![]()
Anton van Hooff: Israëls furie
Dinsdag, 18 juli 2006 - Israël verkeert in een staat van razernij. Het dacht erin geslaagd te zijn de Palestijnen voorgoed in thuislanden op te sluiten. En nu hebben die ‘Bantoes’ de euvele moed hun bezetters aan te vallen. Want aan de grens bij Gaza en Libanon ging het niet om laaghartige zelfmoordaanslagen op Israëlische burgers, die altijd ‘onschuldig’ worden genoemd.
De Israëlische soldaten die werden gedood en gepakt, waren ‘eerlijke’ militaire doelen. De furie die zich meester heeft gemaakt van de jonge Israëlische regering kent geen grenzen.
Met verbijstering luister ik naar de drogredenen die welbespraakte Israëlische zegslieden van allerlei pluimage te berde brengen. Ze weten zo mooi te vertellen dat het volkomen gerechtvaardigd is de elektriciteitscentrales van Gaza en Beiroet, de gebouwen van ministeries, bruggen en het internationale vliegveld van Beiroet te bombarderen. Die laatste gewelddaad was nodig om de aanvoer van wapens voor Hezbollah door de lucht tegen te gaan!
Iedereen begrijpt dat het Israël erom gaat de democratisch gekozen Hamasregering en de wettige regering van Libanon zijn wil op te leggen. Alweer gelooft Israël dat het de bevolking tegen de eigen autoriteiten kan opzetten. De Libanezen voelen de pijn in hun portemonnee nu de toeristen de benen nemen. De wrok daarover moet de Libanese regering dwingen Hezbollah onschadelijk te maken. Die tactiek heeft echter nog nooit gewerkt.
We hebben dat gezien bij de Fatah-regering van Yasser Arafat. Die werd als ‘irrelevant’ beschouwd en van ieder gezag beroofd. Zijn hoofdkwartier in Ramallah werd in puin geschoten. De systematische vernedering had succes, maar met een onvoorzien gevolg: Fatah verloor alle respect en dus koos de Palestijnse bevolking massaal voor de veel radicalere Hamas.
In Libanon dreigt ook zo’n verharding. Ooit was het een soort Zwitserland met een christelijke meerderheid, die de joodse staat als buur wel zag zitten. Maar toen kwam er een stroom Palestijnse vluchtelingen binnen. Daardoor veranderden de demografische verhoudingen voorgoed. Toen de burgeroorlog in 1975 uitbrak verlieten bovendien veel christenen het land. Israël steunde de christelijke legertjes en greep ook zelf militair in. Berucht is het bloedbad in de kampen van Sabra en Shatila waar een christelijke militie van de Israëlische generaal Sharon haar gang mocht gaan: 700 tot 3500 ‘onschuldige’ burgers werden afgeslacht. Sinds het vertrek van de Israëlische en de Syrische invasielegers leek het land weer in rustiger vaarwater te komen. Maar nu maakt Israël de Libanese regering, die mede door Israëls toedoen heel zwak is, systematisch kapot. Dat fragiele bewind moet nu opeens zijn verantwoordelijkheid waarmaken. Ook dit is een bekend patroon: eerst wordt de andere partij (Fatah, Hamas, Libanon) machteloos gemaakt en vervolgens eist Israël op hoge toon dat die andere partij haar internationale verplichtingen nakomt.
Verontwaardigd dat het zijn zin niet krijgt, legt Israël vervolgens de verantwoordelijkheid bij boze machten op de achtergrond, Syrië en Iran. Natuurlijk zijn de aanslagen op Israëlische militairen bij de Gazastrook en aan de Libanese grens niet vanuit Damascus of Teheran gepland. Lokale commando’s hebben gewoon een onverwachte kans gezien en gegrepen. Daarop heeft Israël duizenden Palestijnen, onder wie ministers en parlementsleden, gegijzeld. Geen haan kraait naar deze flagrante schending van de internationale rechtsorde. Ook op de Israëlische terreurbombardementen reageert de wereld gelaten.
Hoe er met twee maten wordt gemeten, blijkt ook uit de berichtgeving. Op het moment dat ik dit stuk schrijf, zijn er in Israël vier ‘onschuldige’ burgers gedood, onder wie een oma en haar kleinkind. Zulke aangrijpende details worden breed uitgemeten. En terecht: nooit mogen we het ware gezicht van de oorlog vergeten. In Gaza en Libanon zijn inmiddels al zo’n 200 mensen door Israëlisch geweld omgebracht, waaronder hele families. Twee Libanezen sterven omdat hun auto onder het viaduct rijdt als de precisiebom valt. Maar ja, die hadden gewoon de pech het slachtoffer te worden van Israëls furie.