quote:
Eigenlijk had ik dus vrij. Zit met een stapel boeken en kranten in een appartementje dat op het web was aangeprezen als zijnde met zeezicht. Dat klopt wel, want als je op het balkon gaat staan zie je net tussen een duin en een flatgebouw twee centimeter blauw. Nou ja. Daarentegen is er wel een computer voor de gasten, hoewel ik de muis moet ontfutselen aan de paardenminnende dochter des huizes die de hele dag paard kijkt. Ik kon het niet laten. Een klein tussendoortje, voorbeeld van ‘taalseksisme’. Daar lette ik vroeger erg op en ik heb nog ergens een map met vele voorbeelden. Ik maak me er niet meer druk over, maar soms struikelen mijn ogen even.
Neem de volgende fragmentjes tekst, komend uit een artikel van filosoof Andreas Kinneging, in een interessante bijlage van het NRC over ‘het redelijke beest mens’. Dit is de tekst. Zoek de fout.
"Denk aan Heracles op de tweesprong, met aan de ene kant een brede, makkelijk begaanbare weg, aangeprezen door een wulpse dame, en aan de andere kant een steil, smal, moeilijk begaanbaar pad. De eerste weg lijkt aantrekkelijker, maar leidt naar de afgrond. De tweede naar het geluk.
Hedonisme berust op een misverstand. Namelijk dat je van plezier, hedone, gelukkiger wordt. Je kunt het uitproberen. Ga maar eens naar de hoeren. Of koop steeds grotere auto’s. Ga steeds meer eten en drinken. En kijk of je daar gelukkiger van wordt. Nee dus. Dat snapt iedereen wel als hij erover nadenkt."
Taalseksisme gevonden? Die zit hier: de ‘hij’ in de laatste zin staat niet voor de gehele mensheid die de krant leest maar voor de helft. De mannelijke helft. Ik ben een vrouw en ik ga niet naar de hoeren. Kinneging spreekt, waarschijnlijk zonder daar maar een moment bij stil te staan, alleen zijn seksegenoten aan, minus de homoseksuele mannen die ook niet omvallen van een wulpse dame, plus, misschien, de lesbo’s alhoewel die ook zelden naar de hoeren gaan. Of om het anders te zeggen, Kinniging spreekt over mijn hoofd heen met andere mannen.
Ik heb er stapels van, van zulke voorbeelden. “De Eskimo’s leenden hun vrouwen uit aan de gasten”, waarmee duidelijk wordt dat die vrouwen geen Eskimo’s zijn en die gasten geen vrouwen. Vrouwen doen dat zelden. Die zijn van huis uit meer geneigd om de mannen bij de mensheid op te tellen. Je ziet het in meer zaken. Dat vrouwen vaker mannenboeken lezen, dan mannen vrouwenboeken. Dat er speciale categorieeen zijn. Je hebt literatuur en je hebt vrouwenliteratuur. Die laatste heet tegenwoordig chicklit. Eenzelfde categorie voor jongetjeslit heb je niet, maar dat spreekt vanzelf, want mannen zijn mensen. In de Eerste Kamer vindt je daar ook nog de laatste resten van. Op de lijst waarop de sprekers zijn aangegeven staat bijvoorbeeld Rosenthal, Kox en mevrouw Meulenbelt. Met andere woorden: mensen zijn mannen, tenzij nadrukkelijk anders aangegeven.
http://anjameulenbelt.sp.nl/weblog/2007/03/25/taalseksisme![]()
!!