ik wil het aantonen voor n>1, voor n=2 klopt het, maar nu voor n>2quote:Op dinsdag 16 februari 2010 13:55 schreef GlowMouse het volgende:
Waarom zou je n=3 nodig hebben om het gevraagde aan te tonen?
Je wilt aantonen dat de groep Abels is. Je hebt aangetoond ab=ba. Wat wil je nog meer aantonen?quote:Op dinsdag 16 februari 2010 14:18 schreef JoPiDo het volgende:
[..]
ik wil het aantonen voor n>1, voor n=2 klopt het, maar nu voor n>2
daarom keek ik naar 3 en zag dat ik terug uit kom op n=2
ik heb aangetoond dat het voor n=2 geldt, maar niet voor n>2, dat moet ik ook aantonenquote:Op dinsdag 16 februari 2010 14:20 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Je wilt aantonen dat de groep Abels is. Je hebt aangetoond ab=ba. Wat wil je nog meer aantonen?
??quote:Op dinsdag 16 februari 2010 14:29 schreef GlowMouse het volgende:
Wat heeft commutativiteit met n te maken?
Dat hoef je niet te bewijzen, er is alleen gegeven dat het voor alle n geldt. Er staat niet dat je voor alle n moet bewijzen dat G abels is.quote:Op dinsdag 16 februari 2010 14:34 schreef JoPiDo het volgende:
[..]
??
hoe laat ik zien dat het geldt voor n>2? dat is niet zo'n heel rare vraag...?
Heb ik gedaan, daarom heb ik ook de oppervlakte van x = 1 tm 8 onder de y=8 lijn uitgerekend (wat 8x7 is.) en dan min de oppervlakte onder de f(x) lijn (van x=1 tm 8)quote:Op dinsdag 16 februari 2010 15:23 schreef GlowMouse het volgende:
Als je een figuur tekent, zie je dat je nu de oppervlakte bepaalt van het stuk begrensd door de grafiek, de lijn y=8 en de lijn x=8.
Ik zit nog eens te kijken, maar kan ik egienlijk niet net als ik bij 2 doe bij 1 gelijk zeggen dat voor elke n>1 1/n<a, omdat a >=1 ?quote:Op dinsdag 16 februari 2010 14:11 schreef GlowMouse het volgende:
bij 1 zou ik 1/n<a iets uitgebreider motiveren: 1<a dus n < na dus 1 < na en vermenigvuldigen met het positief getal 1/n (waarom positief?) levert 1/n < a.
de laatste dus bij 2 gaat ook wel heel snel.
de stap van n>1 naar 1/n < 1 moet uiteraard gemotiveerd worden; het is allemaal evenveel werk.quote:Op dinsdag 16 februari 2010 16:09 schreef Hanneke12345 het volgende:
[..]
Ik zit nog eens te kijken, maar kan ik egienlijk niet net als ik bij 2 doe bij 1 gelijk zeggen dat voor elke n>1 1/n<a, omdat a >=1 ?
Wel, bijvoorbeeld iets als ab{c,d}bba.quote:Op dinsdag 16 februari 2010 21:12 schreef Keiichi het volgende:
Ik ben bezig met verzamelingsleer. Waar ik niet helemaal aan uit kom met de informatie die ik heb.
Ik heb verzameling A = {a,b,c} . Eenvoudig. Van A* zijn bv woorden als aa,bb en cc te maken
Wat als een element een verzameling opzich is? Dus B = {a,b,{c,d}} . Wat zijn van B* woorden die ik kan maken op aa en bb na?
Nee, met triviaal wordt {e} bedoeld.quote:Op dinsdag 16 februari 2010 16:39 schreef Hanneke12345 het volgende:
Ah, oké.
Een andere vraag dan: Ik moet bewijzen dat een ondergroep in een abelse groep ook abels is. Maar een ondergroep heeft toch altijd dezelfde bewerking als de normale groep, en is dus automatisch abels? Valt daar nog iets in te bewijzen?
Daarna "geef een niet-triviaal voorbeeld van een abelse ondergroep van een niet-abelse groep", een groep met drie elementen {e, a, a-1} met orde van a is 2 is zeker triviaal?
Dat lijkt me gewoon machtsverheffen:quote:Op dinsdag 16 februari 2010 21:37 schreef poesemuis het volgende:
als
2log(1+t0) = log(1+t0+T)
en T is hier de verdubbelingstijd, wat is dan T?
het antwoord is T = t0 + t2boven0
in eerste instantie herken ik die notatie niet, t en dan twee cijfers boven elkaar, weet iemand wat dit betekent?
en ten tweede begrijp ik sowieso niet hoe je dit moet oplossen..
Je kunt een superscript met [sup] en [ /sup] en een subscript tussen [sub] en [ /sub] (maar dan zonder spaties). Misschien maakt dat je opgave wat leesbaarder.quote:Op dinsdag 16 februari 2010 21:37 schreef poesemuis het volgende:
als
2log(1+t0) = log(1+t0+T)
en T is hier de verdubbelingstijd, wat is dan T?
het antwoord is T = t0 + t2boven0
in eerste instantie herken ik die notatie niet, t en dan twee cijfers boven elkaar, weet iemand wat dit betekent?
en ten tweede begrijp ik sowieso niet hoe je dit moet oplossen..
het is een t, en direct daarna twee cijfers, eentje boven en eentje onder, de 2 boven en de 0 daaronder, geen machtnotatiequote:Op dinsdag 16 februari 2010 21:47 schreef thabit het volgende:
[..]
Je kunt een superscript met [sup] en [ /sup] en een subscript tussen [sub] en [ /sub] (maar dan zonder spaties). Misschien maakt dat je opgave wat leesbaarder.
Om te beginnen: gebruik alsjeblieft een duidelijke notatie, subscript en superscript zijn er niet voor niks. Nu is het zo dat iemand eerst je opgave moet ontcijferen om überhaupt te kunnen snappen wat de vraag is. En dat geldt helaas niet alleen voor jou.quote:Op dinsdag 16 februari 2010 21:37 schreef poesemuis het volgende:
als
2log(1+t0) = log(1+t0+T)
en T is hier de verdubbelingstijd, wat is dan T?
het antwoord is T = t0 + t2boven0
in eerste instantie herken ik die notatie niet, t en dan twee cijfers boven elkaar, weet iemand wat dit betekent?
en ten tweede begrijp ik sowieso niet hoe je dit moet oplossen..
Ik weet niet wat dat sub en sub is.. maar ik zal eens uitzoekenquote:Op dinsdag 16 februari 2010 22:34 schreef Riparius het volgende:
[..]
Om te beginnen: gebruik alsjeblieft een duidelijke notatie, subscript en superscript zijn er niet voor niks. Nu is het zo dat iemand eerst je opgave moet ontcijferen om überhaupt te kunnen snappen wat de vraag is. En dat geldt helaas niet alleen voor jou.
Wat ik eruit opmaak is dat je hebt:
2∙log(1 + t0) = log(1 + t0 + T)
Dan hebben we dus:
(1 + t0)2 = 1 + t0 + T
En dus:
T = (1 + t0)2 - t0 - 1
En uitwerken geeft dan:
T = t0 + t02
De nul in t0 is een index en de twee in t02 een kwadraat, niks bijzonders dus.
quote:Op dinsdag 16 februari 2010 14:44 schreef -jos- het volgende:
[..]
Dat hoef je niet te bewijzen, er is alleen gegeven dat het voor alle n geldt. Er staat niet dat je voor alle n moet bewijzen dat G abels is.
Elementaire algebra. Als:quote:Op woensdag 17 februari 2010 16:23 schreef poesemuis het volgende:
Als
xn+1 = a(1-xn) = xn (omdat we te maken hebben met een evenwichtspunt)
waarom is dan xn = a / (1+a)?
De cosinusfunctie is injectief op [0, pi] dus het enige dat fout zou kunnen gaan is de driehoeksongelijkheid: misschien is het mogelijk om een viertal (a,b,c,gamma) te vinden dat aan de cosinusregel voldoet maar bijvoorbeeld niet a <= b + c. Als inderdaad a > b + c geldt dan hebben we c < a - b en dus c2 < a2 + b2 - 2ab. Ofwel 2ab*cos(gamma) > 2ab. Maar de cosinus zit altijd op het interval [-1,1] dus die driehoeksongelijkheid moet gewoon gelden. Evenzo voor de andere driehoeksongelijkheden.quote:Op woensdag 17 februari 2010 22:03 schreef gaussie het volgende:
Ik heb een vraag over de cosinus regel. Ik neem aan dat hij bekend is. Maar ik zal hem voor de duidelijkheid herhalen:
Voor de drie zijden a, b en c van een driehoek als ook voor de tegenover de zijde c liggende hoek, dat wil zeggen de door de twee zijden, a en b ingesloten hoek, γ geldt:
c^2 = a^2 + b^2 - 2 a b cos©
Als je het bewijs van de cosinus regel bekijkt dan zie je in dat dit een implicatie is in de vorm A impliceert B. Dus een Als..., dan.... stelling. A is de hypothese en B is dan de conclusie. In dit geval is de conclusie duidelijk c^2 = a^2 + b^2 - 2 a b cos©.
Nu lees ik in een boek dat de converse van de cosinus regel niet waar is. Met converse bedoel ik het verwisselen van de hypothese met de conclusie. Dus B impliceert A. Volgens het boek komt dit omdat in het bewijs van de cosinus regel gebruik wordt gemaakt van de stelling van Pythagoras. Dit klopt maar wat is de samenhang met de converse? Dit ontgaat mij. kan iemand me uitleggen waarom de converse niet waar is? Hetzij met een tegenvoorbeeld of logisch argument.
Kun je even vertellen in welk boek dat staat? Of letterlijk citeren wat het boek hierover zegt?quote:Op woensdag 17 februari 2010 22:03 schreef gaussie het volgende:
Nu lees ik in een boek dat de converse van de cosinus regel niet waar is. Met converse bedoel ik het verwisselen van de hypothese met de conclusie. Dus B impliceert A. Volgens het boek komt dit omdat in het bewijs van de cosinus regel gebruik wordt gemaakt van de stelling van Pythagoras. Dit klopt maar wat is de samenhang met de converse? Dit ontgaat mij. kan iemand me uitleggen waarom de converse niet waar is? Hetzij met een tegenvoorbeeld of logisch argument.
Mijn post was een bewijs, ik zal het argument even verduidelijken:quote:Op woensdag 17 februari 2010 22:35 schreef gaussie het volgende:
Het is nu veel duidelijker. Dit is gewoon een fout in het boek. Heb je misschien een bewijs van de converse? Ik kan hem namelijk nergens vinden....
Q/Zquote:Op donderdag 18 februari 2010 23:36 schreef JoPiDo het volgende:
weet iemand een groep met oneindige orde, waarin elk element eindige orde heeft?
ik kan echt niets bedenken!
Zeker weten? Het klinkt namelijk als een soort van instinker.quote:Op dinsdag 16 februari 2010 21:33 schreef thabit het volgende:
[..]
Wel, bijvoorbeeld iets als ab{c,d}bba.
Nee.quote:Op zondag 21 februari 2010 02:23 schreef koffiegast het volgende:
Symmetrie met dezelfde waarden voor alfa/beta.
Nee.quote:Uit reflexiviteit en symmetrie volgt transiviteit.
Nee, er moet een eps>0 bestaan zodanig dat er geen delta>0 bestaat zodanig dat de implicatie waar is.quote:Op zondag 21 februari 2010 16:30 schreef BasementDweller het volgende:
Ik moet aan de hand van de delta-epsilon definitie van een limiet bewijzen dat een limiet niet bestaat. Daarvoor wil ik de negatie van de eps-delta definitie gebruiken. Als ik het goed heb luidt deze als volgt:
De limiet van f in a bestaat niet als er voor een zekere [ afbeelding ] een positief reëel getal [ afbeelding ]bestaat zodat de volgende implicatie niet waar is: [ afbeelding ] en[ afbeelding ] [ afbeelding ] [ afbeelding ].
Klopt dit?
Ja.quote:Op zondag 21 februari 2010 16:33 schreef Keiichi het volgende:
[..]
Zeker weten? Het klinkt namelijk als een soort van instinker.
Blijkbaar mag ik dan weer gaan opzoeken hoe relaties in domeinen in zijn werk gaatquote:
Wat ik snap van reflexief/symmetrie/transitief is dat je dingen als het volgende moet hebben:quote:Op zondag 21 februari 2010 18:07 schreef GlowMouse het volgende:
Nee, dit kun je gewoon beredeneren vanuit de definities.
Wat ze met "they may be true of something" bedoelen snap ik ook niet echt. Met "Axioms are not true in any absolute sense" bedoelen ze denk ik dat je niet kan afleiden/bewijzen dat ze waar zijn. Axioma's zijn eigenlijk aannames die je moet maken waaruit alle andere stellingen in een systeem uit volgen. Als je dat idee snapt voegt het zinnetje "but they may be true of something" denk ik niet zoveel toequote:Op maandag 22 februari 2010 14:13 schreef gaussie het volgende:
Ik ben nu het boek concepts of modern mathematics aan het lezen. Een aanrader voor iedereen die geinteresseerd is in wiskunde, maar dat terzijde. In het hoofstuk over axiomatische systemen ben ik een beetje vastgelopen. Vooral op 1 bepaalde passage. Die luidt als volgt: 'Are the group axioms true?', is a nonsense question. Axioms are not true in any absolute sense; but they may be true of something.
Ik raak in de war van het stukje ''may be true of something". Wat is dat "something"? Een wiskundig object? Kan iemand dit verduidelijken met een voorbeeld?
van 1-3/(x+3) naar x/x+3 is makkelijk, je schrijft gewoon 1 om naar x+3/x+3quote:Op dinsdag 23 februari 2010 14:49 schreef Conversatie het volgende:
Ik vroeg me het volgende af:
Als je de functie x/(x+3) integreer kom je uit op:
x-3ln(x+3)+C
Maar als ik dat vervolgens afleidt kom ik uit op:
1-3/(x+3). En dus niet x/(x+3). Dit is dezelfde functie, maar hoe schrijf je 1-3(x+3) om naar x/(x+3) of moet je dat gewoon beredeneren oid?
Ah verrek, dat ik daar niet zelf op kwam.quote:Op dinsdag 23 februari 2010 15:11 schreef -jos- het volgende:
[..]
van 1-3(x+3) naar x/x+3 is makkelijk, je schrijft gewoon 1 om naar x+3/x+3
andersom gebruik je staartdelen
Bepaal de richtingscoëfficiënt van de buigraaklijn en de coördinaten van het buigpunt. Met die twee gegevens kun je de vergelijking van de buigraaklijn opstellen.quote:Op donderdag 25 februari 2010 15:27 schreef Siddartha het volgende:
Stel een vergelijking op van de buigraaklijn k van de grafiek van
f(x) = x e^x
Dus:
f'(x) = e^x + xe^x
f''(x)= 2e^x + xe^x
f'' (x) = 0 levert op x = -2
Maar wat moet ik dan doen?
Ah, x=-2 invullen in f'(x) geeft de rc !quote:Op donderdag 25 februari 2010 16:22 schreef Riparius het volgende:
[..]
Bepaal de richtingscoëfficiënt van de buigraaklijn en de coördinaten van het buigpunt. Met die twee gegevens kun je de vergelijking van de buigraaklijn opstellen.
De vergelijking die je geeft is niet algebraïsch op te lossen, en Lambert W verandert daar niets aan. Weet je wel zeker dat je de juiste vergelijking hebt opgesteld als het expliciet de bedoeling is deze algebraïsch op te lossen?quote:Op donderdag 25 februari 2010 19:30 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Nee, zou je me die uit kunnen leggen?
(Wiki/mathworld/google bieden ook geen uitleg)
Je snijpunten met de x-as zijn fout. Bereken die nog eens of laat zien wat je gedaan hebt.quote:Op vrijdag 26 februari 2010 12:05 schreef Siddartha het volgende:
Gegeven is de functie :
f(x) = 1 + 2sin(x-1/3Pi) Met domein [0, 2Pi ]
Bereken de oppervlakte van het vlakdeel dat ingesloten wordt door de grafiek van f en de x-as.
Ik kom er niet uit... Snijpunten berekenen, dan primitiveren.
Snijpunten zijn (volgens mij) x= 1/2 Pi V x= 1/1/6Pi
F(x) = x-2cos(x-1/3Pi)
Als ik dan F(1/1/6Pi) - F(1/2Pi) doe krijg ik
1/1/6Pi + Wortel3 - 1/2Pi +wortel3 = 2wortel3 + 5/6Pi
Maar volgens het antwoordboekje moet het 2wortel 3 + 1/1/3Pi zijn ?
Daar moet inderdaad wel de fout zitten.quote:Op vrijdag 26 februari 2010 12:12 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je snijpunten met de x-as zijn fout. Bereken die nog eens of laat zien wat je gedaan hebt.
Hier gaat het verkeerd.quote:Op vrijdag 26 februari 2010 12:24 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Daar moet inderdaad wel de fout zitten.
Even kijken,
1+2sin(x-1/3Pi) = 0
sin(x-1/3Pi) = -0.5
Sin p = -0.5
p = 1/1/6Pi v p = 1/5/6Pi
Ah, dat anders opschrijven geeftquote:Op vrijdag 26 februari 2010 12:30 schreef Riparius het volgende:
[..]
Hier gaat het verkeerd.
sin(x-π/3) = -½
x - π/3 = -1/6∙π + 2kπ of x - π/3 = 7/6∙π + 2kπ.
Nu mag je zelf weer even verder.
Bedoel je met Col A de range van A?quote:Op zondag 28 februari 2010 19:43 schreef GlowMouse het volgende:
A is links-inverteerbaar desda Ax=b slechts één oplossing heeft voor iedere b in ColA.
Oké. Dus alleen maar nullen is in ieder geval niet mogelijk, en alleen maar complexe getallen ook niet. Wat je nu zegt over multipliciteit herinner ik me inderdaad van lineaire algebra.quote:Op zondag 28 februari 2010 14:44 schreef thabit het volgende:
Een projectieve transformatie is altijd inverteerbaar. Als ze dat niet is, dan moet ze een punt in V naar 0 sturen, maar daar is dan de afbeelding niet gedefinieerd.
Als f(x) een polynoom is en a een nulpunt, dan kun je f(x) factoriseren: f(x) = (x-a)m * g(x), waarbij m een positief geheel getal is en g(x) een polynoom dat a niet als nulpunt heeft. De multipliciteit van a is dan m.
Nee, want dan zou de matrix een niet-triviale kern hebben en er dus punten naar (0:0:0) gestuurd moeten worden.quote:Op zondag 28 februari 2010 21:35 schreef Hanneke12345 het volgende:
[..]
Oké. Dus alleen maar nullen is in ieder geval niet mogelijk, en alleen maar complexe getallen ook niet. Wat je nu zegt over multipliciteit herinner ik me inderdaad van lineaire algebra.
Maar is 't niet alsnog mogelijk om twee complexe eigenwaarden te hebben en één eigenwaarde 0?
Je bedoelt een oplossing voor elke b?quote:Op zondag 28 februari 2010 20:45 schreef GlowMouse het volgende:
Ax=0 =>x=0
dus kolommen A lin.onafh.
dus rank(AT) =n en m>=n.
dus AT x = b heeft een oplossing voor elke x.
Nee, hier gaat het fout. Je gebruikt de kettingregel niet correct. De afgeleide van -cos 2x is 2∙sin 2x.quote:Op maandag 1 maart 2010 08:46 schreef Siddartha het volgende:
Gegeven is de formule :
f(x) = 2sin^2 x + sin x - 1
Punt A ligt op de grafiek met Xa = 1/3Pi
Stel de lijn k op die de grafiek raakt in A.
Eerst f(x) anders opschrijven:
f(x) = -cos2x +sinx
Die differentiëren: f'(x) = sin2x + cosx
Leg eens uit waarom je de functie hierboven überhaupt wil omschrijven. Kennelijk om het jezelf wat makkelijker te maken bij het differentiëren, maar dat doe je dan alsnog fout. Het is niet nodig deze functie om te schrijven om de afgeleide ervan te bepalen. Bij integreren daarentegen kunnen goniometrische identiteiten goede diensten bewijzen, bijvoorbeeld om een integrand die een rationale functie is van sin x, cos x en tan x om te zetten in een rationale functie van t via de substitutie t = tan ½x.quote:Op maandag 1 maart 2010 08:46 schreef Siddartha het volgende:
Heeft iemand nog tips voor goniometrie, met name het omzetten van sinussen in cosinussen en andersom? Ik heb de standaard omzettingen ( sin^2 x + cos^2 x = 1 bijv.), maar ik snap niet precies wat ik moet doen als de gegeven functie niet helemaal volgens zo'n omzetting is (zoals hierboven).
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |