12 Juni 2003
Lief dagboek.
Vandaag was een geweldige dag voor me, zo heb ik besloten.
Een of ander vadsig wicht had zich in de nesten gewerkt, het zal de eerste niet zijn, dit soort randfiguren hebben vaak de neiging om zich in de meest belachelijke situaties te manoeuvreren, op de minst gunstige tijdstippen. Ik weet niet wat het is met dit soort volk, maar volgens mij is het een gevolg van een gebrekkige opvoeding, of een soort van diepgeworteld verlangen om een leegte uit hun jeugd op te vullen, hoe dan ook, als het weer zo ver is, dan ben ik degene die ze optrommelen om het probleem op te komen lossen.
Dit keer was het niet anders dan de voorgaande keren. Jonkvrouw, al dan niet schoon, geketend aan een rots, al dan niet boom, ziet haar toekomst in rook opgaan. Het is natuurlijk niet om de minste reden dat het armzalige schepsel daar haar laatste uren slijt. Zoals gewoonlijk voldoet het mormel aan de eisen die zijn gesteld aan het huis- tuin- en –keukenoffer. Hier en daar wordt er wat mee gesjoemeld, het schoonste volk is al lang en breed achter de kiezen van een monsterlijk schepsel verdwenen, of ze hadden het nodige verstand gevonden om hun biezen, ruim voor de noodlottige dag, te pakken. Dus als er geschreven staat “Schone jonkvrouw” dan neemt men vooral dat eerst gedeelte vrij ruim. Mochten er klachten binnenkomen, dan kan men zich altijd nog beroepen om het feit dat smaak subjectief is.
Ik kan niet zeggen dat ik stond te kijken van hetgeen ik aantrof op de plek des onheil. Ik heb niets tegen dikke mensen, echt niet, ik zweer het, maar als ik een mollig grietje zie dat door een bende achtergestelde boeren net iets te strak is vastgebonden, dan kan ik het ook niet helpen als het eerste beeld in me opkomt er een is van ingesnoerd spek.
Ze gaf al vrij snel aan dat ze niet bepaald onder de indruk was van het hele gebeuren. Ze hadden haar al goed vroeg uit haar bed gesleurd en haar aan de rots vastgemaakt. Ze was overduidelijk niet echt te spreken over dit hele ritueel. Geen goed woord had ze over voor de organisatie. Ze stond er nu al meer dan een halve dag, en het monsterlijke geschubde wezen met vlijmscherpe klauwen, ogen van vuur, en een gevorkte tong als die van de duivel, liet lang genoeg op zich wachten om zijn offer te halen. Het beest was niet komen opdagen, en na het eerste uur had ze geen trek meer gehad om te gillen, deze dag was een zware teleurstelling.
Het duurde dan ook niet lang eer ze haar woede in mijn richting stuurde. Wie was ik om zo laat nog op te komen dagen? Ze was verdomme een schone jonkvrouw, hoe haalde ik het in mijn verlepte kop om na het middaguur te komen kijken of er nog werk van kon worden gemaakt. Als de wereld niet zo gruwelijk oneerlijk was geweest dan hadden ze mij nog voor ze haar aan die rots hadden vestgezet gebeld.
Ik hield me koest, het was te verleidelijk om te stellen dat als de wereld eerlijk was geweest, ze dat laatste taartje best had kunnen laten liggen, en ze die overrijpe puist op haar bleke voorhoofd al drie dagen geleden uit had kunnen knijpen. Toen ze zich geroepen voelde om me te laten weten dat ze een zeer belangrijke vrouw was, en dat ze mijn leven tot een hel zou maken, liet ik doorschemeren dat mevrouw voor mijn part de koningin van Spekvet kon zijn, en dat ze lang kon wachten eer ik haar zou bevrijden uit deze hachelijke situatie.
Dacht ze werkelijk dat ik ook maar één vinger zou uitsteken naar een grofgebekt viswijf met pretenties? Dat deze labiele strontfabriek op ook maar een greintje sympathie kon rekenen na haar spastische klaagzang over het onrecht dat haar was aangedaan? Mijn god, ze hadden haar echt niet uitgekozen vanwege haar sprankelende persoonlijkheid, lelieblanke huidje, of haar bevallige meisjesfiguur, ze hadden gewoon een fikse homp vlees nodig om, wat het ook was dat haar ziekelijk trieste gehucht bedreigde een volle maag te geven, en gezien haar omvang zou dat zeker zijn gelukt.
En zodoende liet ik de ongelukkige zeug achter waar ik haar vond.
Eenmaal thuis aangekomen voelde ik me absoluut niet schuldig, het was ook niet het eerste kreng dat ik achter heb gelaten. Goede manieren, bescheidenheid en dankbaarheid zijn geen vieze woorden, en het is overduidelijk waar het aan schort in de hedendaagse opvoeding. De jeugd van tegenwoordig is alleen nog maar bezig met zichzelf, ze gedragen zich alsof ze alles kunnen maken en met moord kunnen wegkomen. Vroeger in mijn tijd, toen het gras nog groen was, en de lucht nog blauw, had zo’n houding je een pak voor je broek opgeleverd!
Oh ik moet niet vergeten om de DVD’s terug te brengen, ik geloof dat er al een boete op zit. Ik moet zeggen dat het teleurstellende films waren. Ik had meer verwacht van het vervolg op de Disney klassieker Bambi.
Het origineel was een ontroerende belevenis, een oprechte film doordrenkt met hartverwarmende authentieke emoties, de perfecte combinatie tussen humor en drama. Een intense belevenis, om de levenscyclus te kunnen volgen van een majestueus dier. Het antropomorfische aspect is overduidelijk aanwezig, ik behoef deze film niet naar een nieuw niveau te tillen door de weg naar volwassenheid van het jonge hertje gelijk te stellen aan de weg die wij allen moeten afleggen naar onze eigen volwassenheid, dat niveau is al aanwezig. De ontluikende liefde, de waarde van vriendschap en het overkoepelende gevoel van eenheid ondanks afkomst, het zijn levenslessen die we allen hebben geleerd tijdens onze reis. Bambi is onze gids, hij symboliseert onze eigen onkunde, onze nieuwsgierigheid en onze onschuld. Wij zijn allemaal een weeskind van het woud.
Het vervolg voelde koud en commercieel aan, er is duidelijk minder tijd besteed aan het uitwerken van de personages, en er is nauwelijks een dubbele bodem aanwezig. De film komt zelfs op bepaalde momenten over als een brute overduidelijke preek. Het mist diepgang, en ook al is de animatie een stuk gelikter dan die van het origineel, de inhoud lijdt overduidelijk onder de verschuiving van aandacht.
Prego Bitches taking it up the Ass, deel twaalf, bleek een vertrouwde keus te zijn geweest. Ik geef toe dat ik een bewonderaar ben van Candy Cummings. Deze voluptueuze hoogblonde twintiger-soms-dertiger-soms-barely-legal respecteer ik op zo veel meer niveaus dan alleen als lustobject.
Als actrice weet ze telkens weer met haar spel mijn ziel te raken. Ze zet een overtuigende strenge, doch rechtvaardige lerares neer. Ze werpt de camera een strenge blik toe en doet dit met zo’n overtuiging dat het aanvoelt alsof ze naar mij kijkt. Ik voel de convictie achter haar felgroene ogen. De kilheid is doordrenkt met rauwe passie en Candy weet het perfecte evenwicht te presenteren, en met een gracieus gebaar weet ze de afstandelijkheid van haar functie als docente te laten overspoelen door de dierlijke lust van een wanhopige vegetariër die snakt naar warm vlees.
Maar mijn Candy kan meer, met hetzelfde gemak verandert de strikte stoffige ambtenaar in een venijnige lolita. Candy’s optreden in de film Barely Legal Catholic Schoolgirls Lesbian Funhouse 4 is nog altijd een meesterwerk, de wijze waarop ze speelse stoutheid en reine onschuld weet te combineren is een geldend voorbeeld voor de nobele kunst van het acteren. Ze is een veelzijdig beestje mijn Candy Cummings.
Toch moet ik een voetnoot plaatsen bij haar optreden in Prego Bitches ze mist op een bepaald moment die abstracte vluchtige eigenschap die haar zo speciaal maakt. Omsingeld door een vijftal mannen, maken zij en haar medespeelster een bijna verveelde indruk, terwijl de scène toch echt vraagt om veel meer dan dat. Wanhoop, angst, zelfverzekerdheid, dominantie, daar roept deze scène om, daar draait het segment om. Twee hartsvriendinnen die belaagd worden door een louche groep bestaande uit ruw mannelijk manvolk, en al wat Candy en Vannessa Cocksalot overbrengen is pure verveling. Wat de kroon op het verhaal had moeten zijn, vervalt zo in een clichématige aaneenschakeling van vleselijke handelingen, waardoor de overige scènes in kracht af moeten doen. Misschien ligt het aan de dynamiek tussen Candy en Vanessa, of is het te wijten aan het ontbreken van de alom belangrijke klik, misschien gewoon een slechte dag, een plotselinge verandering in het script, of een aanpassing aan de cast? Hoe dan ook, het enige minpunt aan een anderzijds perfecte film.
De wijze waarop de regisseur de pijn van een multicultureel trio -Is dat eigenlijk hetzelfde als multi-etnisch?- in beeld brengt is aangrijpend mooi. Als kijker voel ik me betrokken bij de beelden en het geluid dat de spelers produceren tijdens het spel der liefde. Het verhaal dringt tot me door en vervult mijn hart met een verfrissende spanning, alsof ik onderdeel ben van het geheel, alsof ik één van de gemaskerde figuren ben die de jonge vrouw ruw op het bed smijt en haar met mijn naakte lichaam neerdruk. Ik voel hoe ze zich probeert te verzetten, en hoe ze zich al snel overgeeft aan haar eigen schaamteloze verlangen en me gretig ontvangt.
Eigenlijk, Lief Dagboek, was vandaag helemaal niet zo’n geweldige dag, als ik er zo eens over nadenk. Al helemaal niet als mijn vermoedens omtrent Puffels gegrond blijken te zijn.
Hij kijkt zo gemeen uit zijn waterige, groengele ogen, er gaat iets sinisters schuil achter die duivelse en onmenselijke blik. Als hij daar zo ligt aan het voeteneind van mijn bed, kan ik aan het gespin horen dat hij aan mijn ondergang aan het bekokstoven is. Iets zegt me dat ik vanavond er goed aan doe om de deur van de slaapkamer op slot te doen als ik ga slapen.
Hunger I want it so bad I can taste it.
it drives me mad to see it wasted,
when I need it so bad that it's burning me.
I'm hungry!