Dag 8: TallinnDag 8 is mijn laatste dag (erna alleen nog halve ochtend) en ik heb nog genoeg te zien. Op deze dag wil ik o.a. het KUMU en Kiek in de Kök bezoeken en ook eens een wandeltocht door de oude stad begeleidt door een local bijwonen. Ik heb namelijk hele goede verhalen gehoord over deze (gratis) tours en vind het wel eens leuk om dat mee te maken. Na wederom een prima ontbijt in de buurt, ga ik op weg naar het KUMU. Het kunstmuseum van Tallinn, waar vooral de Estische kunst te bewonderen is. Waarbij het museum samenwerkt met de andere musea in de stad, o.a. het Kadriorg Paleis waar juist buitenlandse kunst te vinden is.
Deze dag is het museum gelukkig wel open om een bezoekje te brengen. Sinds 2006 is dit gevestigd in een zeer modern en architectonisch prachtig pand dat is ontworpen door een Finse architect die won uit vele ingezonden ontworpen voor het museum. En ook binnen is het museum zeer fraai en interessant. Met een grote diversiteit aan Estische kunst uit diverse periodes van het land. Waarbij goed naar voren komt welke invloed al die verschillende landen als overheerser van Estland hebben gehad. Grotendeels wist ik die geschiedenis al, maar later bij de wandeltour krijg ik er wat meer inzicht op.
Het kunst museum van Tallinn KUMUNa dit bezoek wil ik naar een volgend museum, namelijk de Kiek in de Kök. Deze toren steekt al een stuk boven de stadsmuur uit, maar een groot deel bevindt zich ook ondergronds. Beneden kun je ook tours doen door het ondergrondse gangenstelsel dat zich bevindt onder de diverse bastions. Hier werd vroeger vooral veel zwarte handel gedreven en geschuild tijdens bombardementen. Deze tour laat ik aan mij voorbijgaan, maar ga wel de toren in. Deze wordt nu vooral gebruikt om als historisch museum over waar veel van de wapens die gebruikt zijn door de eeuwen heen te zien zijn. Want deze toren werd vroeger vooral gebruikt voor opslag van wapens. De partij die het bovendeel van de stad in handen had, nam ook deze toren over. Daarbij gaat het verhaal dat men vanuit de gaten van de toren zo in de vijandelijke keukens kon kijken. Daar is de naam Kiek in de Kök (kijkje in de keuken) door ontstaan. Waar overigens geen woord Ests bijzit, het komt uit het Duits.
De toren en museum Kiek in de KökHet museum zelf is niet zo heel spectaculair, je bent er redelijk snel uitgekeken. Toch heeft het wel wat om over de ronddraaiende nauwe trappetjes naar boven en beneden te lopen. Maar vooral het uitzicht op de oude stad is prachtig. Zo heb je een mooi zicht op de Alexander Nevski kathedraal die zo wel in het sprookjesbos van de Efteling zou kunnen staan. En door de andere ramen kijk je zo op het lagere deel van de stad. Ik heb hier al een aantal keer naar verwezen. De oude stad is opgedeeld in een hoog en een laag deel. Waarbij ten tijde van de overheersing door diverse landen vaak het bovendeel van iemand anders was, dan het lagere. Tegenwoordig zitten alle belangrijke overheidsgebouwen ook nog in het hogere deel.
Uitzicht vanuit Kiek in de Kök op o.a. Alexander Nevski Kathedraal, de Dom van Tallinn en Maiden Tower.Uitzicht vanuit de Kiek in de Kök op St. Nicholas's Church.Na dit tweede museumbezoek daal ik af naar het lagere deel om aan te sluiten bij de wandeltour. Deze Tallinn Free Tour wordt georganiseerd door vrijwilligers, allen jonge bewoners van de stad die vol overgave vertellen over vooral het oude deel en de historie van de stad. De tour is dus gratis, maar een fooi wordt zeker gewaardeerd. En doordat het gratis is, kan het aantal deelnemers zeer verschillend zijn. Je kun een van de slechts vijf zes zijn of er kunnen vijftig mensen meelopen. In dit geval zijn het er ongeveer veertig. Waarbij de gids vraagt waar iedereen vandaan komt. En dat is behoorlijk divers. Men komt uit Canada, Colombia, Italië, Spanje, Oekraïne, Letland, Nieuw-Zeeland en Japan. En zelf ben ik de enige Nederlander.
De groep is eigenlijk net zo gemêleerd als de landen die Tallinn, en in minder mate Estland als geheel, bezet hebben door de eeuwen heen. Wat vooral komt door de gunstige ligging aan het water, waardoor het een goed handelspunt was. Al voor 1200 woonden er al mensen op deze plek, maar veel daarover is niet bekend. Vanaf 1200 veranderde dat met de Denen die als eerste Tallinn tot eigen grondgebied verklaarden. Later kwamen daar nog de Zweden, Duitsers, Russen en de Polen bij. Vaak zelfs nog tegelijkertijd. En de ene keer als bondgenoten (de Zweden en Denen of de Duitsers en Polen), de andere keer juist om de ander te verdrijven.
Het zorgde ervoor dat de Esten zo'n beetje elke honderd jaar een nieuwe heerser hadden, waardoor ze een nieuwe taal moesten spreken en ook de leidende religie anders was. De combi van de verandering in taal en religie zou verklaren waarom de Esten een van de minst religieuze volkeren ter wereld zijn. Slechts een procent of dertig is officieel nog geregistreerd als aanhanger van een religie. En zelfs binnen die groep zijn er nog weinig streng gelovigen. De vele veranderingen zorgden ervoor dat de Esten nooit echt een bepaalde band met een religie konden opbouwen. De vele kerken die Tallinn rijk is, zijn dan ook vooral een nalatenschap van al die verschillende bezetters. Zo heb je de eerdergenoemde Russische Alexander Nevski kathedraal, Duitse Dom (Toomkirik), Deense St. Olaf's Church en Zweedse St. Michael's Church die wat minder opvallend is.
Een ander uitvloeisel van al die bezettingen is, dat de Esten hun onafhankelijkheid koesteren. En er door de jaren heen ook wat nationalistischer op zijn geworden. Maar tegelijkertijd de nuchterheid zelve zijn gebleven. Eigenlijk kun je op dat vlak het wel een beetje met ons vergelijken: 'doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg.' Dat zie je ook terug in de herdenkingsplekken die ze hebben gemaakt voor oorlogslachtoffers. Naast St. Nicholas' Church is een sfeervol, doch zeer sober deel ingericht. Feitelijk zijn het meer een soort trappen met wat groen ertussendoor, wat ondertussen wel miljoenen heeft gekost. Dat geldt ook voor het Freedomsquare (Vabaduse väljak). Feitelijk leeg plein met daaraan een ondergronds winkelcentrum en parkeergarage.
Freedomsquare met het het kruis als herdenkingsmonumentAan de rand van het plein zie je een glazen kruis met tekens, waarvan mensen alleen weten waar het voor staat als ze het horen. Bijvoorbeeld van een gids. Waar het voor staat is minder interessant. Wel is het opvallend dat ze in een niet religieus land als Estland een kruis gebruiken als symbool voor herdenking. Waarbij het geheel ook nog wel een paar miljoen mocht kosten. Want het kruis zou zelfs een nucleaire aanval moeten kunnen doorstaan. Echter was er geen rekening gehouden met de extreme temperaturen, want na de winter moet het volledig worden gerenoveerd. Het zorgt er allemaal voor dat, de inwoners van Tallinn niet al te blij zijn met de gedenkplaats.
Als je de trappen bij het plein oploopt kom je bij de al door mij veelvuldig genoemde Russisch Orthodoxe kerk uit met daartegenover Toompea Castle waar het Estse parlement zetelt. En zoals ik al eerder zei, nauwelijks beveiliging te bekennen, wel staan er wat hekken, maar dat is omdat ze aan het verbouwen zijn. Zoals eerder verteld bouwden de Russen de kerk bewust hiertegenover om de Esten hun ogen uit te steken. Het zorgde voor zo'n nare bijsmaak aan de kerk, dat men de boel dus wilden afbreken, maar werd men tegengehouden door wat landgenoten met realiteitszin. De Esten schijnen toch wel van het afbreken van plekken te zijn om het verleden te kunnen vergeten, want het bovengenoemde Freedomsquare heeft er in het verleden flink anders uit gezien.
Toompea Castle waar het Estische parlement plaats heeft.Dat geldt dan weer niet voor de hoogte toren van de stad die aan Toompea vastzit., Tall Hermann (Pikk Hermann). Het is voor de Esten misschien wel de belangrijkste plek van de stad. Boven op deze Lange Herman wappert namelijk trots de Estse vlag. Dat lijkt niet zo bijzonder, maar dat is het wel. Want de vlag die wappert bovenop de toren, is die van de regerende overheerser. Door de eeuwen heen wisselde die nog wel eens. En pas begin vorige eeuw was het voor het eerst de Estische vlag. De bevolking dacht zich namelijk voor het eerst en voor eens en altijd te ontworstelen aan zijn bezetters. Lang heeft die vlag er niet gehangen, want na slechts één dag van onafhankelijkheid vonden de Russen het wel leuk geweest en pikten de boel weer in. Pas eind jaren tachtig verscheen de landsvlag voorzichtig boven op de toren. De paar jaar erna ging dat niet zonder slag of stoot, maar sinds 1991 hangt de vlag er vol trots.
Tall Hermann met de Estische vlag in top.Ondertussen zijn wel al doorgelopen naar de twee uitzichtpunten waar ik de avond eerder nog was. Weliswaar is het nu midden op de dag, waardoor de sfeervolle avondzon geen sfeervolle gloed erover werpt, mooi blijft het uitzicht nog steeds. Bij alle plekken vertelt de gids vol overgave en enthousiasme de historie van de stad en het land. In perfect Engels en met veel humor. Met daarbij nationale en persoonlijke anekdotes over het leven in het land en de Esten zelf. Het enthousiasme staat daarbij haaks op de nukkigheid, afstandelijkheid en kilheid die de Esten aan de dag (schijnen) te leggen. Zelf vind ik het eigenlijk nog best meevallen.
Dat ze zelf wat uitbundiger is, komt doordat ze een kwart Oekraïens is. Maar alsnog zegt ze wel binnen het plaatje te vallen van de Esten die een hekel hebben aan small talk, aan zoenen op de wang en vooral aan wildvreemden die hun hond spontaan gaan aaien. Deze afstandelijkheid is net als wijdverspreide atheïsme een gevolg van al die eeuwen van bezetting. De mensen aldaar zijn zo vaak door allerlei volken overgenomen, dat ze niet zo heel meer vertrouwen hebben in buitenstaanders. En ze zijn er wat nationalistischer door geworden, zij het niet op een storende manier. Ze zijn trots op hun land en vooral op hun taal. Plus dat ze vooral niet met Oost-Europa geassocieerd willen worden.
Het zijn overigens wel weer manier waarop je een Est of Estische zou kunnen ontdooien. Want ze geeft aan dat ze er nogal gevoelig voor zijn als hun land een mooi Noord-Europees staat noemt (geografisch ook logisch, want het ligt zelfs boven Denemarken). En vooral zeggen hoe mooi de Estse taal wel niet is, brengt je absoluut de goede zin in ze naar boven. Zelf heb ik dit overigens niet uitgeprobeerd, waarbij het Ests ook nog eens daadwerkelijk een mooie en interessante taal vindt. Maar voor iedere vakantieganger die Esten wil gaan ontmoeten is het aan te raden om in het Ests te kunnen zeggen hoe mooie je hun Noord-Europese taal wel niet vindt.
Een van de vele sfeervolle straatjes van de oude stad.Ondertussen lopen we door een van de typische fraaie straatjes weer richting het lagere gedeelte van de stad. Om uiteindelijk uit te komen bij het stadhuisplein. Het is het einde van de tour, maar niet voordat er nog anekdotes volgen over een van de vele executies die er op het plein plaatsvonden. En om af te sluiten een vrolijke, het plein was de eerste plek waar in het openbaar een kerstboom werd neergezet, in 1441. De Letse deelneemster is het daar dan niet mee eens, die vindt dat zij de eerste waren, omdat ze een versierde kerstboom hadden neergezet. De tour heeft inmiddels twee uur geduurd, maar zo lang voelt dat absoluut niet aan, want de tijd is voorbijgevlogen. Een fooi is dan ook meer dan verdiend, wat iedereen dan ook doet.Deze wandeltocht begeleidt door een local kan ik iedereen aanbevelen.
Hetzelfde geldt voor een bezoekje aan de wijk Kalamaja, wat ten westen van het oude centrum ligt. Lang geleden was het een voorstad van de ommuurde binnenstad Tallinn. Waarbij het vooral de plek was waar haven- en andere arbeiders werkten. Die kwamen van heinde en verre om er te werken om er daarna ook te blijven. De bouwstijl van deze wijk is weer heel afwijkend van de oude stad of het oostelijke deel. Hier vooral veel laagbouw wat afstamt van begin vorige eeuw. De huizen die er daarvoor stonden werden namelijk meerdere keren preventief in brand gestoken als er weer eens een mogelijke bezetter opdook. Het idee was dat ze liever niets hadden, dan dat een bezetter dit kon inpikken. Tegenwoordig wonen er vooral kunstenaars die leven als ware bohemiens. Het geeft dit deel van de stad een zeer aparte sfeer. Mocht je lang genoeg verblijven dan moet je ook hier absoluut een bezoekje hebben gebracht.
Kalamaja waar vooral houten laagbouw te vinden is.Aan de rand van Kalamaja, direct aan het water, ligt de Patarei Prison (Paterei merekindlus). Een voormalige gevangenis die je kunt bezoeken. En ook de Seaplane Harbour (Lennusadam) is daar te vinden. Deze dependance van het Maritiem Museum is gevestigd in een oude loods voor watervliegtuigen. Binnen kun je er onder andere de onderzeeër Lembit uit 1934 vinden. En daarnaast nog diverse schepen en uiteraard een watervliegtuig. Vanaf de waterkant bij dit museum heb je een vrij uitzicht op de haven van Tallinn. Zo heb ik onbewust vanaf elke kant de haven wel een keer zien liggen.
Zicht op de haven vanaf Lennusadam met rechts de Paratei Prison.Vanaf deze plek loop ik weer richting de oude stad, waarbij ik nog langs het station van Tallinn kom (Balti jaam), waar je ook een markt kunt vinden met van alles en nog wat. Zelf sla ik daar mijn koelkastmagneet van de stad in. En vanaf die kant besluit ik eens om gewoon eens om verder buitenom de stadsmuur rond te lopen. Daarbij loop je steeds door diverse parken, waar van alles te doen is. En zie je hier de grootste mix van oud en nieuw. De oude stadsmuur afgezet tegenover de moderne hotels en kantoren daarbuiten. Waarbij deze kantoren tot 2007 niet hoger mochten zijn dan de top van St. Olaf's Church om zo het stadsbeeld niet teveel te vervuilen.
Buitenkant van de stadsmuur met één van de torens.Mix van oud en modern. Boven Toompea Castle, beneden een voetbalveld en atletiekbaan.Ook hier kun je lang blijven rondlopen en je tijd nemen door op een van de vele bankjes plaats te nemen. Zelf duik ik echter via een van de vrije poorten de oude stad weer in om terug te gaan naar mijn appartement. Ik wil vandaag namelijk wat later gaan eten, zodat ik de stad ook eens in het donker kan aanschouwen. Wat vooral een leuke afsluiter van het Tallinn deel is. Tussendoor maak ik nog even een pitstop bij de supermarkt om nog even wat in te slaan. Daarbij koop ik meteen een flesje Vana Tallinn (Old Tallinn, de oude stad heet eigenlijk ook Vannalinn). Een likeur die een beetje aan Jamaicaanse rum zou doen denken. En gezien het echt lokaal is, een leuk cadeautje voor mijn ouders om mee te nemen.
Toegangspoort tot de oude stad.Na het eten is de avond inderdaad al een stuk steviger gevallen dan de dagen ervoor, waardoor de stad al wat meer verlicht wordt. Eerst ga ik nog even terug naar de beide uitzichtpunten, want daar heb je toch de beste plek om de stad te overzien. En het is ook een van mijn favoriete plekken van Tallinn geworden. Ondanks dat het inmiddels (bijna) donker is, zijn er nog steeds redelijk veel toeristen op beide plekken te vinden. Ik geef ze geen ongelijk want het uitzicht is er fraai. Waarbij het voor mij vooral een plek is om min of meer afscheid te nemen van deze prachtige stad.
Tallinn van bovenaf in het donker met in het midden de klokkentoren van het stadhuis.Na een tijd rondgehangen te hebben bij beide punten loop ik via het bovenste deel terug de stad in. En net zoals ik al een aantal keer aangaf is er geen moment een onveilig gevoel wat mij overvalt. Zelfs niet als ik de enige ben die daar over straat gaat. Want ondanks dat de Esten nogal afstandelijk zijn, vind ik het sympathieke mensen die amper weten wat het woord asociaal betekend. Nergens is het dringen, wordt er getoeterd of wordt er tegen je aangelopen als het wat drukker is. Ondertussen kom ik onder meer langs de Kiek in de Kök en St. Nicholas' Church die er beiden extra sfeervol bij staan zo in het donker.
Kiek in de Kök in het dönker.St. Nicholas' Church in het donker.Dat sfeervolle geldt nog wel het meest voor het stadhuisplein. Je merkt dat dit het meest toeristische plekje van de stad is. Want hier is het nog steeds druk en zeer gezellig. De terrassen zijn grotendeels gevuld en in het midden zijn een aantal mensen met verlichte fidget spinners aan het spelen. Het zorgt voor een kleurrijk verlichte lucht. En ook het stadhuis is verlicht, waardoor het een mooie gloed heeft gekregen. Overigens is dit het enige moment tijdens mijn reis dat ik baal dat ik alleen ben. Uit eten gaan is eigenlijk niet zo'n probleem. Maar alleen op een terrasje gaan zitten is toch niet zo heel gezellig. Echt lang sta ik daar dan weer niet bij stil en ga terug naar mijn appartement. Waarbij ik de oude stad verlaat door de eveneens fraai verlichte Viru Gate. Het zorgt voor een mooie laatste sfeervolle blik op Tallinn in de avond.
Het verlichte stadhuis van Tallinn.De verlichte Viru Gate met de bloemenstallen.[ Bericht 0% gewijzigd door Redefine op 10-09-2017 03:40:07 ]
Buren wordt doorgeschoven naar morgen.
Mensen vinden wel héél snel iets. Vaak met een minimum aan kennis en een maximum aan oordeel.