4. Driehoekstest (40 punten)quote:Op dinsdag 14 april 2009 23:39 schreef Dzy het volgende:
Iets meer uitleg over de vraag zou wel handig zijn, kan je er wel mee helpen maar staat er nu wat onduidelijk. De gehele vraag posten ipv een halve en een half antwoord?
Afgeleide op 0 stellen en kijken of de tweede afgeleide niet 0 is. Ofwel 3x² + 8x - p = 0 en 6x+8 <> 0. Abc-formule toepassen, dan de coordinaten (x,y) vinden. Dat levert x=-4/3+(1/3)√(3p+16) V x = -4/3-(1/3)√(3p+16).quote:Op dinsdag 14 april 2009 23:42 schreef Dzy het volgende:
Er is een familie van derdemachtsfuncties gegeven, bijvoorbeeld x^3 +4x^2 - px + 3, nu willen wij een functie vinden die door alle extreme waarden van deze familie heen gaat. Een algemeen algoritme om dit aan te pakken. We hebben zelf al naar de afgeleide gekeken maar wat we daar verder precies mee moesten kwamen we ook niet uit.
Zo werkt dat niet he? Kijk eens naar http://nl.wikipedia.org/wiki/Statistische_toets#Procedure voor de volledige procedure.quote:Op dinsdag 14 april 2009 23:58 schreef Platina het volgende:
Ja de hypothese is bij een aantal rond de 15-20, en ik zou een binomcdf kansverdeling moeten gebruiken maar verder kom ik niet (bij b).
P(X>=16 | BV; n=40; p=1/3) = 1-P(X<=15 | BV; n=40; p=1/3) = 0.8890.quote:Op dinsdag 14 april 2009 23:51 schreef Platina het volgende:
[..]
4. Driehoekstest (40 punten)
De plaatselijke bakker bij ons in het dorp verkoopt elk jaar rond de Paasdagen zijn beroemde zelfgemaakte chocolade Paaseieren. Vanwege de gestegen grondstofprijzen heeft hij dit jaar zijn recept voor de vulling aangepast.
De grote vraag is natuurlijk of de consument dat proeft.
Om dat te onderzoeken biedt hij aan een 40-tal klanten de oude én de nieuwe variant aan in de vorm van een driehoekstest.
a. Aannemende dat er geen verschil te proeven is tussen de oude en de nieuwe vullingen, hoe groot is dan de kans dat minstens 40% van het aantal proefpersonen het juiste ei als afwijkend aanwijst? (5)
H0: geen verschil, p=1/3quote:b. Als je een α (alpha-fout) van 0,10 accepteert, vanaf welk aantal proefpersonen ben je dan overtuigd van een verschil in smaak? (10)
'Kan proeven', 20 proeven het verschil dus sowieso niet en geven met kans 1/3 de juiste aan. De overige 20 kunnen het wel proeven, en geven het zeker juist aan. Je maakt alleen een type II fout wanneer je H0 onwaar is, ofwel wanneer er verschil is. Maar dat verschil wordt met zekerheid gedetecteerd door die groep van 20. Ik kom dus op een kans van 0.quote:c. Neem aan dat in werkelijkheid de helft van al zijn klanten het verschil kan proeven, hoe groot is dan β (beta-fout) bij het in onderdeel b berekende aantal? (10)
Lijkt me een fout van de uitwerkingen.quote:Op woensdag 15 april 2009 00:25 schreef Platina het volgende:
en bij C is er volgens de uitwerkingen wel een beta-fout?![]()
Je vergeet in de tweede regel de haakjes om (1-1/y). Vervolgens ga je wel goed verder, alleen 2y/y = 2 en niet 2/y.quote:Op donderdag 16 april 2009 15:31 schreef Butterfly91 het volgende:
Ik heb hem nu zo
[ afbeelding ]
Maar ik kom op een ander antwoord uit. Ik heb vast ergens een fout gemaakt, maar ik kan hem niet vinden.
Je bent goed op weg, alleen de vergelijking voor dx klopt niet.. y^2 = 1+ x ?? pijnlukquote:Op donderdag 16 april 2009 15:42 schreef Butterfly91 het volgende:
Ah vandaar, stomme fout. Maar dan kom ik alsnog op 1 uit en niet op 0,386. (heb ik vast weer een fout gemaakt
)
[ afbeelding ]
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |