quote:
5 juni 2004
Eén landelijk elektronisch dossier voor patiëntengegevens, dat zowel specialisten als huisartsen en apothekers kunnen raadplegen. In 2006 moet het een feit zijn.
quote:
9 augustus 2005
Artsen zijn huiverig voor invoering van het nieuwe elektronisch patiëntendossier (EPD) uit vrees voor schadeclaims. Ze zijn bang dat medische fouten makkelijker aan het licht komen en sneller dan nu leiden tot eisen om schadevergoeding.
quote:
26 juni 2007
De doelstelling van het kabinet om het elektronisch patiënten dossier (EPD) in 2009 in te voeren, is niet haalbaar. Dat blijkt uit een onderzoek van Ernst & Young en Doxis Informatiemanagers onder bijna twaalfhonderd huisartsen, specialisten, apothekers en andere medici.
,,Onze rondgang onder medici toont aan dat de minister van Volksgezondheid nog een lange weg heeft te gaan om die doelstelling te halen'', aldus Nico Huizing, partner bij Ernst & Young. ,,Er zijn veel hobbels te nemen. Het is bijvoorbeeld nog niet volledig duidelijk welke informatie in het elektronisch medicatiedossier (EMD) wordt opgenomen.''
quote:
8 april 2008
Honderdduizenden mensen hebben de afgelopen jaren verkeerde medicijnen gekregen of een verkeerde operatie ondergaan.
Dat schat patiëntenvereniging NPCF. Die fouten hadden voorkomen kunnen worden als de behandelend arts de juiste gegevens van de patiënt had gehad. De oplossing lijkt zo simpel: artsen en apothekers moeten informatie met elkaar uitwisselen. Dat kan makkelijk als alle patiëntendossiers niet meer op papier worden bijgehouden, maar digitaal. Zo raken dossiers niet kwijt en worden overschrijffouten voorkomen.
quote:
6 mei 2008
Huisartsen of apothekers die een fout maken in het medisch dossier van een patiënt zijn aansprakelijk wanneer daardoor een andere arts een fout maakt.
Dat schrijft minister Klink (volksgezondheid) in een brief aan diverse beroepsorganisaties in de zorg.
De minister schrijft nu dat artsen ‘aansprakelijk kunnen zijn voor fouten in de behandeling die ontstaan door ontbrekende of onjuiste informatie’. Iedereen moet zorgen dat er geen fouten in een medisch dossier staan. Ook zijn artsen zelf aansprakelijk wanneer die informatie bij onbevoegden terecht komt. Alleen wanneer er door bijvoorbeeld een storing in het landelijk systeem iets mis gaat, geldt dat niet.
quote:
21 september 2008
Al jaren wordt er over de invoering gesteggeld: het elektronisch patiëntendossier. Minister Ab Klink (Volksgezondheid) wist het zeker bij zijn aantreden: nu moest het maar eens afgelopen zijn.
Maar is het nu ook echt afgelopen? Of begint het hele circus weer van begin af aan?
1. Inleiding
Zomaar een greep uit wat nieuwsberichten vanaf 2004 over het EPD, het Electronisch Patientendossier, dat ingevoerd had moeten worden dit najaar.
Verschillende ziekenhuizen zouden intern gaan testen, uitgezocht werd hoe het met aansprakelijkheid, inzichtelijkheid en veiligheid zat, maar uiteindelijk, nu het volgens de minister, bijna zover is, beginnen de betrokken partijen tegen te stribbelen.
Wat is er mis met het EPD? Waarom is deze ‘messias’ die enkele jaren geleden als dé oplossing voor medische fouten geïntroduceerd werd ineens ‘verouderd’ of ‘onveilig’?
2. Even samenvatten
Het Electronisch Patienten Dossier (EPD) moet een middel worden om de gezondheidszorg te ontlasten én het aantal medische fouten terug te dringen.
In het EPD komen alle medische gegevens van een patient te staan:
• Ziektes een aandoeningen
• Historie van doktersbezoeken en bijbehorende diagnoses en medicatie-voorschriften
• Informatie over medicijnallergieën
• Enzovoorts.
Door bijvoorbeeld het medicijngebruik van een patiënt in te zien, kan een andere arts bij opname controleren of hij de patient bepaalde medicijnen wel of niet kan geven. Sommige medicijnen gaan namelijk niet samen of een patient kan uiteraard allergisch of overgevoelig zijn voor een bepaald soort medicijnen. Met het EPD moet voorkomen worden dat patiënten medicijnen krijgen toegediend waar ze absoluut niet beter van worden.
3. Wat is er mis?
Wat er precies mis is met het de hemel ingeprezen EPD is niet direct duidelijk als je alleen afgaat op de krantenartikelen die verschijnen in AD en Volkskrant. Snel denk je dan “Die artsen moeten niet zeuren, je moet toch érgens beginnen?” Maar als je je er iets meer in verdiept, als informatiekundige vanuit het oogpunt van de medische wereld, komt er een hoop informatie over je af als je de ‘waarom-vraag’ stelt.
3.1. Paardentram
Op vrijdag 1 augustus verscheen er in de krant een aankondiging van een artikel in “Medisch Contact”, een tijdschrift voor en door mensen in de gezonheidszorg. Twee adviseurs van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) verklaren hierin: “Het systeem voor het elektronisch patiëntendossier (EPD) dat minister Ab Klink wil invoeren, is al bij voorbaat verouderd.”
Volgens de twee adviseurs maakt de in het wetsvoorstel beschreven infrastructuur geen gebruik van internet, maar is het een gesloten systeem met eigen beveiligde datalijnen. Op deze manier is het moeilijk patiënten toegang te geven tot hun eigen dossier en is het systeem niet toekomstbestendig.
“Hoewel het om een kaderwet gaat, beslaat de minutieuze beschrijving van de infrastructuur van het schakelpunt een belangrijk deel van het wetsvoorstel. De beschreven infrastructuur maakt geen gebruik van het openbare internet: het is een gesloten systeem met eigen beveiligde, datalijnen. Het heeft weinig of niets van doen met een integraal EPD en is meer een systeem voor het elektronisch opvragen van uittreksels uit het patiëntendossier.”
Er zijn inmiddels meerdere alternatieven op de markt, zoals Microsoft Healthvault en zelfs Google-Health die wel gebruik maken van het internet. Via een https-verbinding is het veilig en makkelijk voor alle deelnemers in het EPD-circuit (van patient tot arts tot zorgverzekeraar) mogelijk om informatie snel in te zien. Via de door de wet vastgestelde beveiligde interne datacircuits wordt aan het hele idee van ‘voor iedereen bereikbaar, waar en wanneer dan ook’ totaal niet voldaan.
3.2 Kinderziektes of grove fouten?
Ook zijn er naast het feit dat het een gesloten systeem betreft, nog meer zaken die de invoering van het EPD op korte termijn onmogelijk maken.
In het Medisch Contact nummer 63, waarin een ander artikel (zie bijlage 2) staat gedrukt, is te lezen dat het EPD nog niet te verwezenlijken is door een aantal zaken.
Diverse partijen zijn bezig met het ontwikkelen van een patientendossier . Deze partijen hebben allemaal een ander doel of insteek voor ogen waardoor er in feite verschillende producten op de markt komen die volgens de verschillende producenten allemaal het EPD zijn.
3.3 Schoenmaker, blijf bij je leest!
De rol van de overheid moet volgens de schrijvers van het stuk niet zijn het invullen van het systeem, maar het “meedenken en bijsturen”. Zij moeten er zijn om standaarden vast te stellen zodat de softwareontwikkelaar(s) zich daar aan kunnen houden. Zodra een nieuw ontwikkeld EPD voor alle instanties werkt, kan het in zo’n geval makkelijker worden aan elkaar worden gekoppeld dan wanneer elk ziekenhuis zijn eigen formaten, velden en documenttypes hanteert.
Ook moet de ICT-sector niet voor ‘het veld’, zoals de schrijver van het stukje de betrokken instanties noemt, gaan denken. De mensen die er mee moeten gaan werken, (huisartsen, specialisten, apothekers en zorginstanties) zijn degenen die om de tafel moeten gaan zitten om een eenduidig systeem te kunnen ontwikkelen wat precies doet wat men in de praktijk nodig heeft.
En dat is waarvoor wij hier zitten, als informatiekundigen: het eenduidig in kaart brengen wat ‘het veld’ wil. Wij zijn degenen die aan de ‘echte’ ICT-mensen moeten vertalen wat de betrokkenen willen. Wat er moet kunnen en ook wat er vooral NIET moet kunnen, bijvoorbeeld met het oog op veiligheid en betrouwbaarheid, de twee zaken waarop het hele EPD kan falen of slagen.
3.2 Betrouwbaarheid voor alles!
Een voorbeeld voor hoe de betrouwbaarheid van de informatie in het systeem geschaad kan worden is het volgende. De heer dr. C.A. van Donselaar, schrijver van laatsgenoemde artikel, heeft het over een ‘Informatie-explosie’, wat inhoudt dat álles wat los en vastzit over een patient in het EPD zal worden opgenomen. Hier zullen ook foute diagnoses, te vroeg gestelde en incomplete diagnoses en ga zo maar door tussen kunnen zitten.
Veel van deze informatie zal totaal niet relevant zijn voor een directe vraag die een arts heeft bij het raadplegen van het EPD. Een efficiënte manier van filteren is er voor het EPD niet gevonden waardoor een informatiezoeker door de bomen het bos niet meer zal zien en zo zonder het te weten wellicht incomplete of foute informatie zal gebruiken voor voortzetting van medicatie of andere vorm van behandeling.
Ook is het idee opgevat van een ‘slim en meedenkend systeem’. Een systeem dat nieuwe en afwijkende uitslagen markeert voor een opener van het dossier, zodat deze hiermee rekening kan houden bij het opstellen van een behandelingsplan of zelfs een ontslagbrief. De ICT-ers hebben dit opgelost met een ‘What is new-rubriek’ op de ik neem aan de overzichtspagina van een patentien-dossier. Echter, ook hier kan een hoop vervuiling ontstaan als alles wat los en vastzit naar het EPD wordt geïmporteerd. ‘Het veld’ vindt dat hier een slimmere oplossing voor moet komen, wederom een eenduidige oplossing.
3.3 Wie de schoen past….
Het bekende gezegde is hier nog een groot vraagstuk, want wie heeft die schoen gepast zodra het EPD in werking is getreden?
Duidelijk is geworden dat meneer Klink (en de meerderheid van de Kamer) vindt dat de artsen verantwoordelijk zijn voor het maken en onderhouden van het EPD. Met het EPD kunnen door de mogelijkheid om bezoeken en wijzigingen te loggen medische fouten sneller aan het licht komen (ook hier is een hele discussie over ontstaan aangezien men bang is voor Amerikaanse praktijken met betrekking tot schadeclaims, maar dat is weer een heel andere discussie), dat is een feit.
Maar wie is er verantwoordelijk voor fouten in het programma ‘EPD’. Zijn dat de bouwers? Neemt de overheid de schuld op zich als door een programma of rekenfout verkeerde diagnoses en medicaties worden vastgesteld? Wat als de informatie, zoals eerder genoemd bij de “informatie-explosie” zo talrijk en onoverzichtelijk is dat de relevante informatie in een zee van irrelevante informatie zwemt? Wat als er een dode valt? Wie heeft dán die schoen aangetrokken?
Voordat een immens en allesomvattend systeem wordt geïmplementeerd moet duidelijk zijn wie bij welk soort gevallen de volledige of gedeelde aansprakelijkheid op zich moet nemen.
4. En zo kunnen we nog wel even doorgaan… (afsluiting)
Als je je dus verdiept in de hoe’s en waarommen van de angst van artsen en specialisten omtrent het EPD, kun je wel begrijpen dat de artsen willen weten waar ze aan toe zijn voordat ze in het diepe gegooid worden. De bovengenoemde zaken zijn nog maar het topje van de ijsberg, maar wel de grootste struikelblokken van dit moment.
Wat er ‘kortweg’ nog moet gebeuren is in het voorwerk alleen al weer jaren opnieuw overleggen en vergaderen. Hopelijk met meer informatiekundigen en een terughoudende rol in het ontwikkelproces van de Overheid.
Het is aan ‘het Veld’ en de Informatiekundigen om een systeem te ontwerpen dat alles kan wat nodig is, dat alles zal kunnen wat in de toekomst nodig is (makkelijk aanpasbaar) en wat bovenalles eenduidig is.
Alle ziekenhuizen in Nederland, elke huisartsenpost en elke zorgverzekeraar moet op hetzelfde netwerk in kunnen loggen en precies dezelfde informatie als kunnen bekijken, zonder dat er verschillende versies van bestaan. Één versie, één bestand, maar niet één jaar…
Voordat we zover zijn moet er nog heel wat gebeuren, en wie weet, als we over 4 jaar afgestudeerd zijn, kunnen ook wij nog ons steentje bijdragen. De messias laat dus hopelijk nog even op zich wachten…
Bronnen hierbij:
Bij voorbaat Achterhaald!en
ICT als Zorgenkind