quote:
Voetbaljaar Koster zat vol uitersten
Door RENZE LOLKEMA
AMSTERDAM - Van dat ontslag bij RKC, volgende week exact een jaar geleden, heeft Adrie Koster destijds geen moment wakker gelegen. Waarom zou hij ook? Het was niets persoonlijks, bleek een paar maanden later. RKC degradeerde alsnog. En een jaar later wordt Koster door het ganse land geroemd om wie hij is en vooral om wat hij kan.
Hij is tegenwoordig verantwoordelijk voor Ajax 1 dat overmorgen de competitie hervat met een thuisduel tegen Vitesse. De Amsterdammers staan bovenaan, zijn ongeslagen en onder Koster in rustig vaarwater terecht gekomen. Dat hadden weinigen durven voorspellen toen RKC hem eind november 2006 op straat kwakte. ,,Natuurlijk was ik het toen niet eens met dat ontslag,’’ zegt Koster nu. ,,Maar ik ben daar makkelijk overheen gestapt. Ik heb m’n uiterste best gedaan. En als het niet werkt, so be it.’’
In een dip is hij nooit geraakt, Koster – deze week vierde hij zijn 53ste verjaardag – benutte die plotse zee van vrije tijd zelfs meer dan nuttig. ,,Ik ben bijscholingscursussen gaan doen, vooral op het conditionele vlak. Mezelf ontwikkelen dus. Maar ik ben ook gaan fietsen en meer aandacht gaan besteden aan m’n gezin.’’ Het buitenland lonkte, maar ook Nederlandse clubs informeerden. Koster koos voor zijn familie en voor de relatieve rust bij Ajax. Hij bleef dus in Nederland en tekende een contract als trainer van Ajax 2. ,,Maar vier maanden later is alles anders. Het zij zo.’’
De kalmte die Koster zo karakteriseert heeft Ajax weer vlot getrokken. Dat moest ook wel want de Amsterdammers leken de Europese echecs (uitschakeling voor Champions League en UEFA Cup) moeilijk te kunnen verwerken. Ze voetbalden zonder zelfvertrouwen, zonder lef en zonder automatismen. Hoofdtrainer Henk ten Cate, die door de fans verantwoordelijk werd gesteld voor de bedroevende seizoensopening, bevrijdde zichzelf door ja te knikken toen Chelsea hem ten dans vroeg, waarna Koster van het tweede werd doorgeschoven naar het eerste.
Sindsdien is het relatief stil bij Ajax. Koster creëert rust en in die sfeer gaat Ajax steeds beter voetballen. Zelfs de belachelijke ruzie tussen Suárez en Luque (Luque schopte uit frustratie zijn ploegmaat op het veld in de topper tegen Feyenoord) werd geen ordinaire rel omdat Koster het niet uit de hand liet lopen. Hij verving de twee herrieschoppers onmiddellijk.
Er gaan zelfs geluiden op de geboren Zeeuw voor een paar jaar aan Ajax 1 te verbinden, maar niemand in de Arena die daar nu op in wil gaan. Koster: ,,Ik een wonderdokter? Onzin. Ik reik de jongens handvaten aan waar ze iets mee kunnen. Een voorbeeld? Ik wil graag druk zetten op de tegenstander. Dan train je daar gericht op. En praat je met de jongens waar we precies druk willen zetten. Zo heb ik dat altijd gedaan. Er werd gezegd dat deze ploeg mentaal was aangeslagen, toen ik hier als hoofdtrainer kwam. Ik heb het niet gezien. De uitvoering was vaak niet goed, het moest beter op elkaar worden afgestemd. We trainen gericht. De trainingsuren zijn dus belangrijk. Deze ploeg kan heus wel tegen een stootje. Of ik wakker lig van Ajax? Nee, ik geniet er elke dag om met zulk materiaal te mogen werken.’’
Koster rijdt bijna dagelijks op en neer tussen zijn woonplaats Nuenen en Amsterdam. Dat Brabantse dorp nabij Eindhoven is al zijn woonplaats sinds hij bij PSV voetbalde, eind jaren 70. ,,Als je je gezin meeneemt in de hectiek van het voetbal, moet je om de twee, drie jaar verhuizen. Daar begin ik niet aan. Thuis moet een rustpunt zijn. En dat is het.’’
Maar die A2 oversteken, de verbindingsroute tussen Eindhoven en Amsterdam, is een nachtmerrie. Rijden is vaak een groot woord, meestentijds kruipt de trainer van Ajax naar zijn werkplek. Koster staat nog regelmatig verbaasd hoe weinig je opschiet op Nederlandse snelwegen, op wringdagen is hij in een uurtje soms maar 35 kilometer gevorderd. Om die reden blijft hij vaak een nachtje over in Amsterdam. ,,Op dagen dat we twee keer trainen is dat wel zo nuttig. Anders gebruik je je huis alleen maar om te slapen. Dat is ook niet alles.’’
Wel heeft Koster tijdens die lange autoritten tijd om na te denken, om Ajax door te lichten, om voetbaltelefoontjes te plegen. Die vierwieler is een rijdend kantoor, maar ook een ruimte om te brainstormen. Daar worden tactische vondsten gewikt en gewogen. Of in zijn auto bijvoorbeeld het idee ontstond Klaas-Jan Huntelaar als hangende spits op te stellen in plaats van diep, weet Koster niet precies meer. Maar het is er wel onderwerp van gesprek geweest met zijn collega stafleden. Want alleen doet hij niets, benadrukt hij.
,,Het was niet helemaal nieuw, om de spits zo te gebruiken,’’ vertelt Koster. ,,Ik had dit al vaker uitgeprobeerd in mijn tijd bij RKC. Als technische staf hadden we het idee dat we op die manier een kans zouden maken tegen FC Utrecht. We zijn gaan nadenken hoe we grip konden krijgen op zo’n lastige uitwedstrijd. We hebben er op getraind, het liefst gaan we uit van eigen kracht, maar soms moet je rekening houden met je tegenstander.’’
Koster was als speler een fantastische rechtsbuiten, maar aan zijn carrière kwam abrupt een einde toen zijn knie niet langer topvoetbal aankon. Hij probeerde nog terug te komen, maar trainde ondertussen al de jeugd van PSV om toch bezig te zijn. Dat beviel hem zo goed dat hij langzaam maar zeker groeide in een rol als trainer. Hij zag de onderkant van het betaalde voetbal bij clubs als Eindhoven, Helmond Sport en TOP Oss en wijst nu dus sinds een maand de bovenkant de weg.
,,Ajax, dat was geen droom ofzo. Ik houd gewoon van dit spelletje en vind het leuk om met spelers om te gaan, om ze beter te maken. Met evenveel plezier train ik de C3 van Nuenen. Toen het team van mijn zoon drie jaar geleden even geen trainer had, ben ik dat gaan doen. Dat maakt me echt niet uit, het gaat mij gewoon om het spelletje. Ik ben nooit bezig geweest hoe ik aan de top zou kunnen komen. Of ik nou bij Nuenen, Excelsior of Ajax werk, ik heb er altijd plezier in.’’