De restricties zijn dan weer discutabel, temeer omdat de baseline sales mede-afhankelijk is van het effect van de parameters. Vicieuze cirkel zou ik denken?quote:Op dinsdag 27 januari 2009 23:07 schreef GlowMouse het volgende:
t heeft bij jouw de functie van wat je normaal als i hebt: je onderscheid er de cases mee. Echte mensen werken met vectornotatie en vermelden daarmee alle cases in 1x zodat je die t niet hoeft te noemen. Zolang t maar niet in je regressoren terugkomt is het goed.
Als prod1 dan 2x zoveel verkocht wordt als prod2 bijvoorbeeld, kun je zeggen dat de coefficient bij prod1*actie1 tweemaal zo groot moet zijn als bij prod1*actie2. Met zulke lineaire restricties is een model nog eenvoudig te schatten.
Dat is ook zo, ik leg het als leek ook niet al te best uit (uiteindelijke interesse ligt ook meer in de implicaties vande uitkomst dan de weg er naar toe).quote:Op dinsdag 27 januari 2009 23:30 schreef GlowMouse het volgende:
Je wilt het toch proportioneel aan de verkopen? Wat loop je dan met de baseline sales, die zijn daarvoor helemaal niet van belang.
Bedankt, volgens mij lukt het nu met de echelon vorm zoekenquote:Op woensdag 28 januari 2009 13:19 schreef GlowMouse het volgende:
drie keer de eerste rij van de tweede rij aftrekken
1 -3 4 -4
0 2 -5 4
-4 5 -1 4
vier keer de eerste rij bij de derde rij optellen
1 -3 4 -4
0 2 -5 4
0 -6 15 -12
tweede rij door twee delen
1 -3 4 -4
0 1 -5/2 2
0 -6 15 -12
tweede rij 3x bij de eerste/6x bij de derde optellen
1 0 -7/2 2
0 1 -5/2 2
0 0 0 0
Nu heb je x1 - 7/2 x3 = 2 en x2 -5/2 x3 = 2. Als je x3 vrij kiest, liggen x1 en x2 vast: x1 = 2 + 7/2 x3 en x2 = 2 + 5/2 * x3.
Lekker cynisch... Het model dat ik gebruik is een model dat meer gebruikt wordt in het onderzoeksgebied. Dat de fit niet heilig is heb ik al eerder bevestigd, in dit geval is het model wel verbeterd door de toevoeging die ik heb gedaan.quote:Op woensdag 28 januari 2009 09:50 schreef GlowMouse het volgende:
Als je een hoge R² zoekt, heb ik nog wel een programma dat alle combinaties van regressoren en kruistermen afgaat en zo naar de beste fit zoekt
En jij doet Harvard?quote:Op zaterdag 31 januari 2009 23:06 schreef nickybol het volgende:
In mijn boek wordt een punt op een lijn genoemd (x,x/(1+x)) Ik snap niet precies wat er met deze notatie genoemd wordt, dit is toch geen punt?
Super hier kan ik iets mee!!!quote:Op zondag 1 februari 2009 12:37 schreef GlowMouse het volgende:
2a: 1.06^(-20)
2b: Vlak onder on zit het knopje voor de derdemachtswortel. Vierdemachtswortel gaat via 4[shift]^170.
2c: log(89)/log(3)
Ah shit, gewoon een afleesfoutje. Ik ben nog steeds in de war met die punten en die komma's sinds ik hier in Amerika ben aangekomen en zit weer veel te moeilijk te denken. Gewoon een simpel coordinaat dus.. Thanks anywayquote:Op zaterdag 31 januari 2009 23:18 schreef -J-D- het volgende:
Een coordinaat bestaat normaal uit een x- en y-coordinaat. Bv (2,3)
Nu is de x coordinaat gewoon x.
De y coordinaat is nu x/(1+x)
De formule van dit verhaal is dus y = x/(1+x) als ik je verhaal goed begrijp.
Nee, eerder een interpretatiefout. Daarom kun je ook beter een puntkomma gebruiken als scheidingsteken bij coördinaten, dus bijv. (2;3) en (0,5;1,5). Bijna niemand die het doet, terwijl het toch zo'n voor de hand liggende oplossing is. Maar het lost de verwarring rond het gebruik van de punt en de komma als decimaal scheidingsteken natuurlijk niet op. In Nederland gebruikt niemand een komma als scheidingsteken voor duizendtallen maar wel een punt, en dus zou het oprukkende Angelsaksische gebruik van de punt als decimaal scheidingsteken in ieder geval in Nederland ontmoedigd moeten worden.quote:Op zondag 1 februari 2009 19:56 schreef nickybol het volgende:
[..]
Ah shit, gewoon een afleesfoutje. Ik ben nog steeds in de war met die punten en die komma's sinds ik hier in Amerika ben aangekomen en zit weer veel te moeilijk te denken. Gewoon een simpel coordinaat dus.. Thanks anyway
Nullen kun je beter schrappen door te vermenigvuldigen met machten van 10. Zodoende blijft alleen het decimale scheidingsteken over, dat punt of komma, dat maakt zoveel niet uit. Een voordeel van deze notatie is dat je geen onterechte nauwkeurigheid aan een waarde koppelt.quote:Op maandag 2 februari 2009 04:41 schreef nickybol het volgende:
Is het internationaal niet meestal een punt als decimaal scheidingsteken in plaats van een komma? Hier in Amerika is het alleen maar een punt als decimaal scheidingsteken, en wordt een komma gebruikt voor duizendtallen.
quote:Op maandag 2 februari 2009 04:41 schreef nickybol het volgende:
Is het internationaal niet meestal een punt als decimaal scheidingsteken in plaats van een komma? Hier in Amerika is het alleen maar een punt als decimaal scheidingsteken, en wordt een komma gebruikt voor duizendtallen.
Opgave 3a of heel opgave 3?quote:Op zondag 1 februari 2009 12:31 schreef peter070 het volgende:
Tevens bij opdracht 3 kom ik er niet uit met de uitkomst.
| 1 |
| 1 2 3 4 5 6 7 8 | -3x - 12 = 2x +1/2 0 = x + 12 1/2 x = -12 1/2 als je dan uitrekent voor x = -13 komt er uit 27 < 26.5, en voor x = -12 24 < 24.5 -13 < -12, dus de uitkomst is x => -12 1/2 |
quote:
| 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 | a) q(a) = 5 - 1 = 4000 kg b) evenwicht = q(a) = q(v) => -2 1/2p + 20 = p -1 => 0 = 3.5p - 21 => 21 = 3.5p => p = 6 evenwichtsprijs = 6 euro evenwichtshoeveelheid = 5000 kilo c) aanbodsoverschot van 3500 kg => q(a) - q(v) = 3.5 p-1 - (-2.5p + 20) = 3.5 p -1 +2.5p -20 = 3.5 3.5p -21 = 3.5 3.5p = 24.5 p = 7 euro even controleren aanbod = 7-1 = 6000 kilo vraag = -2.5 x 7 + 20 = 2500 kilo d) deze vraag begrijp ik ook niet :P |
Ik begreep voornamelijk de vraagstelling nietquote:Op maandag 2 februari 2009 11:30 schreef GlowMouse het volgende:
d: q_v = -2.5 * 5.5 + 20 = 6250 kg ; q_a = 4500 kg. Het verschil, 1750 kg, zal de overheid moeten importeren voor 12250 euro.
Ik begrijp hem ook niet maar het is het enige dat je kan doenquote:Op maandag 2 februari 2009 11:35 schreef Stranger het volgende:
[..]
Ik begreep voornamelijk de vraagstelling nietZe moeten wiskunde niet te praktijkgericht proberen te maken
quote:
| 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 | 6 3 96 2 6 72 1 1 18 640 560 b) W = 640x + 560y c) 6x + 3y <= 96 (constructie), wordt versimpeld tot 2x + y <= 32 2x + 6y <= 72 (bekleding), wordt versimpeld tot x + 3y <= 36 x + y <= 18 (vewerking) d) het toegestane gebied teken je in een assenstelsel. Mijn paint skillss zijn niet zo goed, maar om je een beeld te geven, het ziet er ongeveer zo uit: |
| 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 | Roze = Bekleding Rood = afwerking Groen = de niveaulijn gevraagd bij e) f) Zoals je in de grafiek ziet, zijn er 4 hoekpunten, namelijk (16,0), (0,12) en de snijpunten van rood en roze en rood en blauw, welke, als je de grafiek goed tekent, (9,9) en (14,4) zijn. Je vult dit allemaal in de formule voor W in en dan krijg je op (16,0) = 10240 (0,12) = 6720 (9,9) = 10800 (14,4) = 11200 Dus bij 14 fauteuils en 4 sofa's is de maximale winst g) Ik denk dat je hier de tabel opnieuw moet invullen maar dan verrekend met het aantal fauteuils en sofa's dat je maakt 84 uur 12 uur 96 uur 28 uur 24 uur 52 uur 14 uur 4 uur 18 uur 8960 2240 11200 h) uit de tabel af te lezen: bekleding, houdt 20 uur over. |
| 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 | |\^/| Maple 12 (X86 64 LINUX) ._|\| |/|_. Copyright (c) Maplesoft, a division of Waterloo Maple Inc. 2008 \ MAPLE / All rights reserved. Maple is a trademark of <____ ____> Waterloo Maple Inc. | Type ? for help. > f := x -> (sqrt(x) * ln(1+x^2)) / (2 + cos(x)); 2 sqrt(x) ln(1 + x ) f := x -> ------------------ 2 + cos(x) > r1 := simplify(diff(f(x), x)); 2 2 2 2 r1 := 1/2 (2 ln(1 + x ) + 2 ln(1 + x ) x + ln(1 + x ) cos(x) 2 2 2 2 2 + ln(1 + x ) cos(x) x + 8 x + 4 x cos(x) + 2 x ln(1 + x ) sin(x) 3 2 / 1/2 2 2 + 2 x ln(1 + x ) sin(x)) / (x (1 + x ) (4 + 4 cos(x) + cos(x) )) / > r2 := simplify(limit((f(x + h)-f(x))/(h), h=0)); 2 2 2 2 r2 := 1/2 (2 ln(1 + x ) + 2 ln(1 + x ) x + ln(1 + x ) cos(x) 2 2 2 2 2 + ln(1 + x ) cos(x) x + 8 x + 4 x cos(x) + 2 x ln(1 + x ) sin(x) 3 2 / 1/2 + 2 x ln(1 + x ) sin(x)) / (x / 2 2 2 2 2 (4 + 4 cos(x) + cos(x) + 4 x + 4 x cos(x) + x cos(x) )) > simplify(r1 - r2); 0 > QED |
Glowmouse heeft het in feite al gezegd. Alle uitspraken sluiten elkaar uit, d.w.z. als 1 waar is, is 2 t/m 10 niet waar, als 2 waar is zijn 1 en 3 t/m 10 niet waar, enz. Ergo, er kan er hooguit één waar zijn, en er zijn er minstens 9 onwaar. En verder spreekt 10 zichzelf tegen, aangezien er maar 10 beweringen zijn. Blijft over dat alleen 9 waar kan zijn.quote:Op dinsdag 3 februari 2009 02:39 schreef Game_Error het volgende:
En over die logica, 9 is gewoon de enige die kan kloppen als je ze nagaat, ik heb geen idee hoe ik dat moet bewijzen. Logica is nooit mijn sterkste kant geweest moet ik zeggen.
Lijkt mij ook.quote:Op dinsdag 3 februari 2009 15:51 schreef julian6 het volgende:
Dat dacht ik dus ook, misschien staat er weer een fout in dat antwoordmodelboek.
| Forum Opties | |
|---|---|
| Forumhop: | |
| Hop naar: | |