quote:
Op vrijdag 9 juni 2006 11:36 schreef JohnnyKnoxville het volgende:[..]
En elke dag belanden honden in het eten in Azië.
Je punt is?
Een Westers echtpaar gaat op vakantie samen met hun hond naar een Chinees restaurant om te eten. Er is een communicatieprobleem want de ober en het echtpaar spreken niet dezelfde taal. Daarom gebaren ze daar dat de hond ook iets te eten moet krijgen en de hond wordt vervolgens meegenomen naar de keuken. Even later krijgt het echtpaar hun huisdier als gerecht opgediend.
Huisdieren komen in veel moderne sagen voor, waarbij het slecht afloopt met hen. Dit lijkt vreemd omdat ze na mensen behoren tot de meest bevoorrechte leden van de samenleving en met veel liefde omringd worden. Aangezien niemand uitgemaakt wil worden voor dierenbeul doorbreken deze sagen juist dit taboe en bieden een uitlaatklep voor ongepaste gevoelens. Ze gaan altijd over luxedieren en troeteldieren die het slachtoffer worden van het sadistisch noodlot. De Zweed Bengt af Klintberg heeft opgemerkt dat sagen over huisdieren die op komisch-gruwelijke manier gedood worden vroeger niet bestonden omdat ze in de agrarische samenleving een nuttige functie vervulden en geen voorwerp waren van liefderijke zorg. Hun dood door het slachtmes is een vanzelfsprekende, onsentimentele dood. Echter, in onze maatschappij zijn huisdieren ons steeds nader komen te staan en worden beschouwd als gezinsleden. Ze zijn dus vermenselijkt en je praat er gewoon tegen alsof het mensen betreffen. In de sagen bezit het huisdier ook een bijna-menselijke status. De ongelukkige-huisdiersagen herinneren ons ook aan de schadeloze geweldacties die dierfiguren in tekenfilms en strips bij elkaar opwekken. Ongeacht wie het is, Tom versus Jerry, Roadrunner versus Coyote en Woody Woodpecker versus de rest, iedereen vindt hun blunders en acties grappig, omdat het gaat om fictieve situaties. Bovendien is men ondertussen al gewend aan geweld in deze verhalen. Terwijl de stripfiguur overleeft, doet het huisdier in de sage dit meestal niet.
Het idee achter deze stadssage is het in het Westen wijdverspreide geloof of vooroordeel dat Oosterlingen in het algemeen, maar met name Chinezen, hondenvlees eten, wat bijdraagt aan geruchten en sagen over Oosterse, exotische restaurants die honden en katten serveren, en sagen over Aziatische immigranten in de Verenigde Staten die huisdieren van mensen vangen en koken. Het klopt inderdaad dat er in sommige Chinese streken hondenvlees wordt gegeten, maar de moderne sage doet voorkomen alsof alle Chinezen hondenvlees eten. Vergelijkbare geruchten doen de ronde over Chinese restaurants in westerse landen, waar hondenbrokjes of rattenbotjes in het eten zouden zijn teruggevonden. De Westerse moraal druist hier volkomen tegenin aangezien men hier van mening is dat je geen huisdieren opeet waar je liefdevol voor zorgt. Daarnaast zijn diervoedsel en 'ongedierte' taboe voor menselijke consumptie.
Verhalen over dieren (honden en katten) die worden opgegeten bestaan al langer. In 1888 beschrijft een Australische schrijver in een gedicht hoe een Chinese kok 'konijnenvlees' uit puppies maakt. Sinds de late jaren zeventig uit de twintigste eeuw circuleren in de Verenigde Staten soortgelijke verhalen door de immigratie van Zuid-oostaziatische vluchtelingen. Het verhaal van een Zwitsers echtpaar dat in Hong Kong hun hond Rosa krijgt voorgeschoteld als gerecht staat ook wel bekend als 'Het verhaal van Rosa' en komt in augustus 1971 in de wereld door het persbureau Reuter. De schrijver John Train, normaal gesproken een accuraat persoon, valt voor dit 'Dog's Dinner' verhaal en publiceert het in zijn boek 'True Remarkable Ocurrences' met als enige documentatie 'Reuter'. Hij gaat ervan uit dat het verhaal waar moet zijn omdat het is verspreid door het persbureau en gepubliceerd door dagbladen. Het verhaal wordt ook wel eens in kranten omschreven als 'Roast Rosa' of 'treurige dood voor poedel in Hong Kong'. In de krant 'Svenska Dagbladet' verschijnt dit bericht op 22 augustus 1971 en het behoort tot de volkssagen die hun verbreiding aan de internationale nieuwsberichten te danken hebben. In de loop van 1971 is het internationaal verspreid en ook nu nog is het bekend. Sindsdien leeft het voort als moderne sage, anekdote en mop.
Dit verhaal van het hondendiner in een exotisch restaurant kent verschillende variaties en de nationaliteit van de toeristen en andere details veranderen regelmatig in de mondelinge overlevering. In een versie uit 1989 van een student in Bottrop vraagt een man of hij kan reserveren en of hij zijn hond mee kan nemen. De Chinees zegt hem dan een half uur eerder te komen. Ook hier wordt gesuggereerd dat restaurants hondenvlees opdienen. Een andere versie uit juni 1990 van een student in Keulen laat de hond als voorgerecht opdienen in plaats van het hoofdgerecht.
De 'dog's dinner' is in verschillende landen te traceren. In Engeland heeft Smith zo'n vertelling opgenomen in zijn moderne sagenbundel, in de Verenigde Staten is dit Brunvand geweest, in Zweden is het Klintberg geweest en Portnoy en Burger hebben dit voor Nederland gedaan.
In Finland heeft Leea Virtanen, een folklorist aan de Universiteit van Helsinki, in haar bundel 'Varastettu Isoaäti' een aantal stripillustraties opgenomen waarvan enkele verwijzen naar de sage 'The Dog's Dinner in Hong Kong'.
Herb Caen, een columnist van de San Francisco Chronicle vertrouwde het verhaal van Rosa niet aangezien het echtpaar niet bij naam genoemd wilde worden. Daarnaast bleek bij navraag bij het toeristenbureau van Hong Kong dat er een quarantaineperiode van zes maanden is voor invoer van dieren in Hong Kong. Caen stelt namen voor deze sage voor als 'The Chinese Poodle Story', 'Chow Mein' of 'The Swiss Charred Poodle'. Dat het internationale persbureau heeft verzuimd dit feit te controleren is niet vreemd; de sage sluit aan bij de wijdverbreide vooroordelen over Chinezen en het is bovendien een grappige geschiedenis. De sage berust dus niet op waarheid. Rond 1980 komt op de Nederlandse televisie een hoofdinspecteur van de Rotterdamse Dienst voor Warenkeuring aan het woord die vertelt dat hij 8 tot 10 keer per jaar een telefoontje krijgt dat in een Chinees restaurant honden- of kattenvlees in de koelkast zou liggen, maar een bliksembezoek heeft steeds niets opgeleverd.
In Nederland zijn vooralsnog een tiental versies van dit verhaal opgetekend. In de meeste gevallen gaat het om een echtpaar dat op vakantie is en met hond een Chinees restaurant bezoekt en soms wordt alleen melding gemaakt van eten in een restaurant met een hond erbij. Eén versie staat er een beetje buiten, want dit gaat over een man die een hond koopt op een markt tijdens de vakantie die wordt geslacht en ingepakt. Er is geen sprake van opeten, al is de suggestie impliciet wel aanwezig. De vakantiebestemmingen zijn Aziatische oorden: China, Korea, Japan en Hong Kong. Het gaat veelal om Chinese restaurants, maar ook wordt er melding gemaakt van een Japans, Aziatisch of niet nader genoemd restaurant. In een versie, opgetekend door Ethel Portnoy, wordt het echtpaar op wel erg pregnante wijze duidelijk gemaakt dat ze zojuist - ongemerkt - hun knuffeldier hebben verorberd:
De maaltijd is verrukkelijk, maar het duurt wel lang voor de hond terug wordt gebracht. Tenslotte wordt de macabere toedracht duidelijk: de eigenaar overhandigt buigend de staart en de halsband.