Mijn eerste 100 dagen -Wat Wouter Bos als premier zou doen![]()
De eerste honderd dagen van een nieuwe regering kunnen doorslaggevend zijn voor het welslagen ervan. Zie Franklin D. Roosevelt, die met een daadkrachtige eerste drie maanden een van de meest succesvolle regeringsperioden inluidde. Wat zouden Nederlandse politieke leiders, met de verkiezingen in het vooruitzicht, die eerste maanden doen als ze het absoluut voor het zeggen hadden? In een korte serie ontvouwen drie van hen hun plannen.
‘Wat zou u de eerste honderd dagen doen als u het na de verkiezingen helemaal voor het zeggen had?’ Dat is de vraag die de komende weken achtereenvolgens door de lijsttrekkers Wouter Bos (PvdA), Mark Rutte (VVD) en Jan Marijnissen (SP) in Intermediair wordt beantwoord. Wouter Bos noemt het vandaag in de eerste aflevering terecht een vraag met een hoog theoretisch gehalte. Het Nederlandse kiesstelsel, en de binnenlandse verhoudingen, sluiten nu eenmaal uit dat een partij hier ooit een absolute meerderheid haalt.
Het idee dat de eerste honderd dagen beslissend zijn, is dan ook niet afkomstig uit de Nederlandse politiek, maar uit de Amerikaanse. Het was president Franklin D. Roosevelt die zijn presidentschap in 1933 een kickstart gaf door in de eerste maanden niet minder dan vijftien vérgaande wetsvoorstellen in te dienen. Zijn New Deal politiek ging uit van een ver doorgevoerde overheidsinterventie. De goudstandaard werd verlaten, de export van goud verboden, de ambtenarensalarissen verlaagd, er kwam een werkloosheidsuitkering en een banenplan voor jongeren.
Roosevelts presidentschap geldt nog steeds als het meest succesvolle in de Amerikaanse geschiedenis: de werkloosheid daalde van dertien naar negen miljoen. De omzet in de industrie en het inkomen van de boeren verdubbelde. En misschien nog wel het belangrijkste: defaitisme maakte plaats voor optimisme.
Mythische betekenis
fotografie Martin Dijkstra
Hoewel de vergelijking tussen de Nederlandse en Amerikaanse politiek niet opgaat, hebben ‘de honderd dagen’ ook in Nederland een enigszins mythische betekenis. Vaak is de periode aanleiding voor krantenstukken waarin een eerste balans van een nieuw aangetreden kabinet wordt opgemaakt. Sommige politici gebruiken het als een eerste moment om verantwoording af te leggen.
In het bedrijfsleven en het (semi-)overheidsmanagement bestaat bij veel mensen de overtuiging dat de eerste maanden zelfs beslissend zijn voor het succes van een leider. Dat geldt zeker voor managers in crisistijd. In die zin geldt de beginperiode van Roosevelt zeker als model. Hij trad aan in een periode dat Amerika de diepste recessie uit zijn bestaan beleefde. Bovendien maakte hij van het momentum van zijn verkiezingsoverwinning gebruik om zijn potentiële politieke tegenstanders te overrompelen: tegen de tijd dat de oppositie zich kon organiseren, waren de belangrijkste voorstellen al door het Congres gejaagd.
In het bedrijfsleven wordt de kritiek door de crisismanagers toegepast. Als het personeel nog maar net bekomen is van het vertrek van de nieuwe baas, moeten de bakens al verzet zijn, en de meest ingrijpende beslissingen al genomen.
Coalitieland
In verkiezingstijd is een plan voor de eerste maanden natuurlijk een goede manier om zichtbaar te maken welk beleid je na de verkiezingen voorstaat. Het is overigens niet zo dat de kiezer dat automatisch beloont. De laatste die kort voor de verkiezingen een 100-dagenplan presenteerde, was Ad Melkert. Iedereen weet hoe het hem in 2002 is vergaan. Aan de andere kant blijft het een goede manier om het eens een keer echt over beleid te hebben. Het nadeel van een coalitieland is nu eenmaal dat veel tijd verloren gaat aan vragen als: wie gaat straks met wie? Of: hoe is de persoonlijke chemie tussen de heren en de dames?
In de serie ontbreekt helaas één naam: die van de huidige premier Jan Peter Balkenende. De overweging van het CDA is dat er onder de lezers van Intermediair onvoldoende zwevende kiezers zouden zijn. Daarom houden we het de komende weken bij de lijsttrekkers van de drie andere grote partijen: Bos, Rutte en Marijnissen. Hoe zien hun eerste honderd dagen als premier eruit?
‘We gaan niet alles weer op z’n kop zetten’
De absolute macht hebben -het zou hem tegenstaan. Als hij eenmaal een geschikte colitiepartner had gevonden, zou Wouter Bos er de eerste honderd dagen van zijn premierschap hard tegenaan gaan.
Wouter Bos begint een beetje onwillig, als ik hem laat op de avond op het PvdA-hoofdkantoor aan de Amsterdamse Herengracht ontmoet. Hij moet zich dan ook het ondenkbare voorstellen: wat hij de eerste honderd dagen zou doen als zijn partij bij de komende verkiezingen de absolute meerderheid haalt. ‘Ik zou het eerlijk gezegd nogal ongezond vinden als het gebeurde. Dat leidt al snel tot arrogantie van de macht. Het eerste wat ik na zo’n overwinning waarschijnlijk doe, is toch een coalitiepartner zoeken.
Dat deed de PvdA ook nadat ze in sommige deelraden in Amsterdam en Rotterdam meer dan de helft van de zetels haalde. Maar het blijft natuurlijk een lapmiddel. Als één partij een absolute meerderheid heeft, krijg je vrijwel altijd toch een situatie waarin de kleinere partij in een coalitie niet echt meetelt.’
Met welke partij zou u willen samenwerken? ‘Ik ga in elk geval geen enkele serieuze partij uitsluiten. Het is jammer dat de VVD zich erop lijkt vast te leggen alleen met het CDA te willen regeren. Dat leidt tot een totale verkramping van de verhoudingen.’
Wat zou uw eerste beleidsdaad als premier zijn? ‘Voor ik minister-president ben, moet er eerst nog een kabinet gevormd worden. Als het aan mij ligt, moeten we beginnen met wat hoofdlijnen vast te leggen. Op hooguit twee pagina’s zetten we een aantal globale doelstellingen en uitgangspunten zoals voor het begrotingsbeleid op papier. Meer niet. Dat wil ik ook als we geen meerderheid halen en met de andere partijen een coalitie sluiten. De formatie kan dus heel kort zijn. Het eigenlijke regeerakkoord moet door de ministers van het nieuw te vormen kabinet geschreven worden.’
Hoe zit dat kabinet eruit? ‘ Het wordt een kabinet met zeven bewindslieden, de premier meegerekend. Alleen Financiën en Algemene Zaken blijven bestaan. De hele buitenlandhoek gaat samen in Buitenlandse Zaken. Binnenlandse Zaken en Justititie gaan samen in Bestuur en Recht. Ik denk verder aan een bewindspersoon van “Zorg en Zekerheid”, waar dus ook de sociale zekerheid onder valt, en een van “Ruimte” en een van “Kennis en Economie”. Onder de leden van dit kernkabinet vallen twintig departementsministers, verantwoordelijk voor de uitvoering; de functie van staatssecretaris verdwijnt. Dat betekent dus dat niet elk ministerie rechtstreeks met een persoon in het kabinet is vertegenwoordigd. Dat is de beste manier om de bestaande verkokering tegen te gaan en de besluitvorming in de Trêveszaal te verbeteren.’
Is het niet verstandiger die ministers te binden aan een akkoord? ‘Nee, ik wil de eerste honderd dagen juist gebruiken om het regeerakkoord te schrijven. Het is niet goed dat wanneer een minister wordt benoemd, het beleid al min of meer vastligt. De nieuwe ministers moeten meteen met ambtenaren, maar vooral met de uitvoerders, om de tafel om gezamenlijk plannen op te stellen. De minister die verantwoordelijk is voor het onderwijs kan dan bijvoorbeeld met leraren en andere mensen uit de onderwijssector een plan bedenken om te voorkomen dat jongeren van school afgaan voor ze een diploma hebben.
De bewindspersoon die verantwoordelijk is voor integratie kan onder andere met buurtregisseurs en vertegenwoordigers van minderheden-organisaties werken aan een plan tegen radicalisering van jongeren. De bewindspersoon die verantwoordelijk is voor de sociale zekerheid praat onder andere met directeuren van de Centra voor Werk en Inkomen, en de verantwoordelijke wethouders over een plan van aanpak tegen uitkeringsfraude, of over plannen om werkzoekenden beter aan een baan te helpen. Door met mensen uit de praktijk plannen te maken, zorg je ervoor dat ook naar de uitvoerbaarheid wordt gekeken. Te veel Haagse plannen sterven nu nog in schoonheid. Verder verzeker je je zo beter van steun voor je beleid.’
Wie wilt u zeker in uw kabinet? ‘Daar ga ik echt geen uitspraken over doen. Ik denk aan mensen van buiten Den Haag. Maar als ik hun naam noem, krijgen ze problemen in hun huidige werkkring. Als ik namen uit Den Haag noem, krijg je weer dat collega’s denken: “En waarom noemt hij mij niet?”.’
Wat wordt uw eerste beleidsdaad? ‘Ik denk aan verschillende dingen. Er moet snel een onafhankelijk onderzoek komen naar de hele besluitvorming die leidde tot de steun aan de laatste oorlog met Irak. Het belangrijkste argument voor de aanval was de dreiging van massavernietigingswapens die dat land zou hebben. Nu vast is komen te staan dat die wapens er niet zijn, is de vraag in welke mate we bewust misleid zijn. Nota bene in de Verenigde Staten en Engeland is zo’n onderzoek er wel geweest. Waarom hier dan niet?
‘Als we fiscaal zaken willen veranderen, kunnen we dat beter ook heel snel aankondigen. Als je de hypotheekrenteaftrek wilt beperken, moet je daar zo snel mogelijk duidelijkheid over willen verschaffen. ‘Maar mijn uiteindelijke keuze valt op de aankondiging van een generaal pardon voor de asielzoekers die onder de oude vreemdelingenwet een verblijfsvergunning hebben aangevraagd.’
President Roosevelt stuurde in 1933 in zijn eerste honderd dagen een groot aantal vérgaande wetsvoorstellen naar het parlement. Doet u dat ook? ‘Ik zie niet zo veel in grote, ingrijpende, wetswijzigingen. Ik vind dat we af moeten van het geloof dat we alleen maar dingen kunnen bereiken als we systemen wijzigen en wetten maken. Volgens mij is het nu juist tijd om de aandacht te verleggen naar de uitvoering en te kijken wat daar beter kan. In plaats van de uitvoering te chaotiseren door weer alles op zijn kop te zetten. Ik denk dus niet zo in termen van grote wetswijzigingen, wel in termen van plannen en initiatieven.’
Ok, noem vier initiatieven die in de eerste dagen gelanceerd worden. ‘In willekeurige volgorde zeg ik dan: een groot plan met daarin alles wat met kinderopvang, voor-, tussen- en naschoolse opvang te maken heeft. Daarmee maak je het leven van werkende ouders gemakkelijker, en zorg je ervoor dat het voor veel vrouwen mogelijk wordt een baan te nemen, of zich te laten scholen.
Verder willen we binnen een paar maanden duidelijk maken hoe we ervoor zorgen dat we in 2020 de schoonste en efficiëntste energievoorziening van Europa hebben. Een fantastisch initiatief met potentieel grote effecten op het gebied van zowel innovatie als natuurlijk duurzaamheid en energievoorziening. Een derde punt is dat we de oorlog verklaren aan de segregatie in Nederland. Je ziet de wijken in Nederland helaas uit elkaar groeien. We gaan alles doen om de groei van het aantal zwarte scholen tegen te gaan. Ook als je daartoe het bijzonder onderwijs verplicht bepaalde leerlingen aan te nemen. Tot slot wil ik een groot aanvalsplan tegen de armoede. Het is niet alleen een kwestie van meer geld. Wethouders moeten meer ruimte krijgen om bijvoorbeeld bijzondere bijstand te gebruiken.’
Stel: het Centraal Planbureau (CPB) komt een week na uw verkiezingszege met sombere cijfers. De economische groei pakt een procent lager uit dan eerder berekend. Welke plannen uit het PvdA-programma sneuvelen? ‘We zullen onze uitgaven dan niet verlagen. Ons programma is voorzichtig. Zelfs als de komende jaren de economische groei niet hoger dan 1,75 procent is, komen we uit op een overschot. We willen een begrotingsbeleid voeren dat niet hoeft te reageren op conjuncturele mee- en tegenvallers.’
De laatste jaren leren dat een lagere groei, en zelfs een recessie, niet is uitgesloten. ‘Door conjuncturele schommelingen kan er tijdelijk een tekort ontstaan. Dat is de afgelopen jaren onder Zalm ook gebeurd. Pas als er ook op de lange termijn een tekort dreigt te blijven bestaan, gaan we ingrijpen.’
Wat doet u als het CPB een maand na uw aantreden juist een hogere groei voorspelt. Gaat er dan meer geld naar armoedebestrijding? ‘Nee, hier geldt hetzelfde principe. In dat geval gebruiken we de extra inkomsten voor het aflossen van de staatsschuld.’
De PvdA boekt in haar programma met 3,6 miljard wel een erg grote bezuiniging in onder de post ‘overheid’. Rekent u zich niet rijk? ‘Een groot deel van dat bedrag halen we binnen door te snijden in de bestuurslagen. In ons programma noemen we de waterschappen als voorbeeld. Maar je kunt ook vraagtekens hebben bij de deelraden. Het is werkelijk onvoorstelbaar hoeveel tijd en energie er in alle bestuurlijke drukte gaat zitten. Daar is heel veel te winnen. Er is toch iets mis als de deelraad van Amsterdam-Zuid zich met de architectuur van het Rijksmuseum gaat bemoeien?’
Maar de PvdA wil ook nog eens 2,2 miljard euro weghalen bij de Rijksoverheid. Onder andere door het vervangen van denkers door doeners. Zelfs als u alle beleidsambtenaren ontslaat, wordt het erg lastig dat bedrag te halen. ‘Dat klopt. Naar aanleiding van de kritiek van het CPB hebben we de plannen dan ook bijgesteld. We nemen nu een paar jaar langer de tijd om onze doelen te bereiken, en boeken voor de komende jaren dus een lagere bezuiniging in. Het is verder een misverstand dat we alleen gokken op het ontslaan van beleidsambtenaren. Het gaat zoals gezegd ook om het opruimen van onnodige bestuurslagen.’
Het programma sluit het defensiebudget uit van bezuinigingen. Hebben de Rijksambtenaren op dat departement niets te vrezen? ‘We spreken in ons programma over verschuivingen van geld voor denkers naar doeners. Dat gaat ook voor defensie op. Wij willen het budget niet meer verlagen, omdat je ziet dat het leger steeds vaker wordt ingezet voor humanitaire en vredesmissies. We hebben meer goed opgeleide militairen nodig. Maar dat wil niet zeggen dat aan de top niet mensen verdwijnen. We hebben in Nederland geloof ik wel erg veel generaals.’ (Lachend:) ‘En de ambtenaren die zich bezighouden net de Joint Strike Fighter (JSF) kunnen ook wel weg.’
De deelname aan de JSF wordt meteen stopgezet? ‘Ja’
De vraag blijft waarom u denkt zoveel met efficiency te kunnen winnen. De afgelopen kabinetten hebben de tanden erop stuk gebeten. Waarom lukt u wel, wat Wim Kok niet lukte? ‘Het staat of valt met je bereidheid minder beleid te maken. Alleen dan kun je ook weg komen met minder beleidsambtenaren. Wij denken dat het tijd is voor minder beleid en betere uitvoering. Voeg daaraan toe het snijden in bestuurslagen en je komt al een heel eind. Hoe onredelijk ook, je zult ook kwantitatieve doelstellingen moeten hanteren. Natuurlijk, vermindering van bureaucratie zou een resultaat van allerlei inhoudelijke afwegingen moeten zijn, en niet andersom, maar als je geen doelstellingen stelt, kun je het schudden en gebeurt er niets.’
In uw boek ‘Dit Land Kan Zoveel Beter’ zegt u dat we in Nederland een beetje reorganisatiemoe zijn. Wat u tot nu toe voorstelt, klinkt als de grootste reorganisatie sinds de Tweede Wereldoorlog. ‘Ik doel in dat boek niet op de vermindering van het aantal ambtenaren of veranderingen aan de top van het ambtelijk apparaat of bij een kernkabinet. Ik heb het daar juist over de noodzaak van minder stelselwijzigingen, minder beleid en betere uitvoering. We gaan de invoering van het zorgstelsel dus ook niet terugdraaien. We kiezen voor het stapsgewijs veranderen. Bijvoorbeeld door in de zorg eerst de no claimkorting af te schaffen.’
Stel: kort na uw verkiezingsoverwinning worden de werkgevers en de werknemers het eens over een plan om het ontslagrecht te versoepelen. Volgt u het advies? ‘Ik geloof niet dat het versoepelen van het ontslagrecht ons veel verder helpt. De Nederlandse economie is al de meest flexibele in de wereld. Nergens zijn zoveel freelancers en deeltijdwerkers als hier. Ik vraag me zelfs af of we niet eens kritisch naar de flexwet moeten kijken. Je ziet vooral jonge mensen nu jarenlang het ene na het andere tijdelijke contract krijgen zonder uitzicht op een vaste baan.’
U pleitte korte tijd geleden toch zelf voor een versoepeling van het ontslagrecht? ‘Dat ging om een eerlijke uitruil. Werkgevers zouden verplicht moeten zijn zich in te spannen voor scholing van hun werknemers. Op die manier kun je ervoor zorgen dat werknemers bruikbaar blijven en niet hoeven te worden afgeschreven. En als ze toch moeten vertrekken, hebben ze in elk geval een kans op de arbeidsmarkt. In de Sociaal Economische Raad (SER) zijn de mogelijkheden om tot zo’n soort ruil te komen tot nu toe stukgelopen.
De mogelijkheid is besproken dat de werkgevers akkoord zouden gaan met een beperking van de hypotheekrenteaftrek; en de werknemers met een versoepeling van het ontslagrecht. Er is natuurlijk een grens aan waar de vakbeweging mee akkoord kan gaan zonder haar geloofwaardigheid te verliezen. Ze heeft al ingestemd met een verkorting van de maximale WW-periode van vijf naar drie jaar. In veel andere landen had de vakbeweging zich tegen zo’n maatregel verzet.’
De vraag blijft wat u doet als er wel een SER- akkoord is. ‘Dat is de enige omstandigheid waarbij ik zeg dat ik over flexibilisering van het ontslagrecht zou willen nadenken.’
Stel: de Verenigde Staten besluiten tot een militaire actie tegen Iran. Krijgen ze steun van het kabinet-Bos? ‘Dan is het goed de resultaten te hebben van een onafhankelijk onderzoek naar de besluitvorming rond Irak. We moeten eerst weten wat er precies is fout gegaan. Je moet er van op aan kunnen dat de informatie van je bondgenoten klopt. Verder wil ik mij in principe alleen aansluiten bij een actie op basis van een besluit van de VN en niet bij een eenzijdige actie van de VS. Of we de VS dan niet indirect steunen omdat bijvoorbeeld transporten via Nederland gaan? In dit geval zit je vast aan de verplichtingen die het NAVO-verdrag oplegt.’
Stel: kort na uw aantreden vindt er een incident plaats dat te vergelijken is met de moord op Theo van Gogh. Wat doet u? ‘Ik vind de manier waarop Tony Blair in eerste instantie op de aanslagen in de Londense metro reageerde een goed voorbeeld. Zijn eerste boodschap was dat hij zich nu niet keerde tegen de hele Islam, en dat moslims een grote rol hadden gespeeld in de opbouw van zijn land. De tweede was dat hij unforgiving was ten opzichte van de mensen die deze aanslagen hadden gepleegd. Helaas zie je nu in Engeland dezelfde ontwikkeling als in Nederland. Er worden te gemakkelijk generaliserende oordelen geveld. Terwijl je juist de meer gematigde moslims nodig hebt in de strijd tegen het terrorisme.’
Tot slot: welke extra vrije dag voert u in de eerste 100 dagen in: 1 mei of het Suikerfeest? ‘Geen van beide: ik kies dan voor 5 mei.’
Door Michiel Zonneveld / woensdag 1 november 2006