quote:
Klopt. Je hebt jaarlijks recht op minimaal vier maal je wekelijkse arbeidsduur aan vakantie (art. 7:634 BW). Je werkgever is verplicht om je de mogelijk te bieden deze op te nemen:
quote:
Artikel 7:638 BW
1.De werkgever is verplicht de werknemer ieder jaar in de gelegenheid te stellen de vakantie op te nemen waarop de werknemer op grond van artikel 634 ten minste aanspraak heeft.
De vakantie wordt dan vastgesteld volgens de wensen van de werknemer, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Bij gewichtige redenen moet je denken aan een situatie waarin de bedrijfsvoering ernstig in gevaar komt als de werknemer vakantie opneemt. De werkgever moet die gewichtige redenen dan wel binnen 2 weken schriftelijk kenbaar maken, anders is de vakantie alsnog vastgesteld conform de wensen van de werknemer. In dat
quote:
2.Voorzover in de vaststelling van de vakantie niet is voorzien bij schriftelijke overeenkomst dan wel bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan of de wet, stelt de werkgever de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vast overeenkomstig de wensen van de werknemer tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Indien de werkgever niet binnen twee weken nadat de werknemer zijn wensen schriftelijk heeft kenbaar gemaakt, schriftelijk aan de werknemer gewichtige redenen heeft aangevoerd, is de vakantie vastgesteld overeenkomstig de wensen van de werknemer.
3.In geval van gewichtige redenen wordt de vakantie op zodanige wijze vastgesteld dat de werknemer desverlangd, voorzover zijn aanspraak daartoe toereikend is, gedurende twee opeenvolgende weken of tweemaal een week geen arbeid behoeft te verrichten.
4.De werkgever stelt de vakantie zo tijdig vast dat de werknemer gelegenheid heeft tot het treffen van voorbereidingen voor de besteding van de vakantie.
5.De werkgever kan, indien daartoe gewichtige redenen zijn, na overleg met de werknemer, het vastgestelde tijdvak van de vakantie wijzigen. De schade die de werknemer lijdt ten gevolge van de wijziging van het tijdvak van de vakantie, wordt door de werkgever vergoed.
6.De werkgever is verplicht de werknemer de resterende aanspraak op vakantie in dagen of uren te verlenen, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten.
7.Indien een aanspraak op vakantie is verworven die het in artikel 634 bedoelde minimum te boven gaat, kan voorzover die aanspraak dat minimum te boven gaat, bij schriftelijke overeenkomst van de in lid 2 genoemde termijn worden afgeweken ten nadele van de werknemer.
Dus Pheno, heeft _A_ schriftelijk meegedeeld gekregen dat er gewichtige redenen zijn om de vakantie niet toe te kennen? Zo niet, zou ik een kort briefje sturen in de trant van:
quote:
Beste werkgever,
Op <datum> heb ik een verzoek ingediend om van <datum> tot <datum> vakantie op te nemen. Deze aanvraag is afgewezen.
Op grond van artikel 7:638 lid 2 BW mag een vakantie-aanvraag slechts worden afgewezen wanneer er sprake is van gewichtige redenen die zich tegen de vakantie verzetten. Er zijn echter geen gewichtige redenen aangevoerd. Indien deze er wel zijn, ontvang ik die graag schriftelijk binnen 2 weken na dagtekening van deze brief.
Wanneer u binnen deze termijn niet aan dit verzoek voldoet, zal ik de vakantie op grond van de wettelijke bepalingen alsnog als toegekend beschouwen.
Met vriendelijke groet,
_A_.
Heeft ze überhaupt binnen 2 weken een reactie ontvangen op een schriftelijk vakantieverzoek? Als dat langer heeft geduurd, is het nog simpeler namelijk:
quote:
Beste werkgever,
Op <datum> heb ik een verzoek ingediend om van <datum> tot <datum> vakantie op te nemen. Deze aanvraag is afgewezen.
Op grond van artikel 7:638 lid 2 BW moet een afwijzing van een vakantie-aanvraag binnen twee weken na de aanvraag schriftelijk worden gedaan. Aangezien uw reactie langer dan twee weken op zich liet wachten, beschouw ik de vakantie op grond van de wettelijke bepalingen alsnog als toegekend.
Met vriendelijke groet,
_A_.