quote:
Voetbal is mijn slagader, mijn toekomst
Voor een ieder die Afonso Alves graag wil vergeten, is er een medicijn: Miralem Sulejmani. De 19-jarige Serviër steelt de harten van Friesland. Een reportage.
DOOR REMCO RECTERSCHOT
Sulejmania
Tina Lageweg (manager communicatie & pr) vouwt een landkaart open om aan te geven waar Corner, de nieuwe krant van SC Heerenveen, gratis wordt verspreid. Heel Friesland is gearceerd, evenals de Waddeneilanden (op Texel na) en hele stukken Groningen en Overijssel. Het beoogde achterland loopt zelfs door tot over de Afsluitdijk, zo het land van Dirk Scheringa in, richting Schagen. Tussen AZ en Heerenveen komt het niet meer goed.
Op de voorpagina van Corner een artikel over Miralem Sulejmani. Gesteld wordt dat de 19-jarige Serviër de absentie van Afonso Alves compenseert ‘met technische hoogstandjes, bekeken spel, rushes, assists en goals. Een kroonjuweel.’ Toe maar.
Verwonderlijk is dc Friese zucht naar frisheid niet. Zelfs voor media is het prettig om even niet te hoeven berichten over de strontvervelende transfersoap rond Afonso Alves.
De kop boven het artikel: Sulejmania.
Gele schoenen
In een koddige colonne rijden spelers van SC Heerenveen van het Abe Lenstra Stadion naar het terrein van de nabijgelegen amateurclub. Ze hangen er hun autosleutels aan een hek langs het veld en gaan trainen. De knalgele schoenen vallen op, ook door hun bewegingsritme en snelheid. Ze horen bij de man wiens naam en uiterlijk niet zouden misstaan in een Harry Potterfilm.
Pap
Vertrouwensmannen zien er doorgaans minder betrouwbaar uit dan deze kleine opa die iedereen wel had willen hebben. Vriendelijke, bruine ogen, warme stem, vertrouwd snorretje. “Pap,” noemt hij zich met een Slavisch accent dat in nicotine is gedoopt. En zo noemt iedereen hem bij Heerenveen.
Dragi Putevski werkt al elf jaar voor SC Heerenveen als scout. Samen met oud voorzitter Riemer van der Velde en hoofdscout Bert Pijffers. Het werkgebied van Pap is de Balkan. Wat het geheim is van goede scouting? “Wij krijgen erg veel ruimte?’
Pranjic
“Sulejmania?” Danijel Pranjic (26) glimlacht. “Ik moet vaak vertalen, Miki spreekt amper Engels en Nederlands. Niet erg, ik help hem graag.” Knipoog. “Mooi dat hij nu de grote ster is?’ De twee verstaan elkaar perfect. “We spreken dezelfde taal, al noemen ze het in Servië Servisch en in Kroatië Kroatisch. We komen eigenlijk uit hetzelfde gebied’ Het gebied waar begin jaren negentig een burgeroorlog woedde. Pranjic’ katholieke vader werd ruim drie maanden gevangen gehouden door Servische moslims, het volk waartoe Sulejmani behoort. De Serviër was te jong om het allemaal bewust mee te maken en hoewel dat verleden diepe sporen naliet bij Pranjic, laat de Kroaat het buiten beschouwing. “Miki is gewoon een goeie jongen, altijd vrolijk. Ach, als je zo oud bent, denk je slechts aan morgen. Vanaf het moment dat hij hier kwam, trok hij naar mij toe. Naar mij en Pap. Wij zijn Mikki's familie hier. Hij eet hij mij en mijn vrouw (Sulejmani: ‘Kippenbouten, lekker’) en we zitten vaak samen achter de PlayStation.”
Terwijl Pranjic licht geblesseerd het veld verlaat en wegrijdt in zijn auto, bekroont Sulejmani op het veld twee solo’s met doelpunten. Na de training kijkt hij op de parkeerplaats licht wanhopig om zich heen. Er zwaait een portier open, Sulejmani perst zich op de achterbank tussen ploeggenoten.
Scooter
“Hij rijdt normaal gesproken altijd met Danijel mee,” zegt elftalleider Joop Heida, “Mikki heeft nog geen rijbewijs.” Een mooi, plezierig ventje, noemt Heida hem. “Ondeugende humor Als hij een woord hoort, zegt-ie dat de hele week na zonder de betekenis te kennen. Zo heet ik alweer een paar dagen komkommer.”
Vooruit, nog éénmaal het verhaal over de scooter. “Omdat Mikki geen rijbewijs heeft, kocht hij een scooter Op een gegeven moment kreeg iedereen een parkeerkaart, hij wilde er ook een. Hebben we een kleine parkeerplaats voor hem gemaakt met zijn naam erop. Algehele hilariteit natuurlijk’
Mintgroene smurrie
Er golft mintgroene smurrie tussen twee stoeptegels door omhoog. Vlak voor het beeld van Abe. Trainer Gert-Jan Verbeek, die zijn eigen huis bouwt, haalt zijn vinger door de plas. “Geen verf,” oordeelt hij. Het spul blijkt per ongeluk te zijn opgepompt bij uitbreidingswerkzaamheden en wordt opgeruimd, Het dreigt een enerverende dag te worden in de stad waar bijna net zoveel mensen wonen als er in het stadion passen en waar de dames van de croissanterie tot de bezienswaardigheden mogen worden gerekend.
Pap lacht. “Heerenveen is ideaal voor een jong talent, het is geen Amsterdam.” Geen Jimmy Woo voor Sulejmani.
Sulejmani: “Hier is best wat te doen. Ik ga graag stappen. Niet over de grens. ik wil geen problemen met de club. Maar als de jongens gaan, ga ik mee.”
Miki
In het restaurant ontstaat een kleine enclave. Serviër Sulejmani, Kroaat Pranjic, Macedoniër Pap, jeugdspeler Darko Bodul (een achttienjarige Bosnische Oostenrijker) en nog wat types van verschillende (Balkan)nationaliteiten.
Pap en Sulejmani zitten aan de interviewtafel, de rest roept vanaf een andere tafel. Pap begint te schelden tegen Pranjic. “Bijdehand,” oordeelt hij naderhand, “Macedonië — Kroatië 2-0, wat wil hij nou?”
Sulejmani: “Komkommer!”
Pap draait zich om naar de lachende Pranjic: “Kroatië — Nederland 0-3!”
Wegwerpgebaar.
Pranjic roept wat terug.
Pop tegen de nietsvermoedende ober:
“Breng me een mes. Nu! Een bot mes!” Ook Sulejmani lacht. Pap, minachtend:
“Vriend, Macedonië — Servië 1-1
Dat was de wedstrijd waarin Sulejmani onlangs debuteerde, maar waarvan hij vooraf beweerde dat hij de beslissende 2-1 zou maken.
Pap: “Mooi niet, hij werd in de rust gewisseld.”
Sulejmani: “Maar mooi was het, spelen voor Servië. Sinds ik kan dromen, droom ik daar van. Mooi om met Danko Lazovic en al die andere sterren te spelen. Nemanja Vidic van Manchester, Dejan Stankovic van Inter, Nikola Zigic van Valencia en daartussen stond ik, de jongste!”
Zijn hele familie had in Belgrado trots naar de tv gekeken. “Mijn ouders hebben mij en mijn zus in alles geholpen en gesteund, we waren tevreden kinderen.” Heimwee heeft hij niet, beweert Sulejmani. “Ik heb hier ook familie, met Pap en Danijel en die jongens daar. Bovendien komen mijn ouders en zus geregeld naar Heerenveen.” Pap laat echter bij de vraag naar heimwee liefdevol ook een meisjesnaam vallen. Sulejmani schudt zijn hoofd. “Niet opschrijven’ Zijn blik verraadt eenzelfde soort tegenzin als er naar zijn stroeve start bij Heerenveen wordt gevraagd.
AZ wilde hem hebben, net als Heerenveen. Beide clubs waren niet bereid om al te veel te betalen aan Partizan Belgrado waarde aanvaller onder een mager contract stond en waarvoor hij slechts één wedstrijd speelde. Hij liep stage bij AZ, dat niet doorzette. Heerenveen nam het risico. Gevolg: een conflict met Partizan dat werd beslist door arbitrage van de FIFA. Heerenveen trok aan het langste eind, maar Sulejmani was een halfjaar niet speelgerechtigd. “Na mijn debuut voor Partizan, ik was zestien, kreeg ik een zware blessure aan mijn wreef waardoor ik er een tijd uit was. Daarna bepaalde de clubleiding van Partizan wie er speelde, hoewel de trainer liever jeugdige spelers opstelde. Vervolgens was er interesse van andere clubs, maar wilde Partizan een hoge vergoeding.”
Sulejmani weigerde echter de verbintenis te ondertekenen die ervoor zou zorgen dat Partizan daar recht op had. Dapper. "Want," weet Pap, "de tijd dat jeugdspelers onder valse voorwendselen tienjarige contracten tekenden, ligt niet heel ver achter ons. Vervelend was het allemaal wel, Mikki kon ook niet meedoen met Jong Servië. We steunden hem mentaal, maar stonden eigenlijk behoorlijk machteloos.”
Sulejmani: “Het was best zwaar, ik trainde mee, maar mocht alleen af en toe een oefenwedstrijd met het tweede meespelen. Als het stadion vol zat, zat ik op de tribune. Pap en Danijel steunden me zoals mijn eigen familie mij zou steunen als die hier was geweest. Dankzij hen en mijn karakter heb ik het volgehouden.” Sulejmani wilde per se slagen als profvoetballer. “Ik sliep vroeger met een bal. Vanaf het moment dat ik loop, kleeft er één aan mijn voet. In mijn appartementen liggen er drie: de nieuwe EK-bal, een SC Heerenveen-bal en een Barcelona-bal. Voetbal is mijn slagader, mijn toekomst’
Pap: “Het liefst loopt hij met een bal de poort uit.”
Een serieus onderwerp.
Sulejmani: “Ze zijn geel, klopt. Ik heb ze omdat ze goed zitten en lekker lopen. En als iets ook nog mooi is, moet je het zéker aantrekken.” Hij is gek op aandacht, geeft hij toe. Aandacht die flink toeneemt. “Logisch:’ vindt Sulejmani. ‘Als je goed speelt, weten mensen je te vinden. In Belgrado was ik niemand, hier willen mensen een praatje met me maken. Met handen en voeten, een beetje in het Engels, een beetje in het Nederlands. Mooie mensen, fans van Heerenveen.”
Almelo
Op het antivoetbalveld van Heraeles komen de spelers in vorm niet uit de verf. Michael Bradley, Pranjic en Sulejmani knokken tegen zichzelf en de harde tegenstand, alleen Gerald Sibon is in redelijke doen. Sulejmani wordt door Rahim Ouedraogo over het kunstgras geschopt en komt tot nog geen twintig balcontacten waarvan de helft niet goed is. Hij wint slechts drie van de veertien persoonlijke duels, maar kopt in dc dertigste minuut wel 1-2 binnen. Het wordt nog 2-2, kort voor tijd probeert Rahim om een definitief einde te maken aan Sulejmania. Hij krijgt ‘rood’.
Sulejmani heeft de moordaanslag overleefd en staat na afloop met Pranjic voor de camera’s van Omroep Friesland. Pranjic tegen de verslaggever: “Mikki zegt dat hij wel vaker een kopgoal heeft gemaakt. Hoeveel? Weet ik veel...”
Hoe lang het nog gaat duren voordat Sulejmani een interview in het Nederlands kan geven?
Sulejmani zelf: “Nog twee maanden.” •
sportweek.