quote:
‘Ben ik nou werkelijk zo hard?’
Door PETER VAN DUYL
EINDHOVEN - ‘Thuiskomen in Eindhoven’ - daar moet Huub Stevens hard om lachen. De nieuwe trainer van PSV voelt zich namelijk ook héél erg thuis in Duitsland.
Er loopt een man door de catacomben van dat prachtige stadion met die foeilelijke naam: de HSH Nordbank Arena, thuishaven van Hamburger SV. Hij draagt een trainingsjack met halflange broek eronder, loopt op badslippers en voert – het mobieltje wisselend aan het linker- en rechteroor – op hartelijke toon een telefoongesprek. Je hoeft geen psycholoog te zijn om te zien dat Huub Stevens, de toekomstige trainer van PSV, prima in zijn vel zit.
In één van de luxe business-units van de Noord-Duitse Arena schenkt Stevens zichzelf een glaasje fris met bubbels in. Hij dolt wat met de fotograaf en neemt dan plaats aan een tafeltje, de rug tegen de muur en het gezicht naar de deur. Trainers houden onder alle omstandigheden graag het overzicht.
Door de ruit lonkt de aanblik van de massale tribunes, zelfs leeg ogen ze imposant. Elke thuiswedstrijd wordt het stadion bevolkt door een kleine 60.000 mensen.
,,De beleving van de fans in Duitsland is gigantisch,’’ weet Stevens. ,,Dat hebben ze overgehouden aan het WK. Het enthousiasme waarmee de Duitse ploeg toen werd gesteund, hebben de fans meegenomen naar hun club. Als ik iets ga missen dan is het dat wel, want in principe neem ik straks voorgoed afscheid van Duitsland.’’
Stevens beseft het, hij laat nogal wat achter in Hamburg. Toch was de keuze voor PSV niet moeilijk. Werken in Eindhoven maakt het eenvoudiger om wat meer tijd bij zijn vrouw door te brengen, die al een tijdje ziek is. Bovendien stond het in de sterren geschreven dat hij ooit zou terugkeren bij de club waar hij het Nederlands elftal haalde en hoofd jeugdopleidingen was.
Kom bij Stevens echter niet aan met termen als ‘droomwens’ of ‘thuiskomen’, hij veegt ze lachend van tafel. ,,Geloof me, bij HSV voel ik me óók thuis,’’ zegt hij. ,,Thuis, dat is de familie. Maar ik heb altijd gezegd dat ik ooit zou terugkeren bij PSV, in welke hoedanigheid dan ook. Ik heb er achttien jaar gefunctioneerd, het is een deel van mijn leven geworden. En ik ben er ook heel blij mee. Als je een carrière achter de rug hebt als ik – als speler en als trainer – dan heb je het fantastisch voor mekaar, denk ik.’’
Hij speelde voor Fortuna SC, PSV en Oranje, was trainer van Roda JC, Schalke 04, Hertha BSC, 1. FC Köln en HSV. Tijd om trots te zijn op zijn voetballeven is er echter niet.
,,Wat gisteren was, is in het voetbal niet belangrijk,’’ meent Stevens. ,,Wat vandaag is en morgen zal zijn, dáár gaat het om. Met Schalke heb ik de UEFA Cup gewonnen. Dan feest ik ook, heb ik ook plezier. Uiteraard. Maar ik kijk meteen al weer verder, eigenlijk dezelfde dag al. Omdat je weet: die prijs kun je wegzetten. Het gaat om de volgende.’’
De drive die hem steeds voortstuwt, vindt haar oorsprong in zijn jeugd en opvoeding. ,,Ik was een straatschoffie, veel lachen en plezier hebben met mijn vrienden. En dat kon ook nog al eens ontaarden in ruzie of wat dan ook. En nee, dan stond ik niet achteraan. In dat milieu gold het recht van de sterkste, je moest knokken.
,,Wij hadden het thuis niet zo breed al waren we wel heel gelukkig. Mijn vader was mijnwerker. Hij is op jonge leeftijd verongelukt maar toen hij nog leefde heeft hij altijd benadrukt dat hij niet wilde dat zijn kinderen hetzelfde werk gingen doen. Mijn ouders, maar ook mijn broers onderling, hebben altijd de steun gegeven om iets van het leven te maken. Om maar niet die mijnen in te hoeven. De wil om te slagen heb ik van thuis meegekregen.’’
Bij PSV treft hij straks veel oude bekenden. Jan Reker (nu directeur) was ooit zijn trainer. Met de scouts Willy van der Kuylen en Adrie van Kraaij speelde hij nog samen, Klaas van Baalen (eveneens scout) was jeugdtrainer, toen Stevens hoofd opleidingen van PSV was en verzorger Mart van den Heuvel loopt al 26 jaar rond bij de club.
Zoveel persoonlijke verhoudingen, het zou volgend seizoen tot problemen of verstoorde relaties kunnen leiden. ,,Toch geloof ik dat niet,’’ weerlegt de trainer. ,,Ik kom niet opeens als de baas binnen, zo voel ik het in elk geval niet. Ik wil vooral samenwerken, dat heb ik overal gedaan. Natuurlijk kan het gebeuren dat je een bekende iets vervelends moet meedelen. Nou, dan zeg je dat toch gewoon? Zo eerlijk en rechttoe moet je zijn. Maar ik probeer er altijd voor te zorgen dat die beslissingen breed worden gedragen. Dat doe je nooit alleen.’’
Als voorstopper was hij graniethard, als trainer draagt hij al jaren hetzelfde stempel. De nieuwe PSV-trainer is de man van de discipline. Voetballers sidderen voor hem, zo denkt de buitenwacht. ,,Ach, ik heb helemaal geen probleem met dat imago, maar vraag me wel af: Ben ik nou werkelijk zo hard? Het enige wat ik probeer, is spelers bewust te maken van waarmee ze bezig zijn. Want uiteindelijk gaat het erom dat het team wint.’’
Dat daar vaste afspraken bij horen, vindt Stevens volstrekt logisch. ,,Er zijn regels, maar ieder mens heeft te maken met regels,’’ licht hij toe. ,,Als jij naar huis rijdt, moet je je toch ook aan de regels in het verkeer houden? En als je een wedstrijd wil winnen, moet je afspraken met elkander hebben, anders wordt het nooit wat. Als dat in het veld zo werkt, waarom zou dat dan buiten het veld anders zijn? Op tijd komen, is ook zo iets. Dat is voor mij iets normaals. Een wedstrijd begint ook op een afgesproken tijd. En ik heb het nog nooit meegemaakt dat er dan iemand te laat was.’’
Star, zegt Stevens, is hij nooit geweest en wil hij ook straks in Eindhoven zeker niet zijn. ,,Ik heb veel van de wereld gezien. En besef best dat je Zuid-Amerikanen en Afrikanen niet op een Duitse manier moet benaderen. In die landen wordt anders geleefd, worden mensen anders opgevoed. Bij ons is alles gejaagd. Je moet hun de tijd geven om aan dat ritme te wennen. Als je alleen maar hard of direct zou zijn, dan kun je het als trainer wel vergeten.’’
Dit jaar wordt Huub Stevens 55 jaar, zijn leven is gewijd aan het gras en de bal. Toch is hij zich er steeds nadrukkelijker van bewust dat er meer is dan het trainingsveld en de wedstrijddag.
,,Dat er belangrijker dingen zijn dan voetbal, dat weet ik allang. Maar als je jong bent, leef je meer met oogkleppen op. Als je rijper wordt, meer in het leven staat, dan verbreed je je. Dat is toch logisch?
,,Ik ben gek van voetbal, maar ik vergeet heus niet te leven. Ik wil ook genieten van andere dingen. Van het gelukkig zijn van je kinderen, van je gezin. En daarbinnen kom je altijd wel problemen tegen, maar wie heeft dat niet? Wij gaan daar op een positieve manier mee om.
,,Als ik thuis ben, kan ik genieten van de tuin. Of lees ik een boek. Baldacci, Ludlum of Grisham, dat zijn de schrijvers met wie ik iets heb. Verder biografieën van sportmensen. Muhammed Ali of Lance Armstrong. En pas heb ik ook het boek over Ruud Geels gelezen. Belangstelling voor het leven van anderen. Dát vind ik pas interessant.’’