quote:
Wachten op creativiteit
DICK SINTENIE
Er breken belangrijke en zware weken aan voor Ajax. Weken waarin de Amsterdammers niet kunnen blijven leunen op een solide achterhoede, de kracht van Jaap Stam en een middenveld dat maar voor een deel functioneert.
Hij was donderdagavond in Praag nog het dichtst bij een doelpunt, Jaap Stam. Met de bal aan de voet dribbelde hij tegen het eind van de eerste helft de middenlijn over. Geen tegenstander viel hem aan, geen medespeler liep vrij. Op ruim dertig meter van het doel waagde de centrale verdediger zich maar aan een schot: de bal zeilde rakelings over.
Het zegt eigenlijk alles over de aanvallende onmacht van Ajax op dit moment. In de drie laatste wedstrijden (PSV, FC Twente, Sparta Praag) scoorde Ajax één doelpunt, tegen FC Twente, uit een vrije trap van Wesley Sneijder. Tot uitgespeelde kansen kwam de ploeg nauwelijks.
Dat is zorgelijk, maar nog geen reden om de sportieve dip 'te dramatiseren', zoals trainer Henk ten Cate kort na het gelijkspel (0-0) in Tsjechië zei. Immers, verdedigend staat Ajax als een huis.
Het stevige fundament zal zekerheid moeten bieden in de komende zware weken. Vanaf morgen (Sparta uit) speelt Ajax negen wedstrijden in vijfendertig dagen. Er staan onder meer ontmoetingen op de rol met Espanyol (donderdag in de Arena), AZ (thuis), Vitesse (uit) en Roda JC (thuis). In Nijmegen is NEC op 30 december de laatste tegenstander van dit kalenderjaar.
Om wedstrijden te winnen, en uiteindelijk ook om zijn onvermurwbare achterhoede te ontlasten, zal Ten Cate zich vooral moeten bekommeren om zijn voorwaartsen.
Want na de rode kaart van Urby Emanuelson tegen Sparta Praag kwam nog eens duidelijk aan het licht dat Ajax ook onder zware omstandigheden, op een onbespeelbaar veld, kan rekenen op de defensieve dienstbaarheid en het loopvermogen van de vaste middenvelders Gabri en Wesley Sneijder.
Het grootste probleem, en tegelijk het enige probleem, is het gebrek aan creativiteit en doelmatigheid in de voorste linie. Oorzaken: de aanvallers zijn niet of half fit (Ryan Babel, Edgar Manucharyan, Nicolae Mitea, Mauro Rosales), hun zelfvertrouwen kwijt (Markus Rosenberg), nog te bleu en te licht om zestig duels per seizoen constant te presteren (Tom de Mul), of in gevecht met zichzelf: Klaas-Jan Huntelaar.
De topscorer van vorig seizoen tracht dit seizoen meer als aanspeelpunt te fungeren en vaker met zijn rug naar het vijandelijke doel te spelen, in de wetenschap dat tegenstanders zijn faam als doelpuntenmaker kennen en twee verdedigers aan hem opofferen. Dat biedt ruimte aan zijn medespelers. Maar daarvan wordt veel te weinig geprofiteerd, óók niet door de middenvelders.
Het frustreert Huntelaar, maar het is vrijwel onmogelijk de spits even uit de wind te houden. Een alternatief is er niet, zo bleek donderdag uit het vlakke optreden van Rosenberg. Angelos Charisteas - hij vertrok aan het begin van dit seizoen naar Feyenoord - was dat ook niet geweest, maar de Griek had in sommige (delen van) wedstrijden wellicht wel als 'bliksemafleider' van Huntelaar kunnen fungeren.
In Jong Ajax speelt Rydell Poepon in de punt van de aanval, maar hij is nog niet toe aan het grote werk. Het wachten is vooral op de rentree van linkerspits Babel, die vandaag vermoedelijk weer met de groep meetraint, maar morgen tegen Sparta nog niet kan spelen. Als Ajax ergens behoefte aan heeft, is het onvoorspelbaarheid, doelgerichtheid en kracht op de vleugels.
Nu hoeven tegenstanders zich meestal maar te focussen op één aanvaller van Ajax, zodat er ook meer druk kan worden uitgeoefend op het Amsterdamse middenveld.
Zodra Babel, Mitea en Rosales volledig fit zijn, moet Ajax in staat worden geacht in aanvallend opzicht op verschillende manieren te verrassen, zoals in de eerste maanden van het seizoen.
Tot die tijd is het zaak dat iedereen in de pas loopt, niemand zichzelf voorbij loopt in de jacht op doelpunten, en vooral Stam zijn rug recht houdt.
© Het Parool, 25-11-2006
Perfecte analyse.