Sowieso zijn elementen van deze vectorruimte polynomen en geen kolomvector oid. Een kolomvector wordt het pas als je een basis hebt gekozen.quote:Op zondag 22 november 2009 17:36 schreef Hanneke12345 het volgende:
Ik krijg dan dus [ afbeelding ] en de tweede is hetzelfde maar dan met -wortel(0,5)?
Ik vind een ééndimensionale basis nog een beetje gek. Hoewel een basis voor de nullspace vaak ook ééndimensionaal was natuurlijk.
google op eulergrafen ofzo. Het heeft te maken met het aantal wegen dat bij elk kruispunt bij elkaar komt, ik heb nu even geen tijd maar met simpele grafentheorie is dit wel op te lossen.quote:Op vrijdag 20 november 2009 22:03 schreef beertenderrr het volgende:
Ik zat vandaag op school wiskunde sommen te maken en was op een gegeven moment dergelijke huisjes aan het tekenen:
[ afbeelding ]
De kunst van deze huisjes is dat ze op een paar manieren getekend kunnen worden zonder je pen van het papier te halen. Hierover heb ik twee vraagjes waar jullie misschien wel antwoord op hebben:
1) Hoe heet een dergelijk huisje? Dan kan ik het tenminste googlen![]()
2) Is dit ooit al eens wiskundig vraagstuk geweest van een bekende wiskundige? Ik moet een PO maken die ik hier eventueel over kan houden. Ik weet dat Euler wel een dergelijk vraagstuk heeft opgelost met bruggen in Kralinigrad, maar of dat onder dezelfde noemer valt, weet ik niet.
Alvast thnx voor jullie antwoord
p.s. Don't mention mijn teken skillz0rz
De functie die je moet integreren over het interval [0, ∞) is t2∙e-st, waarbij de t de onafhankelijke variabele is. Een primitieve van deze functie is:quote:Op zondag 22 november 2009 19:22 schreef Burakius het volgende:
Ik kom er even niet uit, zal waarschijn ergens iets simpels over het hoofd zien.
Vind de Laplace transformatie van de functie: f(t) = t2
1. Ten eerste vraag ik me af of ik dan met een onbepaalde integraal moet gaan rekenen, of zoals letterlijk elk voorbeeld uit mijn schrift en uit het boek met een integraal van 0 tot oneindig?
2.
Ik heb basically het volgende gedaan: integraal teken = $ hahaha
$ t2 * e-st
En die heb ik lopen integreren (Wat me niet helemaal lukte moet ik zeggen, want ik ging twee keer integreren etc. werd moeilijker dan dat het zou moeten zijn denk ik. En hij staat ook niet in een standaardtabel (voor zover ik kan zien).
Tja, oefening baart kunst. Partieel integreren inderdaad, maar je kunt ook uitgaan van het het product van een algemeen kwadratisch polynoom in t en e-st en dan door differentiëren de juiste coëfficiënten van het polynoom bepalen.quote:Op zondag 22 november 2009 20:43 schreef Burakius het volgende:
Je beseft dat dat niet zo makkelijk te primitiveren is he? Je schudt het nu wel even uit je mouw
Geloof me ik kan goed partieel integreren, maar deze kwam ik toch niet uit....quote:Op zondag 22 november 2009 21:10 schreef Riparius het volgende:
[..]
Tja, oefening baart kunst. Partieel integreren inderdaad, maar je kunt ook uitgaan van het het product van een algemeen kwadratisch polynoom in t en e-st en dan door differentiëren de juiste coëfficiënten van het polynoom bepalen.
Je moet hier herhaald partieel integeren. Kijk even hier voor een voorbeeld waarbij x3∙e-x wordt geïntegreerd.quote:Op zondag 22 november 2009 21:12 schreef Burakius het volgende:
[..]
Geloof me ik kan goed partieel integreren, maar deze kwam ik toch niet uit....
ik bleef bij: t^2* -1/s * e^-st - 2 $ t*-1/s *e^-st dt
Ja dat kan ik ook. Ik geef het op. Dit is echt mijn anti-wiskunde dag. Niets lukt.quote:Op zondag 22 november 2009 21:16 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je moet hier herhaald partieel integeren. Kijk even hier voor een voorbeeld waarbij x3∙e-x wordt geïntegreerd.
Nee, hij staat niet stil. Het gaat er meer om dat je waarschijnlijk de formule van de eerste oscillatie (de linker) in de tweede oscillatie moet gaan zetten. Maar ik heb geen idee hoe dit in zijn werk gaat. (evenals de differentiaalvergelijking overigens). Kun je een duwtje in de richting geven?quote:Op zondag 22 november 2009 23:15 schreef GlowMouse het volgende:
staat dat rechterblok stil ofzo? En waardoor zou het gaan bewegen?
Ik zou beginnen met het opstellen van een differentiaalvergelijking.
Een beetje googelen (en kennis van het Engels) kan geen kwaad. Zoek even op coupled spring-mass system, dan vind je (bijvoorbeeld) dit, waar alles zo'n beetje wordt voorgekauwd.quote:Op zondag 22 november 2009 23:13 schreef kloontje_de_reuzekloon het volgende:
Kan iemand mij helpen met het volgende? Het gaat over oscillatie.
Stel je hebt het volgende:
Je hebt een muur met een veer eraan (k1), aan die veer zit een massa (m1). Aan deze massa zit weer een veer (k2) met een massa (m2). Elke vorm van wrijving is verwaarloosbaar klein.
(alles is horizontaal, alsof er een tafel onder staat).
|---@----@ (muur->veer->blok->veer->blok)
Zoek nu een berekening om de beweging van beide te berekenen.
Is er iemand in de zaal die natuurkunde of wiskunde heeft gestudeerd/studeert en die een idee heeft hoe we dit kunnen doen?
ik vind jou best een toffe kerelquote:Op maandag 23 november 2009 00:45 schreef Riparius het volgende:
[..]
Een beetje googelen (en kennis van het Engels) kan geen kwaad. Zoek even op coupled spring-mass system, dan vind je (bijvoorbeeld) dit, waar alles zo'n beetje wordt voorgekauwd.
quote:Op maandag 9 november 2009 00:54 schreef sitting_elfling het volgende:
Kan iemand me hier helpen met een opstapje? Heb een vaag idee waar ik ong. moet uitkomen in de stappen die ik moet doen, maar weet absoluut niet hoe ik moet beginnen. Hoe turn ik het zo om dat het berekend kan worden door de LSR?
[]
Ik vraag me af of ik in de juiste richting zit te denken?quote:
ja, je bewijs klopt, maar je zou t een stuk eenvoudiger en overzichtelijker op kunnen schrijven.quote:Op vrijdag 20 november 2009 19:46 schreef Siddartha het volgende:
Nieuwe rondes, nieuwe kansen!
Het bewijs, voor x>-1 en n bestaat uit alleen uit natuurlijke getallen, dat
[ afbeelding ]
We nemen aan dat P(k) waar is (vervang n door k).
Dan kijken we of het ook voor elk volgende k waar is, dus voor P(k+1).
Als we P(k+1) in de linkerkant invullen, zien we dat we het ook anders kunnen schrijven:
[ afbeelding ]
De factor om k+1 te krijgen is (1+x), dus kunnen we de rechterkant daarmee ook vermenigvuldigen en als het bewijs klopt, kan je de rechterkant tot deze vorm omschrijven (wanneer je gewoon (k+1) had ingevuld):
[ afbeelding ]
Of de uitkomst die je dan krijgt moet groter zijn dat bovenstaande vergelijking, omdat we niet willen weten of ze gelijk aan elkaar zijn maar groter/gelijk.
Dus:
[ afbeelding ]
Dat kun je zo opschrijven:
[ afbeelding ]
Dan zie je dat het eerste deel gelijk is aan gewoon p(k+1) invullen, maar dan staat er nog kx^2 achter.
En omdat kx^2 in dit geval altijd groter/gelijk is aan 0, moet deze verandering dus groter/gelijk zijn aan
[ afbeelding ]
Dan volgt alleen nog P(k) te controleren voor een willekeurig getal, P(1) klopt.
Dus, het bewijs klopt.
( Sorry dat ik zo langdradig/uitgebreid schrijf, maar ik wil graag weten of de stappen die ik neem kloppen.)
+1 for stupidquote:Op maandag 23 november 2009 22:10 schreef GlowMouse het volgende:
log is ln.
Waarom kun je de standard error niet meer bepalen? Kun je niet gewoon zeggen dat Ln Alpha de standard error is?quote:De standard error in het normale model kun je niet meer bepalen.
LS is b0 + b1x1 + b2x2 + ... + bnxn. Mogen best veel x'en in terugkomen, mits allemaal lineair.
En de logaritme werkt bij functies die eruit zien zoals de jouwe.
Ja uiteraard, maar met normaal bedoel ik het oorspronkelijke model.quote:Op maandag 23 november 2009 22:32 schreef sitting_elfling het volgende:
[..]
Waarom kun je de standard error niet meer bepalen? Kun je niet gewoon zeggen dat Ln Alpha de standard error is?
Inderdaad. En laat ik dat nu allemaal al voor hem gedaan hebben ook, dus ik begrijp de behoefte van Siddhartha aan een nieuwe ronde niet zo.quote:Op maandag 23 november 2009 22:26 schreef marleenhoofd- het volgende:
[..]
ja, je bewijs klopt, maar je zou t een stuk eenvoudiger en overzichtelijker op kunnen schrijven.
Begin even met het doornemen van deze uitwerking. Niet helemaal hetzelfde type opgave als jouw opgave, maar je kunt er wel ideeën uit opdoen over manieren waarop je te werk kunt gaan.quote:Op maandag 23 november 2009 22:41 schreef Babbbe het volgende:
Ik doe een HBO opleiding en daar wordt alle stof nog eens behandeld van het voortgezet onderwijs. Nu zit ik mijn hersenen al de hele avond te pijnigen op iets wat ik altijd behoorlijk simpel vond, wie kan deze vraag uitleggen?
Het volgende wordt gevraagd: Bepaal de vergelijking y = ax^2 + bx + c van de parabool
Gegeven zijn de top (2,-1) en het punt waar de grafiek doorheen gaat (1,1).
Wie kan dit uitleggen?
quote:Op maandag 23 november 2009 20:46 schreef Borizzz het volgende:
Je moet niet meteen jouw rekenmachine pakken. Op papier uitwerken dan weet je tenminste wat je aan het doen bent.
Afijn, x=19/16 had jij als oplossing.
Jouw stelsel:
5x=y=7
2x+6y=-4
Neem bv de bovenste en vul daar x=19/16 in. Dit levert op:
5*(19/16) -y =7
naar de andere kant brengen
y=5*(19/16)-7
Uitwerken met breuken levert dan y=-17/16.
De gevonden waarden x=19/16 en y=-17/16 kun je invullen in de tweede vergelijking van het stelsel om te zien of jouw oplossingen kloppen. En inderdaad dit klopt.
Mocht het breuken uitwerken niet lukken laat het dan nog even weten.
Ja klopt maar dit begrijp ik juist niet:
y=5*(19/16)-7
Uitwerken met breuken levert dan y=-17/16.
Wat doet u precies om op 17/16 uit te komen ? 19-7+5 ofzo ?
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |