Ik zie niet waarom dat fout is aangezien ik x gedefinieerd heb als y2-1. Dat differentiëren en je krijgt 2yquote:Op donderdag 16 april 2009 15:47 schreef ramaap het volgende:
[..]
Je bent goed op weg, alleen de vergelijking voor dx klopt niet.. y^2 = 1+ x ?? pijnluk
Klopt! Nu alleen ff dx hieruit berekenen (het is een omweg, want het kan makkelijker, kijk naar mijn berekening hierboven)quote:Op donderdag 16 april 2009 15:58 schreef Butterfly91 het volgende:
[..]
Ik zie niet waarom dat fout is aangezien ik x gedefinieerd heb als y2-1. Dat differentiëren en je krijgt 2y
Over y2: beide kanten tot de macht 2 zodat je geen SQRT(x) meer hebt maar gewoon x
Haakjes![]()
y2=1+2SQRT(x)+x
toch![]()
Ik geloof van wel jaquote:Op donderdag 16 april 2009 15:54 schreef defibrillator het volgende:
Moet je de continuïteitscorrectie alleen toepassen op normale (discrete) verdelingen?
Alleen als je een discrete verdeling benadert met een continue.quote:Op donderdag 16 april 2009 15:54 schreef defibrillator het volgende:
Moet je de continuïteitscorrectie alleen toepassen op normale (discrete) verdelingen?
Er klopt geen hout van de manier waarop je met substituties omgaat. De integraal die je moet uitrekenen is:quote:Op donderdag 16 april 2009 15:31 schreef Butterfly91 het volgende:
Ik heb hem nu zo
[ afbeelding ]
Maar ik kom op een ander antwoord uit. Ik heb vast ergens een fout gemaakt, maar ik kan hem niet vinden.
Ja, zo klopt je uitwerking, afgezien van wat schoonheidsfoutjes in je notatie. Als je x = y2 - 2y + 1 hebt dan is dx/dy = 2y - 2 en dus dx = (2y - 2)∙dy. Verder ben je haakjes vergeten in je laatste paar integralen.quote:Op donderdag 16 april 2009 20:33 schreef Butterfly91 het volgende:
Sorry Riparius, ik heb hem op dezelfde manier staan als hierboven, maar alleen niet meer hier gepost. Die eerste twee die ik postte, daar klopte idd geen hout van. Domme fouten gemaakt.
Dat van die y wist ik niet trouwens, maar zo heb ik het geleerd.
[ afbeelding ]
Niet helemaal, tenzij je dit bedoelt als een chiasmequote:Op vrijdag 17 april 2009 19:39 schreef Borizzz het volgende:
Excentriciteit en kegelsneden in poolnotatie.
als e=1 een parabool en een ellips en hyperbool als e groter of kleiner dan 1. Akkoord.
Bij een ellips is de eccentriciteit op te vatten als de verhouding tussen de afstand van elk van de brandpunten tot het centrum en de lengte van de halve lange as. Een cirkel is een ellips waarvan de brandpunten in het centrum (middelpunt) liggen, zodat deze verhouding, en dus de eccentriciteit, gelijk is aan 0.quote:Maar kan iemand mij inzichtelijk maken waarom een cirkel hoort bij e=0? Staat niet echt in mijn leerstof, maar toch schijnt het zo te zijn.
Excentriciteit is gedefinieerd als | PF | / | Pl | .
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Weet iemand hoe ik verder kom?Jesus hates you.
Ik ken die regel niet, maar ben wel in staat met congruente driehoeken aan te tonen dat beide afstanden even groot zijn.quote:Op zondag 19 april 2009 16:55 schreef Borizzz het volgende:
Ik zou het zo doen:
Je merkt het snijpunt van de deellijnen aan als punt T.
Uit het feit dat T op de deellijn van P ligt concludeer je dat d(T,m) = d(T,PQ). Oftewel de afstand van T naar beide lijnen is even groot.
En dan dus de conclusie:quote:Maar T ligt ook op de deellijn van punt Q. Dus d(T,n) = d(T,PQ).
Kun je nu het laatste stukje?
Alle punten op de bissectrice van een hoek liggen op gelijke afstanden van de beide benen van die hoek. Daarom is het snijpunt van de bissectrices van een driehoek ook het middelpunt van de ingeschreven cirkel van die driehoek.quote:Op zondag 19 april 2009 19:04 schreef Hondenbrokken het volgende:
[..]
Ik ken die regel niet, maar ben wel in staat met congruente driehoeken aan te tonen dat beide afstanden even groot zijn.
[..]
Ik snap het, maar toch zag ik dat over het hoofd.quote:Op zondag 19 april 2009 19:16 schreef Riparius het volgende:
[..]
Alle punten op de bissectrice van een hoek liggen op gelijke afstanden van de beide benen van die hoek. Daarom is het snijpunt van de bissectrices van een driehoek ook het middelpunt van de ingeschreven cirkel van die driehoek.
De eerste is simpel. Gebruik de stelling van Thales, dan weet je dat de (denkbeeldige) lijn CB loodrecht staat op AC. Tevens weet je al dat AC = CD. Driehoek ABC en CBD zijn dus gelijkvormig omdat ze twee gelijke zijdes hebben. Dat betekent automatisch ook dat hoek ACB = hoek ADB.quote:Op donderdag 23 april 2009 21:57 schreef Hondenbrokken het volgende:
Nog een meetkunde-probleem:
[ link | afbeelding ]
Of hier in het groot:
http://img14.imageshack.us/img14/9529/opgave7.jpg
Trek hulplijn BC. Dan is ∠ACB recht, aangezien deze op de halve cirkelboog AB staat (stelling van Thales). Maar dan is ∠ACB = ∠DCB. Aangezien ook AC = CD zijn driehoeken ACB en DCB congruent, waaruit volgt dat ∠BAC = ∠BDC.quote:Op donderdag 23 april 2009 21:57 schreef Hondenbrokken het volgende:
Nog een meetkunde-probleem:
[ link | afbeelding ]
Of hier in het groot:
http://img14.imageshack.us/img14/9529/opgave7.jpg
Waarom hebben die bogen dan een gelijke lengte? Ze lijken me juist verschillend. Maar bedankt voor je poging.quote:We zien hoek CAE = hoek AEC omdat ze op bogen met dezelfde lengte staan, noem die hoek even x
Omdat de koorden gelijke lengte hebben (ABD en ECD zijn congruente en gelijkbenige driehoeken).quote:Op vrijdag 24 april 2009 08:39 schreef Hondenbrokken het volgende:
@TC03
Het ging me vooral om die 2e. Maar toch bedankt, ik waardeer je post.
Glowmouse:
[..]
Waarom hebben die bogen dan een gelijke lengte?
Neequote:Op vrijdag 24 april 2009 11:15 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Omdat de koorden gelijke lengte hebben (ABD en ECD zijn congruente en gelijkbenige driehoeken).
Jouw uitbreiding van zeta(s) naar Re s > 0 definieert alvast een meromorfe uitbreiding van f(s) naar Re s > 0. Echter, dat ding zou polen kunnen hebben op de punten s waarvoor zeta(ks)=0. Nu heeft zeta(s) geen nulpunten voor Re s > 1: immers convergeert de Dirichletreeks voor 1/zeta(s) (= som mu(n) / n^s) absoluut en uniform op compacta voor Re s > 1, en kan dus geen polen hebben. Dus zeta(ks) heeft geen nulpunten voor Re(s)>1/k. Het open deel dat je kunt nemen is dan U = {s in C : Re s > 1/k, s != 1}.quote:Op maandag 27 april 2009 10:22 schreef teletubbies het volgende:
Hey,
Ik heb een vraag over de zeta-functie.
Ik zoek een "holomorfe uitbreiding" van de functie f(s):= zeta(s)/zeta(ks) waarbij k>=2 een geheel getal is. Deze uitbreiding heeft dan als domain een open deelverzameling van C die {s \in C| Re s >=1}\{1} bevat.
Voor zeta(s) heb ik al de holomorfe uitbreiding:
zeta(s)= 1/(s-1)+1/2 -s*int((x-[x]-1/2)x-1-s ), x=0..oo).
Deze geldt voor alle s in C met Re s >0, s != 1.
Ik zit nu vast met zeta(s)/zeta(ks).
Enig idee hoe het moet?
Alvast bedankt
Oh oke, ik zie het nu. Ik vergat dat er sprake was van absolute in uniforme convergentie. Maar voor de goeie orde lijkt het me goed om te weten wat voor rol deze twee precies spelen. De uniforme convergentie van de reeks holomorfe functies (som mu(n) /n^s, n=1...k)) zorgt ervoor dat de limiet 1/zeta(s) een holomorfe functie is.quote:Op maandag 27 april 2009 15:58 schreef thabit het volgende:
[..]
Jouw uitbreiding van zeta(s) naar Re s > 0 definieert alvast een meromorfe uitbreiding van f(s) naar Re s > 0. Echter, dat ding zou polen kunnen hebben op de punten s waarvoor zeta(ks)=0. Nu heeft zeta(s) geen nulpunten voor Re s > 1: immers convergeert de Dirichletreeks voor 1/zeta(s) (= som mu(n) / n^s) absoluut en uniform op compacta voor Re s > 1, en kan dus geen polen hebben. Dus zeta(ks) heeft geen nulpunten voor Re(s)>1/k. Het open deel dat je kunt nemen is dan U = {s in C : Re s > 1/k, s != 1}.
Ik begreep het niet, vervolgens maakte ik wat andere sommen en nu begrijp ik het welquote:Op maandag 27 april 2009 15:04 schreef GlowMouse het volgende:
De functie die je hebt is (e^1/n)^x. Als je die zou differentiëren krijg je 1/n * e^(x/n).
Als je n*e^(x/n) differentieert, gaat het dus precies goed.
De absolute convergentie is hier misschien niet heel hard nodig, behalve inderdaad om aan te tonen dat je 1/zeta(s) ook als een Dirichletreeks kunt uitdrukken, of in het algemeen om makkelijk met reeksen te kunnen manipuleren. Maar dan nog heb je het alleen maar nodig voor Re(s) >> 0. Belangrijk is vooral de uniforme convergentie op compacta; dat toont namelijk aan dat de limiet ook weer holomorf is.quote:Op maandag 27 april 2009 20:43 schreef teletubbies het volgende:
[..]
Oh oke, ik zie het nu. Ik vergat dat er sprake was van absolute in uniforme convergentie. Maar voor de goeie orde lijkt het me goed om te weten wat voor rol deze twee precies spelen. De uniforme convergentie van de reeks holomorfe functies (som mu(n) /n^s, n=1...k)) zorgt ervoor dat de limiet 1/zeta(s) een holomorfe functie is.
De absolute convergentie:.....wat voor rol speelt deze in deze redenering? Ik weet wel dat absolute convergentie nodig is om het inverse van zeta(s) te vinden (Dirichletreeksen samenstellen).
Ja dat klopt. Maar wat bedoel je met maximum en minimum? Dat zie ik niet.quote:Op dinsdag 5 mei 2009 13:08 schreef GlowMouse het volgende:
Het gaat er dus om wanneer x-x³+epsilon drie nulpunten heeft. Je kunt gewoon kijken hoever het minimum nog omhoog kan en hoeveel het maximum nog omlaag.
Stel ik neem epsilon 0.3 dan zijn er nog steeds 3 dekpunten. Maar stel ik neem nu epsilon 0.5, dan zijn er geen 3 dekpunten meer. Dat begrijp ik. Maar ik zie nog steeds niet in hoe dit me verder helpt om de precieze epsilon te vinden.quote:Op dinsdag 5 mei 2009 13:34 schreef GlowMouse het volgende:
Maak eens een plaatje van de x-x³ met x in [-2,2] en y in [-2, 2], je ziet dan precies wat er fout gaat als je de functie omhoog of omlaag verschuift. Dat idee gebruik je vervolgens om het exacte antwoord te vinden.
Wacht even dit volg ik niet. Het is duidelijk dat epsilon begrends is. Maar wat hebben maxima en minima hier mee te maken?quote:Op dinsdag 5 mei 2009 13:43 schreef GlowMouse het volgende:
Epsilon wordt van boven begrensd omdat het minimum anders te hoog komt te liggen. Het minimum heeft x-coordinaat -sqrt(3)/3 en dus y-coordinaat (-sqrt(3)/3)³-sqrt(3)/3 en dus maximaal sqrt(3)/3-(-sqrt(3)/3)³ omhoog.
Ik zie wat epsilon doet. maar ik zie het grensgeval niet.quote:Op dinsdag 5 mei 2009 13:53 schreef GlowMouse het volgende:
Heb je de grafiek wel voor je en zie je wat epsilon doet met het aantal nulpunten en wat het grensgeval is van 1 vs. 3 nulpunten?
Hoe ben je aan die epsilon gekomen? dat kun je toch wel uitleggen? Je ziet dat bij het kwartje niet valt bij. Maar als je gewoon uitlegt hoe je hebt gedaan dan zie ik het misschien wel. \Inplaats steeds weer vragen te stellen.quote:
een postieve epsilon verschuift de grafiek naar boven, en een negatieve epsilon verschuift hem naar beneden. En nu?quote:Op dinsdag 5 mei 2009 14:16 schreef GlowMouse het volgende:
Toch weer een vraag: wat denk je dat een positieve epsilon doet?
Nu als het minimum boven de x-as komt, heb je nog maar één nulpunt.quote:Op dinsdag 5 mei 2009 14:25 schreef gaussie het volgende:
[..]
een postieve epsilon verschuift de grafiek naar boven, en een negatieve epsilon verschuift hem naar beneden. En nu?
Ja en?quote:Op dinsdag 5 mei 2009 14:27 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Nu als het minimum boven de x-as komt, heb je nog maar één nulpunt.
Dat zal wel een grensgeval zijn. En nu houd ik erover op.quote:
Dit vind ik jammer. Andere mensen krijgen gewoon antwoord op hun vraag. Maar ik moet het zelf oplossen. Alsof ik het niet zelf heb geprobeerd. Als ik de uitwerking zie dan valt misschien het kwartje...quote:Op dinsdag 5 mei 2009 14:34 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Dat zal wel een grensgeval zijn. En nu houd ik erover op.
Regel 1 voor het leren van wiskunde:quote:Op dinsdag 5 mei 2009 14:40 schreef gaussie het volgende:
[..]
Als ik de uitwerking zie dan valt misschien het kwartje...
Snap jij de redenering achter het antwoord van glowmouse dan? Zo ja leg het aub uit want je ziet dat ik er gewoon niet uitkom als mij steeds weer vragen worden gesteld.quote:Op dinsdag 5 mei 2009 14:42 schreef Atlanticus het volgende:
[..]
Regel 1 voor het leren van wiskunde:
Kijk nooit naar de uitwerking (antwoordenboekje) voordat je een antwoord hebt.
Ik snap dat al niet. Bedoel je hier iets met limieten?quote:Maak de enigzins vage uitdrukking voldoende klein precies.
Er staat vast zo'n voorbeeld in je calculus boek.quote:vraag c
Laat zien dat de dekpunten gevonden bij vraag b continu differentieerbare functies zijn van epsilon, en bereken hun afgeleides in het punt epsilon=0
Bij epsilon = 2/3 sqrt(3) heb ik allang geen drie dekpunten meer. Je aanpak is een juiste, maar ik denk dat er bij de uitvoering ervan een fout wordt gemaakt. y=x en g(x) raken als 2-3x²=1 (afgeleiden aan elkaar gelijk), ofwel wanneer x = +/-sqrt(1/3). Dus op deze x-coordinaat gaan de problemen ontstaan.quote:Op dinsdag 5 mei 2009 19:01 schreef gaussie het volgende:
denk dat ik vraag b snap. De kritieke epsilon is de epsilon waar de lijn y=x de functie g(x) raakt. Dus het raakpunt. Hier worden 2 fixed points 1. Dat dus dat er dan maar 2 dekpunten zijn. Die epsilon vind je door gebruik te maken van de relatie tussen raaklijn en afgeleide. Dan vindt je je voor epsilon absoluut 2/3*sqrt(3) absoluut. Toch? Maar ik zit toch steeds vast bij vraag c. Kan iemand me daarbij helpen?
Dat klopt epsilon = 2/3 sqrt(3) is de kritieke waarde. Als hij deze waarde aanneemt dan zijn er geen 3 dekpunten maar 2. Zolang epsilon kleiner is dan deze waarde hebben f en g hetzelfde aantal dekpunten. Daarmee is vraag b beantwoordt. Maar nu nog vraag c....quote:Op dinsdag 5 mei 2009 19:48 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Bij epsilon = 2/3 sqrt(3) heb ik allang geen drie dekpunten meer. Je aanpak is een juiste, maar ik denk dat er bij de uitvoering ervan een fout wordt gemaakt. y=x en g(x) raken als 2-3x²=1 (afgeleiden aan elkaar gelijk), ofwel wanneer x = +/-sqrt(1/3). Dus op deze x-coordinaat gaan de problemen ontstaan.
Ik gebruik dat 2x-x³+eps=x drie oplossingen heeft desda x-x³+eps drie nulpunten heeft.
quote:Op dinsdag 5 mei 2009 20:14 schreef GlowMouse het volgende:
|1.1| < 2/3sqrt(3), maar 2x-x³+1.1 en x snijden maar 1x.
Wat bedoel je precies met f^-1 ? De inverse die niet hoeft te bestaan, of het origineel van de afbeelding? Ik ga van het laatste uit.quote:Op woensdag 6 mei 2009 18:18 schreef gaussie het volgende:
Laat V een deelverzameling van R^n zijn en f: R^m pijl R^n een continue functie. Laat verder x element van f^-1(V) een gegeven punt zijn, dat wil zeggen, een punt waarvoor geldt dat y=f(x) element van V. Bewijs dat als y inwendig punt is van V, dat dan x inwendig punt is van f^-1(V).
Voor elke x in f^-1(O) is f(x) een inwendig punt van O (het is een open verzameling) en dus is x ook een inwendig punt volgens de voorgaande stelling en dus is bij definitie die hele verzameling open.quote:Bewijs met behulp van het resultaat van de bovenstaande vraag de volgende stelling: als f: R^m pijl R^n een continue functie is , en O deelverzameling van R^n een open verzameling, dan is f^-1(O) ook open.
Geen idee hoe ik moet beginnen....
Behalve dat bewijzen uit het ongerijmde lelijk zijn, ben ik er ook niet zo zeker van of je dat rijencriterium wel mag gebruiken. Het zou best wel eens kunnen zijn dat dat criterium bewezen moet worden met behulp van de gewenste stelling. En dat is dan vals spelen. Ik ben echter een beetje roestig geworden op dit gebied, dus ik ben er nu ook weer niet zo zeker van.quote:Op woensdag 6 mei 2009 19:05 schreef GlowMouse het volgende:
gaussie: wat je direct ziet bij het vraagstuk is dat je continuïteit van f echt nodig hebt. Dus ga daarmee verder. Een bewijs uit het ongerijmde is hier het eenvoudigst. Stel x is geen inwendig punt. Dan bestaat er een rijtje a_n in R^m dat geheel buiten f-invers(V) ligt met lim(n->inf)a_n = x. Door toepassing van het rijencriterium voor continue functies weten we dat lim(n->inf) f(a_n) = y. Maar f(a_n) ligt buiten V voor iedere n. Zie je waarom y geen inwendig punt kan zijn?
Volgens wikipedia geldt dat f'(t) in het tijddomein overeen komt met s.F(s)-f(0). Is jouw gezochte functie dan niet gewoon de afgeleide van je eerder genoemde functie (met een constante erbij)?quote:Op donderdag 7 mei 2009 00:57 schreef Robin__ het volgende:
Niemand een idee.. dit zou een redelijk simpele opgave moeten zijn. Dus ik vraag me af, is hij wel op te lossen? Soortgelijke vragen kan ik verder ook nergens in boeken of dictaten terug vinden..
Ik zie het nu. Thanks!quote:Op woensdag 6 mei 2009 19:18 schreef Wolfje het volgende:
[..]
Wat bedoel je precies met f^-1 ? De inverse die niet hoeft te bestaan, of het origineel van de afbeelding? Ik ga van het laatste uit.
Als y een inwendig punt van V is dan is er een epsilon > 0 zodanig dat B(y,epsilon) (=alle punten met afstand kleiner dan epsilon tot y) die bevat is in V. Bij definitie van continuiteit is er nu een delta > 0 zodanig dat f(B(x,delta)) bevat is in B(y,epsilon). B(x,delta) is dus ook zeker bevat in f^-1(V) en daarom is x een inwendig punt.
[..]
Voor elke x in f^-1(O) is f(x) een inwendig punt van O (het is een open verzameling) en dus is x ook een inwendig punt volgens de voorgaande stelling en dus is bij definitie die hele verzameling open.
Ok bedankt voor de uitleg.quote:Op donderdag 7 mei 2009 12:54 schreef GlowMouse het volgende:
Als je een plaatje maakt dan zie je eigenlijk direct dat het waar is. In dit geval blijkt het verstandig om te kijken naar de verschilfunctie f-g omdat de afgeleide daarvan zeker negatief is op [0,1]. Je weet dat (f-g)(0) > 0 en (f-g)(1) < 0 (een formeel bewijs hiervoor loopt via de middelwaardestelling) De tussenwaardestelling zegt nu de verschilfunctie tenminste één nulpunt heeft. Met de middelwaardestelling kun je laten zien dat er geen twee of meer nulpunten zijn.
Tussenwaardestelling: f(1)-f(0) = f'(ksi) <= -1 (die laatste ongelijkheid volgt uit concaafheid, geen idee of je daar al een stelling over hebt gehad dus dat moet je wellicht nog bewijzen). Dus f(1) <= -1+f(0) = 0. Uit de middelwaardestelling volgt het gevraagde.quote:Op vrijdag 8 mei 2009 16:44 schreef gaussie het volgende:
Als verder bekend is dat f concaaf is, laat zien dat f een nulpunt heeft; dat wil zeggen, laat zien dat er een a element van R is zodanig dat f(a)=0.
Pseudo concaaf kan ik geen definitie over vinden en ken ik niet.quote:Als alleen maar bekend is dat f psuedo-concaaf is, volgt daar nog steeds uit dat f een nulpunt heeft? Zo ja , geef een bewijs, zo nee, geef een beargumenteerd tegenvoorbeeld.
De functie waarvan de grafiek eruit ziet als "sqrt(|x|) om de y-as gewikkeld" voldoet.quote:Geef een voorbeeld van een functie f: R^2 pijl naar rechts R die niet convex is, maar wel quasi convex is.
3500/x = 3500∙x-1quote:Op maandag 11 mei 2009 10:21 schreef Matthijs- het volgende:
Ik heb mijn wiskundeboek niet bij me, en kan het me even niet meer voor de geest halen.
Afgeleide van 3500/X = x^(-3500) of 3500x^(-1)?
Je snapt zijn tweede punt dus niet.quote:Op maandag 11 mei 2009 11:27 schreef Matthijs- het volgende:
Mijn 2e suggestie was dus gewoon goed, alleen heb ik geen idee hoe ik op Fok! iets wat hoger plaats dus gaf ik het aan met een ^-teken.Deze notatie was overigens puur even voor Fok!-use...
Toch bedankt.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |