt gevraagd.
Ja, maar ik zou gewoon uit gaan van x'(t) = 0. Het probleem met allerlei trucjes toe passen is dat je je wel eens kunt vergissen. Ik zou dat dan ook alleen doen als je er echt vertrouwd mee bent.quote:Op maandag 12 april 2010 13:29 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Voor 1 : Dus als de functie bijvoorbeeld dit was geweest: 3 sin ax
Dan had ik die gelijk moeten stellen aan 3 ?
Dit is een klassieker omdat deze functie een rol speelt bij de bekende Mercator kaartprojectie (de rekfactor op φ graden noorder- of zuiderbreedte is evenredig met 1/cos φ, zodat je deze functie moet integreren om de lengte van een meridiaan op de kaartprojectie vanaf de evenaar tot op een gegeven breedtegraad te berekenen, iets wat Mercator nog niet lukte omdat de differentiaal- en integraalrekening in zijn tijd nog niet tot ontwikkeling was gekomen).quote:Op maandag 12 april 2010 13:18 schreef Borizzz het volgende:
Ik ben op zoek naar de primitieve functie van f(x)=1/cos(x)
Deze kon ik niet oplossen m.b.v. partieel integreren.
Heeft iemand een aanpak hoe ik deze kan tackelen?
Misschien is het fout, maar hier is een poging:quote:Op dinsdag 13 april 2010 13:32 schreef Borizzz het volgende:
Een bewijsopgave, meetkunde.
Kan iemand mij hiermee helpen
Ik heb een driehoek ABC met zijn omgeschreven cirkel. In C is een raaklijn aan de cirkel.
In hoek C is CG de deellijn. Punt G is dan het snijpunt van deze deellijn met de cirkel.
Punt D is het snijpunt van de deellijn met de zijde AB van de driehoek.]
Punt E is een punt op de deellijn zó dat AE=AD.
Te bewijzen dan de raaklijn aan de cirkel evenwijdig is aan AE.
Jouw aanname dat CG loodrecht staat op AB en de raaklijn is foutief.quote:Op dinsdag 13 april 2010 14:05 schreef Hondenbrokken het volgende:
[..]
Misschien is het fout, maar hier is een poging:
De raaklijn van de omgeschreven cirkel in C staat loodrecht op de CG.
De lijn AB staat loodrecht op lijn CG, want CG is de deellijn.
AD ligt op AB, dus AD staat loodrecht op lijn CG.
Omdat de raaklijn en de lijn AB allebei loodrecht op lijn CG staan, zijn beiden evenwijdig.
Voor het gemak zal ik de hoeken van driehoek ABC aanduiden met resp. α,β en γ.quote:Op dinsdag 13 april 2010 13:32 schreef Borizzz het volgende:
Een bewijsopgave, meetkunde.
Kan iemand mij hiermee helpen
Ik heb een driehoek ABC met zijn omgeschreven cirkel. In C is een raaklijn aan de cirkel.
In hoek C is CG de deellijn. Punt G is dan het snijpunt van deze deellijn met de cirkel.
Punt D is het snijpunt van de deellijn met de zijde AB van de driehoek.]
Punt E is een punt op de deellijn zó dat AE=AD.
Te bewijzen dat de raaklijn aan de cirkel evenwijdig is aan AE.
Ik heb in Cabri nog even een plaatje ervan gemaakt:
[ link | afbeelding ]
In andere woorden, ik heb er in feite een volgorde aan geplakt terwijl dat niet hoeft? Ah fucking domquote:Op dinsdag 13 april 2010 22:34 schreef GlowMouse het volgende:
Dit is de multinomiale verdelingJouw antwoord is fout omdat jij de kans berekent op 44446666[niet 4 of 6][niet 4 of 6][niet 4 of 6][niet 4 of 6], en daarmee alle andere mogelijke rijtjes niet meeneemt (zoals 44464666[niet 4 of 6][niet 4 of 6][niet 4 of 6][niet 4 of 6]).
Wat lukt er dan niet aan het substitueren? Wellicht een hele makkelijke oplossing: vul je het substitueerde getal wel in om vervolgens Vm te vinden? Als je te snel bezig bent gaat dat wel's foutquote:Op dinsdag 13 april 2010 22:52 schreef Burakius het volgende:
Ff een HELE makkelijke vraag, maar ik ben even op . Dus iemand die het even snel wil uitleggen.
Horizontale snelheid = Vm * cos (14)*t = c
Verticale snelheid = Vm *sin(14)*t = 0,5 * g 8 t2
c= 50 m
g= 9,81 m/s2
t = onbekend
Vm = onbekend
Hoe kan ik Vm krijgen? Er staat door t te elimineren. Nu heb ik al geprobeerd te substitueren, maar het wil maar niet lukken op het goede antwoord te komen (namelijk Vm=32,6 m/s)
nog nietquote:Op dinsdag 13 april 2010 22:51 schreef Dingess het volgende:
Glowmouse, ben je hoogleraar technische wiskunde @ tu delft ofzo?
c is meestal de lichtsnelheid. Hier de horizontale snelheid? Dan klopt de eenheid niet.quote:Op dinsdag 13 april 2010 22:52 schreef Burakius het volgende:
Ff een HELE makkelijke vraag, maar ik ben even op . Dus iemand die het even snel wil uitleggen.
Horizontale snelheid = Vm * cos (14)*t = c
Verticale snelheid = Vm *sin(14)*t = 0,5 * g 8 t2
c= 50 m
g= 9,81 m/s2
t = onbekend
Vm = onbekend
Hoe kan ik Vm krijgen? Er staat door t te elimineren. Nu heb ik al geprobeerd te substitueren, maar het wil maar niet lukken op het goede antwoord te komen (namelijk Vm=32,6 m/s)
Neenee, doe het ff met de waarde die ik je heb gegevenquote:Op dinsdag 13 april 2010 22:56 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
nog niet
[..]
c is meestal de lichtsnelheid. Hier de horizontale snelheid? Dan klopt de eenheid niet.
Ik denk door de vermoeiing.quote:Op dinsdag 13 april 2010 22:55 schreef Kardash het volgende:
[..]
Wat lukt er dan niet aan het substitueren? Wellicht een hele makkelijke oplossing: vul je het substitueerde getal wel in om vervolgens Vm te vinden? Als je te snel bezig bent gaat dat wel's fout
Zie ik het zo goed? Want volgens mij bedoelde je helemaal geen snelheid = Vm * cos (14)*t.quote:Op dinsdag 13 april 2010 22:52 schreef Burakius het volgende:
Vm * cos (14)*t = c
Vm *sin(14)*t = 0,5 * g 8 t2
c= 50 m
g= 9,81 m/s2
t = onbekend
Vm = onbekend
Owjah, het is ook nogal laat.quote:Op dinsdag 13 april 2010 23:20 schreef GlowMouse het volgende:
Je laatste stap gaat fout, die 14 dat zijn duidelijk graden en geen radialen.
Ja dat hebben zij ook, maar dan doe ik natuurlijk gewoon invulwerk:quote:Op dinsdag 13 april 2010 23:13 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Zie ik het zo goed? Want volgens mij bedoelde je helemaal geen snelheid = Vm * cos (14)*t.
Zoja: t = c/(Vm*cos(14)).
Bij de tweede delen we door t (t ongelijk aan 0): Vm *sin(14) = 0,5 * g * t
En dan t invullen: Vm * sin(14) = 0.5 * g * c/(Vm*cos(14))
Ofwel Vm² = 0.5 * g * c / (cos(14)*sin(14)).
Radialen --> degrees in je GR? Had ik net ook.quote:Op dinsdag 13 april 2010 23:24 schreef Burakius het volgende:
[..]
Ja dat hebben zij ook, maar dan doe ik natuurlijk gewoon invulwerk:
(0.5*10*50)/(cos(14)*sin*(14)) = 32,6 m/s. Klopt.
Raar ik deed hetzelfde. Vermoeiing.
Nee. Ik had het alleen omgekeerd gedaan (dus de tweede formule in de eerste gesubstitueerd), maar het wou maar niet lukken. Moeheid speelt me parten.quote:Op dinsdag 13 april 2010 23:32 schreef Dingess het volgende:
[..]
Radialen --> degrees in je GR? Had ik net ook.
Ga dan toch naar bed!quote:Op woensdag 14 april 2010 00:51 schreef Burakius het volgende:
[..]
Nee. Ik had het alleen omgekeerd gedaan (dus de tweede formule in de eerste gesubstitueerd), maar het wou maar niet lukken. Moeheid speelt me parten.
Wiskunde A1,2 ( of ja, nu heet het A)?quote:Op woensdag 14 april 2010 02:22 schreef Kardash het volgende:
Ben ik weer
*gaap*
anyway.
Jantje en pietje spelen een dobbelspel. Jantje krijg bij 1-oog en 6-ogen een punt, Pietje bij 2,3,4,5. Bereken de kans dat Jantje binnen 7 beurten wint.
Mijn berekening was als volgt:
(2/6)^6
Dit bleek fout te zijn, waarop ik het volgende deed:
(4/6)*(2/6)^6
Weer fout. Het moest dus:
6*(4/6)*(2/6)^6 zijn volgens de uitwerkingen.
Logisch, gezien de kansboom [(4/6)*(2/6)^6] op 6 verschillende manieren kan worden gevormd. Alleen als ik dit probeer ((4/6)*(2/6)^6)^6 klopt dan weer niet.. wat doe ik fout?
Die opgave is natuurlijk niet op te lossen als het doel van het spel niet gegeven is.quote:Op woensdag 14 april 2010 02:22 schreef Kardash het volgende:
Jantje en pietje spelen een dobbelspel. Jantje krijg bij 1-oog en 6-ogen een punt, Pietje bij 2,3,4,5. Bereken de kans dat Jantje binnen 7 beurten wint.
Ik begrijp nog steeds niet wat de auteur van je tekst nu bedoelt. De δ is niet uniek voor een gegeven ε bij een limiet van een functie omdat een kleinere δ ook voldoet en N is niet uniek voor een gegeven ε bij een convergente rij omdat een grotere N ook voldoet.quote:Op woensdag 14 april 2010 22:03 schreef gaussie het volgende:
Ik was in de war met de limiet van een functie nl absolute waarde(x-c)< delta. Voor een gegeven epsilon> 0 werkt ook een kleinere delta dan de gevonden delta. Daarom is een gevonden delta niet uniek. Bij zon soort bewijs moet je alleen laten zien dat er een delta bestaat. Voor convergentie van rijen hebben we te maken met de eis n> Nepsilon. Dus als je een grotere waarde voor n neemt, dan Nepsilon dan is automatisch voldaan aan de eis (an - l)<epsilon. Als ik het goed begrijp is het niet zo dat er een andere formule voor Nepsilon moet bestaan dan de Nepsilon die ik heb gevonden. Die is wel uniek voor deze rij. Maar voor een bepaalde epsilon is een grotere Nepsilon dan die door de formule gegeven wordt ,ook goed om er voor te zorgen dat (an-l )kleiner is dan de vooraf bepaalde epsilon. Daarom is de Nepsilon niet uniek.
Een functie die voor elke (of voor slechts één) input een hogere output geeft dan jouw functie, is toch echt een andere functie. Als Nepsilon = (3/epsilon) -1 voldoet, dan voldoet 10/epsilon² ook (voor epsilon<1).quote:Op woensdag 14 april 2010 22:03 schreef gaussie het volgende:
Als ik het goed begrijp is het niet zo dat er een andere formule voor Nepsilon moet bestaan dan de Nepsilon die ik heb gevonden. Die is wel uniek voor deze rij.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |