.... en zo gingen mijn zoontje van anderhalf en ik laatst op bezoek bij kennissen. Kennissen die geen verdere toelichting behoeven omdat ik ze bijna nooit zie en dit min of meer een 'moetje' was. Je bent er weer voor maanden van af, zal ik maar zeggen.
Een van de redenen dat ik daar niet graag kom is het aantal honden. Mensen met slechts èèn hond begrijp ik nog, die zijn eenzaam en willen een vriendje. Mensen met twee honden beginnen het triestheidsgehalte al te naderen. Mijn kennissen hebben er vijf...
Onder het mom van 'Ach, we hebben een grote tuin' . Maar ze lopen dus wel altijd binnen.
Na binnenkomst flink door te honden besprongen te zijn, probeerde ik mijn kleine die ik in mijn armen had,er zo min mogelijk belikt en bekwijlt van af te laten komen. Mijn bewegingen hadden iets Martial Arts achtigs.
"Wat zijn ze enthousiast he?" riep de vrouw des huizes.
"Ik haat ze en ze stinken" dacht ik.
Er werd voor de kleine wat fruit geblenderd. Banaantje en appeltje waren tot moes gedraaid, de mandarijnenvelletjes hadden de oorlog overleeft. Die viste ik er zelf maar uit zonder te klagen, want de bedoeling was goed.
Mijn kleine jongen had bijna zijn bakje leeg. Dit tot grote teleurstelling van de harige monsters die maar wat graag een hapje hadden gekregen. Nee dus, want ik haat jullie, zei ik ze in gedachten. Mijn hoop vestigde zich op een programma waarin ik ooit had gezien dat honden gedachten kunnen horen/lezen.
Ik voelde iets plakken op mijn arm en keek er na. Een velletje mandarijn vermengt met een mix van banaan en appel zat in een sliertje op polshoogte.
Ik zette mijn arm naar mijn mond en slurpte het stukje vitamine naar binnen.
Nog net mijn slokdarm gepasseerd besefte ik me dat het best zoutig smaakte. "Aah nee he.." dacht ik. En ik herinnerde me de opkomende verkoudheid van mijn zoontje. Ik had zojuist snot naar binnen gewerkt.
So be it, het is tenslotte mijn eigen kind, is het niet? Maar lekker is natuurlijk anders, aangezien het een flinke dikke sliert was.
Toen we na een krappe drie kwartier ons opmaakten om weg te gaan kwam de oudste van de hondenroedel al op me af. Met een snelle aai over zijn hondenkop en een blik naar hem van "ik haat je" viel me iets op. Het deed me eerst schrikken voordat de absolute walging kwam.
Er hing van zijn neus naar zijn mond een snotspoor wat totaal overeenkwam met wat leek op het mandarijnvelletje in combinatie met de bananen/appelmoes die ik eerder op mijn arm had.
De zoute smaak werd me duidelijk.
"Ja, hij heeft kennelhoest" zei de vrouw, die zag dat ik met enige walging en grote ogen naar haar trouwe viervoeter keek.
"Kan geen kwaad hoor. " Na het vallen van het woord 'neus afscheiding' heb ik mijn gedachte proberen om te zetten in allerlei vrolijke dingen om maar niet het hele parket onder te kotsen..
Yo, bedankt het was gezellig, tot (n)ooit weer he!
klacht: Mensen met veel honden waarvan er èèn kennelhoest heeft en dus overmatig snot.
klacht 2: Iets in je mond stoppen zonder zeker te weten wat het is.