Als ik de volgende berichten lees:
quote:
Linkse groepen in Scandinavië waarderen Tanja
In linkse kringen in Denemarken en Zweden mag de Colombiaanse rebellenbeweging FARC op veel sympathie rekenen. Organisaties en stichtingen spannen zich voor de rebellen in. En voor Tanja Nijmeijer bestaat waardering.
In 2005 gaf de Deense organisatie Oprřr een groot feest in Kopenhagen. Er was harde muziek, het was lekker weer en de honderden feestgangers konden zich aan de buitenbar bezatten. Uit de opbrengst van het feest en een inzamelingsactie werd 8.500 dollar overgemaakt naar de Colombiaanse rebellenbeweging FARC. Weken later kreeg Oprřr-woordvoerder Christine Lundgaard een foto opgestuurd van vier breedlachende guerrillero’s. In hun handen een plastic tas, de dollars puilen er uit. „Het maakt mij niet uit wat ze ermee doen, of ze nu een landmijn kopen of een radiostation opzetten”, vertelt Lundgaard in een kroeg in Kopenhagen.
Christine is niet de enige in Scandinavië die de FARC onvoorwaardelijk steunt. De grootste guerrillabeweging van Latijns-Amerika kan in Kopenhagen en Stockholm rekenen op sympathie van veel links georiënteerde groeperingen. Het verhaal van de Nederlandse FARC-strijdster Tanja Nijmeijer is hun bekend. De meesten hebben waardering of begrip voor haar besluit de wapens op te nemen tegen de Colombiaanse regering.
Gemeenteambtenaar Lundgaard (33) bezocht Colombia in 2000. Ze had gehoord over de gedemilitariseerde zone rond San Vicente del Caguán in Zuid-Colombia. Daar kon de FARC open huis houden tijdens de onderhandelingen met de regering. Het was er een komen en gaan van diplomaten, journalisten en buitenlandse activisten. FARC-afgevaardigden konden nog vrij reizen naar Europa. „Het leek me een interessant politiek experiment”, vertelt Lundgaard. Het beviel haar in Caguán. „Als je de zone binnenging, wachtten er interessante discussies, muziek, gezelligheid, rumba.” Volgens haar was de guerrilla „geworteld in de samenleving”.
Later keerde ze een paar keer terug. Na haar donatie kan dat niet meer. Maar Lundgaard heeft nog steeds ‘mechanismes’ om met de FARC in contact te treden, zegt ze. „Vechten zoals de FARC doet is een laatste, maar gerechtvaardigd middel. Ik ben alleen niet toegetreden, omdat mijn inzet vanuit hier effectiever kan zijn.”
Zo verzet ze zich met Oprřr tegen de Europese en Deense antiterreurwetten. „De gift aan FARC was ook bedoeld om de Deense justitie te provoceren”, zegt John Jakobsen, voorman van de vakbond van steigerbouwers. De actie slaagde, zegt hij: tegen een woordvoerder van Oprřr is een proces aangespannen wegens steun aan een terroristische organisatie. Andere Deense activisten richtten vorig jaar het bedrijfje Fighters and Lovers op, dat T-shirts op de markt bracht met een logo van de FARC. Na twee maanden viel de politie het Solidaritetshuset binnen waar het bedrijfje was gevestigd. De zeven ‘ondernemers’ moeten donderdag voorkomen. Ze kunnen maximaal tien jaar gevangenisstraf krijgen.
Hun woordvoerder, Michael Schřlaerdt, vertelt wat hem bezielde. „Ik ben een professionele problemenzoeker”, legt hij uit in het activistenpand. Naast een poster van het Communistisch Manifest hangen nog twee T-shirts. Schřlaerdt (55), type oudere jongere, is al een half leven actief in solidariteitsgroepen. Hij is nooit in Colombia geweest, maar de twintigers en dertigers, die veruit de meerderheid vormen in de solidariteitsbeweging, bijna allemaal wel. Zij organiseren reizen naar Colombia, waar ze als ‘menselijk schild’ willen dienen voor bewegingen van boeren, studenten en indianen. Rune Stahl ging deze zomer voor het eerst naar Colombia. De ondervoorzitter van de Deense studentenvakbond ontmoette vorig jaar zijn Colombiaanse collega Diego Marín in Kopenhagen. „Toen Marín over de moorden op negen collega’s vertelde, begreep ik pas dat de oorlog niet alleen aan het front gevoerd wordt, maar ook op de universiteiten”, vertelt Stahl.
Stahl merkte dat hij en Marín, ieder in hun eigen land, voor dezelfde zaken vochten. „Ook Colombia bezuinigt op onderwijs en wil het privatiseren. Maar ons werk stelt vergeleken met dat van hen natuurlijk weinig voor.” Hij schrijft nu protestbrieven aan Bogotá en wil meer reizen en uitwisselingen regelen.
Tigran Feiler van het Zweedse Colombianetwerket is al vijf jaar activist. Nu staat hij met nog zes anderen wit geschminkt en met een lijkkleed om te wachten voor de Colombiaanse ambassade in Stockholm. De Colombiaanse minister van Buitenlandse Zaken Fernando Araújo is even daarvoor de limousine uitgestapt. Later schaart Jens Holm zich bij het protest. De jonge linkse politicus is lid van het Europees Parlement. Hij pleit in Brussel tegen plaatsing van FARC op de EU-terreurlijst. „Er zijn kanten van de FARC die je moet kritiseren, maar ik steun hun doel”, zegt hij. Betoger Tigran knikt heftig. Maar hij keurt Tanja’s keus voor de gewapende strijd af. „Zij helpt de Colombiaanse regering, want die kan nu in de media zeggen dat onze bewegingen worden gerund door de guerrilla.”
Dit maakt de doorbreking van het „informatiemonopolie van de regering” alleen maar dringender, zeggen de activisten. Zo registreerde het Deense mediacollectief Monsun de aan de guerrilla gelieerde website prensarural.org. Anderen werkten mee aan een positieve documentaire over de FARC, Guerrilla Girl. Ook Café Stereo doorbreekt het ‘informatiemonopolie’. Dagelijks zendt het pro-FARC boodschappen uit via de eigen website (ajpl.nu).
In een cafetaria in Stockholm vertellen de radiomakers John Rojas en Juan Carlos Estrada hoe succesvol ze zijn in het bereiken van een Europees publiek. De twee kwamen begin jaren negentig als politiek vluchteling naar Zweden. „We hadden twee opties: de guerrilla in of het land uit”, zegt Rojas. „We hadden de ballen niet om te vechten. Maar de FARC blijft het enige levensvatbare alternatief voor deze regering.” Daarom voeren ze de strijd nu via internet. „We zenden muziek uit, kritische politieke analyses, aanklachten. We merken dat de vrees in Europa voor ons verdwijnt.”
Rune Stahl vindt de overvloed aan informatie soms lastig. „Ik vraag me wel eens af waarom ik me in zo’n gecompliceerd conflict meng.” Is het bij al die verwarring dan niet verleidelijk onvoorwaardelijk voor één kant te kiezen, zoals Tanja deed? „Ja, misschien wel. Maar toch vooral omdat ik dit onrecht niet kan negeren.”
Dagboekfragmenten
De Nederlandse guerrilla-strijdster Tanja Nijmeijer, alias Eillen, is voorafgaand of na haar toetreding tot de Colombiaanse FARC mogelijk getraind in Spanje. Dit maakt mensenrechtenactiviste Liduine Zumpolle op uit de dagboekfragmenten die in haar bezit zijn. Op 3 juli van dit jaar schrijft Nijmeijer over „een mogelijkheid dat ik naar buiten word gestuurd. [...] Ik dacht eerst dat ik het niet aan zou kunnen, maar nu denk ik van wel. Eindelijk iets nuttigs doen. De eenzaamheid overleef ik wel, ik heb Spanje ook overleefd, wat toch ook wel een pittige ervaring was.”
Misschien Nijmeijer doelt op een opleidingskamp in Spaans Baskenland, of op missie nadat ze in 2002 toetrad tot de FARC, die banden heeft met de Baskische afscheidingsbeweging ETA. Nijmeijer heeft in Spanje stage gelopen.
,,De helft van de dagboeken beschrijft de ellende met wisselende vriendjes en haar eenzaamheid”, aldus Zumpolle. „Uit respect voor de privacy” geeft ze die niet vrij, hoewel er via andere bronnen wel uit is geciteerd. Het vrijgeven van de andere fragmenten dient, meent zij, een hoger belang. „Tanja noteert heel eerlijk haar eigen proces van verharding en morele aftakeling.” Dat kan volgens Zumpolle een waarschuwing zijn voor andere jongeren.
Bronquote:
ANP
Uitgegeven: 15 september 2007 17:57
UTRECHT - De Nederlandse vredesmissie in Afghanistan kan alleen succes hebben als het Westen gaat onderhandelen met aanhangers van de Taliban. Humanitaire hulp en vredestroepen zijn nodig, maar niet voldoende om de problemen van Afghanistan op te lossen.
Dat stelde oud-minister Jan Pronk zaterdag vast bij de opening van de 41e Vredesweek. Onder het thema Vechten voor Vrede stelt de kerkelijke vredesbeweging IKV Pax Christi dit keer vredesmissies centraal.
Zaterdag ging de discussie vooral over de Nederlandse vredesmissie in Afghanistan. Pronk zei dat het Westen soms moet onderhandelen met partijen die zich gruwelijk hebben misdragen, omdat er anders geen perspectief is op een blijvende uitweg uit een situatie van onderdrukking en geweld.
BronEn daarnaast kijk hoe links met groepen als milieudefensie omgaat enzo vraag ik mij toch of wat deze relatie tussen links en fundementalisme veroorzaakt.
Heeft er iemand misschien een idee?
Experience is what you get when you don't get what you wanted
Take my advice ... I don't use it anyway...
Een goede Fok! SearchEen goede Fok! Search