quote:
Opvolger van het belastingsparadijs: rechtbank voor de betere bedrijven
Wordt Nederland het Delaware van Europa?
Nu onder grote druk het Nederlandse fiscale sprookjespaleis steen voor steen wordt afgebroken, staat een nieuw verdienmodel in de steigers: de Commercial Court in Amsterdam, rechtbank voor internationale bedrijven.
De Fiat-familie deed het. Net als farmaceut Mylan, kabelmultinational Altice en tal van andere bedrijven. Allemaal trokken zij de afgelopen jaren richting Noordzee. Naar het beloofde juridische land.
De nieuwste trekpleister moet dit jaar in Amsterdam de deuren openen. Nog één wetswijziging en de Netherlands Commercial Court (NCC) kan van start. Het wordt de eerste Engelstalige rechtbank van Nederland. Speciaal voor internationale bedrijven die grote, complexe geschillen moeten uitvechten. Daarbij hebben zij behoefte aan een vlotte, gespecialiseerde rechtsgang.
Het idee ontstond in de crisis, vertelt voorzitter Frits Bakker van de Raad voor de rechtspraak. 'De politiek wilde bezuinigen, ook op de rechtspraak. Ik had daarbij het gevoel dat de samenleving amper een beeld heeft van wat goede rechtspraak op kan leveren. We zijn een open economie. Nederland heeft het altijd moeten hebben van handel, van onderwijs en een goed vestigingsklimaat. Hard economisch onderzoek toont aan dat goede rechtspraak daar een cruciaal onderdeel van is.'
Geïnspireerd door soortgelijke, maar veel duurdere rechtbanken in steden als Londen en Singapore stelde de Raad voor de rechtspraak een Nederlandse commercial court voor.
Die staat nu in de startblokken. De interesse in zo'n Engelstalige, gespecialiseerde rechtsgang onder bedrijven is groot, denkt Bakker. 'Neem Amerikaanse ondernemingen. Die hebben een hekel aan twee dingen. Ten eerste dat zo'n juridische procedure nu nog helemaal vanuit het Nederlands in het Engels vertaald moet worden. Dat kost klauwen met geld. Ten tweede: als ze in de rechtszaal zitten, kunnen ze niet volgen wat er gebeurt. Dat is jammer, want voor de rest doet Nederland het ontzettend goed.'
Wat heet: Nederland staat nummer 5 in de mondiale 'rule of law index'. Op de ranglijst van het World Economic Forum neemt het als het om civiele procedures gaat zelfs een tweede plaats in.
Fiscaal paradise lost
De komst van de NCC lijkt onderdeel van een bredere trend, waarbij Nederland zichzelf internationaal op de kaart zet als juridisch vestigingsland. Dat is geen overbodige luxe. De dagen van de oude bedrijvenmagneet, het Hollandse belastingparadijs, lijken geteld. Eerder dit jaar kondigde de Europese Commissie opnieuw maatregelen aan tegen belastingontwijking. Nederland doet verwoede pogingen om tijd te rekken, maar zoveel is duidelijk: eerder vroeg dan laat is een alternatief nodig. En graag iets wat ethisch minder omstreden is.
Van een gecoördineerde strategie om Nederland om te bouwen tot juridisch walhalla is geen sprake, benadrukken betrokkenen. Diverse puzzelstukjes vallen min of meer toevallig in elkaar. Maar feit is dat de Nederlandse rechtsstaat steeds populairder wordt onder internationale bedrijven. Dat ziet het kabinet ook. De afgelopen jaren is vol ingezet op Nederland als juridische topbestemming. De regering streeft 'naar een concurrerend ondernemingsrecht', schreef toenmalig minister Van der Steur van Justitie in december aan de Tweede Kamer, want dat 'draagt bij aan een goed vestigingsklimaat.'
Het NCC is daarbij zeker niet de enige troef. Het Nederlandse juridische succes steunt op nog minstens drie andere pijlers. De eerste is een overblijfsel van het langzaam verdwijnende belastingparadijs: internationale bedrijven kiezen graag voor een Nederlandse vennootschap vanwege de mogelijkheden die dit biedt om de fiscus te omzeilen. Ook coöperaties genieten populariteit; die zijn vrijgesteld van dividendbelasting. Het aantal coöperaties steeg tussen 2010 en 2016 dan ook met twee derde, naar 8328.
Het tweede rechtskundige unicum is van recenter datum. Nederland wordt steeds populairder als locatie om massaclaims in te dienen. Zo begon in januari in Rotterdam een zaak van internationale beleggers tegen de Braziliaanse oliemultinational Petrobras. Speciale wetgeving maakt zo'n proces hier relatief eenvoudig en efficiënt. Dat is fijn voor gedupeerden, maar kan ook voordelig uitpakken voor ondernemingen. 'Vaak is zo'n zaak een kanalisering van een probleem dat er toch al is', legt Christiaan de Brauw, partner van het gerenommeerde internationale advocatenkantoor Allen & Overy uit. 'Dan kun je beter hier in Nederland zitten en snel en efficiënt schoon schip maken.'
De Brauws specialisme is de derde pijler onder het juridische vestigingsklimaat. Governance, noemt hij het. In simpel Nederlands: de manier waarop bedrijven bestuurd worden. De Nederlandse wet biedt concerns veel speelruimte. Vooral constructies tegen vijandige overnames, die bedrijven de mogelijkheid bieden zich op de langere termijn te richten, zijn populair. Als advocaat heeft De Brauw al een reeks grote, beursgenoteerde vennootschappen begeleid die zich om die reden statutair in Nederland vestigden. Daaronder Mylan. De Amerikaanse farmaceut kwam hier in 2015 om aan een vijandige overname te ontsnappen. Dat deed zij met behulp van een typisch Nederlandse stichting preferente aandelen. 'It's Stichting Time', kopte de Wall Street Journal toen.
Een ander voorbeeld is de Italiaanse familie Agnelli. De eigenaren van Fiat wisten hun stemrecht in het concern op te vijzelen van 30 naar 45 procent, zonder ook maar één extra aandeel te hoeven kopen. Met dank aan de Nederlandse wet. De Brauw ziet grootse kansen. 'De problematiek van short-termism, korte termijn denken dus, wordt wereldwijd alleen maar groter. Door zich op dit vlak te onderscheiden, kan Nederland het Delaware van Europa worden.' Delaware is de Amerikaanse staat waar duizenden ondernemingen zich statutair vestigen - puur vanwege de gunstige juridische en fiscale voorwaarden.
Hoogwaardige banen
De voordelen van zo'n strategie liggen voor de hand. Meer internationale bedrijvigheid levert hoogwaardige banen op voor Nederland. Al is het alleen maar door het extra werk dat de Nederlandse zakelijke dienstverlening, waaronder advocaten als De Brauw, krijgt. Wie weet, betogen de voorstanders, volgen vroeg of laat ook hoofdkantoren of onderzoeksafdelingen.
En de nadelen? Die zijn in elk geval stukken kleiner dan bij het belastingparadijs. Kritiek klinkt wel uit de hoek van institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen. 'Constructies zoals bij Fiat gaan ten koste van minderheidsaandeelhouders', zegt directeur Rients Abma van belangenbehartiger Eumedion. 'Dan komt de reputatie van Nederland als beleggingsland onder druk te staan.' Hij waarschuwt voor de terugkeer van de beruchte Dutch discount. Het woud aan beschermingsconstructies zou de beurskoers van Nederlandse bedrijven drukken.
Het meest serieuze bezwaar komt echter van de rechters zelf. Vorige maand liet de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) in een uiterst bezorgde brief aan de minister weten 'principiële' problemen te hebben met de oprichting van het NCC. De hogere griffiekosten zorgen volgens het bestuur van de organisatie voor een tweedeling. Er zou mogelijk sprake zijn 'van een voorkeursbehandeling in onze rechtspraak, voor partijen die dat kunnen betalen'.
Tekort aan rechters
Minstens zo bezorgd toont de beroepsorganisatie zich over de gevolgen voor het volgens de NVvR reeds bestaande tekort aan rechters. Leidt de komst van het NCC, dat immers ook gespecialiseerde rechters nodig heeft, straks niet tot nog meer ondercapaciteit? En wat zijn dan de gevolgen voor gewone burgers die binnen een schappelijke termijn hun recht willen halen?
Voorzitter Frits Bakker van de Raad voor de Rechtspraak is het daar niet mee eens. Van klassenjustitie is geen sprake, vindt hij. Jawel, bedrijven bij de NCC betalen extra griffiekosten. Maar het is niet zo dat zij vervolgens een voorkeursbehandeling krijgen. Het is om te voorkomen dat de Nederlandse belastingbetaler opdraait voor internationale rechtszaken. 'We willen juist de grote bedrijven bedienen met een specialistische procedure', zegt Bakker, 'maar de burger die bijvoorbeeld een zaak heeft lopen rond een verkeerd gebouwd huis mag er geen last van hebben.'
En het personeelstekort? Bakker ontkent dat dit er is. 'Wel zijn er de komende tijd extra vacatures. Maar dat is omdat we het aantal rechters uitbreiden om de burger beter te kunnen bedienen en de druk op de rechter wat te verlichten.'
Bovendien, voegt hij daaraan toe: 'De NCC zal geleidelijk groeien richting 125 procedures per jaar. Ervan uitgaande dat een civiele rechter jaarlijks zo'n 40 zaken kan doen, verwacht ik dat er in 2021 misschien 4 of 5 extra rechters nodig zijn. Dat valt te overzien, lijkt me. Door de hogere griffiekosten kunnen deze mensen worden aangetrokken zonder dat de rest van de rechterlijke organisatie hinder ondervindt.'
Voor een nieuw kabinet heeft hij nog wel een wens. 'De rule of law is geen hobby van ons juristen, die alleen maar geld kost. Het brengt ook euro's in de portemonnee. Zo bezien mag de rechtspraak wel eens iets minder bij het ministerie van Veiligheid en Justitie komen te liggen en wat meer bij Economische Zaken.'