Hai Atrimar, je bent er weer En hai Phoenixx, goed jou ook weer te zien!!
* Equilan bekijkt het tweetal eens goed en het ontgaat haar niet dat er blijkbaar meer speelt tussen die twee dan alleen vriendschap. Ze glimlacht eens fijntjes en gaat daar verder niet op in.
Kom zitten, er is nog wat hert over, tast toe als jullie willen
* Phoenixx bekijkt Equilans dikke buik met grote ogen en terwijl ze rond het kampvuur gaan zitten, begint Equilan te vertellen. Het verhaal begint pijnlijk, maar nu Equilan een sterk vermoeden heeft hoe alles in elkaar zit, overheerst bij haar toch de vreugde.
Ja Phoenixx, ik ben zwanger In de komende paar dagen zal mijn baby geboren worden...
Ik ben zwanger geworden op de dag dat Herne_the_Hunter is vermoord door Slough_Feg. Daarna heeft het monster mij verkracht.
Achteraf had ik meteen kunnen weten dat hij mij bezwangerd heeft, maar door de woede en het verdriet vanwege het gebeurde was ik blind voor de tekenen. Pas toen we bijkwamen uit de meditatie en het effect zo overduidelijk was, werd het voor mij duidelijk.
Ik denk, dat ik zwanger ben van Herne. Nee, niet door hem, maar echt van hem.
Kijk, SF is vroeger Herne geweest, alleen heeft hij de volledige cyclus die Herne elk jaar moet volbrengen niet volbracht. Op een bepaald vlak zijn ze een en dezelfde.
Daarnaast, toen ik bij Danu was om de ketel der wedergeboorte te halen zodat we Herne terug uit de dood konden halen, wilde ze mij die niet geven omdat, zo zei ze, IKzelf de ketel der wedergeboorte was. Hoewel ik op dat moment absoluut niet begreep wat ze bedoelde, nam ik het wel van haar aan en had er vrede mee.
En als laatste bewijs heb ik zijn naam. Het kind in mijn schoot noemt zich Herne
* Equilan houdt even haar mond terwijl ze voor iedereen een kopje thee inschenkt. Het duurt even voor de eerste reacties komen.
* Maar Equilan... Als de baby al zo snel geboren zal worden... Kan je dan niet beter naar het ziekenhuis gaan? Of in ieder geval het bos verlaten? Ik heb geen ervaring met bevallingen - en ik zou al helemaal niet weten hoe een het kind van godin geboren wordt, maar de omstandigheden hier zijn bepaald niet optimaal. En wat als we geconfronteerd worden met Sloagh_Feg? Zou je dat aankunnen?
Aan de andere kant... Als Equilan het gezelschap zou verlaten, zouden de overigen dan wel de strijd kunnen aangaan? Zonder Equilan zouden ze nauwelijks nog magische krachten bezitten...
Phoenixx probeert de nieuwe situatie zo goed mogelijk in te schatten, maar slaagt daar maar gedeeltelijk in.
De strijd wordt steeds uitgesteld, daar had ik niet op gerekend en jullie net zomin denk ik. Dit is een verwarrend gevecht op deze manier en de regels zijn niet duidelijk, maar we komen er wel uit
Ik denk dat we nu weer ieder ons weegs kunnen gaan. Althans, voor een paar dagen dan. Zodra mijn kind geboren zal worden zal het weer verder gaan en zal ik jullie nodig hebben...
Als jullie nog willen tenminste..
* Equilan heeft haar vermoedens en ideeen nu uitgesproken en ze wacht af wat de anderen ervan vinden. Ze heeft zin om weer eens naar haar toren te gaan, een uitgebreid bad te nemen en daarna met een grote kop thee zich in haar torenkamer opsluiten... dat doet haar eraan denken, daar ligt Herne_the_Hunter nog!! Die moet wel begraven worden voor haar kind geboren wordt!! Nouja dat komt zo wel, eerst maar eens afwachten wat de rest van haar ideeen vind.
Dan staat hij op ..
Equilan weet je zeker dat je veilig bent, anders stuur ik een kleine eenheid naar je toren die daar de wacht gaan houden.
Want als ik het goed heb, ben jij nu de enige die voor het voortbestaan van de seizoenen kan zorgen doormiddel van het normaal beeindigen van je zwangerschap en de wedergeboorte van "Herne".
Equilan .. Als je me nodig hebt dan weet je me te vinden.. zo ver woon ik ook niet van je
Gandalf .. je hebt het goed gedaan.. Alles wat er gebeurt is heeft blijkbaar moeten gebeuren.
* LD draait zich naar Atrimar en Phoenixx om.
Atrimar, wees voorzichtig en brandt je vingers niet Phoenixx veel geluk en tot ziens..
* Dan pakt hij z'n rugzak en kijkt hij afwachtig naar de lucht..
Vanuit de lucht komt quantarianth aanvliegen, de machtige draak strijkt neer en groet met een knik de aanwezigen een welkoms woordje wordt er gewisseld met equillan en Gandalf en bewonderend kijkt Quantarianth even naar Phoenixx en Atrimar. Hij gromt even goedkeurend. LD springt soepel op de nek van Quantarianth .. De draak slaat z'n vleugels uit en vliegt weg terug naar het kasteel
Tot ziens .. Roep en ik zal er zijn....
We moeten wel nog even iets afspreken voor de begrafenis van Herne. Euhm... nou weet je wat, jullie krijgen wel bericht van me.
Ik ga nu naar mijn toren, ik ga kijken of ik iemand kan vinden die me wil helpen bij de bevalling en verder zal ik de kleine Herne gaan voorbereiden op de wereld waar hij in terecht zal komen.
Laten we gewoon in elkaars buurt blijven, dan weet ik zeker dat alles goed komt.
* Equilan straalt weer als vanouds, het enthousiasme en optimische zijn weer helemaal terug. De laatste tijd is ze wat somber en chagrijnig geweest, maar dat lijkt helemaal verleden tijd te zijn.
Als ze LD uitgezwaaid heeft keert ze zich naar Atrimar en Phoenixx.
Goed, ik ga nu ook weg, veel plezier samen en bedankt
* De godin klimt op de rug van Gandalf die al geduldig staat te wachten en even later is ze nog maar een klein stipje in de lucht.
niets is ooit gemakkelijk ...
Dan realiseerd hij zich dat Phoenixx ook nog hier staat en hij kijkt haar aan.
"En nu?"
Dan herrinnerd Atrimar zich het moment vlak voor zijn geest en lichaam weer een werden in het bos. Phoenixx die naar zijn smederij was gekomen, ruikend naar onrust.
"Dariem muy'acaeddinn mashariem. Waar was je onrustig om Phoenixx?
Nog diep onder de indruk van de komst van de grote draak van Lord Dreamer, en daarna het wegvliegen van Quantarianth en Gandalf met LD en Equilan op hun ruggen, staart Phoenixx naar de lucht.
* Enne ...wat bedoel je darrie-jem-moei... Nou ja eigenlijk waren die moeilijke woorden van jou dus waarom ik naar de smederij was gekomen. Maar voordat ik dat nou helemaal ga uitleggen, blijven we hier in het bos, of gaan we weg?
Atrimar staat op en schopt het vuur uit.
"Zoals men zegt: Your place or mine?"
* Atrimar lacht om zijn eigen grapje
* Dat ligt er aan, smidje Het is nog een stevige klim naar mijn plekkie kunnen jouw benen dat aan?
Plagerig knijpt ze Atrimar in de kuiten.
* Maar serieus heb je misschien koffie in huis? Daar zou een moord doen voor een bakkie en ik heb niks in huis
"Ik heb geen idee of ik koffie heb, maar laten we in ieder geval op weg gaan dan."
Phoenixx grabbelt in het minuscule tasje dat ze om haar heupen heeft.
* Je was zo plotseling vertrokken dat ik de smederij maar heb afgesloten voor je. Hier is je sleutel.
Ze duwt de stomverbaasde Atrimar zijn sleutel in de handen en samen gaan ze op weg naar Atrimar's smederij.
Na een tijdje komt ze op een kleine open plek die nog nauwelijks aangetast lijkt te zijn door Slough_Feg. Zelfs een enkel vogeltje fluit hier nog zijn lied.
Ze blijft een tijdje in het midden van de open plek staan, genietend van het zonlicht dat door de bladeren valt en het schaduwspel dat de wind met de zon speelt tussen de takken van de bomen. Uiteindelijk begint ze met een diepe zucht aan haar taak.
In het midden van de open plek verreist een brandstapel van twee meter lang, een meter breed en een meter hoog. Daarom heen komt een kring van stenen die ze opvult met bloemen die in haar hand verschijnen.
Dan wendt ze zich naar de open plek en maakt enkele ingewikkelde bewegingen met haar handen. Even later verschijnen er uit het gras een aantal flinke paddestoelen, zo groot en stevig als krukjes. Een paar flinke elfenzwammen op de bomen aan de rand van de open plek kunnen dienst doen als tafeltjes.
Als laatste plaats ze aan het hoofeinde van de brandstapel een prachtig keltisch kruis.
Van een afstandje bekijkt ze het geheel en knikt tevreden. Sober, maar passend.
Ze beweegt nog een keer haar handen en dan ligt Herne op de brandstapel. Zijn lichaam recht, de handen gevouwen op de borst over het gevest van zijn zwaard.
Het hoofd ligt tegen zijn lichaam aan, de scheiding is nauwelijks te zien.
Ze besluit dat het nu tijd is de rest van het eiland op de hoogte te brengen.
[Dit bericht is gewijzigd door equilan op 10-01-2002 13:12]
Ze gaat aan de rand van de open plek zitten op een paddestoel, de draken aan haar voeten.
Een grijze wolvin, duidelijk de matriarch van het pak schuifelt naar voren en legt haar neus op de schoot van Equilan.
Sei'Cair ... vuurblazers ... vleugelmoeder ... dood
Ze zendt haar boodschap naar haar broeders en zusters ...
... en de wolven huilen.
Equilan, was is er gebuerd
* Equilan slaat een arm om Dagobert heen en samen lopen ze naar de brandstapel.
Het ga je goed, je hebt je rust verdiend.
* Dagobert plukt een paar bloemen uit de bosrand, bindt ze met een grasje bijelkaar en legt ze naast Herne_the_Hunter neer.
Rebelgirl zeg je??
* Equilan laat haar mentale tentakels uitgaan en voelt al snel de aanwezigheid van Rebel_Girl. Zonder woorden begroet ze haar. Rebel_Girl, wees welkom en bedankt voor je aanwezigheid
rebel is zo verrast door dit gegeven dat ze bijna haar concentratie verliest.
maar ze kan zich nog net op tijd herstellen en besluit de rest van de begrafenis maar in stilte gade te slaan.
"Mordero daghain pas duente cuebiyari Herne ... Tia mi aven Moridin isainde vadin"
Dan neemt hij een stap terug en gaat vlak in de buurt van de wolven geknield zitten.
De sfeer is goed, een van rust en bedachtzaamheid. Equilan denkt terug aan een andere wake die ze ooit gehouden heeft, maar toen stond Herne naast haar in plaats van dat hij nu voor haar ligt. Die was groots en heeft wel vier weken geduurd. Maar daar waren dan ook geen stervelingen aanwezig
Ze pakt een kopje thee en gaat weer rustig zitten.
Ze komen aan lopen en salueren voor de in de strijd gevallende Herne. Dan gaan ze naar achter toe en wachten op de dingen die komen gaan.
Zij vertegenwoordigen hun Heer in zijn afwezigheid.
Herne, die mensen komen Herne_the_Hunter, waar ik je over verteld heb, zijn laatste eer bewijzen. Let maar goed op, jij zal in zijn voetsporen treden.
* Herne vindt het buitengewoon belangwekkend wat er buiten allemaal gebeurt en wilde dat hij er al bij kon zijn. Hij verdraait zich nog even en schopt daarbij zijn moeder in haar buik. Equilan legt haar hand op heur buik en vraagt hem stilletjes lachend of hij zich niet gedeist kan houden. Zijn tijd komt nog wel.
Zeg, niet om het een of ander, maar ik heb je er wel eens beter uit zien zien, zijn Callista en Craziest nog steeds verdwenen??
* De twee vriendinnen zijn aan de rand van de open plek gaan zitten, zodat ze de andere bezoekers niet storen in hun overpeinzingen.
irl ben ik werken/buzzy.
* Equilan is wit weggetrokken na het verhaal van Lurky. Als aanstaande moeder is ze natuurlijk extra gevoelig voor alles wat met kinderen te maken heeft. Ze neemt een grote teug uit de fles, en meteen nog een. Maar hoort ze de kleine Herne in haar buik kirren van plezier en schiet haar te binnen dat ze niet geheel in de juiste positie verkeert om sterke drank te drinken.
Ach kom, Herne en drank dat gaat wel samen en per slot van rekening is ze wel elfengodin.
Ja natuurlijk kunnen mijn draken helpen, en laat me dat briefje nog eens zien??
irl ben ik nu ook afwezig, de wake gaat door tot iedereen gelegenheid heeft gehad tot afscheid nemen, dus niet voor morgen zal de brandstapel aangestoken worden.
Het beest glijdt door de lucht en verdwijnt.
* Geschrokken vergeet Wilgje dat ze eigenlijk in gepaste stilte de rouwplaats hoort te naderen. Ze ziet Herne op de stapel brandhout liggen, maar ze snapt niet goed wat er gebeurd is. Hoe kan dat nou? Herne, de bosgod? Dood?
Voorzichtig raakt ze hem aan, maar Herne reageert niet. Hij is dus echt dood... naar de Andere Wereld.
Wilgje kijkt om zich heen en ziet dan pas al de vrienden van Herne zitten. Daar zit Lurky, met Equilan naast haar. Wilgje loopt naar hen toe en geeft ze een dikke knuffel. Lurky houdt de fles drank omhoog, maar die laatste druppel gunt Wilgje Lurky zelf.
Dankjewel, maar nee bedankt Lurky... Ik kan gewoon niet geloven dat we hier een wake voor de bosgod moeten houden!
* Equilan legt snel uit hoe dat is gekomen en Wilgje beseft dat ze door haar kaartreizen heel wat mist op het eiland. Ze besluit haar volgende reis uit te stellen zodat ze deze wake kan blijven, uit eer voor de eerste persoon die haar liet blijven in zijn bos, nadat ze uit de nevelen op het eiland terecht was gekomen, nu ruim een jaar geleden.
Het stukje muziek is de aankondiging. Het kondigt Absinthe's komst aan. Gehuld in een lange zwarte mantel die zijn lichaamsvormen verbergen stapt hij langzaam op het lichaam, dat vredig ligt opgebaard, af. Onder zijn mantel komt zijn metalen arm tevoorschijn. Het koude staal houd stevig een gitzwarte knikker vast.
Absinthe buigt voorover en met een valse glimlach op zijn lippen kust hij het voorhoofd van het lijk, net onder de plaats waar de zwarte steen van Artimar is geplaatst, het lijk dat spoedig niets meer is dan een hoop rottend vlees, plantenvoer.
De kus is een slimme truc om de knikker die hij in zijn hand heeft ongemerkt in de mond van het lijk te duwen.
Ook Absinthe heeft een aantal woorden voor de hoop compost die voor hem ligt. Ze wensen de ziel in het hiernamaals niet veel goeds toe. Zachtjes fluistert hij ze in het oor van Herne_The_Hunter met een sympathieke glimlach op zijn lippen, zacht genoeg dat niemand ze kan horen:
"What goes around comes around. You get what you deserve, I hope you burn in hell, may your soul be embraced by the devil, consumed by fire..."
Plechtig stapt Absinthe achteruit.
[Dit bericht is gewijzigd door Absinthe op 10-01-2002 20:21]
Atrimar's gele ogen schieten vuur naar Absinthe.
"Shadar logoth Absinthe, shar'shae rhadiem ninte moridin" fluistert hij binnensmonds.
Die Atrimar is een labiel, zielig mannetje. Kijk hem daar eens staan, verslagen, hij kan helemaal niets tegen me doen.
Ze hoort Atrimar grommen, de wolven om haar heen worden onrustig. Atrimar spreekt een vloek uit over de man die de rust van de wake heeft verstoord. Huh - ik versta helemaal niet wat hij zegt, maar toch weet ik wat hij bedoelt... Phoenixx is bang. Ze wil weg, maar ze durft zich nauwelijks te bewegen. Voorzichtig schuift ze wat naar achteren en stoot tegen een wolf aan. Het blijkt de wolvin te zijn die haar in het bos had gevolgd en Atrimar naar haar had geleid. De wolvin duwt zachtjes haar met haar neus tegen haar hals. Alsof ze Phoenixx wil vertellen dat er geen gevaar dreigt - tenminste niet voor haar...
Voor hem, die het bos heeft gediend en het verdiend heeft beloont te worden.
* De zilveren munt schittert in de zon, terwijl Dagobert vertrekt
Er komen in de verte twee kraaien aangvlogen, de beesten glijden door de lucht en gaan rustig op zijn schouders zitten en kijken, net als hij, naar Atrimar. Absinthe heft zijn metalen arm op en de drie kraaien gebruiken dit gebaar om van plaats te wisselen. Ze voelen zich op hun gemak daar op die ijzeren tak die uit hun meester zijn schouder steekt.
Zes metalen kraalogen kijken nu naar Phoenix en naar Atrimar, drie metalen snavel zijn er op hen gericht, en drie paar klauwen houden zich stevig vast om niet van de arm af te vallen.
Absinthe glimlacht nogmaals, dit keer naar de drie kraaien.
meya alantin, suravye ... machin dazar morridin
De wolven laten de vreemdeling voor wat hij is en ontspannen. Onderling schieten de verontwaardigde woordbeelden over en weer. De "zwartveren" en Absinthe plegen volgens de matriarch een groot onrecht door op deze manier hier te verschijnen.
Atrimar twijfelt of hij ze vloek van Absinthe aan Equilan zal doorspelen, maar besluit het niet te doen. Een conflict riskeren op een moment als deze lijkt niet het juiste. Zijn gele ogen dwalen weg van Absinthe en blijven rusten op een punt in de verte.
* LWaS legt voor de laatste keer een hand op de hand van herne en gaat dan onder een boom zitten....hij staart voor zich uit
De spanning tussen Atrimar en Absinthe is te voelen.
De Guards maken zich klaar om in te grijpen...
. . .
* Dan Trilt de lucht, de wind wervelt en een schaduw valt over de verzamelde menigte. Langzaam glijdt Quantarianth naar beneden en landt naast Equilan. Hij vouwt z'n vleugels op en grijnst naar de rest van de mensen. Voor de mensen die niet met draken kunnen spreken lijkt het alsof hij gromt met z'n scherpe tanden bloot. LD klimt van quantarianth af en kijkt rustig in het rond. Hij knikt even naar Equilan, het lijkt er op als of er een kort gesprek even plaatst vind. Dan gaat hij naar het lichaam van Herne en spreek zacht een zegening.
Wat men jou aan kwade dingen heeft toegewenst dat zal die gene zelf overkomen. Je lichaam zal vergaan maar je ziel zal voortleven in hij die nog geboren gaat worden.
Rust zacht en wees welkom.
* Dan loopt hij naar Atrimar toe onderweg, tegen Absinthe fluisterend. Wie je bent of wat je doet maakt me niet uit, maar heb eerbied en respect voor de doden, zoniet maak je dan klaar om je bij de doden te voegen. Hij groet Atrimar en Phoenixx en wacht dan op de dingen die komen gaan en op het moment dat Equilan de rituelen verder vervolgt.
De groep rond de vuurstapel wordt steeds groter. Draken elfen, magiers, vage gasten, landlopers, winkeliers en gewone burgers. Op de een of andere manier zijn ze hier samengekomen. Dit is geen normale begravenis. Waarom is niet echt duidelijk. Maar dat hoeft ook niet.
Bedankt Dago
* Dan loopt ze verder naar Absinthe. Ze had hem eerder wel zien staan, maar toen was ze nog in een emotioneel gesprek verwikkeld met Lurky. Nu heeft ze eindelijk tijd om hem te begroeten.
De laatste keer dat ze hem gezien heeft is de dag dat Herne werd vermoord nadat hij per ongeluk Absinthe had verwond. Equilan heeft Absinthe ergens naar toe gebracht waar hij kon genezen en daarna heeft ze hem nooit meer gezien.
Maar Absinthe is voor Equilan de enige schakel met die dag, met Herne op een bepaalde manier.
Absinthe, wat goed om jou ook hier te zien * De godin omhelst Absinthe hartelijk en trekt zich er niets van aan dat haar omhelzing niet beantwoord wordt. Ze wijt het aan de omgeving, de wat vreemde sfeer die hangt op de open plek. Misschien is Absinthe wat onder de indruk ofzo. Of misschien is hij verbaasd over haar zwangeschap.
Ik heb je gemist Absinthe, ik had je graag vaker willen zien de afgelopen tijd. Helaas was ik de enige keer dat je me bent komen opzoeken niet thuis, toen je wat boeken hebt meegenomen.
Ow Absinthe, weet je nog dat we dachten dat jij 'gestuurd' werd?? Ik denk dat Slough_Feg dat inderdaad heeft gedaan, hij wist dat Herne zou stoppen met vechten als hij jou per ongeluk verwondde, ik denk dat het een aanslag was die hij tot in de puntjes heeft voorbereid. En hier staan we dan..
* Absinthe heeft nog steeds niets gezegd en Equilan kijkt van opzij wat vragend aan. Ze ziet zijn blik over haar buik glijden.
Ja, alledrie zijn we die dag op een bepaalde manier slachtoffer geworden. Jij werd ernstig gewond, Herne is vermoord en ik, ik werd verkracht...
Dan loopt ze naar de brandstapel en het kleine beetje geroezemoes dat te horen was sterft langzaam weg. De godin kijkt omhoog, naar de hemel. Het lijkt een prachtige nacht te worden, de zon is nog niet weggezakt in zee en toch schitteren er al enkele sterren aan de hemel. Ook een volle, blauwe maan is aan zijn klim omhoog begonnen. De maan is nu net naast een helle, beetje roodaandoende ster belandt en dat is het teken waarop Equilan heeft zitten wachten.
Volgens overlevering is deze ster de ster der jagers en zal hij overleden jagers naar hun laatste rustplaats begeleiden. Het leek haar passend voor Herne_the_Hunter.
Equilan kijkt naar het gezelschap en strekt haar handen naar ze uit. Iedereen komt dichterbij tot zich een kring vormd en iedereen de hand van zijn of haar buur vast heeft.
Vervolgens gaat Equilan voor in een oeroud keltisch gezang.
Het verhaalt over moed en kracht, eeuwenoude strijd, over leven en dood en over liefde. De tranen rollen over haar wangen als ze met geheven hoofd en gesloten ogen zingt.
Atrimar kent het lied ook en begint mee te zingen, zijn wolven vallen op de achtergrond in en het lijkt bij het lied te horen.
Als ze aan het laatste couplet beginnen komen er vier vuurelfjes aangevlogen die elk stoppen op een hoek van de brandstapel. Ze zuchten diep en vlammetjes flikkeren op, grijpen gulzig om hen heen tot ze weer andere takjes hebben om te verslinden en net als het lied tot een einde is gekomen begint het echt goed te branden.
Het gezelschap blijft nog even zo staan, de meeste met tranen in hun ogen.
Dan verbreekt de godin de cirkel en zegt op zachte toon "Is er iemand die nog wat wil zeggen??"
Zelf kan ze het niet opbrengen om nog wat te zeggen. Alles wat gezegd zou kunnen worden heeft ze de afgelopen tijd al gezegd, toen Herne bij haar op de torenkamer opgebaard lag.
Toch wel indrukwekkend dat magische gedoe...
* Num ziet lurky naderen met precies dat wat hij nu eventjes nodig heeft
edit: dit is mijn 3000ste post!
[Dit bericht is gewijzigd door Num op 11-01-2002 16:44]
Ah, Lurky gaat wat zeggen. Ze is benieuwd wat haar vriendin te zeggen heeft over Herne.
Waarde Eilanders, zichtbare en onzichtbare vrienden
Wij zijn vandaag verbonden door een vriendschap
Wij delen een vriend waardoor wij ook vrienden van elkaar zijn
En deze vriend die wij de onze mogen noemen ligt hier in ons midden
Op dit droeve moment waarop zijn naam door ieders hoofd spookt, op ieders lip ligt en elk hart vervuld...
Op dit moment zijn wij hem dankbaar en schenken hem onze oprechte dank en deelneming voor wat hij nu voor ons betekend en...
voor wat hij voor ons betekend heeft.
Hij leeft onder ons voort en zijn naam is Herne de Hunter.
Laat ons klinken en drinken op onze grote vriend en zijn overgang naar de andere wereld!
Geachte aanwezigen...
Proost!
Op Herne de Hunter!
Als er nog iemand wil spreken geef ik die graag nu het woord.
* Met haar kroes loopt Lurky de aanwezigen af en klinkt en drinkt. Dan loopt ze naar Equilan terug en slaat haar arm om de Elfengodin.
[Dit bericht is gewijzigd door Lurky op 11-01-2002 16:46]
Ow Lurky, perfect gesproken
Raar he, hij is al een tijdje dood en ik weet dat hij weer snel bij ons zal zijn en toch doet het zoveel pijn..
* De kleine Herne binnenin haar schopt haar zachtjes en dat doet weer een glimlach op het gezicht van de godin verschijnen.
Ach, laat me maar, het zijn denk ik mn hormonen die het me wat moeilijk maken
* De brandstapel brandt nu lustig en Equilan is blij dat ze Herne met wat touw heeft vastgebonden. Hopelijk blijft het hun bespaart dat hij van de brandstapel springt.
Het vuur verspreidt een heerlijke kruidige geur van de bloemen en kruiden die Equilan en anderen als eerbetoon op de brandstapel hebben neergelegd.
Kom, laten we nog wat te drinken nemen, op Herne's gezondheid!!
Tijdens de wake had ze haar emotionele blok laten vallen, en de gevoelens van alle aanwezigen vulden haar. Dikke tranen biggelden over Phoenixx' wangen. Tranen van verdriet om het verlies van een goede vriend... Maar ook tranen van vreugde, omdat de cyclus weer rond is. Over niet al te lange tijd zal Herne wedergeboren worden...
De vlammen hebben hun werk gedaan. Van wat eens de bosgod is geweest, rest nu nog slechts een hoop smeulende, maar vruchtbare as.
Met een paar vleugelslagen stijgt hij op een wervelwind achterlatend en vervaagt aan de horizon
equilan? wil je tegen dagobert zeggen dat hij niet op me hoeft te wachten?
dan laat ze zich mee terug voeren naar haar lichaam en al snel voelt ze de grasprietjes op het vasteland onder haar voeten kietelen.
Phoenixx probeert een paar stappen te doen, maar zakt dan al snel weer door haar benen heen. Ze is duizelig en barst van de koppijn. En ze is misselijk. Omdat lopen echt niet mogelijk blijkt te zijn, gaat ze maar zitten. Ze kijkt naar de nog aanwezige mensen, maar kan niets echt scherp zien. Het is alles wazig voor haar ogen. De geluiden lijken van veraf te komen, hoewel ze vlakbij het feestgedruis zit.
Atrimar... waarom ben je weggegaan... zonder iets te zeggen... Uit een ooghoek had Phoenixx de smid weg zien lopen, de troep wolven op zijn hielen. Ze had hem achterna willen lopen, maar haar bewegingen waren wat oncontroleerbaar geworden en *plof* daar lag ze. Ach... ik zit hier ook eigenlijk best... misschien nog even rustig zitten... voel me zo vast wel wat beter... Met die gedachte vallen haar ogen weer dicht en slaapt Phoenixx haar roes uit...
Tegen de morgen trekken nevelgeesten en rookfantomen tussen de bomen rond. Het vuur is getemperd en uitgegroeid tot een gloeiend bed. Lurky springt erover heen en weer. Iets geeft haar de energie om van geen ophouden te weten.
De aanwezigen zijn ingedommeld of in meditatie. Hun gezichten staan ontspannen: het is niet duidelijk of het vermoeidheid is of een staat waarin ze hun lichamelijke beslommeringen zijn ontstegen.
Ineens piept de zon tussen de bergen in de bomen en zet met haar kopergouden gloed het bos in vuur. Alles straalt en juicht nu de grootste vorst van het zonnestelsel haar opwachting heeft gemaakt.
Lurky herinnert zich door de toverachtige situatie een oud Afrikaans begravenislied dat gezongen wordt in de ochtend na een wake. Ze neuriet het steeds luider tot de woorden op hun plaats vallen en ze het luidkeels aanheft:
Het doet hem niet bijster veel.
Ideeen en meningen zijn er om te veranderen.
Alles in het universum is eindig. Al dat leeft heeft een begin en een eind, een vorm, het heeft grenzen. Misschien dat er op een hoger bestaans-vlak een patroon te herkennen is, dat gebruikt kan worden om bepaalde evenementen te voorzien, maar Absinthe voelt er niets voor om op dit moment zich af te vragen of er uberhaupt een groter plan bestaat, laat staan om het te proberen te doorgronden.
Hij kent de grenzen en hij kent de valkuilen van een circulaire en lineaire tijdsbeleving, hij kent de paradoxen die ze teweeg brengen en dus hun onmogelijkheden.
Absinthe glimlacht bij de gedachte dat, wat er komen gaat, nog lang niet staat geschreven in steen.
* Hij grijpt een hand vol zand en gooit het in de vlammen. zacht spreekt hij een kort gebed uit. Hij merkt dat de meeste weg zijn, het bos is of terug naar het dorp. Z'n draak Quantarianth is al terug naar het kasteel en waakt al vanaf de drakentoren. Hij gooit at zwervende lege flessen op een hoop bij een boom . Dan kijkt hij rond. Een begravenis maakt emoties bij mensen los, emoties en gevoelens die ver weggestopt waren. Zoveel mensen die in hun treurnis toch zo vrolijk zijn, en toch hield hij zich afzijdig van de feestende.. Hij pakt z'n spullen op en verdwijnt de bossen in.. op zoek naar nieuwe dingen in dit bos. Het magische bos zo groot dat je weken nodig hebt om het einde te bereiken. Hij gaat op weg en fluistert zacht een groet tegen de stilte.
Granach dasiria manire dubeave.
[Dit bericht is gewijzigd door Lord Dreamer op 15-01-2002 14:47]
De hoofdpijn is voorbij, ze is heerlijk uitgerust. Je zou verwachten dat ze stijf zou zijn van het liggen op de koude grond, maar dat was niet het geval. Phoenixx komt overeind en kijkt Atrimar aan.
* Het was een indrukwekkende gebeurtenis, maar ik denk dat ik hier lang genoeg geweest ben. Ik ga maar eens naar huis toe... Wat zijn jouw plannen?
Nonchalant kijkt ze hem aan, hopend dat het verlangen niet al te duidelijk uit haar ogen spreekt.
Atrimar grinnikt en wrijft zijn kin.
"En een scheerbeurt."
Hij kijkt Phoenixx aan en voelt de ongemakkelijke stilte der ongesproken woorden vallen.
1952e post: 1952 1e waterstofbom met 700x meer kracht dan bom Hiroshima bij kernproef VS op atol Eni Wetok tot ontploffing gebracht. Tot op heden worden er omstreden kernproeven gedaan op Stille Zuidzee eilanden.
* Hij stopt af en toe en stopt dan een klein zakje in de grond. langzaam vordert z'n toch steeds dieper het bos in. De bomen zien er oud en vergrijst uit. De geluiden zijn onheilspellend zoals het in eht oude gedeelte van het bos hoort. Zonlicht komt schaars met vlagen door het dichte gebladerte heen, de grond is licht vochtig en overal groeien klimplanten en op de plaatsen waar het licht de grond raakt ontstaan er kleine oases van bloeiende planten en struiken. Af en toe bekruipt hem het gevoel dat hij gevolgt wordt door een mens, dier of ander wezen, maar elke keer dat hij omkijkt is er niets te zien. het gevoel verdwijnt niet maar hij besluit te wachten met acties tot de nacht. Hier en daar kruisen sporen van wolven, beren, herten en andere dieren het pad wat LD bewandeld. Hij stopt bij een beekje om wat te drinken, een forel schiet onder z'n ogen door de beek. Bij een oude eik aan de beek stopt hij en maakt hij z'n kamp op voor de nacht, een klein kookvuurtje steekt hij aan en dan gaat hij op jacht. Even later heeft hij een konijn geschoten en roostert hij die boven het vuur. Dan gaat hij rustig wachten tot de nacht valt en de nachtdieren tot leven komen. Misschien komt dan z'n mogelijke volger wel in het zicht.
Ongemerkt zijn ze al een heel stuk van de open plek weggewandeld, en komen ze op het punt waar de wegen naar hun woningen zich splitsen. En nu?
* Nou - dan moeten we dus hier naar links en dan zometeen daar dat pad volgen.
Phoenixx grijpt Atrimar bij de arm en "trekt" hem het smalle pad op naar haar eigen huis.
Vincent deelt in stilte haar pijn, en vraagt zich af of hij slainghe ooit nog zal zien.
maar ergens weet hij dat dat nooit zal gebeuren en hij besluit dat hij rebel zal accepteren als zijn nieuwe maatje.
laten we rusten, mijn hoeven doen zeer en ik heb honger.
en jij kan ook wel wat eten gebruiken.
samen sjokken ze naar een braamstruik, vincent valt meteen het sappige jonge gras aan en rebel begint zich te goed te doen aan de bramen.
als ze allebei hun buiken vol hebben besluit rebel de tassen van slainghe van het paard af te halen.
de tassen zijn van een uiterst soepel leer en kunstig bewerkt met sierlijke afbeeldingen van dieren.
langzaam vouwt ze de eerste tas open en ziet de altaarspullen van slainghe.
ze bewondert de techniek waarmee alles gemaakt is.
de perfectie is om gek van te worden, details zo ver uitgewerkt dat het vast jaren heeft gekost om deze voorwerpen te maken.
in de tweede tas zitten boeken over magie, kruiden en andere aanverwante onderwerpen.
dat kan nog wel eens van pas komen
rebel pakt een van de boeken, gaat tegen de boom zitten en is van plan om te gaan lezen.
de warme zon schijnt precies op haar gezicht en voor ze het weet is ze in dromenland, met het boek nog op haar schoot.
Equilan voelt zich alsof ze wakker wordt na een aantal dagen in een roes verkeerd te hebben. Haar herinneringen aan de afgelopen dagen zijn vaag, doordrenkt met whisky... maar dat niet alleen. Ze herinnert zich ijle figuren, talen die niet op deze wereld gesproken worden, handen die heur haren streelden in een troostgebaar. De godin glimlacht als ze bedenkt wat dat betekent; niet alleen hier op het eiland werd om Herne getreurd, het bericht van zijn heengaan is ook tot in andere werelden doorgedrongen.
En dan de eilanders!! Equilan rekt zich uit, ervoor zorgend dat Lurky niet van haar buik afrolt, en draait genietend met haar schouders. Het was geweldig, dit dagen en nachten durende bachanaal was een gepast laatste feest voor Herne waar vrijwel iedereen zich volledig aan overgegeven heeft. De meeste eilanders zullen nog wel een tijdje een kater hebben
Zachtjes schudt ze Lurky wakker. Het is nu tijd voor het laatste gedeelte.
Lurky..
Lurky..!
Lurky??
He mop, wordt eens wakker??
* Slaperig opent Lurky een oog een klein beetje, blikt naar de zon, mompelt moppert dat het nog veel te vroeg is en draait zich weer om.
Equilan schiet in de lach en het gehobbel van haar buik maakt Lurky nu echt wakker.
Lurky, het is klaar nu, we gaan de as verstrooien
* Lurky is meteen klaar wakker en wrijft haar ogen uit. Ze kijkt om zich heen en ziet dat alleen zij en Equilan nog over zijn.
De godin rommelt ondertussen in de onuitputtelijk diepe zakken van haar jurk en haalt een leren zak tevoorschijn.
Kijk, ik heb hier een zak, daar moeten we de as in verzamelen. We moeten de as uitstrooien op een plek waar de wind het kan verspreiden, maar een klein beetje moet ik zelf houden, ongeveer een handje vol.
Bij het zien van Equilan en Lurky verschuilt ze zich achter enkele bomen en struiken.
Deze had ik vast even opzij gezet, ook trek in een ontbijt??
* Dat laat Equilan zich uiteraard geen twee keer zeggen en samen toosten ze boven de voormalig brandstapel. Het is een mooie dag en ze hebben nog veel te doen dus ze gaan snel weer verder, de fles whisky binnen handbereik... Na een tijdje hebben ze alles in de leren zak gedaan en gaan ze op pad. Ze wandelen rustig door het bos, genieten na van het afscheid van Herne maar staan daar verder niet te veel meer bij stil. In de afgelopen dagen hebben ze herinneringen opgehaald en het hoofdstuk wordt nu afgesloten. Langzaam opent Equilan de leren zak en terwijl ze een oeroud gebed uitspreekt houdt ze de zak op zijn kop. In een zilvergrijze waterval stroomt de as uit de zak en wortd meteen zacht opgevangen door de wind. Geen enkel deeltje komt op de grond terecht, de wind voert het hoger en hoger mee tot boven de bomen, en dan verdwijnt het al snel uit het zicht.
Als ze bijna een uur gewandeld hebben komen ze aan op een grote open plek in het bos boven op een heuvel. Ze hebben vanaf hier een prachtig uitzicht over het eiland en aan de andere kant kunnen ze nog net de zee zien.
Een briesje waait wat verkoelende lucht langs en dat is erg welkom, want het was al met al een pittige wandeling.
Lurky en Equilan kijken een tijdje zwijgend naar het uitzicht en het lijkt alsof ze natuur begrijpt wat ze hier komen doen; de wind waait nog wel, maar heel rustig. Vogeltjes fluiten een sereen lied en de hele sfeer op de open plek is rustig en stil.
Een laatste traan rolt onwillekeurig toch nog over de wang van de godin. Ze veegt hem weg en kan alweer glimlachen.
Zo Lurky, dat was het dan...
LD opent langzaam z'n ogen, hij had niet gedacht om nog zo diep in slaap te vallen. Hij neemt de omgeving in zich op, ziet de sporen, maar geen sporen van z'n volger.
Hij rekt zich uit en schrikt dan van een krakend takje. Hij draait zich vliegens vlug om en z'n zwaard verschijnt als tovenarij in z'n hand. Dan laat hij z'n zwaard bijna vallen door het gene wat hij ziet.
Voor hem staat een mooie vrouw met een klein draakje vliegend rond haar hoofd en een sierlijk zwaard in haar hand. De vrouwe glimlacht en spreekt met een zachte melodieuze stem.
Hallo Lord Dreamer, schrik niet .. Ik doe je geen kwaad. Ik ben Claire Shan d'Haran, en ik volg je al een tijdje om te zien wat je in het Bos doet. Maar helaas ik moet weer gaan. Wees gerust de Woud-Elven hebben je gekeurd en in orde bevonden.
Tot ziens. Granach dasiria manire dubeave.
* LD brabbelt verbijsterd zacht een paar woorden.
ja.. ehh.. huh.. hmmm... doei ?
* LD knippert met z'n ogen, maar de mooie verschijning is weer weg. Duiznde vragen komen bij hem op, in verwarring blijft hij achter.. Langzaam gaat hij er zitten.. z'n gedachten orderend.. die dame.. elf ?? hmmm . Hij besluit om verder te gaan het bos in, hij is blijkbaar het gebied van de Woud-Elven ingetrokken
rebel plukt de laatste bramen van de struik en loopt dan met haar pijl en boog het bos in om wat vlees te vergaren.
onder het lopen prevelt ze het jagersgebed en het duurt dan ook niet lang voor ze een klein everzwijn in het oog krijgt.
ze spant de boos en richt, houd even haar adem in en treft vervolgens haar prooi vol in het hart.
ze loopt naar het zwijn toe, kijkt het in de ogen en vraagt goedkeuring van Freya voor deze slachting.
dan snijd ze de keel van het dier door om eventueel verder leed te besparen.
als ze voor zich kijkt ziet ze een kleine open plek, geschikt om een vuur te maken.
ze sleept het zwijn er heen, goed uitkijkend dat ze niet een heel bloedspoor trekt, loopt terug naar het pad en brengt ook haar spullen naar de open plek.
dan bouwt ze een mooi vuurtje en begint het zwijn te villen.
Wat slechts rest is een verre roep ...
*ren ren ren*
* Num verdwijnt weer tussen de bomen
als ze weer terug op de open plek is komt de geur van haar ontbijt als een welkomsgroet op haar af.
de zon schijnt en alles lijkt een klein paradijsje, maar rebel_girl kan er niet echt vrolijk van worden.
er zitten nog te veel dingen in haar hoofd, ze is kwaad, verdrietig en in de war...
rebel woelt heen in weer in een poging te ontsnappen uit de afgrijselijke nachtmerrie.
* rebel zit tegen een boom aan geleund met een stuk vlees nog in haar handen.
hmm blijkbaar ben ik in slaap gevallen ofzo...
maar wie valt er nou 's ochtends vroeg in slaap???
gedver, nou ligt dat vlees nog steeds op het vuur, helemaal verkoolt natuurlijk.
nou daar heb ik nix meer aan.
zucht...ik moet eigenlijk ook maar eens naar huis toe, dagobert zit nog steeds te wachten....
of...
of zal hij me vergeten zijn???
* rebel_girl pakt haar spullen, zadelt Vincent op en vertrekt richting huis.
Een paar droge bruine bladeren waaien van de grond op en maken in de lucht een sierlijk dansje, een paar schamele seconden durend, om daarna weer levenloos naar beneden te vallen. De lucht wordt dikker en begint te stinken naar rottend vlees. De geur trekt vliegen en ongedierte aan die hun voedsel vinden in ontbindende lijken. De geur blijft hangen maar de wind gaat in stilte liggen. De temperatuur stijgt langzaam, chaotisch vliegen de vliegen door de lucht op zoek naar de bron van de, voor hen, heerlijk lijken-lucht. De tijd kruipt vooruit en binnen een straal van vier meter, lijkt de grond tot leven te komen. Onder de bladeren kruipen maden uit de grond omhoog alsof de aarde bestaat uit dood vlees.
Vanuit het niets verschijnt er een duister figuur. Zijn gezicht is smal en ligt deels verborgen achter en kleine baard. Zijn witte, dode, ogen liggen diep in de donkere oogkassen. De paar gele tanden die in zijn mond zitten, staan scheef en zijn merkwaardig lang, alsof zijn tandvlees zich een stuk heeft teruggetrokken. Zijn lichaam is mager en besmeurd met halve korsten en vuil. Zijn huid wordt geteisterd door vreemde bulten zo groot als kiezelstenen.
Met ieder stap die hij zet is het gekraak van bladeren en maden te horen. De vliegen weten hem met moeite te ontwijken. Hij beweegt zich ongemakkelijk, houterig, alsof hij hij in geen jaren gelopen heeft. Onder zijn lijkbleke huid zijn de bewegingen van dunne uitgerekte spieren te zien.
Uit zijn keel komt een onmenselijk geluid voort, een combinatie van een laag gebrom en een misselijkmakend gerochel.
Meer dood dan levend, zet hij stap na stap. De verotte lucht draagt hij met zich mee door het bos, net als het eskader vliegen.
De klap komt onverwacht, al is het een vraag of hij ooit in staat was geweest om het dier te ontwijken, of er iets van te voelen. Met een hevige beweging slaat zijn lichaam achterover en valt het op de grond waar het levenloos blijft liggen. In zijn hand zit een eenzame brief geklemd, en om een van zijn uitgemergelde vingers een schitterende ring zo groen als smaragd.
De ruiter springt van haar paard en beseft dat het onfortuinlijke figuur dat daar levenloos ligt, door haar doen, om het leven is gekomen.
RebelGirl kijkt naar Vincent en naar het lijk dat haar pad nu blokkeert...
[/me]
[Dit bericht is gewijzigd door Broeder-Strijd op 18-01-2002 00:16]
Het lichaam blijft roerloos liggen, de zwerm vliegen, die er rond hem heen hing, ziet de kans schoon om de eerste te zijn die van het "verse" lijk mogen genieten.
In de bosjes, niet ver van Rebelgirl vandaan, is een paniekerig geritsel te horen.
Met een grauw springt de eerste wolf achter het reekalfje die van schrik een sprongetje maakt en ervandoor rent. Nog geen drie stappen weg van de wolf ziet het kalfje een tweede wolf achter een boom vandaan komen.
Weer een paniekreactie, en het kalfje verandert van richting.
Recht op de derde wolf af, die het beestje met een machtige knauw in haar linkerachterpoot bijt. Krijsend stort het reekalfje ter aarde, en de drie wolven bespringen hun prooi. Grommend en grauwend scheuren drie krachtige kaken vlees van het gewonde beest af. Bloed verkleurt hun donkere vacht. Als een van de wolven het kalfje in de zachte onderbuik bijt krijst ze nog een keer. Om daarna nooit meer enig geluid te maken.
zo, dan kan ik nu een compositietekening vanje gaan maken.
hmm zal ik de vliegen er wel of niet bijtekenen?
misschien was het altijd al zo'n stinkerd en zullen zn geliefde hem alleen kunnen herkennen aan de zwarte zwerm om hem heen.
nou laat ik het maar niet doen, het is namelijk wel veel werk.
* rebel tekent snel maar acuraat het gezicht van de merkwaardige man na, stopt de tekening zorgvuldig weg en gaat dan verder met de "begrafenis"
ja het spijt me vriend maar ik kan je niet meezeulen tot een familielid zich meld ofzo.
dus ik begraaf je nu en als er dan iemand is die vind dat je gecremeert moet worden ofzo dan kan die je fijn weer opgraven.
* rebel schrikt even van haar eigen koelbloedigheid in deze uiterst treurige zaak.
dan legt ze snel de man in het graf en begint de hoop aarde eroverheen te gooien.
dan maakt ze een mooi groot kruis van twee dikke dode takken en zet deze aan het hoofdeinde van het graf.
ze prevelt nog een gebed en gaat dan opzoek naar een beekje om haar handen te wassen.
vincent blijft trouw wachten en test ondertussen de kwaliteit van het gras.
Een tweede maal lijkt de grond te bewegen, de maden kruipen over elkaar heen, door het losse zand.
Het zand waaruit het graf bestaat lijkt hierdoor vloeibaar te worden. Tergend langzaam rijst een arm uit het zand omhoog. Het is verbazingwekkend hoe snel de maden zich onder de huid hebben ontwikkelt en zich tegoed hebben gedaan aan het vlees.
Een eenzame vinger valt van de hand af en belandt zonder een geluid te maken op de losse, met maden bezaaide, grond. In de overige vier vingers zit stevig de brief geklemd die het slachtoffer bij zich droeg toen hij hier arriveerde. Het lijkt op een laatste wanhoopspoging van ver voorbij het graf.
De kraaien dalen een voor een neer, hun felle gekras blijft klinken maar neemt een aandere toon aan. Ze pikken fel in de grond in de hoop om zoveel mogelijk van de heerlijke maden voor zichzelf te winnen. Het is iedere kraai voor zich. De viervingerige hand die uit het graf omhoog steekt moet het bij de pols ontgelden, de kraaien vliegen op wanneer de hand loskomt en neervalt, om even later weer op het graf neer te dalen en verder te eten.
Maar de vinger, die van de hand was losgeraakt, is nergens meer te bekennen. Een van die vervloekte onheilsbeesten heeft het wegrottende lichaamsdeel meegenomen, en met de vinger, ook de smaragd-groene ring...
Een zuchtje wind tilt een aantal van de veren op en legt ze ergens anders neer. Een duister gefluister klinkt er op de wind, over het graf heen, afkomstig uit het niets.
Het gefluister begeeft zich naar een van de schaduwrijke plekjes die het bos zo rijk is. In de veilige duisternis waar het een vorm aan kan nemen. Een kleine seconde lang bestaat het wezen in deze wereld, als een levende, bewuste schaduw van iets ontastbaar, om daarna weg te sterven als het gefluister van dode bladeren op de wind.
* Hij ziet een klein boompje moeite doen om boen het onkruid uit te komen op zoek naar de zon en besluit het onkruid te verwijderen zodat het boompje alle vrijheid heeft om te kunnen groeien. Na een korte rustpauze besluit hij maar eens terug te keren naar de beschaafde wereld en dit prachtige bos maar achter zich te laten. Het wordt tijd dat hij z'n gezicht weer eens laat zien. De rustige gezonde boslucht heeft hem goed gedaan en z'n gedachte is verlost van de beslommeringen die er in rondspookten.
* LD zet er flink de pas in en snel ziet hij de rand van het bos en heel in de verte de vage vormen van z'n kasteel.
Hij is weer terug.
Cairon stopt met hakken en kijkt vermoeid naar boven, met zijn ogen zoekt hij naar het hoogste punt van de boom. De spieren in zijn armen en in zijn onderrug geven een warm gevoel af dat hem irriteert. Het is vermoeiend om het gevoel te negeren, en het is vermoeiend om er aan toe te geven. Cairon kijkt naar de plaats die hij heeft bewerkt met zijn bijl en zucht. Het duurt hem te lang, het kost hem te veel moeite.
In stilte vloekt hij, deze moeite is niet eens nodig, als hij nu eens wist waarom, als hij de fijne punten van Shaitan's plan kende dan kon hij deze vermoeidheid negeren en dit gevoel van overbodigheid wegwuifelen, maar het overduidelijke gebrek aan details verhindert het hem om met volle overgave verder te werken aan deze opdracht. Hij is loyaal, zijn hart behoort zijn god toe, maar de taak die hij heeft gekregen staat los van zijn devotie aan de god. Het is nog zo vroeg om te twijfelen aan de plannen van zijn meester.
De gedachte komt in Cairon op dat dit een goddelijke test is. De ultieme test om te zien of hij waardig genoeg is. Als hij zich met deze taak bewijzen kan, dan is het deze taak die hij tot in de perfectie uit zal voeren. PhalanX zal dan niet langer meer de oogappel zijn van Shaitan, maar zal hij de rechterhand van zijn meester worden.
Eindelijk een antwoord dat hem behaagt, een antwoord op zijn twijfelen dat hij wel ziet zitten. Dit is niet alleen een goddelijke test, maar ook een deur naar een betere positie binnen de hierachie van de Kerk. Hij zal groeien, hij zal dan eindelijk boven zijn "concurent" uitstijgen.
De toekomst zal hem niets dan goeds brengen, hij is er van overtuigd. Als hij maar doet wat er nu van hem gevraagd wordt.
Met het idee een stap dichter te zijn bij het begrijpen van de geest van de Heer pakt hij de bijl op en met een vernieuwde kracht hakt hij stevig door.
Als ze voortaan mij even waarschuwen als ze weer eens hout nodig hebben voo rin de kachel
* Icarusje gaat weer lekker odneruit zitten en steekt een strootje in zijn mond. Hij koud erop om de tijd te doden.
Evenlater wordt hij opnieuw opgeschrikt, alles trilt en hetzelfde kabaal.
**@#§!¡!%£&
Wie hakt hier mijn boom om?
* Icarusje klimt naar beneden en ziet een grote zwarte man staan.
Ej, je bent in mijn boom aan het hakken, zou je dat wel willen laten?
Cairon schudt zijn hoofd en beseft dat hij geen haar meer of minder is als deze vreemdeling. Ook hij weet niet wat komen gaat, de toekomst is voor hem net zo onbekend en raadselachtig als dat het voor deze vreemdeling is. Zijn hart begint sneller te kloppen wanneer hij beseft dat zijn uiterlijke vertoon niets meer is dan een facade, het is niets meer dan een hol beeld dat door het kostuum gecreerd wordt. De veiligheid en de hoogmoed vloeien geleidelijk aan weg met het besef dat hij sterfelijk, en gelijk aan de vreemdeling, is.
Cairon weet zich geen goede houding te geven en blijft zwijgend voor Icarusje staan.
Kijk, daar staat nog een boom, neemt U die maar, deze is van mij.
* Icarusje probeert de grote man richting de andere boom te bewegen, maar hij staat muurvast.
Ach komnou, U gaat me toch niet vertellen dat deze boom anders voor U is dan die hiernaast?
Cairon blikt terug op zijn opdracht. De woorden dansen voor zijn geestesoog en hij zoekt naar een antwoord in het verleden. Daar in de woorden van zijn heer en meester vindt hij het antwoord op zijn vraag, wat nu te doen.
"Jij je zin, ik pak die andere boom wel," verkondigt Cairon met een kille stem. Hij keert de vreemdeling de rug toe en met grote passen zet hij een koers in naar de andere boom. Met een zucht pakt hij zijn bijl en laat deze door de lucht glijden en in de boom voor hem belanden.
Zachtjes ontsnapt, met de onverschillige zucht, het woord "twee" uit zijn longen.
Het beeld van de vreemdeling danst door zijn gedachten en wordt door zijn geest ge-analyseerd en opgeslagen in zijn geheugen.
* Icarusje klimt zn boom weer in en gaat lekker liggen luieren.
Ha, snuift slainghe, dat bevalt een stuk beter.
geen stramme spieren meer in de ochtend, geen oude gerimpelde huid, en bovenal genoeg kracht om een beer met blote handen te vellen.
* slainghe is back....
Het metaal zinkt weg in de stam van het spuuglelijke gedrocht. Het lijkt erop dat de stam zacht is, dat de boom hol is. Moeizaam haalt Cairon de bijl uit de boom en legt deze op de grond. Hij valt op zijn knieen en bekijkt de plaats waar de bijl de boom heeft geraakt van dichtbij.
Met zijn handen opent hij de wond die hij de boom heeft toegedient verder. Het is daarbinnen gitzwart.
Cairon pakt een stuk en pelt als het ware een stuk van de boom weg. De situatie waarin Cairon zich nu bevind is op zijn minst surrealistisch te noemen. Daar binnen in die onaardse duisternis ligt iets dat hij moet hebben.
Hij laat zijn rechterhand in de boom verdwijnen om te voelen of daarbinnen hetgeen zit waarvoor hij kwam. Hij voelt niets en drijft zijn hand verder naar binnen, steeds verder totdat hij er totaan zijn schouder inzit.
Zijn hart begint sneller te slaan als hij iets voelt. Het is rond en hard en het is net te groot om met 1 hand stevig vast te pakken en eruit te trekken.
Cairon laat nu zijn andere hand in de boom verdwijnen en pakt het vreemde voorwerp met beide handen vast en trekt het hard naar zich toe. Tot zijn verbazing zat het voorwerp nergens aan vast, waardoor hij bijna achterover valt.
Bijna...
Met trots kijkt hij naar hetgeen dat hij gevonden heeft. Die trots verandert al snel in walging wanneer hij ziet dat het ding in kwestie een rottend hoofd is. Het moet er al een behoorlijk tijdje hebben gelegen, de ogen zijn uit de oogkassen verdwenen, al het bloed is verdwenen en de huid is groenig uit gaan slaan en laat hier en daar los. De kaak bungelt er ongelukkig bij aan wat dunne spieren en een gammele verbinding bij de plaats waar eens de oren moeten hebben gezeten.
Ongemakkelijk neemt hij het hoofd met zich mee naar de vierde boom, die voor de verandering een stuk dunner en makkelijker is om om te hakken.
Maar waarom toch... die extra twee bomen?
Met een paar grote passen is hij bij het dunne boompje aan gekomen. Hij wacht niet, de bijl doorklieft de lucht en zinkt in de boom. Het kleine ding verzet zich niet eens tegen het geweld van de aanvaller. Een tweede en een derde klap doen het boompje angstig trillen. De vierde klap brengt het kleine sekreet dichter bij de dood, een paar druppeltjes hars ontsnappen uit de zo goed als fatale wond die Cairon het onding heeft toegebracht.
Met een zucht hakt hij een zesde keer, een zevende klap gaat gepaard met vermoeid gelach dat bijna hysterisch klinkt uit zijn trillende keel. De achtste slag is de laatste slag, het is de slag die het boompje een laatste maal doet wankelen. Met een lompe beweging gooit Cairon de bijl op de grond en geeft zijn zwakke tegenstander een laatste zet. Hout knapt en takken breken wanneer het de harde grond raakt.
Cairon strekt zijn rug, zijn armen, schud eens met zijn benen en doet een aantal kleine oprek oefeningen. Hij hoort hoe zijn botten kraken en voelt hoe zijn spieren over deze laatste enthousiaste inzet denken. Cairon lacht hysterisch, een resultaat van de vermoeidheid, hij kan het niet tegenhouden, hij doet niet eens meer de moeite, het voelt namelijk geweldig goed aan.
Met een vermoeide beweging schept hij de bijl van de grond en loopt hij naar zijn buit. Het half-vergane hoofd met de lege oogkassen lijkt te sadistisch naar de opgebrande Cairon te grijnzen. Cairon lacht hartelijk terug. Hij voelt zich leeg, zijn lichaam reageert niet meer zoals hij wil dat het reageert. Hij voelt zich smerig en primitief, overgeleverd aan oerinstincten en emoties.
Bijna dansend zet hij een koers naar de Kerk van de Universele Waarheid.
een leuke bijkomstigheid was het jonge lichaam wat hij daarmee verkreeg.
zoveel beter als het oude, het gerimpelde lichaam met zijn eeuwige kwalen wat in slainghe's bezit was, vlak voor hij zo bruut vermoord werd samen met de rest van zijn stam.
slainghe zoekt een rustig plekje op, in afwachting van wat komen gaat....
* Anthraxx zegt: "Het is nu een week geleden dat ik de bewoonde wereld achter me gelaten heb...".
* Dan gaat Anthraxx op een steen zitten, en denkt na. Over dingen die nog moeten komen, over zijn doel, over zichzelf. Nog steeds weet hij niet wie hem heeft overmeesterd in zijn (oude) postkantoor. Sporen heeft Anthraxx niet kunnen vinden behalve grote wonden op zijn hele lichaan. Deze zouden door een zwaard aangebracht kunnen zijn maar ook door handen. Het bos wordt steeds donkerder om hem heen, de nacht valt. Om zich heen hoort Anthraxx het gehuil van wolven en andere dieren die hij niet thuis kan brengen. Anthraxx besluit hier zijn kamp op te slaan...
Hij grijnst even, zinkt even in gedachtes en schrikt plotseling op. Rampscenarios schieten door zijn hoofd. Hij ziet dat een wolf zachtjes naar het slapende lichaam van Anthraxx loopt. Kwijlend, likkend en sluipend loopt de wolf op Anthraxx af. Eerst loopt de wolf om hem heen en dan blijft hij stil staan. Kwijlend hangt de wolf zijn hoofd over Anthraxx heen en wilt toeslaan om te bijten.
Dan springt Anthraxx overeind. Zijn arm bloed hevig, en ziet de gedaante van de wolf staan. Met zijn bebloede arm grijpt hij naar het zwaard wat naast hem ligt en probeert het te pakken. De wolf begint om hem heen te lopen, en staat klaar om zijn laatste aanval te plegen. Dan springt de wolf....
Bloed vloeit zodra het staal zich in de hals van de wolf boort. In 1 slag rekent Anthraxx af met de wolf.
"Bravo, Bravo!" zegt En_Sabah_Nur sarcastisch en stapt naar voren. "En wie ben jij dan wel niet?" vraagt Anthraxx. "Ik? Je kent mij geneens? Wat wonderbaarlijk zeg..." antwoord En_Sabah_Nur "Vreemd, toch? We hebben elkaar al eens eerder ontmoet en toch ken je me niet?"
"Oh, echt?" antwoord En_Sabah_Nur fel "Om precies te zijn hebben wij elkaar zo'n 8 weken geleden ontmoet in JOU postkantoor...".
Anthraxx trekt wit weg, opeens herinnert hij zich de hel wat zich afspeelde in zijn huis. Deze "demoon" probeerde hem te overmeesteren wat dankzij zijn zwaard en de tijd gelukkig niet gebeurde.
De herinneringen flitsen in Anthraxx' hoofd en hij stamelt "Wat WIL je van me?"
"JOU!" is het antwoord....
"Bespaar je de moeite, sterveling!" lacht En_Sabah_Nur "Jij dacht zeker dat je me verjaagd had met je zwaard, op onze eerste ontmoeting. Jammer voor je, maar het was de ZON die mij verjoeg. Zwaarden doen mij niets."
Ontmoedigend kijkt Anthraxx naar zijn zwaard en daarna naar En_Sabah_Nur. Hoop heeft hij niet meer, het is nacht op dit moment en de zon komt pas op in 4 uur. Hij kan de demoon niet bezighouden voor 4 uur.
En_Sabah_Nur komt dichterbij en begint in een rare taal te spreken die Anthraxx niet verstaat.
"lavp fa pmbn phq na ggbrhqnb fa ydab phq pm pvag" wordt er 3 keer gezegd, bij elk woord klinkt het steeds verder weg. Anthraxx' gedachtes worden zwaarder en zwaarder. Zijn zicht neemt bij elke letter af tot hij niets meer ziet. Dan valt hij levenloos neer....
[Dit bericht is gewijzigd door Anthraxx op 08-03-2002 00:21]
Dan wordt Anthraxx wakker. Pijn schiet door zijn hele lichaam. Van afgelopen nacht herinnert hij niets anders meer dan alleen En_Sabah_Nur die op hem af kwam. Dan probeert hij op te staan. Wonderbaarlijk lukt hem dat en hij pakt zijn zwaard op. Steunend op zijn zwaard strompelt hij het bos in.
"... Eindelijk ... wakker ..." hoort hij. Anthraxx draait zich om.
Niets.
"... Eindelijk ... de ... tijd ... is ... gekomen ..." klinkt het nogmaals. Weer draait Anthraxx zich om zoekend naar iets dat hem blijkbaar roept.
Weer niets.
"De tijd van een nieuwe vloek. Onze vloek ...." klinkt het fel. Verschrikt springt Anthraxx naar achter en kijkt rond.
"De ... de eilandvloek ..." klinkt het nogmaals maar nu heel zachtjes.
"WAAR BEN JE?????" roept Anthraxx verschrikt uit.
"Waar ben ik niet?" klinkt het weer nog zachter dan net.
"LAAT ME MET RUST!!!" schreeuwt Anthraxx.
"RUST ... Rust ... rust ... ust ... st ... t ... t ... ... ... ..." galmt het door het bos.
Anthraxx pakt zijn zwaard op en begint te rennen maar ver komt hij niet. Een paar honderd meter verder valt hij plat op zijn gezicht. Verbijsterd staat Anthraxx op. Hij onderzoekt zichzelf even op wonden en merkt dan op zijn arm een vaag teken op:
"Wat is dat?" mompelt Anthraxx en wrijft erover. Het ziet er naar uit dat het gebrandmerkt is. Dan herinnert Anthraxx zich iets. Op de arm van het demonische gestalte gisteravond stond hetzelfde teken.
"Ik kon het zien toen het wezen naar hem toe kwam, net voordat alles zwart werd." mompelt Anthraxx "Dan.... dan betekent het dat hij .... hij .... hij .... mij nu is ..."
"HOE KRIJG IK JE #!&*@(@ UIT MIJ????" schreeuwt Anthraxx woedend.
"MIJ ... Mij ... ij ... j ... j ... ... ... ..." galmt het door het bos.
"Jou krachten zijn te zwak sterveling, althans dat waren ze, jij bent nu van mij. Jij zal doen wat ik je zeg of je zal pijn voelen zoals je nog nooit gevoeld heb. Als je gewoon doet wat ik je zeg dan zul je krachten krijgen die een normaal persoon niet kan bevatten. En ik beveel je nu om te moorden..." fluistert de stem in Anthraxx hoofd.
"NOOIT!" schreeuwt Anthraxx.
Plotseling trekt een hevige pijn door Anthraxx lichaam heen. Zo pijnlijk dat Anthraxx helemaal in elkaar duikt en op de grond valt.
"Heb ik je overtuigd van mijn kracht? Dat was nog NIETS. Er gebeuren ergere dingen als je niet doet wat ik je zeg..." fluistert de stem weer.
"OK OK, ik doe het..." mompelt Anthraxx en probeert op te staan. Dan pakt hij zijn zwaard en strompelt weg, richting het dorp...
"Dat *^!*$&#^%*@( kasteel is te goed bewaakt, we moeten hem eruit zien te lokken!" zegt Anthraxx boos.
"Rustig verdomme! Dat lukt je never nooit, we moeten het maar ff vergeten." reageert Rebelgirl fel.
"Vergeten? Wat vergeten? Jij hebt er geen haast bij, ik zit met een godsvergeten demoon in mij die mijn pijnigd als ik niet doe wat HIJ zegt..." vloekt Anthraxx en loopt naar een boom. Daar gaat hij zitten.
Rebelgirl trekt wit weg. "Een demoon?" vraagt ze op een nogal ongeintresseerde manier "Tuurlijk, je verbeeld het je".
Anthraxx zucht en begint het hele verhaal over En_Sabah_Nur te vertellen, althans tot zover het lukt en het hem herinnert. Elke keer als hij de naam En_Sabah_Nur zegt trekt een pijn door zijn lichaam. Zodra hij over de details begint wordt die pijn heviger tot Anthraxx noodgedwongen moet stoppen. Bijna huilden vervloekt hij hem...
"Kan je me helpen?" vraagt Anthraxx...
steek een vuur aan wil je, eerst een flinke maaltijd en dan zal ik eens zien of ik je ga helpen.
Pijn trekt door zijn lichaam en beelden flitsen in zijn hoofd.
"Gutteguttegut... waarom zou je van mij af willen? Ik ben toch heel aardig..." klinkt het Sarcastisch in Anthraxx's hoofd. "Val dood" denkt Anthraxx. "Ow echt? Dan ben jij ook dood hoor" klinkt het weer. "Jij vermoord het meisje of anders ga jij dingen voelen die jij niet wilt voelen, begrepen?". "Nooit!" denkt Anthraxx weer. "Niet?" klinkt het weer...
Plotseling slaat er een bliksem door het bladerdak heen en treft Anthraxx. Pijn schiet door zijn lichaam als de schicht erdoorheen stormt. Anthraxx valt neer op de grond.
Rebelgirl schiet overeind en loopt naar Anthraxx toe. Zij buigt voorover en vraagt of ie nog leeft. "Ja... geloof het wel..." antwoord Anthraxx zacht.
"Mooi, want je hebt nu een mooi vuurtje aangelegd" klinkt het.
* Antraxx en Rebel_girl om een kampvuur nog niet wetend wat voor een grote jacht er nu bezig
plots draait ze zich om als ze een takje hoort breken achter haar.
ze ziet anthraxx met gebalde vuisten achter haar staan.
in een snelle beweging weet ze hem op de grond te werken en gaat opzoek naar repen leer in haar binnenzak.
zozo, probeer je me te bedriegen? of was dat het werk van die demoon?
* rebel bint anthraxx stevig vast aan een boom en gaat dan gehaast verder met haar werk. steeds sneller stromen de woorden van het gebed over haar lippen.
gelukkig zijn de meeste spullen die ze nodig heeft in ruime mate aanwezig en kan ze snel aan haar taak beginnen.
anthraxx kronkelt van de pijn en zijn ogen draaien weg, terwijl rebel girl kruiden over het vuur uit sprenkelt en de demoon dwingt te vertrekken.
Hij ziet zichzelf bij een afgrond staan en Dagobert komt er in voor. Ook ziet hij vage wezens giggen en hij herkent ze. Dit zijn de orcs van BlackDevil's kasteel. Ook ziet hij een regelmatig terugkerend zwart gedaante, en herkent hij een vaag teken op zijn arm. Tot zover het mogelijk is om te denken kom hij tot de conclusie dat dit niet de "toekomst" is maar het verleden. Het verleden van En_Sabah_Nur.
Steeds wilders worsteld Anthraxx om zich heen. Pijn schiet door alle delen van zijn lichaam.
Het zweet staat op Rebelgirls hoofd. Zou het lukken? (Reclamepingel: stay tuned for the next episode of "fluffy bunnies take over evil persons"
(sorry, moest er ff uit))
Een vaag gestalte kan gezien worden. Deels in Anthraxx deels in de werkelijkheid. Het gestalte ziet er woest uit en slaat wild om zich heen, parallel aan Anthraxx.
Dan is er een oogverblindende flits...
het lijkt erop dat de bezwering gelukt is maar voor de zekerheid houdt ze anthraxx vastgebonden zitten aan de boom.
hij is nog steeds buiten bewustzijn, en dit geeft rebel de kans om eens goed na te denken over wat er gebeurt is de afgelopen paar uur.
de kasteelheer zal niet achtelijk zijn, op dit moment zullen waarschijnlijk talloze wachters opzoek zijn naar ons.
aan anthraxx heb ik ook niet veel op dit moment, hij is verzwakt en bovendien stelt hij veel te veel vragen.
hij zou uitstekend dienen als voer voor de wolven.
rebel staat op en dooft het vuur.
dan loopt ze naar haar paard toe en stapt op om opzoek te gaan naar enige versterking voor een mogelijke veldslag.
tijdens de rit door het bos begint haar plan haar steeds meer te bevallen.
* Als de wolven beginnen te naderen hoor je in de verte bomen omvallen. Het is een buldozen die door het bos raast.
* Antraxx die nog steeds bewusteloos op de grond ligt word aan zijn voet geknabbeld. De bomen die om Antraxx heen staan vallen om, voor hem staat nu een groot monster
* Het gedrocht schopt de wolven van Antraxx af maakt ze af. Nu staat de freak voor Antraxx en spreekt een botovering uit. Nu Antraxx wakker is begint hij meteen te schreeuwen als hij het beest ziet
* Het beest pakt Antraxx bij zijn hoofd en zegt:De Kasteelheer wilt u NU spreken* Het beest neemt antraxx in zijn hand en loopt terug naar het kasteel
na de maaltijd stapt rebel weer op haar paard en rijd richting de toren van equilan.
dan valt haar oog op een glinstering, ze houdt halt en stapt van haar paard.
aarzelend veegt ze de modder en de bladeren ervan af en ziet dat het anthraxx' zwaard is.
wat een oud vod, niet de moeite waard om te houden.
ach laat ik hem maar terug geven, zodra ik hem tegenkom
Dan hoort hij in de verte hoefgetrappel. Anthraxx springt weg, achter een bosje en wacht af. Het paard nadert en Anthraxx ziet dat het Rebelgirl is, in plaats van een zooi bewakers.
Anthraxx springt uit zijn schuilplaats en trekt zijn zwaard.
"Zo, we zien elkaar dus weer. Waarschijnlijk had je het niet verwacht dat ik nog leefde aangezien je me als wolfenvoer hebt achtergelaten. Waarom eigenlijk? Was ik te min voor je?" zegt Anthraxx rustig en kijk Rebelgirl aan.
* rebel_girl zet haar meest onschuldige gezichtje op en strijkt verleidelijk door haar haar.
Plotseling duikt er vanachter Anthraxx een wolf op, die waarschijnlijk honger heeft. "Ehhmm... achter je..." wijst Rebelgirl. Anthraxx draait zich om en ziet een wolf staan, schuimbekkend en likkend. Met 1 slag haalt Anthraxx uit en het beest van dood neer.
"Goed waar waren we..." mompelt Anthraxx "Wat ik me eigenlijk afvraag, waarom ben jij ook achter Dagobert aangegaan? Hij heeft jou toch niets misdaan tot zover ik weet?"
in plaats van recht in mn gezicht te zeggen dat ie niet meer van me hield schreef ie een lullig briefje waarin stond dat ie tijd nodig had om na te denken, pfff wat denk ie wel niet, en is ie met de noorderzon vertrokken.
daarnaast hoorde ik uit vertrouwelijke bronnen dat ie terug is gegaan naar zn ex, om vergeving te vragen en het opnieuw te proberen!
* rebel_girl begint onbedaarlijk te huilen
hij heeft me zoveel pijn gedaan anthraxx, ik kan gewoon nooit meer een man vertrouwen.
* rebel_girl pakt een zakdoekje te voorschijn en begint op dramatische wijze haar tranen te drogen.
ik heb alle recht op wraak!
* Anthraxx loopt naar voren en slaat een arm om Rebelgirl heen.
Er is iig hoop. BlackDevil schijnt besloten te hebben om ons niet langer te zoeken aangezien we toch steeds ontvluchten. Ik weet ook niet waar ik nu heen moet, maar ik ga iig niet terug naar mijn postkantoor. Ik had gedacht een rustig leventje te houden hier in het bos, maar dat had ik verkeerd gedacht...
Ik denk ook dat jij maar weer eens op huis moet afgaan. Vergeet Dagobert gewoon, laat hem leven. Hij zal meer pijn krijgen dan jij...
* rebel_girl draait zich woest om en loopt terug naar haar paard.
ga jij maar ergens schuilen als een bange hond!
ik heb betere dingen te doen, binnenkort is mijn wil wet op dit eiland en tot die tijd heb ik geen lafaards nodig die hun handen niet thuis kunnen houden!
Rebelgirl blijft zuchtend staan. "Wat nou weer?" zegt ze.
"Nou, aangezien je mijn hulp niet nodig hebt kan ik jou wel gebruiken, althans je hulpmiddelen." grijnst Anthraxx en pakt een stuk touw. "LOOP NAAR DIE BOOM! SCHIET OP!" klinkt het fel.
Rebelgirl besluit maar te luisteren en loopt naar de boom. Dan bind Anthraxx het touw om haar heen, zodanig dat ze de eerste 2 dagen amper los kan komen.
Dan draait Anthraxx zich om en zegt "Hebben de wolven eindelijk toch iets...". Dan loopt hij naar Rebelgirls paard en springt erop.
Het paard galoppeert en rent weg, de duisternis in, met Anthraxx op zijn/haar (geen idee wat het is) rug richting Lord_Dreamers kasteel.
* rebel concentreert zich goed en maakt contact met vincent, haar paard. halverwege het bos draait vincent zich abrupt om en galoppeert terug naar zijn baas.
Vincent, luister naar me, keer terug en neem je berijder mee
jammer genoeg ziet anthraxx bij een open plek kans te ontsnappen en laat zich van het schijnbaar op hol geslagen knol afvallen.
nouja die sukkel krijg ik nog wel * zucht rebel als ze het paard zonder berijder en met een gescheurde beugelriem ziet aankomen. met een bezwering weet rabel handig de touwen los te maken. het zadel haalt ze er af en de spullen in de zadeltassen stopt ze in haar rugzak.
haha die sukkel was zeker even vergeten wat voor een opleiding ik heb gevolgt.
soepel springt ze op de blote paardenrug en kalm zet ze koers dieper de bossen in, onderwijl een spreuk prevelend om te verkomen dat iemand haar kan volgen.
nouja die oude bekende moet maar even wachten, maar ik kan wel in de tussen tijd even bij wat andere mensen langs.
Het ziet er mooi uit, lente-achtig en de eerste groene glans van de nieuwe begroeing en bladeren aan de bomen siert het bos. Simon stopt even bij een dikke eikenboom en pakt uit z'n rugzak wat proviant. Dan laadt hij z'n wapen door en maakt zich klaar voor de jacht. Z'n gezicht in camouflage kleuren, als je hem tegen zou komen dan zou je hem op het eerste gezicht niet eens herkennen tegen de beboste groene achtergrond van het bos.
Simon sluipt door het bos, de eerste tijd liep hij nog door het meer open gedeelte maar nu heeft hij het donkere gedeelte bereikt. Met z'n door de electronica versterkte oordoppen hoort hij de geluiden van wezens die in geen enkel dierenboek vermeld staan. Hij schakelt de automatische doelzoeker aan op z'n wapen en automatisch gaan ook de warmte en bewegings sensoren aan. Zacht fluistert hij tegen de bedriegelijke stilte van het donkere bos.
De jacht is geopend...
de blik in zijn helder bruine ogen verandert langzaam van paniekerig tot vredig en vergevend naar koud en dood als zijn ziel het lichaam heeft verlaten.
rebel kijkt verstard in het bruine oog, en opeens lijkt ze ontwaakt uit een droom.
waar was ik allemaal mee bezig de laatste paar dagen?
ze herinnert zich nog vaag wat flarden en wat ze ziet voor haar geestesoog is niet iets om trots op te zijn..
verbijsterd laat ze zich tegen een boom aanzakken, ze buigt opzij als haar maag samen krimpt.
en even later ligt haar maaginhoud op de grond.
ze probeert op te staan, struikelt over haar eigen voeten en weet al kruipend zichzelf naar een beekje te slepen, waar ze haar gezicht wast.
Mocht de dame het zwijn gemist hebben, dan had Simon geschoten, maar nu verraad niets z'n aanwezigheid. Dan met uiterste voorzichtigheid sluipt Simon naar de dame toe .. en als hij vlak bij haar staat, kucht hij een keer.
Zacht vraagt hij of alles goede met haar is, en of ze misschien hulp nodig heeft. in de verte hoort Simon het geritsel van grote wezens en af en toe metaal gerinkel.
euhh ja het...gaat...wel denk..ik...
ik...moet gewoon even...rustig aan ..doen..
* verward staart rebel in het niets, ze heeft geen idee wat haar overkomt.
Bij zichzelf denkt hij: wat doet een dame in het bos , en vooral waarom die bewapening.. Wat is hier aan de hand.
Dan zegt hij.
Je weet zeker dat alles goed is ..
* rebel_girl begint weer een beetje bij haar positieven te komen en staat op om naar het gevelde zwijn te kijken, halverwege draait ze zich om.
ik ging net een maaltijd maken, wilt u mee-eten? ik heb genoeg vlees.
* rebel_girl loopt naar het zwijn het begint het kundig te villen met haar dolk.
slainghe is de naam, bedankt voor de hulp
* Dagobert kijkt de man aan en wacht op een antwoord
er is hier veel gaande jongen, er waart een ongelofelijk kwaad rond.
het is in staat mensen te manipuleren, hun diepste kant naar boven te komen.
daarom was ik opzoek naar een dochter van onze clan...
maar blijkbaar wil dit wezen me tegen houden.
nogmaals dank voor je hulp maar als je leven je lief is zou ik vertrekken uit dit bos...
* slainghe gromt even als een pijnscheut door zijn ribbenkast trekt.
Ja heerlijk , dat scheelt me weer een dier dat ik moet doden. Ik was trouwens op zoek naar grootwild, vage monsters en zo ..
Oh ik zal me even voorstellen .. Ik ben Simon . en ik woon ehhh op de mountana forrest station dat is aan de andere kant van het bos.
Mag ik vrage wie u bent ? een jonge vrouw zo diep in dit bos. Gelukkig kunt u zich verdedigen.
ik woon in de galerie vlak buiten het bos, maar ik zit veel liever in het bos.
het is een veel betere plek voor mn rituelen en ik hou gewoon van de buitenlucht.
vage monsters zei u? ik heb hier geen monsters gezien maar er gebeuren de laatste tijd wel veel vreemde dingen hier in de omgeving.
* rebel_girl maakt een vuurtje en hangt enkele repen vlees er boven
ik had beter moeten opletten, ik was vooruit gestuurd om het kwaad af te wenden en ik heb gefaalt.
rebel, dochter, wat heb ik je aangedaan? * mompelt slainghe in zich zelf
luister jongen, wat rebel je heeft aangedaan, of hoe ze zich gedraagt is niet haar keuze, iets heeft haar in zijn macht, iets wat het daglicht niet kan verdragen....
wil je wat voor me doen? wil je rebel voor me zoeken en haar bij me brengen?
* Dagobert slaat zijn cape dicht en gaat op zoek.
geef je eraan over...
wij zijn vele malen sterker rebel, vechten heeft geen zin, geef je aan ons over en de wereld zal aan jou behoren....
paniekerig probeert rebel op te staan, ze valt een paar keer achterover maar weet dan eindelijk houvast te krijgen op de grond onder haar.
ze rent terug naar de open plek en ziet de man die haar eerder had geholpen in een diepe slaap tegen een boom zitten.
ze pakt haar spullen in, springt op haar paard, en rijd de schemering in.
Hij weet niet wat hij tegen gaat komen in dat bos maar de ontmoeting met de bewapende dame vindt hij maar vreemd.
Dan gaat hij verder het bos is, op zoek naar z'n "groot wild"
* Als Dagobert een beek kruist ziet hij sporen van beschaving. Een klein gedoofd vuurtje en de grond is aangelopen door zware beesten, hoogst waarschijnlijk mensen die in het bos verblijven.
Hee, hier kan Rebel wel eens geweest zijn.
* Dagobert versnelt zijn pas en in de verte ziet hij een mensen lopen. Dagobert gaat nog sneller lopen en na enige tijd heeft hij hem ingehaald. De man kijkt verschrikt om
Hallo reiziger, ik ben Dagobert de magier, ik ben op zoek naar de schone rebel. Heeft U haar misschien gezien?
Dan hoort hij voetstappen achter zich en draait zich deels verschrikt om, z'n wapen gericht op de man die hem achterop kwam. Hij ziet de man en laat z'n wapen zakken. De man kijkt hem openlijk aan.
Hmm hallo .. Ik ben Simon .. hmm u zoekt een dame genaamd Rebel. misschien is het de dame met wie ik gisteren de maaltijd heb gedeeld en de nacht mee heb doorgebracht. Ze is vanochtend vertrokken met onbekende bestemming.
Ze leek me wat ziekjes, maar ze is erg zeker van haar zaak.
Zoekt u haar voor een bijzondere reden ? En u bent magier ? Wat doet een magier ?? want ik ken ze alleen uit de oude aardse fantasy boeken.
Maar heeft U enig idee waar ze heen is? Ik heb haar echt dringend nodig. Als ik haar niet vind zal ze van het spoor raken, het pad bijster zijn. Ik meot haar vinden!
Tja ze verdween die kant op * Simon wijst naar een gedeelte van het bos wat nog donkerder is en waar onheilspellende geluiden vandaan komen. Ik kan je wel helpen zoeken. Maar vertel me eens wat is er met dat vrouwtje aan de hand ?
* Simon kijkt om zich heen en bekijkt z'n infrarood sensoren en kijkt naar het donkere gedeelte van het bos.
Hmm het spoor is zo te zien nog warm, maar heb je wel zin om daar heen te gaan. Het kan er gevaarlijk zijn ...
* Simon grijnst en kijkt z'n pistool na en herlaad het. bij zich zelf hoopt hij dat de magiër die tegenover hem staat moedig genoeg is om het donkere gedeelte in te gaan.
* Dagobert stapt vol goede moed het donkere deel van het bos in en Simon volgt hem.
Na een zoekpad met behulp van Infrarood en natuurlijk ook het mensenlijk oog kotm het tweetal bij een beschutte plek in het bos waar de bomen iets verder uit elkaar staan en waar plek is om te slapen naast het pad.
Zullen we hier overnachten mijn waarde reisgenoot?
De infrarood-sensoren leiden samen met de magische speurzin van Dagobert de weg door het donkere gedeelte van het bos.
Bij de ietwat open plek blijven ze staan.
Dat is goed waarde Dagobert, we blijven overnachten. Je hebt een mooie plek uitgezocht voor een overnachtelijk kamp.
* De Magier kijkt met verwondering hoe simon een tent opblaast en een vuur maakt. Simon zet ook wat sensoren rond de tent zodat opdringerige wezens altijd gesignaleerd worden. Dan gaan ze slapen en het vuur gloeit in de nacht
Totdat er plots vanuit het niets een wolf schuimbekkend voor het tweetal staat. Zijn rode ogen kijken Dagobert en Simon ombeurten dringengd aan, hij lijkt uitgehongerd en in staat om ieder moment toe te slaan.
Zal hij de wolf afschieten of wil de magier er contact mee maken om er informatie uit te halen ????
Ik voel dat deze wolf ons geen pijn zal doen. Hij verteld me dat hij ons door eht dusiterer woud zal lijden.
* De wolf opent zijn bek en hapt. Een flink stuk van eht wilde zwijn dat het avodneten zou worden evrdwijnt in zijn bek en wat er nog van over is vliegt de lucht in.
Dat kunnen we ook wel weer vergeten. Ik zal eens kijken of er nog zo'n beest rondhangt hier. Of anders msischien een hert of een ree.
We moeten snel eten, de wolf wacht, hij heeft maar kort de tijd.
* Even later staan Simon en Dagobert bepakt en bezakt klaar voor vertrek. De wolf kijkt ze geduldig aan en op het teken van Dagobert loopt hij dieper het donkere woud in. De dennenaalden kraken onder de voeten van de reizigers en het enige andere geluid dat er te horen is is het zachte ademen van de wolf. Het gezelschap loopt stevig door en tegen de avond belanden ze enigzins aan de rand van het donkere gedeelte. De bomen staan er wat verder van elkaar, er is licht voor andere levensvormen zoals paddestoelen, mos en varens.
Ze slaan hun kamp op, maken wat te eten voor zichzelf, ook voor de wolf en kruipen dan in hun tent.
Laten we eropaf gaan, misschien is het rebel wel.
* Dagobert pakt zijn spullen bijeen en met grote stappen loopt hij in de richting van eht geluid.
Kom Simon, daar is Rebel denk ik.
* Dagobert rent er snel heen en op een klein afstandje blijft hij staa, hi jwacht af.
verstrooid kijkt anthraxx even om zich heen, dan realiseert hij zich dat het rebel's stem was die hij zo even hoorde.
dan haalt hij opnieuw uit.
net op tijd kan rebel de aanval blokkeren.
kalm, zwaard tegen zwaard, staan ze tegenover elkaar.
en sinds wanneer bekommer jij je over onschuldigen?
mijn god man, dacht je dat je opnieuw kon beginnen? een schone lei?
de demoon die in je zat, naast je leefde als een broer, heeft zijn sporen achter gelaten net als hij ze bij mij heeft achter gelaten.
haha, het is slechts een kwestie van tijd voordat je net zo gestoord als ik word.
laat je er gewoon aan over.
samen zouden we zo veel kunnen bereiken, zelfs zonder onschuldige slachtoffers...
Rebelgirl zucht, en probeert een aanval uit. Die mislukt, Anthraxx blokt het. "Ik merk dat je stukken beter bent geworden in je aanvalstechniek en verdedigingstechniek, iig beter dan de laatste keer..." hijgt Rebelgirl...
Anthraxx reageert niet. Dan ziet hij een flits....
Opeens duikt Rebelgirl achter hem op en heft haar zwaard. Het zwaard treft Anthraxx in zijn linker arm. Als reactie daarop probeert hij met een slag rebelgirl te raken, maar dat mislukt. Het zwaard wordt geblokt en vliegt uit Anthraxx handen...
Pakt het kind Anthraxx en maak dat je weg komt! Jij kan je vast wel alleen redden, ik hoef je hier niet meer.
* De wolf komt naast Dagobert staan om zijn drijgement wat kracht bij te zetten.
je kan vluchten als een haas voor het verleden, maar eens zal het je toch inhalen....
Anthraxx loopt naar zijn paard, en sleept Rebelgirl met zich mee. Dan zet hij haar achterop het paard en gaat zelf ook erop zitten. Dan draaft het paard weg. "Waar we heen gaan zie je wel..."
Atrimar's Smederij dus... maar dat is om het alleen ff duidelijk te maken, geen info voor het verhaal dus
ben dr vandoor
[Dit bericht is gewijzigd door rebel_girl op 03-04-2002 21:22]
ben dr vandoor
Goedzo wolf, pak hem!
Simon, heb je toevallig verband nbij je?
dan door de schreeuw van pijn van Dagobert komt hij tot zinnen en pakt z'n geweer hij legt aan en drukt af ...
Als een flits stort het paard waar anthraxx op zit gewond ter aarde waarna het opkrabbeld en verder strompeld.
Dan wend hij zich tot Dagobert, en pakt z'n medikit.
Stilhouden die schouder Dagobert, die gasten wie het ook waren pakken we later wel eerst jou weer opknappen. hmm je ziet maar weer magie is ook niet alles. techniek ook niet trouwens.
Het apparaat genaamd de medikit zoemt en straalt een warmt uit over dagoberts schouders zodat de schouder weer helemaal heel is. Een dun litteken siert de schouder en dat is alles wat er aan de wond herinnerd.
[Dit bericht is gewijzigd door RoboTech op 03-04-2002 21:39]
Laat die Anthraxx maar hoor, die wolf zal ze wel krijgen en anders zoek ik heb wel weer eens op. Ik moet nu eerst een beetje bijsterken.
* BlaatschaaP kijkt vol spanning en angst naar het schouwspel dat zich voor haar gezicht aan het afspelen is. Nu de vrouw afgeleid is, denkt ze haar kans te hebben om weg te komen. Behendig laat ze haar armen om haar benen vanachter haar rug naar voren komen, waarna ze het propje weer uit haar mond kan halen.
Op dat moment ziet ze dat het gevecht zijn einde aan het bereiken is, waarna ze snel op staat en vliegensvlug naar de vrouw rent om haar een stoot in de rug te geven. Ze hoort een duidelijk kreetje van pijn...Maar weet ook meteen dat dit gevecht nog niet tot zijn einde is gebracht...
bij freya, laat het op tijd zijn...
Simon maakt nog een een sterke maaltijd klaar en vraagt dan aan Dagobert:
Zeg magier , wat gaan we nu doen ?
Heb jij enig idee waar ze heen zouden kunnen zijn gegaan?
Ik voel me zo stom dat het allemaal misgelopen is toen
* Even later staat het tweetal in het bos.
Hier wees het paarse ons heen. Ik zie hier alleen een hoop bomen en een smederij. Zouden ze daar binnen zitten?
Ze kunnen inderdaad daar binnen zitten ja.. Wacht even, dan pak ik iets.
* Hij haalt uit z'n rugtas een klein bolletje en geeft het aan de magiër.
Dagobert, Als je dit bolletje nu eens precies in die schoorsteen kan toveren dan kunnen we op de sensoren zien of er zich leven in de smederij bevind.
Zo goed? Of moettie dieper de schoorsteen in?
* simon pakt de warmte meter en leest h'm af
Er zijn twee personen in het gebuow Dagobert. Maar ik kan niet zien of het mannelijke of vrouwelijke personen zijn.
Wat doen we ? Aankloppen ?
Gegroet, ik kom in vrede, ik kom voor Rebel.
* Dagobert legt zijn magiers stok voor zich neer uit teken van vrede.
Kom ik gelegen?
Gelegen? We stonden net op het punt weg te gaan. * Anthraxx kijkt naar de grond en ziet de staf voor hem liggen.
Maar goed, wat kom je doen? Kom je voor Rebelgirl? Zoja, laat maar... ik moet zo spoedig mogelijk met haar weg voor eigen zaken. En ik laat het niet toe om haar bij iemand anders dan mezelf alleen te laten. Als je denkt dat jij die ene bent die dat WEL kan, dan heb je het mis. Voordat je 1 stap gedaan hebt ligt je hoofd eraf....
* Anthraxx grijnst maar zijn blik wordt direct daarop serieus.
Dat is nu afgelopen, en ieder is z'n eigen gang gegaan. Hmmz de magiër heeft niet eens een kleine dank je wel gezegt ..Maar ja vreemd volk die magiërs.
* Simon wandelt door het bos en plotseling schier een zwijn voor z'n neus weg, in de reflex schiet hij het zwijn door z'n hoofd en besluit dan maar een kamp op te maken. Even later hangt het zwijn te roosteren boven een kampvuur en heeft hij een beschutting gemaakt tegen een dikke eikenboom. Wanneer hij gegeten heeft maakt hij van de rest van eht zwijn een goed ingepakte mondvoorraad en stookt het kampvuur nog eens op alvorens te gaan slapen.
De nacht is rustig en af en toe hoor je alleen het roepen van een uil die op jacht is en het zacht ruisen van de wind door de bomen.
Goeiemorgen, ik ben er weer, zonder Rebel helaas. Ze wil niet, een of andere mafketel heeft haar in zijn macht en ze heeft zich laten wijsmaken dat hij de bestre is en wel voor haar zal zrogen en die kwade geesten zal wegjagen.
Ik geloof er niet in, hij weet niet waar hij oveer praat, de simpele ziel. Hij denkt adt het niks is en er zo weer vanaf is. Maar er is meer nodig dan er in zijn bereik ligt. Ik hou ze zoveel mogelijk in de gaten en als het te erg wordt grijp ik in. Ik kan het niet aanzien dat Rebel tenndergata door die idioot.
* Slainghe knikt lichtjes en kijkt bezogrd.
Pas wel goed op haar he
Dat zal ik zeker doen.
* Dagobert vervolgt zijn pad en loopt weer rihting de tuinen en zijn huis.
Zo, dat ging makkelijk
Waar verstoppen we haar? Staat hier niet een of ander verlaten gebouw?
Ik mis mijn ranjastalletje
Ik mis die aardige meneer met wie ik net aan het babbelen was
Ik mis Marlo
Ik mis dat Engeltje
Ik wil naar huiiiiiiiis!!!
Mijn plek innemen? Als ranjaprinses? Ik zie jou al in mijn jurkjes lopen
* pluisje wacht tot Dagobert en rebel_girl even in slaap zijn gevallen. Gelukkig komt dat moment snel. Zij wurmt haar tengere polsjes uit de niet zo vakkundig aangelegde knopen en zet het op een lopen..
Heel hard....heel ver weg..........en niemand weet waarheen...
Ze is weg, ze is ontsnapt. We moeten haar zoeken.
die zijn we kwijt, die sporen zijn al een paar uur oud, ze zal inmiddels het dorp wel bereikt hebben.
dit stuurt de plannen ernstig in de war, maar gelukkig heb ik een oplossing.
ga jij opzoek naar vers zwijnenbloed, dan bereid ik me voor op een ritueel.
* dagobert loopt het bos in met een kruisboog, terwijl rebel de juiste kruiden bij elkaar zoekt.
een onheilspellende stilte maakt zich van het bos meester
[Dit bericht is gewijzigd door rebel_girl op 28-05-2002 15:55]
* Het biggetje schrikt zich rot en rent met een noodgang het bos in.
'Zo, dat is gelukt.'* Zegt Dagobert in zichzelf.
'Nu nog dat beest naar Rebel vervoeren.'
* Dagobert knoopt een touw om de voorpoten van het zwijn en trekt het achter zich aan richting rebel. Als hij bij haar aankomt zit ze met een bergje kruiden in haar handen op het gras.
Hier is je zwijn, ik hoop dat je plannetje gaat lukken.
* rebel maakt een bescheiden vuur en legt de berg kruiden erop, een zwarte rookpluim stijgt op. in formatie staan de creaturen te wachten, hun geklauwde poten en zwarte horens voorspellen niet veel goeds.
dan spreekt ze in een vreemde taal een aantal woorden uit.
ze drinkt wat van het bloed en geeft de schaal door aan dagobert die er ook enkele slokken van neemt.
het laatste restje gooit rebel in het vuur en uit de damp en de rook verschijnen honderden wezens.
dit, mijn vriend, is ons leger.
en nu mag jij vertellen wat je met zon leger zou willen doen.
* rebel_girl grijnst vanoor tot oor.
Owjee, wat moet ik hier nu mee aan.
* Dagobert staat op en begint te ijsberen. Hij slaat zijn cape dicht en is totaal in zichzelf gekeerd.
Wat moet ik hier mee aan, moord is niet mijn doel. Overwinning wil ik halen.
* Opeens stop hij.
Eureka!
Ik heb het, ze moeten Anthraxx hier heen halen. Hij zal ons helpen. En zo, een voor een alle eilanders onze kant laten kiezen.
* rebel_girl denkt diep na
BD! hij heeft een leger en zal een machtige partner kunnen zijn in onze zoektocht naar overwinning.
* rebel en dagobert stappen op hun paarden, de manschappen strekken hun tot voor kort verborgen vleugels uit en het gezelschap zet koers naar het kasteel van BD
* Sitethief legt aan , schiet en de persoon wordt opgeschrikt door dat er opeens een pijl voor hem in een boom zit .
* Geschrokken draait de persoon zich om .
* "Ik ben hier zojuist komen wonen, een paar mijl verderop, en ik was bezig op mijn paard de omgevind te ontdekken, en ben hier gestrand in dit vreemde bos" sprak Forau terwijl hij nogsteeds zijn armen omhooghield. "Ik voelde mij op een vreenmde manier aangetrokken tot dit bos, en kon niet terug naar mijn huis gaan zonder er in te hebben rondgelopen." Forau dacht dat hij een glimlach op de vreemdeling zijn mond zag, en dacht dat dit misschien ook het geval was bij hem. "Het was wellicht een beter idee als ik dat niet had gedaan" sprak Forau weer.
Tot zijn verbazing loopte de figuur de heuvel af terwijl hij zijn hand losser om de boog deed. Forau ontspande zijn handen lichtjes en keek de figuur in het gezicht.
In de verte zag hij Quantarianth vliegen, dit machtige wezen kon zicht bijna geluidloos en snel voortbewegen door de koele avond lucht. Zijn magie was voor Agony goedmerkbaar. Dit wezen zou nog van pas kunnen komen, dacht hij. Ongerust als hij was bleef hij nog zeker een uur staren, maar toen er toen nog niks was verandert is Agony vertrokken.
Geluidloos en met de snelheid van een paard rende hij door het bos. Hij kende het bos als geen ander en daardoor was hij al jaren in staat zich verborgen te houden voor een boel andere wezens. En dat wou hij zo houden eigenlijk, maar dit kon wel eens problematisch worden. Zeer binnenkort zou hij zichzelf tegenover anderen bekend moeten maken. Voor het behoud van het bos, voor het behoud van het eiland....
De rillingen liepen hem over de rug toen hij er aan dacht, maar hij was zo in gedachten verzonken dat hij niet eens door dat hij al bijna gearriveerd was. Snel ging hij nog dieper het bos in.
Er komt een einde aan al dit moois, wanneer er twee zonderlinge wezens hun nimmer aflatende achtervolging voortzetten. Khalein (die gast van de Ontbijterie) en een klein, harig beestje, rennen nog steeds als bezetenen over het eiland. De vraag is niet meer wie het eerst mentaal is gebroken, maar fysiek... Beide zijn uitermate vastberaden de ander een hak te zetten, maar een voordeel lijkt onhaalbaar. Waar gaat dit heen?
[Dit bericht is gewijzigd door Khalein op 16-07-2002 10:45]
Dan trekt hij het bos in wederom op zoek naar een stukje wild of iets anders waarop hij kan jagen. Hij heeft vernomen dat er een wandelende pluize beestje rond rent dat gevaarlijk kan zijn . Hopelijk krijgt hij die in het vizier , dat zou een mooie triompf zijn....
* en voordat je Het Duistere Bos van Herne the Hunter Deel III kunt zeggen is de vreemde man met zijn boog weg
* En zo stond Forau weer alleen in het bos, het was al erg donker en hij voelde dat hij in de gaten werd gehouden, niet door de persoon met de wapenmeester, maar door iets groters, hij voelde zich er niet gemakkelijk mee.
Alle lange jaren dat hij leefde had hij het gevoel gehad alles in de gaten te hebben en te begrijpen, maar van de laatste uren begreep hij helemaal niets. Hij wist niet wat hij ervan moest denken, maar wist wel een ding zeker, hij zou vaker in dit bos terugkomen...
* Met niet geheel menselijke snelheid sprintte hij de lange mijlen naar zijn villa terug om daar zijn bevindingen te delen met zijn vertrouweling en bediende.
Diep verscholen, in het midden van het woud gebeurt iets wonderlijks.
Enkele woudreuzen, machtige eiken die de tand des tijds al eeuwen hebben doorstaan, liggen ontwortelt door de grote storm die het eiland onlangs geteisterd heeft.
Zachtjes ruist de wind door de blaadjes van de andere bomen, een vogel fluit. Dan met een gekraak, wat net niet klinkt als gekraak, maar eerder als een geluidsfragment ervan wat terug wordt gdraaid, komen de bomen weer overeind. Gespleten bast en stam vergroeit weer, wonden helen zich en trots als voorheen torenen ze weer hoog zoals het hoort.
Plots verheffen de bomen hun wortels en met de onverzettelijkheid van een wortel die een steen open kan splijten verplaatsen de ontzagwekkende massa totdat er een open plek in het woud ontstaat omgeven door de grootste bomen van het woud.
Vijfentwintig verschillende soorten bomen omgeven de open plek in een cirkel.
Plots zijn de bomen te zien zoals ze zich door de tijd heen in de seizoenen vertonen, alle vormen tegelijkertijd, bloesem, vruchtendragend, kaal en groen. Van alle bomen valt de kenmerkende vrucht en rolt of zweeft naar het midden van die open plek.
En korte lichtflits volgt als alle zaden elkaar raken en een kleine scheut groeit onnatuurlijk snel. Hoger en groter, boven alle andere bomen uit.
De boom van de Ard Ri, de koning der koningen..
In de boom is een uitsparing, die wel wat wegheeft van een troon en tussen de wortels verscholen onder die troon ligt een steen, die tevens dient als zitting van de stoel.
Er staan dingen te gebeuren...
Sisanday(Mythus):
Wat is deze wereld toch mooi , ik heb al zo veel verloren eerst mijn familie , toen mijn volk en daarna mijn kleine dienaren . Ik ben bang deze wereld ook nog te verliezen , Mathany (Sitethief) .De enigste plek in dit heelal waar ik me ooit thuis gevoelt heb . Waar de herten nog ombekommerd over de velden dartelen , de boer nog iedere dag naar zijn veld gaat . Waar de kinderen nog gewoon buiten kunnen spelen zonder ergens bang voor te zijn .Waar de bomen en de lucht nog niet doortrokken zijn met de stank van het kwaad .
Hij verlangt terug naar de tijd dat hij goede dingen deed met zijn zwaard, dat zijn toverstaf hem besond. De tijd voor dat hij bezeten werd door het kwaad. Het verlangen is de laatste dagen sterker geworden en leidt hem naar de noordkaap.
Soms is het net of een schaduw de vorm aanneemt van een lange brede gestalte met gewei. Draken- en vrouwengestaltes zijn ook een veelvoorkomend bedrog. In de volksmond gaan geruchten dat dit bos betoverd is, dat het stamt uit beter tijden. En inderdaad, wie die tijd heeft meegemaakt zal ook erkennen dat de blaadjes toen groener waren en de lucht frisser...
De bomen staan en wiegen zoals ze altijd hebben gedaan, maar zoals toen wordt het nimmer meer...
"Nimmer weer...", fluistert de wind, zachtjes net onhoorbaar.
En de tijd, of hetgeen wat de mens lijkt te ervaren als tijd, gaat verder op zijn trage onverzettelijke tempo. Immer en altijd, maar nooit als ooit tevoren.
Hij staat op en loopt naar twee vechtende orks. Hij trekt een flijmscherpe smalle dolk pakt de zwakste in 'z'n nek en snijdt hem in éé'n keer de keel door. Het stuiptrekkende lichaam laat hij vallen. Dan kijkt hij de sterkere ork aan en zegt zacht tegen hem
Bewaar je krachten voor de vijand, Je krijgt nog kansen zat om te vechten.
* Hij gaat dan weer terug naar z'n kampvuur
Stelletje idioten, waarom heeft "Hij" mij nu weer uitgekozen voor deze strijd.
* Hij weet het antwoord al .. Hij is Sendero, De Slachter en medogenloze vazal van het kwaad. Sendero wacht geduldig.
De aanvallen op het Bastion van de verzamelde goeden is in volle gang. De leider van de aanval daar heeft zelfs de verboden magie uit de Necropolis gebruikt. De herrijzenis van de dode.
Nu is de tijd dat ook Sendero in gang komt met z'n verzamelde leger.
Een zware hoorn is te horen en dan volgt het gedreun van de oorlogsdrums. De strijdmacht ontwaakt en gaat op weg..
* Na het gesprek met de ander vazal van de duistere meester, de Valheru, gaat hij er voor zorgen dat de bondgenoten van goede vastgepind blijven in dat kasteel terwijl de Valheru de taak van de meester uitvoerd.
Hier verder -> Het Kasteel van Lord Dreamer Deel 3
De vermoeidheid is toegeslagen. Deze nieuwe wereld is niet meer die van hen, dat is deze nieuwe wereld al lang niet meer. Vroeger toen ze nog oud was, toen waren zijn de krijgsheren van een nieuwe dageraad. Intriges waren hen niet vreemd, groots opgezette plannen beheersten het spel. Het landschap was slaafs aan hun wil.
Met lede ogen kijken ze toe naar een nieuwe oudheid die is opgestaan. Ze zien hoe de wrakstukken die zij achterlieten, in een luisterrijk verleden, zijn vervormd om nieuwe wapens mee te maken. Dit is hun tijdperk niet meer. Ergens in de leegte die er in hen heerst is een teken van hoop, van trots van waardigheid te bespeuren. Ook al vloeit er bloed rijkelijk over de aarde als waar het gemorste wijn op een eindeloos durend feest, het voed de nieuwe wereld, het geeft het een nieuw leven.
Een bittere glimlach verschijnt er op een enkel gezicht. Ze weten van elkander precies wat er in hun geest omgaat. Zo verschillend, zo versplinterd in ideologie en in geschiedenis, maar toch zo gelijk aan elkaar. Een eenheid die sterker is dan de talloze legers die hun naamloze strijd voeren daar ginds in de verte, ver van hen verwijderd.
Hoe diep terug gaat de toekomst die zij zich hadden ingebeeld? Uit hoeveel vleesgeworden herrineringen bestaat hun gezelschap? Gedoemd om te observeren en zichzelf tal van vragen te stellen, wachten ze af. Want geduld is wat ze hebben. Ze hebben een eeuwigheid de tijd om terug te keren en om wraak te nemen, om hun oude wereld te claimen als hun rechtmatige eigendom. Hoe groots de nieuwe dromen ook mogen zijn, deze ouden zijn er stellig van overtuigd dat de nieuwe dromen niets zijn, vergeleken met die van hen.
Waar gaat de pasgeborene heen in een wereld die zich uitstrekt tot in het oneindige?
* Als je het bos van bovenaf zou bekijken dan zou je in het midden een grote oranje gloed zien van de vele vuren van de Trollocks. Dan zou je verontrust moeten zijn van de grote massa die zich daar heeft verzameld. In stilte zijn ze weken geleden al aangekomen en zijn nu eindelijk klaar
* Met veel gegrom en gegrauw roepen de leiders hun groepen te samen tot de strijd. De Trollocks zijn in tegenstelling tot hun broeders in de strijd de Orcs veel meer bepantserd en bepakt met wapens. Er is niet echt een systeem in de vinden maar gevaarlijk is het wel.
* Groep voor groep maakt zich klaar en gaat op pad. Langzaam doven de vuren als de laatste Trollock zand er overheen gooien. In een lange breede stoet sluipen de Trollocks bijna onhoorbaar door de bossen. Zelfs de elven hebben geen notitie van het gevaar dat nu door het Duistere Bos van Herne the Hunter heen trekt.
[Dit bericht is gewijzigd door Trollocks op 09-02-2003 00:01]
* Halverwege ontmoeten ze een groep elven die ondanks alle stilte toch de strijdmacht ondekt heeft
Dom als ze zijn vallen ze de strijdmacht aan en Worden af gemaakt. De lichamen van de elven worden
gevild en opgehangen in de bomen, waar ze ten prooi vallen aan de insecten en andere dieren die maar
trek hebben. De overwinnaars hangen demonstratief de elvenoren aan kettingen om hun nek.
Ook de wapen worden meegenomen voor hergebruik.
* De tocht gaat verder, het doel nadert.
De eerste ruiter kwam sporen van zware machines op wielen tegen die voortgetrokken werden door paarden en andere hoefdieren.
De tweede ruiter vond sporen van een groep elven die onbereden en licht bewapend door het bos trokken, waarschijnlijk op de vlucht voor orcs en ander tuig.
De derde ruiter vond sporen die hij zelfs met zijn jarenlange ervaring als spoorzoeker niet kon duiden. De sporen leken op die van trollen en orcs maar de voetafdrukken waren veel dieper.
De vierde ruiter ontdekte een klein door in de grond geramde palen omheind dorp. Toen hij het dorp betrad merkte hij op dat het dorp in allerijl verlaten was, gebruiksvoorwerpen lagen overal op de grond, geiten en kippen liepen los en haardvuren waren nog aan. Sporen die uit het dorp leidden duidde op een groep van ongeveer 20-30 licht bewapende elfen die lopend het dorp verlieten. Sommige afdrukken gaven aan dat er vrouwen en kinderen mee gegaan waren.
* Druk bezig met het verwijderen van de sporen, horen de Trollocks een paard. Ze stoppen hun werkzaamheden en duiken de bosjes in en wachten af wat er komt. Een ruiter in een witte mantel stopt en kijkt naar de nog net zichbare sporen die de Trollocks aan het uitvegen waren. De Trollocks kijken elkaar aan en een van hen pakt de mooie buitgemaakte elvenboog, Hij legt er een sierlijke elvenpijl op en schiet.
* De man in de witte mantel kijkt op als hij de zang van de boog hoort. Ha vrienden denkt hij en lacht .. Vervolgens slaat de pijl recht in z'n borst. Hij kijkt er verbaasd naar, en mentaal geeft hij z'n laatste vermoeden door. "Broedermoord, Elven doden Elven". De andere drie Elven die ook door het bos dwalen horen de kreet, terwijl hun broeder de laatste adem uitblaast.
* De Trollocks gaan verder met hun taak en laten de man liggen terwijl de sierlijk elvenpijl rechtop in z'n borst steekt. De sporen worden uitgewist en de Trollocks keren terug naar de groep. Spoorloos verdwijnt de strijdmacht tussen de bomen. Niets wijst op hun aanwezigheid.
Met ruisende blaren fluisteren de bomen de onheilige belofte over en weer. De ontheiliging van het bos die met iedere stap van de trollocks verder gaat, maakt iets los.
Iets wat bijna vergeten was, iets wat aan de rand van het bewustzijn altijd aanwezig was, maar net ongrijpbaar. Goden worden misschien vergeten doro de mensen, zelfs misschien door de elfen, maar zolang de bomen de herinnering vasthouden bestaan zij nog.
In de trage herinneringen van de bomen waken zijn in een sluimerslaap over hen. Tot het moment dat Zij ontwaken...
..* .. Danu droomt een onrustige droom... Woede pompt zich door haar aderen.. Vroeger zou dit nooit gebeurt kunnen zijn. Ze was te laat om het in de kiem te smoren, maar op tijd voor het einde.
Het verleden, vaag en onduidelijk als de toekomst tegelijk. Het enige wat duidelijk is, is het heden en dat ziet er grimmig uit.
Als een beer die langzaam ontwaakt uit de winterslaap komt ze langzaam tot het besef dat de droom geen droom is en de werkelijkheid komt tot haar.
De blaadjes ruisen opgewonden, het heden verschuift standvastig in de voor haar kenmerkende snelheidswisselingen.
Met het ruisen van de blaadjes komt een storm van raven uit de bomen zetten.
Fea, Nemon, Babd, Macha en Morrigan zijn ontwaakt...
Danu in haar meest gruwelijke vormen.
* Dunnere lenige boompjes moeten er ook aan geloven en met het droge sprokkelhout worden vuren gemaakt. Stukken bos die kaal gehakt zijn worden blatgebrand om het ontspruitende jonge bosleven geen enkele kans te geven.
* van de bomen worden krijgsmachines gemaakt en veel speren en pijlen met vuurgeharde punten. De lucht ruikt naar verbrand hout. en overal dwarelen verkoolde blaadjes naar beneden. De trollocks gaan door met hun voorbereidigen.
* Op de plaatsen waar het bos is kaal gebrand worden altaars van stenen gebouwd waarop de Trollocks zorgvuldig enkele dieren die in het bos leven tesamen met jonge planten en bloemen verbrandt onder het gezang van duistere liederen die alleen gerricht zijn aan de "Naamloze"
* De "Naamloze" is zeer tevreden met de offerrandes dat is te merken door dat er duistere donkere wolken over het bos trekken die het leven in het bos geen sprankeltje zonlicht gunt. Ook waait er een harde wind door het bos , behalve op de plek waar de Trollocks bezig zijn, zodat hun bezigheden ongemerkt voor de buitenwereld verlopen.
Aangekomen bij de open plek, waar de bomencirkel staat land ze. Nog voor haar klauwen de mossige bodem raken verandert de kraai in een lange licht gespierde vrouw, die ondanks haar gespierde uiterlijk nog ontzettend vrouwelijk overkomt.
Haar haren zijn rood en zwart en haar huid lijkbleek. Zij is de Morrigan, de kraai van het gevecht, godin van de oorlog.
Zij klapt in haar handen en een voor een komen haar zusters uit de bossen tevoorschijn.
Fea, aspect van haat, verschijnt het eerst. Met haar gele doordringende ogen geeft ze je het gevoel waardeloos te zijn, totaal niets.
Dan volgt Nemon, het venijn zelve, op haar tenen aangeslopen. Sluipend als het gif wat zij verspreid. Het Enige Ware Gif, namelijk; woorden van angst. Zij is de ondergang van het moreel.
Badb komt als de furie die zij is al zwaarddansend uit de bossen. Geen enkel moment lijkt zij de grond werkelijk aan te raken. De wervelwind van brons die zij verlichaamt voorspelt een wisse dood.
Niet uit haat, maar uit pure passie en geilheid voor het afslachten.
Op een wit strijdros komt uiteindelijk Macha aangereden met aan het zadel een aantal hoofden van eerdere slachtoffers van haar zussen.
Zij verzamelt de hoofden om het land weer mee te bevruchten nadat de strijd beslecht is. Zij stapt af en voegt zich bij haar zusters.
De zussen vormen een cirkel en beginnen een gezang, hun stemmen rauw en vals klinken als een zwerm raven.
Dan weer lieflijk en zacht, dan weer vals zingen zij door tot alle deva's, dryaden, feeen, faunen en alle andere elementalen van het woud zich verenigd hebben in een conflux die als ronddraaiend de vlakte vult.
Dan vormt zich een ondoordringbare koepel als een schil om de open plek. Als een cocon, wachtend op de lente of...
Langzaam komen de grote zware trommels op gang, zwaar dreunen hun geluiden door het bos, het klinkt onheilsspellend en duister. Ze hoeven niet stil meer te zijn. De "Meester" heeft z'n zegen gegeven.
De grote leider van de groep heft een gezang aan om het bos te danken voor de schuilplaats en de materialen. Trollocks lijken dan wel stomme beesten maar ook zij eren degene die hun helpt, en het bos heeft ze goed geholpen.
Vuren worden systematisch gedoofd, Het bos hoeft verder geen offers te brengen aan de Trollocks. De wind luwt en De duisternis klaart op. Het pad is vrij, het doel ligt aan de anderkant.
Chaos en anarchie is het doel, Wanneer de Trollocks klaar zijn met hun taken zal er van beschaving niet veel meer overblijven en kan het bos eindelijk z'n rechtmatige deel opeisen. Dan kunnen de Trollocks weer echt jagen in de uitgestrekte bossen zonder dat iemand ze lastig valt.
De gaan op gang .. Grote groepen Trollocks met hun Krijgsmachines trekken georganiseerd door het bos op weg naar de rand van het bos.
De trommels geven maar een signaal af. Pas op berg je .. Wij komen eraan.
* hun doel is niet zoals veel anderen denken het slagveld, bij het kasteel hun doel is heel wat anders. De Trollocks hebben hun eigen plan gekregen van de "Meester"
Na een tijdje komt hij een vos tegen. Snel schiet het dieren tussen de bomen. Garoef kijkt erg verbaasd. De beesten lijken zo schuw hier, ze vluchten allemaal bij de komst van de oude. Voorzichtig wijkt hij van het pad af en sluipt achter de vos aan. Het lukt hem niet om hem te pakken te krijgen.
Garoef geeft het op. 'De plaatselijke bevolking zal het wel verpest hebben,' denkt hij. Hij plukt wat bessen en stopt ze in een leren zak. Deze steekt hij terug in zijn binnenzak.
De duistere krachten zijn nog altijd overduidelijk aanwezig op het eiland. De strijd tussen goed en kwaad is te voelen in de lucht. Onbewust loopt Garoef steeds verder richting de strijd. In de verte hoort hij geschreeuw en gekletter. Hij zet zijn reis voort..
nog een paar dagen door het bos en ze zijn er.
Lord Dreamer zoekt geen plaats voor een nieuw kasteel, hij zoek sporen. Af en toe stijgt hij af en bestudeerd de grond. Al snel weet hij dat hij niet de enige is die hier doorheen is gereisd. Diverse Elven, een grote groep wilde krijgers en zelfs een dwerg hebben hier gelopen.
Damn een dwerg die zijn hier al in geen eeuwen geweest. * mompelt hij zacht
* Dan trekt hij verder, dieper het bos in, nog steeds geen spoor van Atrimar te zien, zelfs geen wolvenspoor , laat staan het spoor van Phoenixx. Vastbesloten ze te vinden zet hij z'n eerste kamp op voor de nacht. een knisperend vuur geeft al gauw een voldane warmte in de winterkou. De sneeuw is niet het probleem , het dichte bladerdak houdt de meeste sneeuw tegen.
Hj pakt z'n spullen weer in en stijgt weer op, z'n paard hinnikt een keer en blaast een wolkje uit om aan te geven dat het niet echt warm is. Dan trekt hij verder. nog steeds speurend naar sporen. Hij houdt een beetje de sporen aan van de groep wilde krijgers en ziet dat die doorkruist wordt door andere sporen.
De korte dag gaat al snel over in de avond en al snel is het te donker om verder te rijden. magie wil hij niet toepassen, de kans is te groot dat dat bespeurd wordt.
Vastbesloten een van de twee of allebij te vinden zet hij z'n tweede kamp op voor de nacht. een knisperend vuur geeft al gauw een voldane warmte in de winterkou. De sneeuw is geenprobleem , het dichte bladerdak houdt nog steeds de meeste sneeuw tegen.
In de verte op een hele afstand ziet hij licht, het lijkt wel een kampvuur maar hij besluit het niet te gaan onderzoeken omdat hij dit bos eigenlijk nog helemaal zo goed niet kent, *eerst maar eens een beetje rondvliegen en kijken wat ik tegen kom.*
Na een aantal minuten vliegen ziet hij iets glinsteren in een boom zou dat misschien iets zijn voor het heksje?
Lliki vliegt er naar toe maar als hij dichtbij komt blijkt het gewoon een ijspegel te zijn maar wel een die omhoog is gegroeid. *Hmmm raar bos is dit hier nou ik vlieg maar verder*
Het bos wordt nog verwrongerder takken lijken naar hem te willen grijpen. het bosis hier duister en kwaadaardig. Plotseling hoort Lord Dreamer gegrom.
Snel stijgt hij af en trekt z'n zwaard. Z'n paard doet een paar stappen terug als er een kleine groep van grote zwarte wolven met roodglinsterende ogen tussen de bomen vandaan komt. Voor dat Lord Dreamer iets kan zeggen valt de eerste wolf aan en sterft stuiptrekkend aan z'n voeten, de reflex van eeuwenlange training heeft er voor gezorgt dat de wolf geen schijn van een kans had.
Lord Dreamer vraagt zich af waarom de wolven zo'n gedrag vertonen, normaal gaan ze meestal reizigers uit de weg en spontaan aanvallen doen ze niet. De overige wolven blijven op een afstand vertwijfeld staan. Lord Dreamer doet een dreigende stap naar de wolven en dan spurten ze weg tussen de bomen.
Hij loopt naar de dode wolf en bekijkt hem. Hij ziet vreemde wonden in de nek van de wolf, net als of de wolf gebeten is door iets en daardoor krankzinnig is geworden.
Met dat gegeven in z'n achterhoofd stijgt LD weer op z'n paard en trekt verder het bos door.
De korte dag gaat al snel over in de avond en al snel is het te donker om verder te rijden. magie wil hij niet toepassen, de kans is te groot dat dat bespeurd wordt.
Nog steeds zonder een spoor van Atrimar of Phoenixx gevonden te hebben zet hij z'n derde kamp op voor de nacht. Het knisperende vuur geeft al gauw een beetje warmte in de winterkou. De sneeuw is het probleem niet , het dichte bladerdak houdt nog immer de meeste sneeuw tegen.
Af en toe hoort Lord Dreamer het geluid van wegspringende dieren of wezens en het geritsel van bladeren en takken. Voor de rest is het doodstil. Zacht stuurt hij z'n paard verder het bos in. Dan komt hij bij een soort van open plek, er ligt een laagje sneeuw waar een zonnestraal op schijnt, Lord Dreamer rijd de open plek op en kijkt om zich heen.
Dan verbreekt een zoevend geluid de stilte. Met een met een klap slaat een zwart gevederde pijl in de rug van Lord Dreamer, die uit het zadel wordt geslagen en met een klap in de verse sneeuw terecht komt. Z'n paard loopt een paar stappen draait zich om en kijkt naar de ter aarde gestorte Lord.
Dan wordt het weer stil. Dan beweegt er één van de bomen, Een man gecamoufleerd als een deel van de stam van de boom maakt zich los van de boom, z'n boog losjes in de hand en grijnzend loopt hij naar Lord Dreamer en geeft hem lichtjes een schop. Lord Dreamer kreunt en de man lacht harder. Z'n ogen rood oplichtend.
Dan pakt de man het paard van LD aan de leidsels en voert het weg de bossen in. Lord Dreamer gewond in de sneeuw achterlatend. De sneeuw om LD kleurt langzaam rood van het verloren bloed en het enige dat lawaai maakt zijn de bladeren die ritselden in de lichte bries van de winter.
* De wind waaide langs de bomen en groepje konijnen zat nietsvermoedend op een open plek tussen de bomen. Plotseling verscheen er vanuit het niets een magische portaal. Het felle witte licht dat het uitstraalde deed de konijnen wegvluchten en ook enkele vogels vlogen op vanaf de takken van de bomen. Uit de portaal stapte een oude man gekleed in een wit gewaad en in zijn handen een lange wandelstaf.
* Bar_the_Grey keek in het rond, behoedzaam stapte hij door de sneeuw. Na de eerdere gebeurtenissen bij Grot der Mijmeringen wilde hij niet nogmaals in een hinderlaag belanden. De Questor voelde de aanwezigheid van magie. Iets of iemand was hem vanaf afstand aan het bekijken.
* Bar_the_Grey mompelde zachtjes een paar woorden en hief zijn hand op naar de lucht.
Tos
Ee
Tohe- ar
Nom Ore
* Na het uitten van de blokkade bezwering voelde hij zich een stuk beter. Nu zeker wetend dat er geen pottekijkers in de buurt waren, pakte hij voorzichtig de drinkbeker die als persoonlijk bezit van de kasteelheer was meegegeven. Langzaam hief hij de beker op en sprak de naam van de eigenaar uit:
Lord Dreamer
* Bar_the_Grey voelde de beker trekken naar links. Stap voor stap door de diepe sneeuw volgde de Questor de aantrekkingskracht van de beker die hem naar diens eigenaar zou brengen.
Lord Dreamer bevindt zich in een helende slaap die tijden kan duren en waarin hij beschermd wordt door het magische kristallen omhulsel waarin hij zich bevindt.
De sneeuw dwarrelt nog steeds naar beneden en de open plek ziet er vredig uit, geen spoor van iets of iemand is er te zien.
Hij ziet z'n eigen dood op paden en hij ziet z'n leven op andere paden. Een keuze kan hij niet maken dat is het lot. Hij ziet werelden die in vlammen opgaan waar demonen heersen en de duistere goden de enige goden zijn.
Hij ziet luchten vol met draken die onder de zwart met gouden draken banier het land veroveren en onderwerpen aan het gezag. Hij ziet de oude drakenheersers zich onderwerpen aan de macht van die achter de draken banier zit.
Hij ziet de fanatiekelingen die in de naam van de jihad hun bebloede zwaarden laten neer dalen op de hoofden van de onschuldigen die onwetend vechten in de naam van het kwaad, en boven alles wappert de zwart met gouden draken banier.
Dit alles ziet hij in de visioenen die de helende "slaap" hem laat zien, Hij ziet hoe het vredige eiland van binnen uit verscheurt wordt door de botsende krachten van vernieuwing en verzadiging.
Hoe duizende krijgers met de fantatieke blik in hun ogen de ultieme wraak uitvoeren. Hoe torens instorten hoe dorpen worden weggevaagt en hoe technologie wordt gebruikt in de naam van de jihad. En boven alles wappert de zwart met gouden banier van de draak.
Uitwendig in stilte maar inwendig verscheurd door dit alles, verwerkt Lord Dreamer de dromen. Hij kan het niet toestaan, hij mag het niet toestaan. maar waar hij ook voor staat, hij is de de verwerkelijking van de zwart met gouden banier van de draak.
De sneeuw dwarrelt nog steeds naar beneden en de open plek ziet er vredig uit, geen spoor van iets of iemand is er te zien. De eindeloze winter is nog steeds niet afgelopen.
Langzaam vervaagt het kristal met Lord Dreamer erin zodat niets meer herinnerd aan zijn aanwezigheid op het eiland in het bos.
* Bar_the_Grey kijkt om zich heen. Magie is sterk voelbaar in de lucht. Hier heeft iets plaatsgevonden. De Questor bukt zich en neemt in zijn hand wat zand van de grond op en ruikt eraan.
aha, dus dat is er gebeurd. Maar zo gemakelijk gaat dat niet.
* De Questor grijpt in zijn buidel en strooit wat poeder in een cirkel op de grond. Daarna gat hij kruislings zitten en begint te chanten. Magische klanken klinken door de lucht. De Questor beoefent magie der Aarde, een hoge vorm van summoningmagie. De grond begint zahctjes te trillen onder de beker. De grond komt langzaam omhoog.
Bloed van de Godin,
breng me terug naar het begin.
Aarde verban de magie,
vertel me, de sporen waren van wie?
Beker toon me uw eigenaar,
en breng deze voor de dienaar.
* de rode vloeistof uit de kruik mengde zich met de aarde en vanaf de grond trok het zand zich samen uit de kuil. een groot ronde hoop zand vormt zichzelf en het past zich aan. De vorm veranderd. er wordt iets zichtbaar. De zandhoop heeft de vorm van een kristallen omhulsel. De vernadering zet zich voort. Het kristallen omhulsel brokkelt af en zand valt in de kuil, het resterende deel vervormt nog steeds. Aarde met daardoorheen rode vloeistof die als een bloedstroom erdoorheen raast. De zandhoop vormt een lichaam, langzaam komen er details zichtbaar. De Questor knippert eens met zijn ogen, hij ziet nu duidelijk dat het zand een levensechte afbeelding van de kasteelheer Lord Dreamer toont.
* Bar_the_Grey pakt nu de beker op die hem naar deze plek heeft geleidt en drukt deze tegen het beeld van zand. Even knettert het in de lucht van magische tegengestelde stromen. voor de Questor ligt nu de kasteelheer in een comateuse toestand. Niet meer van zand, maar van vlees en bloed. De Questor legt voorzichtig zijn hand op het lichaam van Lord Dreamer en zwaait met zijn andere hand met zijn staf een bepaald patroon in de lucht.
* Een verplaatsingspreuk brengt de twee veilig en wel terug naar: Grot der Mijmeringen
* lliki vloog hoog boven het bos op zoek naar iets maar hij weet niet wat. Op een gegeven moment ziet hij in de verte rook maar niet van een voor maar meer van een brandend huis, aangezien hij voor de rest niets ziet zal het wel veilig zijn om er met abbadon naar toe te gaan.
Snel vloog hij naar de boom toe waar hij abbadon heeft achtergelaten.
Abbadon in de verte zie ik rook van een brandend huis, laten we daar langs gaan en zien wat er precies gebeurd is.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |