quote:ED HARCOURT - The Beautiful Lie (EMI)
Ed Harcourt veroverde in 2001 mijn hart met het bijzonder fraaie album Here Be Monsters, vol van achter de piano gecomponeerde songs, die echter ook invloeden van Tom Waits en eels kenden. Nadat hij zijn klasse twee jaar later bevestigde met From Every Sphere, waarop hij her en der ook klonk als Elliott Smith, was zijn laatste plaat Strangers licht tegenvallend. Misschien was die plaat uit 2004 wel te snel gemaakt. Hoe dan ook, Ed nam wat langer de tijd en komt nu met zijn vierde volwaardig album - debuut EP Maplewood dus niet meegerekend -, getiteld The Beautiful Lie. Wat zal hij ons brengen?
Een heleboel, zo blijkt al vlug. Ed Harcourt lijkt voor The Beautiful Lie al zijn kwaliteiten gebundeld te hebben om daar een zeer gevarieerde plaat van te maken. Er zijn de ballads met de fraaie pianoklanken, er zijn fijne popliedjes rond een goofy drum en met meezingbare refreintjes en er zijn songs waarin Ed heerlijk over de top gaat. Dit alles wordt gecombineerd met steeds persoonlijkere teksten, waarin soms ook ruimte is voor bijtende observaties. In die zin lijkt hij soms de Randy Newman van deze eeuw. Zoals qua zang ook de naam van Jeff Buckley nergens echt ver weg is, al mist Ed die uithalen de hoogte in.
Zijn liedjes kennen stiltes op de juiste momenten en kunnen ook zeker wat lief overkomen. Het maakt van The Beautiful Lie een prima plaat voor een zondagmorgen of voor een donkere avond. Glas wijn erbij, naar buiten kijken en Eds songs op je laten inwerken. Zeker weten dat een door een trompet aangevulde pianoballad als afsluiter Good Friends Are Hard To Find dan de juiste song is. Tikje melancholisch, maar toch nergens zonder hoop. Dat geldt voor meer nummers op deze plaat.
Zoals de meeste songs ook tijd nodig hebben om te groeien. De meer uptempo songs waar de plaat mee opent, met name Visit From The Dead Dog met gastrol voor ex-Blur Graham Coxon, pakken je direct. Andere nummers hebben meer tijd nodig, zoals de bijzonder fraaie songs The Last Cigarette, Rain On The Pretty Ones en The Pristine Claw. De nummers waarin Ed naar een knallende climax toewerkt, hebben ook iets bijzonders. Met name het door een koortje ondersteunde Revolution In The Heart. Als Ed dan ook nog een soort van cabaretesk nummer speelt in de vorm van Scatterbraine doet zijn veelzijdigheid je nog meer zuchten van verwondering.
Een veelzijdig artiest dus, die niet lijkt te willen kiezen voor één richting en dus maar alles doet waar hij zin in heeft. Het is de kracht, maar ook de zwakte van de plaat. Want het vergt de nodige luisterbeurten voor je het geheel in The Beautiful Lie ontdekt. Tijd die misschien niet iedereen aan Ed wil gunnen. Toch maar doen. Goede vrienden zijn dan misschien moeilijk te vinden, zoals Ed zelf zingt, echt goede platen zijn dan eigenlijk net zo goed in het enorme aanbod van tegenwoordig. Ed Harcourt komt er verdraaid dicht in de buurt en dat is, in weerwil van de titel, géén leugen.
quote:SHEARWATER - Palo Santo (Fargo Records)
De band Okkervil River voerde met het album Down The River Of Golden Dreams in 2003 mijn jaarlijst aan. Op americana-leest geschroeide muziek vol emoties, die met name in de af en toe intense zang tot uiting kwamen. Dat soort bands zijn nodig in de muziekwereld, waarin gelikte producties soms de boventoon lijken te voeren. Van die mannen die misschien heus wel eens ergens een tikje uit de toon vallen qua zang, maar daar tenminste niet in de studio aan sleutelen.
De belangrijkste mannen in Okkervil River waren Will Sheff en Jonathan Meiburg. Blijkt dat die heren ook in Shearwater zitten. De rollen zijn hier wel omgedraaid. In Okkervil River is Sheff de belangrijkste man, die de meeste nummers schrijft en het grootste deel van de zang op zich neemt. In Shearwater doet Meiburg dit. Niet dat het erg veel uitmaakt.
Want na beluistering van Palo Santo is volledig duidelijk waarom deze twee heren elkaar ooit hebben gevonden als muzikale vrienden en partners. Ook bij Shearwater vechten de vol emotie gebrachte liederen over alle zware kanten van de liefde en het leven om een plek op de voorgrond met rustigere nummers met een americana of folksausje. Hoogstens is hier een verschil in de stem hoorbaar. Sheff klonk nog wel eens als een Will Oldham of Adam Duritz in dat soort nummers, Meiburg zingt wat hoger.
Het resultaat is een plaat met elf sterke songs, waarin mijn voorkeur niet bij de ballads ligt. Niets mis met mooie nummers als Sing, Little Birdie of Failed Queen, absoluut niet. Toch hoor ik liever de songs waarin Meiburg al zijn emoties soms letterlijk van zich af schreeuwt. De getormenteerde ziel, die de nummers met zijn intense voordracht direct in je maag doet stompen. Je moet ze wel horen, ontsnappen is zinloos.
En van zulke songs heeft hij er wel een paar op plaat gezet. Opener La Dame Et La Licorne bijvoorbeeld, die met een fantastische opbouw al direct laat horen wat Shearwater allemaal kan. Let op de pianoklanken die hier een belangrijke rol spelen. De wat "rockender" nummers Red Sea, Black Sea en Johnny Viola zijn ook zeer geslaagd en knipogen hier en daar wat naar pakweg de jaren zeventig. Het meest geraakt word ik echter door White Waves en met name Hail, Mary. Het zijn precies die nummers waarin Meiburg alles geeft en je daarmee grijpt. Want je voelt, dit is echt.
Het maakt van Palo Santo een opmerkelijke plaat, die nergens geforceerd aandoet en toch zijn doel bereikt. Waarmee Meiburg aantoont dat hij niets onder doet voor Will Sheff en waar de liefhebber van de wat alternatievere americana een hoop lol aan gaat beleven.
Dan zal ik spoedig Stuart A. Staples en Camera Obscura doen, heb je nog meer te lezen.quote:Op dinsdag 18 juli 2006 11:33 schreef Z het volgende:
Ja, 'vakantie-leesvoer'.
quote:STUART A. STAPLES - Leaving Songs (Beggars Banquet Records)
Afscheid nemen is zelden leuk. Zeker niet voor altijd. Laat staan van een geliefde. Zolang als er mensen bestaan, wordt er echter afscheid genomen. Vandaar dat dichters, schrijvers, filmmakers, schilders en muzikanten het thema regelmatig in hun werk laten opduiken. De mooiste kunst kan ontstaan uit de ellende die een afscheid met zich meebrengt. Denk aan de ultieme scheidingsplaten Blood On The Tracks van Bob Dylan en Heartbreaker van Ryan Adams. Helaas is het afscheid ook wel eens tenenkrommend bezongen. Volumia! had ooit een single getiteld Afscheid, waarin het ene na het andere cliché de revue passeerde.
Het is dus wel een gevaarlijk idee om afscheid als thema van je nieuwe plaat te nemen. Stuart A. Staples, bekend van Tindersticks, deed het echter toch. Tien nummers schreef hij, in totaal nog geen veertig minuten. Alles gaat over afscheid. Van oude vrienden, van geliefden, van een stad. Hij beschrijft de gevoelens die hierbij horen en moet het gevoel kennen, want Staples komt eerlijk over. Al dan niet autobiografisch, het is herkenbaar en geloofwaardig wat de man hier zingt.
Nu is het ook weer geen grote verrassing dat dit thema hem past als een warme jas. De stem van Staples is namelijk van nature vol van weemoed. Zijn zware bariton is uitermate geschikt om de sfeer van nachtelijk verdriet in rokerige kroegen vast te leggen. Om de diepe treurnis van mislukte relaties te vertellen. De leegheid van het zoeken naar een beetje verkeerde genegenheid op de foute plaatsen. Niets nieuws, met Tindersticks deed hij het ook al.
De platen met zijn band werden echter steeds wat minder en in die zin is Leaving Songs een mooie comeback. Sterker nog, sommige nummers zouden niet misstaan tussen het materiaal van misschien wel de beste Tindersticks-plaat, Curtains. Qua geluid ligt het ook wel in het verlengde van die plaat. Altijd is er ruimte voor de strijkers, die het geheel een weemoedig tintje geven. Perfect voor het thema.
Omdat Staples als geen ander begrijpt dat zijn zware stem zo heerlijk contrasteert met een heldere vrouwenstem, is hier aan dameszang ook geen gebrek. Het zij als achtergrondzang, door Gina Foster, het zij in duetvorm. De man die al eens memorabele duetten op plaat zette doet het deze keer met Maria McKee. Ze bestormen samen de hemel in This Road Is Long, met ongetwijfeld die ene hit van Maria nog in gedachten. Show Me Heaven ja, voor de popquizliefhebbers. Het hoogtepunt is echter het duet That Leaving Feeling met Lhasa de Sela. Deze zangeres maakte ooit de plaat The Living Road, wellicht één van de best bewaarde geheimen van de afgelopen muziekjaren, en zet met haar omfloerste zang de juiste sfeer neer. Zelfs Staples lijkt een beetje van de kaart.
Al met al dus een geslaagde poging om van dit aloude thema iets moois te maken. Zo goed als Dylan en Adams doet Staples het hier niet, maar zeker de fans van Tindersticks hebben hier een heel fijn plaatje aan. De liefhebber van rustige luisterpop van hoog niveau ook.
Nee, meestal knap ik daar wel erg op af. Ik vind de combi van vrouwenzang in combinatie met een zware mannenstem wel mooi (Leonard Cohen, Nick Cave). Het is gewoon puur een kwestie van smaak en ik kan er ook geen duidelijke reden voor geven, maar het raakt me gewoon niet. Of het nou hele zware muziek is of een poprockbandje, zodra een vrouw de kar trekt haak ik af.quote:Op zaterdag 5 augustus 2006 11:04 schreef methodmich het volgende:
Houd je niet zo van dameszang?
quote:CAMERA OBSCURA - Let's Get Out Of This Country (Elefant Records)
Op het vorige album Underachievers Please Try Harder toonde de Schotse band Camera Obscura aan prima naast landgenoten Belle & Sebastian te kunnen bestaan. Hoewel de muziek van de inmiddels zeskoppige formatie wel heel veel verwantschap kende met die van de groep van Stuart Murdoch, was de kwaliteit wel duidelijk hoorbaar. De verschillen ook. Die zaten vooral in de zang, aangezien bij Camera Obscura de vocalen grotendeels voor rekening van Tracyanne Campbell zijn. Dat is inderdaad een vrouw, wat al direct een verschil is met de doorgaans door mannenstemmen gebrachte muziek van Belle & Sebastian.
Op dit album drijft Camera Obscura ook stilistisch wat weg uit de vijver van Murdoch. Hoewel menig nummer nog altijd dat typische geluid heeft, waarvan je vermoedt dat de tijd ergens in de jaren zestig stil heeft gestaan en deze band nooit meer iets anders gehoord heeft. Camera Obscura volhardt in melodieuze pop die weemoedig en blij tegelijk kan klinken. Hier en daar is er een snufje Motown aan toegevoegd, zodat die zin over The Supremes op de vorige plaat niet helemaal uit de lucht gegrepen was.
Wat overeind blijft is dat heerlijke Schotse accent van Campbell, die de touwtjes nu volledig in handen lijkt te hebben. Mochten de heren in de band op Underachievers Please Try Harder nog af en toe een nummertje zingen, nu doet ze vrijwel alles alleen. Waarbij ze in haar teksten vooral uit haar eigen dagboeken lijkt te putten en niet, zoals Stuart Murdoch, vooral een observerende verhalenverteller is. Op de één of andere manier past zo'n dicht bij huis aanpak wel bij een band waar een vrouw de scepter zwaait. Overigens ontstijgt Tracyanne hier met achteloos gemak het Viva-gehalte dat de hitparadezangeresjes als Dido en Kelly Clarkson zo kenmerkt, maar dat mag geen verrassing heten.
Tussen de tien songs op Let's Get Out Of This Country staat vrijwel geen misser en bovendien maakt de geringe tijdsduur van de plaat dat het nergens saai wordt. Al is het maar omdat de opbouw ook dik in orde is, want mocht je na het treurig voortslepende Country Mile wat weggedroomd zijn, dan doet de Motown-stamper If Looks Could Kill je snel weer bij de les belanden. Op haar best is Campbell vooral in de songs die het dichtst bij het debuut liggen. Opener Lloyd, I'm Ready To Be Heartbroken bijvoorbeeld, maar ook in het melancholieke Tears For Affairs. Ook Come Back Margaret, Dory Previn en The False Contender verdienen de aandacht, maar het hoogtepunt is wat mij betreft het titelnummer. Daarin klinkt Camera Obscura als Belle & Sebastian pakweg tien jaar terug, in misschien wel de beste periode van die band.
Waarmee wel de vraag rijst waarom de vergelijking met die band nu wat moeilijker te maken is. Komt dat door Camera Obscura of komt het door de andere wegen die Belle & Sebastian op de laatste platen ingeslagen is? Hoe dan ook, Camera Obscura laat opnieuw horen dat er in Schotland genoeg interessants gebeurd op muzikaal gebied. En dat accent blijft geweldig.
http://reginaspektor.comquote:REGINA SPEKTOR - Begin To Hope (Sire Records)
Regina Spektor had op basis van haar schitterende album Soviet Kitsch, dat tot de beste werken van 2004 behoorde, al wereldberoemd moeten zijn. Maar tussen had moeten en daadwerkelijk gebeuren zit, zoals wel vaker bij dit soort kwaliteitsmuziek die net wat te eigenwijs en tegendraads is, nog een wereld van verschil. En dus is Begin To Hope vermoedelijk weer een plaat die zich straks gaat meten met alle toppers van 2006, maar de dame die hem aflevert niet in de schijnwerpers gaat zetten.
Waar loopt het dan fout voor deze roodharige rasartieste met Russische roots? In tegenstelling tot die andere lichting "rare meisjes" die de laatste jaren stuk voor stuk topplaten op ons afvuren is haar stem behoorlijk normaal. Dat niet iedereen de dames van CocoRosie trekt kan ik nog wel begrijpen. Dat de stem van Joanna Newsom grote groepen mensen afschrikt, ik snap het ook. De stem van Regina Spektor zit echter dichter bij pakweg een Fiona Apple in de buurt dan bij deze dames. Zou het dan toch dat licht dwarse zijn, dat soms in haar muziek doorklinkt? Die weigering om haar bij tijd en wijle toch zeer conventioneel opgebouwde nummers ook zo te houden en er tegen het einde toch nog net licht mee uit de bocht durft te vliegen? Of gewoon het feit dat ze er niet voor kiest om tien pianoballads op plaat te zetten, maar ook niet terugschrikt voor een paar nummers die, in tegenstelling tot On The Radio, niet op de radio te draaien zijn? Het zal wel zoiets zijn.
Heb daar maling aan, zoals iedereen die haar vorige album Soviet Kitsch terecht in de armen sloot. Want deze dame, die ooit bij een soundcheck de tot op het bot verveelde Julian Casablancas van The Strokes een ware emotie - namelijk begeestering - wist te ontlokken, barst van het talent. Het talent tot het schrijven van liedjes die zich in je hoofd nestelen en best poppy te noemen zijn, getuige Fidelity, Better en het eerder gememoreerde On The Radio. Maar ook de klasse om bloedmooie songs te schrijven, begeleid door gloedvol pianospel. Op deze plaat zijn Samson, Field Below en Lady haar geloofsbrieven op dit gebied. Maar ook het talent om bijzondere songs te schrijven, waarin daadwerkelijk iets gebeurt en die uitnodigen tot vaker luisteren. Hotel Song bijvoorbeeld, maar ook Après Moi, waarin Regina zelfs een paar Russische regels zingt. Het jachtige That Time is ook zo'n song, die ronduit rockt. Om maar te zwijgen van 20 Years Of Snow, dat per luisterbeurt meer prijs geeft. Nee, het mag duidelijk zijn na het horen van slotsong Summer In The City: dit is wederom een prima plaat!
Naast een begenadigd componiste, muzikante en zangeres is Regina Spektor ook een sterk schrijfster. Haar teksten zijn opmerkelijk, intelligent en humoristisch. Ze weet je op die manier maximaal te boeien. Dat doet ze nog grotendeels in haar eentje ook. Want Nick Valensi, ook al zo'n verveeld Strokes-bandlid, mag dan ergens een partijtje meespelen op zijn gitaar, Regina heeft de aanwezigheid van grote namen niet nodig. De tijd is rijp om dit enorme talent nu eindelijk massaal te omarmen. Al is het maar omdat bij een volgende recensie dan meer mensen weten wie Regina Spektor nu eigenlijk is!
quote:GOLDEN SMOG - Another Fine Day (Lost Highway)
Golden Smog begon ooit als een hobbybandje, waarin diverse grootheden uit de Amerikaanse indie- en Americanascene voor de lol lekker speelden. Ellenlange jamsessies, covers van bekende bands, lekker ongedwongen. Onder die sfeer van niets moet en alles mag werd al eens een plaat gemaakt. Nu is er opnieuw één en die verdient best wel wat aandacht.
Wie zitten er dan zoal in Golden Smog? De meest in het oog springende namen zijn die van Gary Louris en Jeff Tweedy. Louris kennen we als de magistrale helft van het songschrijverduo van The Jayhawks. Die andere helft is Mark Olson en hoewel de meningen hierover verdeeld zijn, is het toch zo dat fans van The Jayhawks vooral de platen waarop de beide heren een rol speelden omarmen. Olson stapte uit de band, waarna Louris zich ontwikkelde tot hofcomponist. Hij heeft een goed gevoel voor melodie en laat zich ook wel eens beïnvloeden door The Beatles. Dat is ook Jeff Tweedy niet vreemd. Hij is vooral bekend als de grote man achter superband Wilco.
Het is niet vreemd dat juist de songs waarop deze twee blikvangers de krachten bundelen het best klinken. Het rustige en ontroerende Long Time Ago bijvoorbeeld is een nummer om van te houden, terwijl het knap opgebouwde Listen Joe niet had misstaan op een Wilco-plaat als Summerteeth. Solo tekent Louris voor het schitterende Gone, dat zonder twijfel één van zijn beste songs ooit is.
Maar er is meer. Ook de andere leden - hoewel je daar niet echt van kunt spreken - laten zich horen. Met name Kraig Jarret Johnson heeft zijn steentje bijgedragen aan menig nummer en neemt regelmatig de leadvocals op zich. Met name in de onstuimerige songs, zoals de lekker rockende opener You Make It Easy is dat een goede keuze. Ook Daniel Murphy, drumster Lindat Pitmon, Jayhawks-bandlid Marc Perlman en percussionist Ed Ackerson zijn op diverse songs te horen.
Het geheel klinkt nog steeds als een hobbyband, met alle voor- en nadelen die daaraan gekoppeld zijn. Het spelplezier spat van de nummers af, de ongedwongen sfeer inspireert de artiesten soms tot mooie dingen, maar nodigt ook uit tot wat al te ver doorgedreven vakmanschap. Vakmanschap waar de meeste luisteraars niet op zitten te wachten. Sommige nummers ontstijgen namelijk het niveau van een vrolijke jamsessie niet en dat is jammer. Het maakt het luisteren naar Another Fine Day een wisselende ervaring. Op de beste momenten, waartoe naast de genoemde songs ook de bevlogen Dave Davies-cover Strangers en het intieme Never Felt Before horen, is het genieten met Golden Smog. Op andere momenten is het minder interessant. Zo lijkt Frying Pan Eyes zelfs een beetje een opmaat richting een nummer dat Louris schreef voor de laatste plaat van The Jayhawks, al valt dat datumtechnisch nergens uit op te maken. Al met al een sympathieke plaat, die liefhebbers van met name Louris en Tweedy zich zonder zorgen kunnen aanschaffen.
quote:FIONN REGAN - The End Of History (Bella Union)
Soms heb je ineens van die muzikale ontdekkingen die je niet verwacht. Heuse verrassingen, die volledig uit het niets lijken op te duiken en je vervolgens voor zich winnen. Fionn Regan is er zo één. Deze Ierse singer / songwriter is een veroveraar van het langzame soort, die je niet overrompelt met cadeaus en aandacht, maar langzaam je interesse wekt. Net zolang tot je het punt bereikt hebt waarop je niet meer zonder hem kan en je jezelf afvraagt waarom je dat eigenlijk niet direct hebt gezien. Of gehoord, in dit geval.
Fionn Regan kan qua sound moeiteloos in de rij introverte singer / songwriters worden geplaatst. Denk aan Damien Rice, denk aan Stephen Fretwell, denk aan Nick Drake. Van die mannen die vooral goed gedijen met een gitaar om de nek en die rustig hun fraaie liedjes zingen. Liedjes over de grote dingen van het leven en dan dus vooral de liefde. Intieme en lieve liedjes, al durft Regan af en toe ook feller uit de hoek te komen. En dat werkt natuurlijk, want een rustige persoonlijkheid die ineens erg nadrukkelijk aanwezig is, is verzekerd van aandacht. Hij doet het zowel qua zang als qua muziek, als hij sommige nummers ineens een verraderlijke dynamiek meegeeft. Of juist ineens wat verstilt en zijn stem naar de voorgrond tilt, zoals in de laatste tonen van het fraaie Hey Rabbit.
Regan toont zich ook een waardig schrijver. Zijn teksten hebben iets aparts, al dan niet doordat ze soms behoorlijk cryptisch zijn. Desondanks is het nergens zweverig of pretentieus. Fionn Regan lijkt gewoon een romanticus met een grote woordenschat te zijn, die zonder problemen kan beschikken over mooie metaforen. Er wordt dan ook van alles opgevoerd. Meisjes die schelpen verzamelen, alfabetisch drinken, vrouwen die je als een hoed draagt omdat hoeden huizen zijn voor mensen die alleen wonen en voor spookje spelen in verlaten straten. Geloof me, je leeft je na een paar keer volledig in en begrijpt wat de man bedoelt.
Zoals de songs van Fionn Regan zich steeds meer in je hoofd nestelen. Op het eerste gehoor lijken het mooie liedjes, maar misschien nog niet meer dan dat. Pas later gaan ze hun geheimen prijsgeven. Je wordt vriendjes met ze en kan ze op een bepaald moment niet meer missen. Je deelt het weemoedige gevoel dat sommige songs uit al hun poriën ademen. Je merkt dat er hier een bijzonder talent aan het werk is. Iemand die wellicht alleen nog maar beter kan worden, maar nu al een zeer hoog niveau bereikt. The End Of History is een plaat die me per draaibeurt dierbaarder is geworden en dat maak je niet altijd mee. Volslagen onverwacht en juist daarom zo leuk. En hoewel er vrouwen zijn die elders beweren, bij geduldige veroveraars ga je uiteindelijk toch voor de bijl. En zijn wij muziekliefhebbers niet net zo?
Zekers.. was mijn 2e concert ooit... in de Zalenschaaf te Leeuwarden. Hooguit 200 man daar. Zo'n beetje ten tijde van Hollywood townhall...quote:Op donderdag 5 oktober 2006 18:45 schreef methodmich het volgende:
Jij bent ook Jayhawks-fan toch?
quote:HOWLING BELLS - Self Titled (Liberation Music)
Bands waarin familieleden spelen hebben op voorhand altijd wel iets interessants. Zeker als ze elkaar ook nog wel eens de tent uit willen vechten, zoals bijvoorbeeld bij Oasis. Dat lijkt bij het Australische collectief Howling Bells niet aan de orde. Broer Joel en zus Juanita Stein zullen in hun jeugd heus wel eens ruzie gemaakt hebben, het heeft hun band blijkbaar niet al te zeer aangetast. Zij zijn namelijk de dragende krachten in deze band. Juanita als zangeres, Joel als gitarist. Samen met bassist Brendan Picchio en drummer Glenn Moule debuteren ze met een titelloos debuut, waarop een dozijn knappe liedjes om aandacht van de luisteraar vechten.
De sound van de band is afwisselend genoeg om je te boeien. Rustige liedjes met goed opgebouwde spanningsbogen wisselen af met wat onstuimerig rockwerk. Het meeste werk valt echter te typeren als midtempo. Daarin zorgen ze dan af en toe voor betoverend melancholische passages, maar evengoed wringt de schoen her en der wel eens wat. Dan zit de band een beetje vast in de eigen zoektocht naar een vaste structuur. Regelmatig lijken ze nog op zoek naar hun eigen smoel, met hun mengeling van pop, folk en blues. Het is dan ook niet zo vreemd dat een naam als Nick Cave & The Bad Seeds, maar evengoed My Bloody Valentine of Throwing Muses om de hoek komt zetten.
Wie duidelijk niet meer op zoek hoeft naar een eigen smoel is Juanita. De zangeres klinkt als een kruising tussen Kate Bush en vooral PJ Harvey en is de meest prominente factor in de muziek van Howling Bells. Ze kan veel met haar stem en laat dat ook horen. Op sommige nummers doet ze me ook denken aan Karen O. van The Yeah Yeah Yeahs op het laatste album van die band. Daar zouden diverse songs van Howling Bells ook best op gekund hebben. Een song als Low Happening bijvoorbeeld, waarin Juanita zich lekker mag uitleven. Andere goede instappers voor deze band zijn het rustige Velvet Girl, het vriendelijke Setting Sun, opener The Bell Hit of het heerlijke Broken Bones, wat mij betreft misschien wel het hoogtepunt van de plaat.
Als Howling Bells afsluit met het door vader Peter Stein - jawel, het is een fijne familie - geschreven I'm Not Afraid, dat best wel een song van Nick Cave had kunnen zijn, dringt dan ook het besef door dat we hier te maken hebben met een veelbelovende band. Een band die er nog lang niet is en die her en der dus nog zoekt naar de juiste sound, maar die desondanks in die zoektocht al weet te boeien. Australië heeft al weer een band om trots op te zijn.
quote:FREESTYLERS - Adventures in Freestyle (Against The Grain)
In the beginning
Het intro, waarin d.m.v. vocal samples en raps wordt duidelijk gemaakt waar de Freestylers voor staan.
Security
Het eerste echte nummer van het album. Begint met een vocoder stem die me deed denken aan Leftfield’s ‘Afrika Shox’, maar al snel knalt er een dikke breakbeat uit je speakers, met rockgitaren en ja, heuse acid invloeden. De zang die erin zit hadden ze van mij wel weg kunnen laten, want zo zuiver klinkt het niet. Over het algemeen toch een beetje een zwak nummer.
Could I be dreaming?
Vreselijk nummer. Heel erg poppy. Het zit goed in elkaar en de break halverwege is leuk maar voor de rest vind ik dit echt helemaal niks! Een slechte Lo-Fidelity Allstars imitatie.
Fast life
Kijk, dit wil ik horen als ik Freestylers draai! Dikke breakbeats, zoemende bassen en strakke gitaarsamples. De raps die het geheel begeleiden flowen ook als een ‘motherfocker’, hoewel ze iets te aanwezig zijn. (Bijna) niks te klagen dus.
In love with you
Lekker discohouse nummertje, met een dikke bas, strakke beats en typische jaren ’80 disco geluiden. De cheesy zang is ook wel te pruimen.
Jump N Twist
Old school Freestylers. Klinkt alsof dit nummer zo van ‘We Rock Hard’ (de eerste cd van Freestylers) zou kunnen komen. Dat betekent dus: veel dub- en reggae invloeden, superdikke funky bassen en knallende breakbeats! Erg lekker, hoewel ze die zangeres er wel uit hadden kunnen laten.
Pocketful of sadness
Lekker funky nummertje, maar jammer van de high pitched vocals.
Electrified
Een soort van electrofunk, hoewel er ook wel een old school hip hop vibe in zit. Goede zang en lekkere snelle raps.
Hard to stay
Dit lijkt verdomd veel op de Stereo MC’s. Stuiterende bas, vrouwelijke zangeres, koortje en een funky gitaartje, trompetje en wat dub invloeden. Je verwacht elk moment dat de stem van Rob Birch (zanger van Stereo MC’s) het overneemt van de zangeres.
Painkiller
Is een collaboratie met Pendulum. Het nummer begint als hip hop nummer, maar na 40 seconden knalt er dikke drum & bass uit je speakers. Ben niet zo dol op die ragga vocals, maar toch best een lekker nummer. Leuke mengelmoes van hip hop, rock en d&b.
Turn to dust
Is een breaks nummer met schreeuwerige vocalen (die voor mij niet hadden gehoeven) en electrische gitaren. Een soort van metal breaks, zeg maar. Jammer genoeg doet dit doet me helemaal niks.
Old skool fool
Zoals de titel belooft hebben we hier te maken met een hip hop nummer met een old school vibe, denk jaren ’80. Deed me een beetje denken aan Sugar Hill Gang en Grandmaster Flash. Geinig nummer, maar ietwat aan de korte kant.
So Fine
‘Push Up’ deel twee. Terug naar het Disco tijdperk. Erg funky en dansbaar. Lekkere vocalen, zowel clean als vocoder. Maar net zoals bij Push Up het geval was: je moet er van houden.
Beat it down
Dit nummer is gewoon ontzettend dope, en vreselijk dansbaar. Een dikke clubbeat, vette bassen en kikke raps. Supernummer!
Infernos
De afsluiter. Erg poppy, met r&b achtige vocalen, zware drums en vioolpartijen. Hier en daar ook wat electronisch gezoem (de bas) en wat scratches. Goeie afsluiter, hoewel dit niet echt mijn ding is.
Conclusie:
Naar mijn mening een goed album, die veel mensen zal kunnen bekoren, hoewel een luisterbeurt toch wel aan te raden is. Het scala aan verschillende stijlen (vooral veel rock- en hip hop invloeden) zorgt in ieder geval voor veel diversiteit, zodat het niet snel saai wordt. Bij veel nummers pakken de experimenten goed uit, maar daarnaast wordt de plank ook wel eens flink misgeslagen. Toch is dit album een flink stuk beter dan hun vorige album ‘Raw As Fuck’, die ikzelf vrij saai vond. Cijfer: 7/10
quote:SUBMARINES - Declare A New State! (Nettwerk Productions)
Zijn wij eigenlijk niet stiekem allemaal gevoelige zielen op zoek naar een beetje liefde? En als we dat dan eindelijk gevonden hebben, dan is het toch wel erg leuk om je daar volledig aan over te geven. Dan ga je ineens genieten van knisperend haardvuur, van romantische sterrenhemels en koester je de momenten van samen zijn. Om de momenten waarop je al dan niet gedwongen gescheiden bent hartgrondig te vervloeken. Niet iedereen zal het toegeven, bang om burgerlijk genoemd te worden.
Zo niet Blake Hazard en John Dragonetti. Deze dame en heer kunnen prima met elkaar opschieten en als je de teksten op Declare A New State! eens grondig tot je doet komen, begrijp je dat dit niet alleen op muzikaal gebied zo moet zijn. Blake en John schamen zich namelijk niet om te zingen over die simpele momenten van liefde. Zij doet dat met een vrij helder stemgeluid, hij klinkt af en toe wat minder toonvast. Samen schreven ze onder de naam Submarines een album met tien liedjes vol. Liedjes over relaties vooral en als de bio klopt dus over hun relatie. Je zou kunnen veronderstellen dat het hier om zoetsappig geneuzel gaat en dan kunnen afhaken. Maar dan heb je te vroeg geoordeeld. De songs zijn namelijk helemaal niet zo vrolijk. Hazard en Dragonetti schreven de nummers namelijk in de periode waarin ze uit elkaar waren en dus komt het gemeende liefdesverdriet je speakers uitgestroomd.
Dit alles over een muzikaal behoorlijk interessante achtergrond. Submarines gebruikt namelijk de nodige electronica, in combinatie met wat traditionelere instrumenten. Het resultaat is een geluid dat het midden houdt tussen sixtiespop, folk en stemmige sprookjesmuziek. Denk een beetje aan Tunng in een frivoler jasje, een beetje aan Brown Feather Sparrow, maar vooral aan Bauer. Hooverphonic, zou ook nog kunnen. Dan mag duidelijk zijn dat dit duo muzikaal interessant genoeg is. De liedjes zitten dan ook prima in elkaar en de zang is ook dik in orde.
Een extra meerwaarde zit hem voor mij vooral in de teksten, die je af en toe best op het verkeerde been zetten. Neem een nummer als Brighter Discontent, waarin Hazard om zich heen kijkt in haar huis en haar zegeningen telt. "All these things should make me happy to be home again", zingt ze. Dan snap je het al, daar zit een addertje onder het gras. Zoals er in menig nummer van Submarines wel een donker wolkje voorbij komt, al is het alleen maar omdat de titel (Clouds) dit al doet vermoeden. Het maakt van Declare A New State! een release die boven het gemiddelde uitsteekt en is zeker voor liefhebbers van eerder genoemde bands interessant. Sympathiek plaatje.
quote:SUKILOVE - Good Is In Your Bones (PIAS)
Pascal Deweze is een bekende naam uit Vlaanderen. Hij maakte deel uit van Metal Molly en Mitsoobishy Jacson en vormde samen met Bettie Serveerts Carol van Dyk het duo Chitlin' Fooks. Ook in de door hem opgerichte band Sukilove kon hij in 2002 zijn creatieve ei kwijt. Met Sukilove maakte hij eerst een fijn mini-album, genaamd Talking In The Dark. Op het titelloze debuut, dat pas in 2003 in ons land verscheen, toonde hij aan dat de met de eersteling gewekte hoge verwachtingen geen incident waren. Sukilove stond vol melodieuze gitaarmuziek, gemaakt door iemand met een voorliefde voor The Beatles en countrymuziek.
Echter, je bent Vlaming of je bent het niet. Zoals veel van zijn landgenoten is ook Deweze niet iemand die je kunt betrappen op het herhalen van een kunstje. Verwacht van de creatievelingen in het Nederlands sprekende deel van België geen hele rij inwisselbare albums. Dus gooide Deweze het roer bij de tweede langspeler, You Kill Me, radicaal om. Deze plaat uit 2004 stond ineens vol met energieke rocksongs, die soms behoorlijk vuig klonken en die je bij de eerste beluistering vertwijfeld de stereo deed stoppen om te controleren of je wel de goede schijf had gekregen van je platenverkoper. Per draaibeurt won dit album aan klasse.
Nu is daar dan een derde plaat. Deze keer ging het roer niet zo radicaal om als tussen plaat één en twee. Dat kan ook bijna niet, want dan had Deweze toch op zijn minst moeten gaan rappen of iets anders dat een volledige stijlbreuk had betekend. Hij doet het niet. Op Good Is In Your Bones, een intrigerende titel, grijpt Deweze namelijk terug op zijn volledige historie als muzikant. Er zijn wat heftig rockender songs, waarvan de ook al zo curieus getitelde opener Blood And Milk Makes Holy het best geslaagd is, en er zijn melodieuze songs, al dan niet met countryrandje. Uit deze categorie komt Even The Angels Sin, dat op de titelloze plaat uit 2002 zowel qua sound als qua kwaliteit niet misstaan had. Ook het goed opgebouwde Black Heart verdient een speciale vermelding.
Het resultaat is een mix tussen de rustige, melodieuze kant van Deweze en diens onstuimige rockkant. Waarbij ik met verdriet moet constateren dat de songs op de drie genoemde werken na allemaal net even wat minder zijn dan op de vorige twee platen. Ze beklijven op de één of andere manier minder, gaan vaak net iets te onopgemerkt voorbij. Dat ligt niet aan de band, want Deweze en zijn muzikanten kunnen wel degelijk spelen. Daarnaast is Deweze ondanks alle beperkingen in zijn zangtechniek iemand die je kan raken met zijn stem. De conclusie kan dan ook niet anders luiden dan dat het songmateriaal deze keer wat onder de maat blijft. Wat niet wil zeggen dat Good Is In Your Bones een slechte plaat is, oh nee. Sukilove stuurt met gemak menig ander bandje terug richting oefenhok, maar gemeten naar de Deweze-standaard blijven de meeste nummers toch net onder de nullijn liggen. Vergelijk het met Sergei Bubka, die net onder zijn eigen wereldrecord polsstokhoogspringen blijft. Ook dan is de liefhebber teleurgesteld, maar zullen mensen die hem nooit zo hoog hebben zien springen uitbundig klappen. Ik gun Sukilove een hoop nieuwe fans, maar zet zelf voor het ultieme luisterplezier toch de andere twee platen op, ondertussen geduldig wachtend op plaat vier.
Je bent haast de enige die in dit topic reviews postquote:Op zondag 5 november 2006 15:29 schreef methodmich het volgende:
[FOK!Awards]Crew
Er kan weer gestemd worden. Kan ik mijn titel verdedigen?
quote:DIVERSE ARTIESTEN - Motion Picture Soundtrack I'm Your Man (Verve Forecast)
Een beetje film kan niet zonder een goede soundtrack. Als de film dan gaat over Leonard Cohen, is een sterke muzikale begeleiding helemaal onontbeerlijk. Het idee bij deze soundtrack is weinig origineel: diverse artiesten coveren de songs van Leonard Cohen. Het betreft hier live opgenomen tracks, gespeeld tijdens de concertserie "Came So Far For Beauty: An Evening Of Leonard Cohen Songs". Begeleid door een bijzonder sterke band brengen de uitgenodigde artiesten een mooie ode aan de oude meester. In de band is een rol weggelegd voor Joan Wasser, die eerder dit jaar als Joan As Police Woman menig muziekliefhebber arresteerde.
De band is dus goed, de songs zijn dat als vanzelf ook. Dan is het dus de vraag hoe de uitvoerende zangers en zangeressen zich door de nummers van Cohen heen gaan slaan. Welnu, dat doen ze vrijwel zonder uitzondering op prima wijze. Hoewel de oude bard zijn broodjes zelf natuurlijk het zoetst bakte, weten de anderen het recept behoorlijk goed te vinden. Zeker op de momenten dat de nummers iets eigens krijgen en daardoor bij vlagen een betoverende werking hebben. De keuze voor live opgenomen songs blijkt dan ook al snel een juiste.
Stuk voor stuk zetten de genodigden hun beste beentje voor. In de minst beklijvende vertolkingen klinken The Handsome Family, Jarvis Cocker en de voormalige achtergrondzangeressen van Cohen, Perla Batalla en Julie Christensen, gewoon degelijk. Goed gezongen, maar er mist net dat kleine beetje extra. Teddy Thompson brengt het er met fraaie versies van Tonight Will Be Fine en vooral The Future al een stuk beter vanaf.
De andere artiesten brengen hun songs wat mij betreft wonderschoon, niet in de laatste plaats door hun van nature al pakkende stemmen en voordracht. Martha Wainwright laat opnieuw van zich horen als getalenteerde zangeres, met een geheel eigen en vooral gloedvolle voordracht. Tower Of Song en The Traitor zijn veilig in haar handen en de driestemmige samenwerking met moeder en tante Kate & Anna McGarrigle in Winter Lady geeft zelfs een bedwelmend resultaat. Beth Orton klinkt doorleefd en puur in Sisters Of Mercy en superzanger Antony maakt elk nummer dat hij zingt tot een juweeltje, dus ook If It Be Your Will.
Dan is er nog Nick Cave, die altijd al als fan van Cohen te boek stond en soms behoorlijk wat van hem weg had in zijn eigen muziek. Solo doet hij I'm Your Man, dat hem op het lijf geschreven is. Hij schittert echter nog meer in het door de dameszang van Batalla en Christensen voortgestuwde Suzanne. Mijn favoriet op de plaat is echter toch Rufus Wainwright, die Everybody Knows laat swingen als nooit te voren en Chelsea Hotel No. 2 brengt alsof hij zojuist zelf een amoureus avondje met Janis Joplin heeft doorgebracht. Slik.
Als Cohen dan zelf, ondersteund door U2, met Tower Of Song de plaat mag sluiten, is er maar één oordeel mogelijk: dit idee is dan wel simpel, maar werkt perfect. De sterke songs van Cohen staan als een huis, de band is fantastisch en de vocalisten zijn doorgaans in topvorm. Die film kan na beluistering van deze soundtrack alleen maar tegenvallen.
quote:popduo Bauer & The Metropole Orchestra - The Bauer Melody of 2006
2 jaar terug volgde ik een half jaar lang Bedrijfskundevakken, goed voor je algemene ontwikkeling en carrièrekansen zeggen ze dan. Ja, dat zal, nog nooit zo met tegenzin aan het studeren geslagen als destijds. Waar ik het liefst de hele dag naar differentiaalvergelijkingen, grafieken en vectoralgebra aankijk vlogen destijds de nutteloze en inhoudsloze woorden me om de oren. Veel gebakken lucht, was m’n conclusie na de verloren maanden, maar één ding moet ik ze wel toegeven, die bedrijfskundigen, hun vocabulaire is een stuk uitgebreider en meer divers dan die van ons, technici.
Maar goed ik dwaal af, één van de woorden waar ik figuurlijk dood mee gegooid werd destijds was synergie. Oftewel een situatie waarin het effect van twee of meer samenwerkende of gecombineerde organen of functies groter is dan de som van de effecten die elk van de organen of functies alleen zou kunnen opwekken, aldus de Van Dale. Laat dit nu net het eerste woord zijn wat in me op kwam na het veelvuldig beluisteren van The Bauer Melody of 2006. Een live registratie van de samenwerking tussen Bettie Serveert gitarist Berend Dubbe, Sonja van Hamel ( samen Bauer ) en het Metropole orkest. Hoewel Bauer al wat albums op het toch door mij geliefde label Excelsior had uitgebracht, wist het me nooit volledig te raken. Iets te mak, iets te weinig spanning, iets te weinig prikkeling. Naar het Metropole Orkest zul je me ook niet snel zien luisteren. Maar samen hebben ze wat geproduceerd wat vele malen beter is dan wat ik voor mogelijk hield.
De weelderige zang van Berend en Sonja komt prachtig tot z’n recht bij de klassieke instrumentatie van het orkest. Door de juiste keuze van crescendo’s, en stilte van het popduo klinkt het als een organisch geheel. Ook zeker vanwege instrumentale intermezzo’s als Long Way Around en Herrmann, die je de rust geven om bij te komen van bombastische, rijke nummers. Behalve openingstrack Bouillabaisse of Brilliance zijn de 13 korte, gevarieerde pareltjes dan ook speciaal voor het 45 minuten durende concert gecomponeerd. Ook zijn ze zo vriendelijk geweest 5 clips mee te voegen, om de cd volledig tot de nok te vullen.
De sfeer over het hele album is gemoedelijk en lichtjes, zoals we van Bauer gewend zijn, maar instrumenten als de koperblazers geven de nummers het dat extra gewicht benodigd voor een perfecte balans. Het geheel levert een heerlijke melancholische plaat, die je in deze winderige herfstdagen meesleept en wegneemt naar een extatische dagdroom.
Bauer en het metropole orkest zijn er op wonderwaarlijke wijze in geslaagd een pop-klassiek mix te maken, die nog nooit vertoond is. ( want hoe vaak is dit concept de laatste jaren al niet voorbijgekomen? ) Vanaf de eerste seconde tot de laatste climax in Snow in Spring blijft dit album met internationale allure boeiend en meeslepend. En als zelfs Elvis Costello onder de indruk is rest mij niets dan m’n mond te houden en de muziek haar werk laten toen.
quote:JOANNA NEWSOM - Ys (Drag City)
Joanna Newsom debuteerde in 2004 ijzersterk met The Milk-eyed Mender. Het werd één van de bijzonderste releases in dat jaar, die werd geschaard onder het genre "free folk". Met haar karakteristieke hoge stemgeluid verdeelde ze de luisteraars in twee kampen. Het ene kamp omarmde het bovenmatig getalenteerde meisje en ontdekte de schoonheid in haar stem, het andere kamp wendde het hoofd af. De mensen uit die laatste categorie misten daardoor een rijke plaat, waarin Joanna Newsom zich begeleidde op haar harp en haar klasse veelvuldig etaleerde.
Wat doe je na zo'n geweldig debuut? Nou, dat blijkt verrassend simpel. Joanna huurde Van Dyke Parks in om haar te helpen aan weelderige strijkersarrangementen en liet Jim O'Rourke en Steve Albini ook nog een rol spelen in het proces dat moest leiden tot Ys. Een ambitieus werkstuk, waarmee Joanna Newsom een muzikaal statement maakt om u tegen te zeggen. Met een hoofdletter, liefst.
In een klein uur komen vijf nummers voorbij, die makkelijk rond de tien minuten klokken. Minuten die volledig gevuld zijn met fascinerende muziek. De strijkers spelen hierin een grote rol, maar Joanna nodigde ook diverse gastmuzikanten uit die middels het bespelen van allerhande instrumenten haar nog altijd rond de harp opgebouwde nummers naar een uitzonderlijk hoog niveau tillen. De stemming is doorgaans rustig, maar subtiele versnellingen, plotse geluidserupties en beklemmend mooie melodieuze passages maken dat elke song een wereld op zich vormt.
Een wereld waarin Joanna Newsom zich op haar plek voelt en haar razendknappe teksten tot volle bloei laat komen. Nooit zakt de plaat in, nooit heb je het gevoel dat de nummers onnodig lang gerekt worden. Elke noot, elke zin is raak. Haar stem is in deze setting ook minder confronterend dan op haar debuut, zodat het onwaarschijnlijk is dat er nog erg veel mensen weg gaan lopen bij het horen van haar fascinerende muziek. Vanaf de bloedstollende opener Emily, genoemd naar zuslief die ook opduikt om even mee te zingen, tot de minstens zo schitterende afsluiter Cosmia is het alleen maar pure klasse die klinkt. De drie nummers die ingeklemd zitten tussen deze brevetten van klasse doen er nauwelijks voor onder. Omarm Joanna Newsom nu, opnieuw of alsnog. Want wie weg loopt voor deze jonge twintigster mist niets meer of minder dan een heus meesterwerk!
quote:THE CHEMICAL BROTHERS - We Are The Night (Astralwerks)
01. No Path To Follow
>>> The Intro. Can’t say much about it, except that I’ve heard better intro’s. For example: nothing beats the ‘Brothers Gonna Work It Out’ intro from Exit Planet Dust. 5/10
02. We Are The Night
>>> The Title track. I would expect a track like this at the end of the album, so this is certainly a promising start. Heck, this sounds like the second part of The Sunshine Underground, with all the bells and whistles! Me likes!! 9/10
03. All Rights Reversed (feat. The Klaxons)
>>> Fucking hell, another corker! This sure beats my expectations, which were quite low after hearing the recent Electronic Battle Weapons and the weak single ‘Do It Again’. Killer vocals, killer vibe. If they don’t play this song in June ’07 I’m gonna throw beer bottles on the stage! Flawless Victory. 10/10
04. Saturate
>>> Edited (and slightly updated) version of EBW 8. Shameless to say: I didn’t like it back then and I don’t like it now, although it works better in this edited format. It just doesn’t do anything for me. Oh well, too bad. Next! 5/10
05. Do It Again (feat. Ali Love)
>>> It’s okay, but nothing special. This dude tries too hard to sound like Bobby Gillespie. But this ain’t no ‘Test’. The track also takes a while to build, but it never really peaks. My advice: stick to the radio edit. Do it again? No thanks. 5/10
06. Das Spiegel
>>> Starts out like an electro song, but after 40 seconds or so a guitar joins in, and soon we hear happy bouncy melodies and a moaning female (what’s in a name!). It’s a fun song, but even after a dozen plays I had a hard time remembering what it sounded like. Oh well, maybe it’s supposed to grow on you... Or maybe not. 7/10
07. The Salmon Dance (feat. Fatlip)
>>> Not to be confused with The Hampster Dance. It sounds like a kiddy theme tune, but with Fatlip (ex-Pharcyde) rapping over it about inventing a new dance (the title) and ‘niggers’ dancing like a fish. The lyrics are quite funny though, but it sounds more like a filler than a real song. There’s a joke at the end too, but it ain’t that funny, nor surprising. 6/10
08. Burst Generator
>>> A few words: hypnotic, psychedelic, trippy. Love the guitars, love the vibe. It’s like The Chems thought: and now for something completely different! And different it is! Can’t really describe it, or compare it, because you should hear it with your ears. But let me tell you: this song fucking rocks!! 9/10
09. A Modern Midnight Conversation
>>> 80's crap of the worst kind. 'Listen to your heart' the vocal goes... My heart (and my ears) told me to turn this off. And so I did. Imho artists who force their Eighties revival crap on us should be shot point blank, starting with Scissor Sisters. No remorse! 4/10
10. Battle Scars (feat. Willy Mason)
>>> Hmmm. Didn’t like the very gay sounding intro vocals, but the rest of the song was pretty decent. Especially the part around 3:30 minutes was ace. Too bad the track never lifts off the ground like previous Chems vocal songs (‘Out of Control’, ‘The Test’, ‘All Rights Reversed’). A missed (but forgivable) opportunity. 6/10
11. Harpoons
>>> Synths, strings and vocals, and that’s all there is to it. Sounds more like an intro to ‘The Pills Won’t Help You Now’, but it’s chilled out and quite nice Ambient stuff. Yeah, I like this. 7/10
12. The Pills Won’t Help You Now (feat. Midlake)
>>> Chilled out, very spacey. I believe the vocals are about someone who popped a few too many pills or something like that. I couldn’t really care about the lyrics actually, but the vibe is great. And that’s all to say about it. Great end song. 8/10
Conclusion:
[insert drumroll]
I like it. 7/10
quote:GRAM - Four-letter Word (Torntable Records / Pias)
Onlangs besloot muziekblad OOR een complete editie te wijden aan 50 jaar Nederlandse popmuziek. Uiteraard kon hierin een lijst van de beste platen niet ontbreken. Omdat lijsten altijd stof voor discussie opleveren was dat een slimme en leuke toevoeging aan het blad. Opvallende acts kregen een plaatsje tussen de beste 50. Minstens zo opvallend waren enkele afwezigen. Persoonlijk miste ik één bepaald album. Een album dat ik de laatste jaren ook steevast in mijn top 100 zet als er op een forum weer eens een top 100 aller tijden gevraagd wordt. Welk album? Let's Play Boys & Girls van Seedling natuurlijk!
Diverse leden van Seedling, dat er helaas mee stopte, duiken inmiddels op in andere bands. Gelukkig maar, want een Nederlandse band die zelfs de goedkeuring van wijlen John Peel kreeg, is een grote. Mariken Smit deed mee met TomCat, Bas Jacobs richtte een blad op en stortte zich op Pfaff. Susanne Linssen, die met haar viool de dan wel melodieuze dan wel lekker puntige gitaarpopsongs altijd dat heerlijke toefje extra meegaf, bracht onlangs als lid van Hospital Bombers een fijne plaat uit. Een mooi teken van leven en dat krijgen we nu ook van zangeres Marg van Eenbergen. Marg ging min of meer solo, al krijgt ze op deze plaat puike muzikale hulp van bassist / gitarist Maarten Kooijman (Johan) en drummer Stoffel Verlackt (Sukilove).
Marg noemde haar nieuwe muzikale uitspatting Gram, een simpele omkering van haar naam. Of ze haar gram wil halen op iemand? Geen idee, maar als dat een doel is geweest, dan is ze geslaagd. Met Gram Parsons zal het in elk geval niets van doen hebben. Want muzikaal tapt Gram uit hetzelfde vaatje als Seedling deed. Een nummer als Flick The Switch had zo op het door mij zo gewaardeerde Let's Play Boys & Girls gekund. Dit valt te zeggen over meerdere nummers, zoals het dynamische Cut It of The Joke Is On Me. Toch laat Gram ook wat anders horen. Zo zijn er enkele songs die nadrukkelijk leunen op de fraaie zang van Marg. Oh Ainslie is wat dat betreft een goed voorbeeld, een haast verraderlijk lief aandoend liedje. Onweerstaanbaar fraai is zelfs de ode aan Amsterdam, genaamd Amsterdam Calling. Een stad die geadoreerd wordt alsof het het Venetië van het noorden is, zingt ze ergens. Toch druipt er ook een zekere tragiek van de song af, die door de gevoelige zang duidelijk naar voren komt. En ach, we moeten ook weer niet denken dat Marg nu ineens al te lief is geworden, want dan komt er gewoon een song als Dynamite Is A Girl's Best Friend voorbij.
Het maakt van Four-letter Word een zeer geslaagde plaat, waarop Marg laat horen dat er leven is na Seedling. Prima leven zelfs, zoals Susanne met de Hospital Bombers ook al aantoonde. En toch, ik mis in enkele van de beste songs die viool. Dan zou je willen dat Susanne toch ineens stiekem de song binnen komt huppelen en de slagroom op de taart verzorgt. Zoals in het schitterende Endora van Seedling destijds, waarin Marg direct vanaf de eerste tonen de speakers in knalt met haar zang en de viool later binnenstormt. Dit is overigens meer een wens dan een kritiekpunt, want ook met haar nieuwe begeleiding weet de fantastische zangeres en componiste Marg van Eenbergen te boeien. Vijftig jaar popmuziek van eigen bodem hebben we achter de rug, vol hoogtepunten. Gram heeft een plaat afgeleverd die een meer dan fijn startsein voor de volgende vijftig jaar vormt.
quote:AIDAN JOHN MOFFAT - I Can Hear Your Heart (Chemikal Underground)
Het was zo'n band die je, ondanks dat ze misschien geen wereldschokkende albums hadden gemaakt, toch zou gaan missen. Ik doel op het Schotse Arab Strap, waarin Malcolm Middleton en Aidan Moffat hun krachten bundelden. Ze maakten een reeks platen die vol stonden met songs over het nachtleven in Schotland. Moffat verzorgde de zang, al was het vaak meer murmelen, Middleton zorgde voor de muzikale omlijsting. Met de verzamelaar Ten Years Of Tears namen zij eind 2006 definitief afscheid, om zich vervolgens op een solocarrière te richten.
Het was een toepasselijke albumtitel. Vrolijk waren de heren namelijk nooit. Moffat verhaalde maar al te vaak over mislukte liefdes, dronken escapades in de donkere nacht, treurige one-night stands, regenachtige dagen, veel bier, begrafenissen en de triestheid van het bestaan. Middleton zong dan eigenlijk nooit, zijn soloplaten waren al even treurig. Nee, een stel olijke dijenkletsers waren de Schotten niet.
Wel waren de heren volstrekt eerlijk en geloofwaardig. Moffat kon overtuigender dan wie ook de smerigste verhalen vol al dan niet geslaagde seks en drank op plaat zetten. Daar is hij nu mee doorgegaan. Op I Can Hear Your Heart beschrijft Moffat in 24 delen zijn avonturen van de laatste tijd. Dit doet hij meestal gewoon vertellend, in zijn eigen kenmerkende mompelstijl met vet Schots accent. Een sinister zelfportret van de moderne man, zo leest de achterkant van de CD, die is vormgegeven als een soort roman. Zwierige strijkers wellen af en toe op als Moffat vertelt over een seksuele escapade, een vrouw met een piercing in haar clitoris of een eenzame wandeling door de nacht.
Daar zit dan nog eens een tweetal boze mensen tussen, dat woedend de voicemail van Moffat heeft ingesproken nadat die enkele smerige voorstellen had gedaan in hun telefoon. Daar zit een relaas bij van Moffat die thuiskomt na een avondje vreemdgaan en zich niet heeft gerealiseerd dat zijn vriendin een dagje vrij had. Zij doet net alsof ze niet merkt dat hij het bed in stommelt. Ook doet hij een controversieel gedicht waarvoor hij zich eerst excuseert, maar dat toch een mooi einde heeft. Tussen al deze treurnis door zingt Moffat ook nog een keer echt. Hij doet een cover van Hungry Heart van Bruce Springsteen. Wanhopiger heeft dit nummer vermoedelijk nooit geklonken. Hij eindigt met het bijna tien minuten durende verhaal Hilary And Back, waarin Moffat in zijn gestreepte pyjamabroek met enkele blikjes bier in zijn zakken een wandeling begint en bij toeval op een feestje beland. Het feestvarken is Hilary en ze is zestien geworden. De volslagen vreemdeling versiert het meisje, flirt met de moeder en wandelt terug naar huis. Het enige wat hem echt bezwaart is het feit dat zijn telefoon stuk is.
Al met al maakt Moffat hier een bijzonder werkstuk, dat prachtig is vormgegeven en ook nog de nodige extraatjes heeft. Malcolm Middleton heeft de betere liedjes, Moffat houdt de echte ziel van Arab Strap levend. One more wodka, one more beer, and I will walk to you tonight,29 long miles from here. Het vervolg laat zich raden. Oh ja, volgens de CD zelf is dit materiaal slechts bestemd voor volwassenen. Rock & roll zonder gitaren en zang, het kan.
quote:XIU XIU - Women As Lovers (Kill Rock Stars)
Het is een eitje bij Pim-pam-pet. Moeilijke indieband met de X? Xiu Xiu natuurlijk! Het collectief rond Jamie Stewart maakt al enkele platen lang muziek die de luisteraar serieus uitdaagt. Abrupte geluidsuitbarstingen, plotse stiltes, allerhande bijgeluiden uit oude synthesizers, ongebruikelijke instrumenten en de niet alledaagse zang van Stewart vormen samen een vrij uniek geheel. De huilerige voordracht van de zanger, die soms ineens kan omslaan in gefluister of extatisch geschreeuw, past wel bij de al even absurde teksten.
Ook op Women As Lovers komt er weer van alles voorbij. Uiteraard de verwijzingen naar homoseksualiteit, de ene keer zelfs ronduit pervers, de andere keer wat subtieler. Evengoed gaat het over moord, incest, afwijzingen in de liefde, zwangere vrouwen of op welke manier dan ook achtergestelde mensen in de maatschappij. Kortom, alle ingrediënten voor een Xiu Xiu-plaat zijn weer aanwezig.
Maar toch, er is iets dat anders is aan deze laatste proeve van bekwaamheid. De gekte in de sound is iets meer naar de achtergrond gedrukt. Goed, er zijn nog songs waarop Stewart en zijn kompanen vooral lijken te onderzoeken wanneer een combinatie van bepaalde geluiden echt lelijk wordt. Maar steeds vaker zijn de songs prima luisterbaar. Dan houdt Stewart zijn nummers bewust klein. Hetgeen in de incestsong Black Keyboard de sfeer overigens vrij beklemmend maakt. Het is echter wel een verademing om Xiu Xiu eens te horen zonder dat ze zelf hun nummers de hals omdraaien. Om eens te horen waartoe men in staat is.
Welnu, dat is behoorlijk wat. Zo heeft vrouwelijk bandlid Caralee McElroy een grotere rol qua zang toebedeeld gekregen. Haar stem gaat mooi samen met die van Stewart. Het zijn misschien geen memorabele duetten, binnen het muzikale plaatje van Xiu Xiu passen ze prima. Er zijn strijkers in F.T.W., er zijn composities die de kwalificatie catchy mee mogen krijgen en er zijn de al genoemde verstilde songs. Bovendien is er een bizarre cover van het door Queen & Bowie bekend gemaakte Under Pressure, met Michael Gira als extra zanger. Het resultaat is een bijna maniakaal wanhopige versie van dit nummer, waarop de zinsneden over laatste kansen en dansen intenser klinken dan ooit tevoren.
Als Women As Lovers iets leert, is het wel dat Xiu Xiu al die poeha van de vorige albums lang niet altijd nodig heeft. Natuurlijk was dat deels de charme en moet men het niet geheel weglaten, maar Stewart en zijn band lijken nu de juiste afwisseling gevonden te hebben. Een mooie stap in het oeuvre van een bijzondere band.
quote:BABY DEE - Safe Inside The Day (Drag City)
Drag City is altijd een label dat het aandurft om niet alledaagse artiesten een kans te geven. Zo deed men dat ooit met Joanna Newsom. Nu is er, in de categorie apart, Baby Dee. Deze singer / songwriter werd geboren als man, maar onderging een succesvolle sekse-operatie. Tegenwoordig is Baby Dee dus vrouw. Dat gegeven op zich maakt de persoon apart, maar de muziek nog niet.
Toch is hetgeen Baby Dee hier op plaat heeft gezet moeiteloos te scharen onder het kopje apart. Haar zangstem is bijvoorbeeld zowel mannelijk als vrouwelijk te noemen, zoals bijvoorbeeld ook bij Antony. Het enorme bereik van deze superzanger heeft Baby Dee zeker niet. Het lijkt soms ook of ze schroomt om echt eens flink te gaan zingen, want de keren dat er echt wordt aangezet zijn op de vingers van een hand te tellen. Wel heeft ze veel inlevingsvermogen qua voordracht. De zang is dan ook afwisselend en houdt de aandacht vast.
Waar Baby Dee bij samenwerkingen met andere artiesten vooral als harpiste ingezet wordt, doet ze daar op dit album niet heel veel mee. De harp komt slechts enkele keren langs, vaker speelt ze zelf op de piano en laat ze zich omringen door een indrukwekkende band, waarin plaats is voor strijkers. Indrukwekkend, vooral door de aanwezigheid van een drietal bekende heren. Matt Sweeney verzorgt het nodige gitaarwerk, de vuige rocker Andrew WK speelt veelal bas en drumt af en toe, terwijl Will Oldham voor de tweede stem zorgt. Soms is er nog een derde stem in de persoon van Lia Kessel. Baby Dee heeft dus fijne vrienden en dat speelt zeker een rol op dit fijne album.
De zangeres kiest er namelijk voor om deze band veelvuldig in te zetten, in plaats van zelf moederziel alleen achter de piano te gaan zitten. Dat is een goede keuze, zo blijkt uit niemendalletje Big Titty Bee Girl (From Dino Town), dat mede door de idiote tekst over een albino een dissonant vormt op dit verder sterke album. Want vanaf de titelsong, een krachtige pianoballad, tot het afsluitende You'll Find Your Footing weet Baby Dee te boeien. De soms theatraal aandoende muziek heeft behalve iets melancholisch ook vaak een stuwende werking. Het meerstemmige refrein in The Earlie King, dat het meest knipoogt naar cabaret, staat bijvoorbeeld keurig voor het melodieuze A Compass Of The Light. Het indrukwekkendste staaltje kunde geeft ze wat mij betreft echter in de vol grandeur gebrachte songs The Dance Of Diminishing Possibilities en Fresh Out Of Candles.
Tekstueel kiest ze vooral voor de vage poëzie. "Bobby Slot and Freddy Weiss, were not so nice, but I like their names a lot, so I'll say 'em twice" klinkt het bijvoorbeeld ergens. Er komen heiligen voorbij en af en toe is er een verwijzing naar haar eigen leven als transgender. Echt heel persoonlijk wordt ze daarin nooit. Pas in slotsong You'll Find Your Footing komt er iets persoonlijks naar voren. Mede daardoor doet dit nummer denken aan Bird Guhl van Antony op diens onvolprezen laatste plaat. Een prima afsluiter dus.
Al met al is Safe Inside The Day dan ook een album geworden waar Baby Dee trots op mag zijn. Of ze echter zo'n impact zal hebben als bijvoorbeeld Joanna Newsom of Antony lijkt twijfelachtig. Daarvoor mist ze muzikaal net iets. Dit lijkt vooral durf, want hoewel lang niet iedereen gemakkelijk naar deze muziek zal kunnen luisteren, mist ze net dat beetje waardoor je mensen of tot tranen toe kunt roeren of in de gordijnen kunt jagen. Baby Dee zit een beetje op de middenweg, al beweegt ze zich daar met verve.
quote:THE KILLS - Midnight Boom (Domino)
Muzikale duo's in de man / vrouw-vorm zijn altijd in geweest. Denk aan Vive La Fête, The White Stripes of nu weer Blood Red Shoes. Ongetwijfeld heeft de aantrekkingskracht die er tussen beide geslachten nu eenmaal is daar mee te maken. Zeker als dit overslaat op de muziek. In sommige gevallen is er sprake van een puur zakelijke of artistieke aantrekkingskracht. Dat kan aardig zijn, maar leuker wordt het als de vonken er vanaf spatten. En laat dat bij The Kills nu net het geval zijn.
Of Alison "VV" Mosshart en Jamie "Hotel" Hince nu ooit wel of niet een koppeltje zijn geweest, is niet eens zo relevant. Afgaande op de spanning die er tussen de twee hangt, ben je geneigd om ja te zeggen. Dit was al zo op debuutalbum Keep On Your Mean Side en opvolger No Wow, maar komt op Midnight Boom nog meer aan de oppervlakte. Want nondeju, wat een broeierige atmosfeer zetten de twee hier neer in een een dozijn stuk voor stuk energieke en opzwepende songs.
De vorige platen van The Kills, die een soort van garagepunk met een bluesrandje maken, werden nogal eens vergeleken met bijvoorbeeld The White Stripes, maar dan met vrouwelijke zang. Waarbij de stem van Mosshart vergeleken werd met die van PJ Harvey. Dat klopt allemaal. Of beter gezegd, klopte. Want waar Jack & Meg een beetje ingekakt lijken, daar gooien The Kills alle remmen los. Dit is zweterige passie op plaat. En die PJ-achtige stem? Jazeker, die is er nog. Maar dan wel alle Polly's in één. Mosshart zingt zowel onderkoeld, passioneel, verleidelijk en heeft haar hormonen in haar stembanden gekregen.
Dat levert een plaat op zonder zwakke songs. De fijne wisselzang in U.R.A. Fever opent de plaat al pakkend, de met rokershoest afgetrapte en uiterst dansbare oproep tot een beetje gekte op Cheap And Cheerful, het stevig rockende Hook And Line, het zijn stuk voor stuk sterke staaltjes. Het kan nog beter, zo blijkt. Want Mosshart heeft nimmer zo op hol geslagen en toch zo melodieus gezongen als in Tape Song of zo opwindend geklonken als in het refreintje van Last Day Of Magic. Haar grootse vorm tilt ook Hince naar grootse daden, want bij zo'n vrouw wil je niet achterblijven. Op de tweede helft van de plaat trappen de twee soms even op de rem, zoals in het onderhuids broeiende Black Balloon en afsluiter Goodnight Bad Morning, die zo op de bananenplaat van Velvet Underground had gekund.
Het mag duidelijk zijn dat The Kills zichzelf overtreffen op Midnight Boom. Weinig kans dat er dit jaar veel betere albums binnen dit genre zullen uitkomen. Mosshart & Hince zetten niet één, maar meerdere stappen vooruit op deze plaat en stappen definitief uit de schaduw van al die andere jongen / meisje duo's. Dat die zich voortaan maar mogen spiegelen aan dit duo en we voortaan refereren aan The Kills in recensies. Met zo'n bandnaam kan er maar één conclusie komen: moordplaat!
quote:ROB JUNGKLAS - Gully (Madjack Records)
Rob Jungklas is een angstige man. Zo bleek al op zijn album Arkedelphia en dat blijkt nog steeds op opvolger Gully. Tussen beide platen zit vijf jaar. In vijf jaar kan een mens veel doen om angsten te overwinnen. Of Jungklas het geprobeerd heeft weet ik niet. Als dat zo is, is het in elk geval mislukt.
Want ook op Gully vreest Jungklas nog altijd de hele wereld, maar de duivel en God voorop. Zijn elf verhalen over duisternis, moord, demonen en drank zitten nog altijd vol met bijbelse verwijzingen. De duivel zit Jungklas op de hielen, maar ook God kan hem niet verontrusten. Dan is de vergelijking met 16 Horsepower of Low dus snel gemaakt. Wel, daar zit Jungklas wellicht qua teksten of qua voordracht (16 Horsepower) in de buurt, maar echt vergelijkbaar met deze artiesten is hij niet.
Jungklas doet alles met de gitaar in de hand en laat zich bijstaan door enkele muzikale vrienden. Zij zorgen voor bas, cello en vooral drums. Het geluid op Gully is bij tijd en wijle erg overdonderend, hetgeen de boodschap een nog zwaardere lading meegeeft. Vrolijk is het niet, maar eerder angstaanjagend. De nummers ademen vooroorlogse blues en folk en doen oergeluid soms bijna denken aan O Brother Where Art Thou?. Dit komt door de herhaling van de boodschap, die Jungklas regelmatig laat terugkeren in zijn tot ruim over de vier minuten uitgesponnen songs.
Of is sessies een beter woord? Hier is een man bezig zijn demonen en angsten van zich af te spelen en te zingen. Nergens is ruimte voor luchtigheid, want zelfs de wat minder zwaar aangezette songs hebben ergens nog wel een paar zwarte randjes. Hoe meer de plaat vordert, hoe meer Jungklas in vorm lijkt te komen. Het kan ook zijn dat je dan steeds meer gewend bent aan de beklemmende sfeer en er langzaam in meegezogen wordt. Tegen de tijd dat een nummer als Monster dan door je speakers komt, hoor je de schoonheid die in de muziek opgesloten zit. Dan hoor je dat Jungklas zowel ingetogen, haast fluisterend, als voluit zingend de juiste sfeer weet te zetten. Dan blijkt zijn songmateriaal van hoog niveau.
Van huiveringwekkend hoog niveau, zou je eigenlijk moeten zeggen. Want Gully is geen plaat die iedereen zomaar even voor de lol zal draaien. Jungklas kan je soms de stuipen op het lijf jagen, al eindigt hij verrassend hoopvol met het nummer Mule. Laat je echter niet in de war brengen, want hier is een man vijftig minuten lang bezig geweest zijn angsten van zich af te zingen. Psychologie op plaat. Zal Rob Jungklas ook zijn angst verliezen? Muzikaal gezien zou je bijna hopen van niet. Schoonheid hoeft niet altijd over rozen te gaan, zo bewijst Jungklas wederom.
quote:GORKI - Voor Rijpere Jeugd (Lipstick Notes / PIAS)
"En dan worden ze achttien, en daarna ook negentien, en later worden ze honderd, dan brengt de burgemeester bloemetjes." Zulke tekstregels kunnen maar van één man zijn. En inderdaad, ze zijn van Luc De Vos, die met zijn band Gorki maar weer een nieuwe plaat aan het toch al zo rijke oeuvre heeft toegevoegd. Voor Rijpere Jeugd heet de opvolger van Homo Erectus en laat ik maar direct met de deur in huis vallen: Nee, deze plaat brengt niets nieuws.
Maar ja, wat zou De Vos ook vernieuwen met Gorki? Goedbeschouwd heeft hij nooit iets anders gedaan dan fijne liedjes met interessante teksten schrijven. Fraaie gitaarmuziek met her en der ruimte voor een flardje folk of country, zoals op liveplaat Boterhammen zo mooi viel te horen. Maar verder? Haal een willekeurige voorganger uit de kast, zet voor mijn part de DVD op en je zult merken dat Gorki als band nauwelijks is veranderd. Ja, hooguit zijn de heren soms iets milder geworden en De Vos is makkelijker gaan zingen.
Ook op Voor Rijpere Jeugd geen plotselinge surprises. Gorki heeft geen bliepjes en piepjes toegevoegd, is niet op de klassieke toer gegaan met een blik strijkers en maakt geen heavy metal. Gorki maakt "gewoon" weer elf fraaie songs. Songs waarin altijd plaats is voor een bepaalde nostalgie. Nummers die je doen denken aan vroeger, hoe jong je ook bent. Aan de tijd dat je onbezorgd met vrienden naar het park ging om te voetballen, te hangen of wat te drinken. Om meisjes te zien. Meisjes die vervolgens toch altijd weer voor lastige problemen zorgden, hoe leuk ze ook waren.
Luc De Vos is een meester in het scheppen van dit soort beelden, waardoor er altijd wel ergens een brok in de keel ontstaat of desnoods een diepe zucht van verlangen naar toen. Toen, dat was de tijd waarin Veronica reclame maakte op televisie met de fijne slogan "Veronica komt naar je toe deze zomer". De Vos maakt er maar gelijk een liedje over. Hij voegt er "want jij bent jong en je wil eens wat" aan toe. Waar hebben we dat eerder gehoord? Alle thema's zijn weer aanwezig. Zo is De Vos vaak in het park, ontmoet hij mooie en jonge meisjes, zingt hij over de vrije geesten die hippie of surfer zijn, Euro Disney en die eeuwige twijfel.
Op afsluiter Spiegelbeeld bijvoorbeeld, als De Vos mijmert over de dingen die hij voorbij liet gaan. Zo zijn er weer genoeg songs om straks weer te kunnen spelen bij concerten. Waarvan opener Ik Kan Nooit Meer Naar Huis en het schitterende Geluk In Het Spel wat mij betreft tot zijn beste nummers ooit geschaard mogen worden. De Vos zit zelfs te pokeren in laatstgenoemde song. Toch nog even hip en modern dus. En hee, wat is dat, daar halverwege? Het rauwe United Kashmir vormt ineens een flinke stijlbreuk met de rest. Toch nog iets nieuws, want dit deed Gorki nog niet eerder.
Waarmee De Vos ook die mogelijke kritiek van tafel veegt. Prima, maar van mij had het niet gehoeven. Zo om de twee jaar een Gorki-plaat, waarop alles wat hierboven beschreven is op één of andere manier voorbijtrekt, dat is genoeg. Sterren, cijfers, jaarlijstjes, wat zou het allemaal? Gorki ontstijgt dit allemaal, door simpelweg Gorki te zijn en te blijven. De rijpere jeugd weet nu wat te doen.... Op naar die platenzaak, maar wel eerst door het park.
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |