Jeffrey Sneijder op zijn gemak in Den BoschDonderdag 23 november 2006 - Den Bosch - Jeffrey Sneijder - oudere broer van - probeert bij FC Den Bosch zijn carrière uit het (blessure-)slop te krijgen.
Totdat hij een jaar of 17 was, ontwikkelde de voetbalcarrière van Jeffrey Sneijder zich net zo crescendo als die van zijn jongere broer Wesley.
Inmiddels is laatstgenoemde aanvoerder van Ajax een gewaardeerd international en speelt Jeffrey bij het tweede elftal van FC Den Bosch. „Natuurlijk denk ik weleens dat ik daar heel misschien ook had kunnen staan als ik Maarten Stekelenburg en Rafael van der Vaart zie spelen bij Ajax en HSV, jongens met wie ik in de jeugd in één elftal speelde“, zegt Jeffrey. „Maar ja, er is dan ook nogal wat met me gebeurd.“
Dat blijkt, als hij vertelt hoe het hem de afgelopen jaren is vergaan. Hij ’vergeet’ te vermelden dat hij bij Ajax vertrok toen hij in de A2 terecht kwam, terwijl de veertien maanden jongere Wesley naar de A1 werd doorgeschoven. Dan maar liever in de A1 van Telstar, dacht Jeffrey, die daar vervolgens in het belofteteam terechtkwam en in het seizoen 2003- 2004 vier invalbeurten mocht maken in het eerste. Eén van die vier keer verving hij Benjamin Pinto, die hij nu bij FC Den Bosch opnieuw tegenkomt. Alleen speelt Pinto dan bij de hoofdmacht.
Jeffrey Sneijder. Foto Patrick Guitjens
Verder uit beeldVanaf februari 2004 verdween Jeffrey Sneijder nog verder uit beeld. Het begon met steken in z’n knieholte, wat bij onderzoek in het ziekenhuis een kapotte meniscus bleek te zijn. Bovendien leverde dezelfde mri- scan op dat hij al een paar jaar met een haperende kruisband rondliep. „Die moest eruit dat kostte me bijna een jaar.“ Toen de revalidatie al lekker vorderde, kreeg Jeffrey last van zijn rechterenkel. „Had ik al wel wat langer, maar het werd erger. Bleek dat er kraakbeen was afgebroken. Hup, weer een half jaar verder.“ En alsof dat allemaal nog niet genoeg was, moest daarna ook die verdraaide meniscus toch nog verwijderd worden.
Toch gaf hij de hoop niet op om terug te keren in het profvoetbal. Hij ging meetrainen bij de amateurs van Ajax, later bij Jong Ajax en Jong RKC.
„Hoe ik daar terecht kwam? Via contacten van mijn vader, die als spelersmakelaar werkt bij het kantoor van Sören Lerby en Sjaak Swart.“ Zo belandde Jeffrey een paar maanden geleden ook bij FC Den Bosch. Maar niet nadat hij weer een paar maanden uit de roulatie was geweest. „Ik speelde een wedstrijdje met Jong RKC, schoot een bal en scheurde alles af rond mijn lies, inclusief een stukje bot. Daarom kon ik pas in juli weer beginnen.“
Bij FC Den Bosch dus. Enigszins toevallig. De club had interesse in Sparta-aanvaller Ivan Cvetkov, die in de ’stal’ van Lerby zit. De deal kon niet gemaakt worden omdat vraag en aanbod te ver uiteen lagen.
Maar tijdens de onderhandelingen kwam ook de situatie van Jeffrey Sneijder ter sprake, die welkom bleek in Den Bosch. Kan nooit kwaad om zaakwaarnemers te vriend te houden, moeten de Bossche beleidsbepalers hebben gedacht. En Jeffrey Sneijder heeft het goed naar zijn zin. „Ik woon in Utrecht, heb een parttime baan van zeven uur ’s ochtends tot twaalf uur als magazijnmedewerker en dan ga ik richting Den Bosch om te trainen. Ik voel me hier op m’n gemak, word nergens toe gedwongen. Dit seizoen heb ik uitgetrokken om honderd procent fit te worden.“
Hij had eigenlijk afgelopen maandag met het tweede team van FC Den Bosch moeten meedoen tegen RBC-2 (2-2), maar dat ging niet. Jeffrey was namelijk licht geblesseerd...
„Binnenbandje oververrekt. Niks ernstigs. Ik ben wel wat gewend, hè. Door dit soort dingen raak ik niet meer verontrust. Ik ben op de weg terug. Weet dat de kwaliteit er in zit. Dat moet toch wel, als je negen jaar in de jeugd van Ajax hebt gespeeld? Ik ben net 24, kan nog wel tien jaar voetballen. Achteraf wil ik mezelf niet hoeven verwijten dat ik niet alles heb geprobeerd om te slagen in het betaalde voetbal.“