Alhoewel ik nog vrij nieuw ben op dit wetenschapsforum, heb al wel gemerkt dat hier aardig wat brainpower rondloopt. Graag zou ik jullie de volgende uitdaging willen voorleggen.
Op flitsfoto’s van (voornamelijk goedkopere) camera’s worden tegenwoordig vaak lichtbollen aangetroffen. De gemiddelde wetenschapper zal vrij snel constateren dat deze lichtbollen veroorzaakt worden door kleine aangeflitste partikeltjes (stofdeeltjes, regendruppels) die zich relatief dichtbij de lens bevinden (0-10cm). Aangezien de camera zich meestal focused op objecten die zich verder weg bevinden (30cm – oneindig), wordt dit hele felle lichtpuntje onscherp geprojecteerd op de CCD-chip. Op deze wijze ontstaat er een bol in de vorm van het diafragma (je ziet soms de niet-perfect ronde opening van de sikkelvormige lamellen). In de bol kun je soms ook een aantal ringen onderscheiden. Dit zijn de zgn. Fresnelringen, een interferentiepatroon. De oorzaak van dit interferentiepatroon staat beschreven in een goed doorwrocht artikel van de Stichting Skepsis (met foto’s van “orbs”).
http://www.skepsis.nl/orbs.htmlSo, what’s the issue?Er zijn tegenwoordig hele volkstammen New-Ager’s die om de één of andere reden zijn gaan geloven dat deze lichtbollen zgn. ORB’s (Other Reality Beings) zijn. Men denkt bijv. dat het manifestaties zijn van geestelijke entiteiten, overleden personen, deva’s en andere spirituele creaturen. Er zijn op diverse internetfora heftige debatten gaande tussen zgn. “Partikel-sceptici” en de “Orb-believers”.
Opvallend in de hele discussie is, dat er bijna nergens op Internet concrete experimenten voorhanden zijn waarmee je lichtbollen (“orbs”) op een foto kan reproduceren. Geïnspireerd door enige mede-“skeppels”, heb ik daarom een paar concrete experimenten uitgevoerd, die ik in dit subtopic graag met jullie wil delen.
In de volgende drie posts laat ik achtereenvolgens zien:
• De verschillende "huis-tuin-en-keuken"-opstellingen die ik heb gebruikt om een “orb” met verschillende digitale camera's te reproduceren en er metingen aan te verrichten.
• Dat het schaduwgebied vlak voor de cameralens, dwz dat gedeelte waar de flits niet langs het uitgeschoven lenshuis komt om partikeltjes aan te flitsen, voor elke camera vrij eenvoudig berekend (en gecontroleerd) kan worden.
• Er met behulp van de “dunne lens” formule (1/f = 1/v + 1/d) en een correctiefactor op de “f”, een hele goede benadering van de gemeten “orb”-grootte gemaakt kan worden, gegeven de afstand van een aangeflitst partikel voor de lens (metingen uitgevoerd met twee verschillende camera’s).
Alle resultaten, diagrammen en afbeeldingen zijn “freeware”, dus als iemand mee aan de gang wil voor een werkstuk/studie-opdracht of scriptie, ga dan gerust je gang!
Wie kan er nog andere opstellingen of tests bedenken om de resultaten verder te verbeteren of gewoon om deze
“Myth te Busten”?
[ Bericht 0% gewijzigd door Agno_Sticus op 11-09-2006 14:09:46 ]