quote:
Alweer rampzalig jaar Ajax
Door SJOERD MOSSOU
AMSTERDAM - Ajax speelt vanavond tegen Roda JC zijn laatste thuiswedstrijd van 2006. Een jaar waarin de Amsterdamse club op alle fronten verloor.
De tenenkrommende pr-campagne ‘Ik ben Ajacied’ was nog niet gelanceerd, of het verval zette ongenadig in. Ajax verloor op 12 november van PSV en staat inmiddels twaalf punten achter op de koploper.
Een maand of drie geleden waande Ajax zich terug aan het front. De club voerde de ranglijst aan in de eredivisie en het voetbal was zowaar - voor het eerst in 2006 - om aan te zien. ,,Het gaat sneller dan we hadden durven denken,’’ zei technisch directeur Martin van Geel enthousiast.
Een gelikt reclamebureau mocht zich uitleven op zo veel vrolijkheid. De wereld moest weer weten wat een ‘echte Ajacied’ is. Dat is, zo vertelde de campagne, iemand die van de mooie dingen des levens houdt. Een echte Ajacied staat voor allure en hemelbestormend voetbal, dominant en aanvallend, maar ‘altijd met respect voor de tegenstander’.
Zelden werd een club harder gestraft voor zijn hoogmoed. Na het verlies tegen PSV (0-1) werd de waarheid onomwonden blootgelegd. Ajax is een scheefgegroeide club, waar te weinig mensen beseffen wat voetbal op topniveau inhoudt. Op het veld is dat zichtbaar in het vrijblijvende, tandeloze voetbal van veel spelers. Het huidige elftal is echter niet de oorzaak, maar juist het gevolg van zwalkend beleid. Bij Ajax ruimt de ene passant al jarenlang de rommel van de ander op.
Na het ontslag van trainer Danny Blind zou alles beter worden, geloofde de clubleiding heilig. Opvolger Henk ten Cate boekte voetballend vooruitgang, maar het zou best eens nóg slechter af kunnen lopen dan vorig seizoen. Blind overwinterde in de Champions League, veroverde de beker en won de play-offs. Onder Ten Cate werd Ajax uitgeschakeld in de CL-voorronde en raakte de titel opnieuw binnen no time uit zicht. Net als eerder Ronald Koeman en Blind, botst Ten Cate op de beperkingen van zijn selectie. ,,De balans is niet in orde,’’ zei de Ajax-coach gisteren en dat leek op een cynisch déjà-vu. Al jaren ontbreekt het de ploeg aan mentale weerbaarheid. Dat één Jaap Stam nog geen zomer maakt, bleek de laatste weken wel. ,,Als het er echt op aankomt, geven we niet thuis,’’ zei Ten Cate na de 4-2-nederlaag van zondag tegen Vitesse (zie kader).
De scouting moet op de schop, maar ook de opleiding schiet tekort. Van Geel constateerde dat kort na zijn komst al, maar het kan nog jaren duren voordat de renovatie is voltooid. Hoeveel bovengemiddelde voetballers Ajax de afgelopen jaren ook opleidde, internationale toppers zaten er niet of nauwelijks bij. Uitzicht op verbetering is er voorlopig niet; de prestaties van Jong Ajax zijn al anderhalf jaar bedroevend.
Het transferbeleid is al veel langer een probleem. Van Geel haalde met Jaap Stam en Klaas Jan Huntelaar voor het eerst sinds tijden échte versterkingen, maar het puinruimen van de directeur leidde in de jaarcijfers tot een verlies van 6,6 miljoen euro. Zolang je als club in hoog tempo van trainers blijft wisselen, is gehannes met spelers onvermijdelijk.
Vrijwel alle aankopen van Koeman vertrokken via de achterdeur en spelers die onder Blind werden gehaald (Lindenbergh, Rosenberg), lijken onder Ten Cate alweer overbodig.
De meest genante nederlagen leed Ajax in 2006 misschien wel buiten het veld. De manier waarop Blind in de maanden voor zijn ontslag werd gepiepeld, was nogal onfatsoenlijk.
De trainer wíst dat zijn ontslag een feit was, maar niemand binnen de Ajax-top durfde het hardop te zeggen. De voorzitter die de Zeeuw dik een jaar eerder zélf had gepresenteerd - John Jaakke - verschool zich achter het ‘clubbelang’ en wachtte tot de storm overwaaide. Jaakke gleed een paar maanden later alsnog onderuit, toen er opgetreden moest worden tegen het gedrag van twee Ajax-spelers. Kenneth Perez (‘kankerneger’) en Wesley Sneijder (‘tyfushond’) gaven het begrip straattaal een nieuwe dimensie. ,,We zijn geen koorknapenvereniging,’’ reageerde Jaakke.
Die uitspraak werd nogal uit zijn verband gerukt in de media, maar de voorzitter maakte zichzelf niet geloofwaardiger. De nederlaag tegen FC Kopenhagen in de voorronde van de Champions League, was zowel financieel als sportief het pijnlijkst. Een uitstekend spelend Ajax stortte vanuit het niets in elkaar.
,,Een incident,’’ dacht Van Geel.