Een traantje na een slechte raceDoor GERARD DEN ELTHEERENVEEN - Ze had het vorig jaar na haar glorieuze seizoen met liefst drie wereldtitels beter niet kunnen roepen.
![]()
Ireen Wüst oreerde met het goud en de lauwerkrans om haar nek dat ze heus nog wel eens een keer een tegenslag zou krijgen.
Het kwam haar ook niet aanwaaien, ze moest er hard voor werken, wilde ze er maar mee zeggen.
Het zondagskind uit Goirle, dat in 2006 op 19-jarige leeftijd in Turijn de jongste Olympisch kampioene in de Nederlandse geschiedenis werd, zal toen niet hebben beseft dat haar voorspelling zo snel al zou uitkomen.
Want op een regenachtige decembermiddag zit een licht verkouden Wüst (‘Hoe kan het ook anders met dat schijtweer’) in Heerenveen achter een broodje met gestampte muisjes, zoekend naar de oorzaken van haar tijdelijke terugval.
Dat verhaal is in haar ogen simpel. ,,Ik heb de hele zomer keihard getraind, harder dan ooit. Ik dacht een geweldig seizoen te gaan draaien, maar in het trainingskamp in Erfurt eind september werd ik ziek. Niet echt ziek, zodat je met 39 graden koorts in je bed blijft liggen, maar zo’n flauwe, laffe griep. Zo eentje waarvan je je niet echt ziek voelt, maar ook niet echt fit. Dus denk je: dat gaat wel weer over. Niet dus. Verkeerd ingeschat, een sluipend griepje met grote gevolgen.’’
Eén ding wil ze nadrukkelijk stellen. De Brabantse vechtjas, behept met een ongekende wedstrijdmentaliteit, houdt niet van een psychologische verklaring. ,,Met mijn hoofd is niks mis. Als mensen daarover beginnen, dan zeg ik: doei. Ik voel me goed, ben hard aan het werk om op mijn gebruikelijke niveau terug te keren, alleen het lichaam wil nog niet helemaal wat ik wil. En ik wil natuurlijk veel.’’
Wüst wil desnoods de ijsvloer in Thialf opeten als dat iets zou verbeteren. ,,Dan heb ik meteen de oplossing,’’ zegt ze met een gulle lach.
De rijdster uit het team van TVM gaat het onderwerp niet uit de weg. Ze weet ook dat ze als Olympisch kampioene en wereldkampioene allround alsmede op de 1000 en 1500 meter, een reputatie hoog te houden heeft. ,,Natuurlijk zijn alle media geïnteresseerd wanneer een schaatsster als ik plotseling tijdens een 1500 meter, een afstand waarop ze wereldkampioene is, als twaalfde over de finish komt. Ik vertel liever hoe het zit, dan dat anderen er naar gaan gissen. Ik vind ook dat iedereen recht heeft op een antwoord, in goede en in slechte tijden. En ik schaam me er niet voor om mijn emoties te tonen. Na een slechte race komt er heus wel eens een traantje bij kijken, nou en?’’
Ze gaat niet overdreven gebukt onder haar vormcrisis, stelt ze. Die kwam tot uiting bij de eerste wedstrijden van het seizoen. Zowel tijdens de NK afstanden als tijdens de World Cups in Salt Lake City en Calgary was ze geen schim van die bijna onoverwinnelijke schaatsster die in amper twee seizoenen een grootse entree maakte.
Zo uit de schoolbanken werd ze Olympische kampioene. Ze stond overal en altijd in de belangstelling. Ze deed staande elke live-uitzending meer media-ervaring op, leerde omgaan met de wensen en luimen van het publiek, sloot een goed contract tot de volgende Winterspelen in Vancouver en werd publiek bezit. Een lesje levenservaring, bereid in de snelkookpan. Het meisje uit Goirle werd in ijltempo een volwassen vrouw.
Ireen Wüst moest er drie weken geleden in Calgary aan denken, toen de talentvolle Friezin Marrit Leenstra (18) zich aandiende in het internationale schaatscircuit.
Ze keek er met een mengeling van bewondering en lichte afgunst naar. Want in dat onbevangen meisje herkende ze zichzelf, amper drie jaar geleden.
,,Ik had het er met Renate Groenewold over, hoe snel het eigenlijk is gegaan. Hoe leuk en onbevangen Marrit op alles reageerde, hoe leuk ik het destijds zelf vond om voor het eerst mee te mogen naar de grote toernooien. Het dragen van het KNSB-tenue vind je al prachtig. En dan kom je ineens ook op televisie en in de kranten.’’
En: ,,Het is ook een leeftijd waarop je eigenlijk nog niets fout kunt doen. Als je een persoonlijk record rijdt, dan maakt het niet uit of je twaalfde of vierentwintigste wordt. Van de laaglandbanen kom je ineens op het snelle ijs van Calgary en Salt Lake City terecht en je tijden gaan ineens met seconden vooruit. Dat is een prachtig gevoel op die leeftijd.’’
Het lukt Wüst niet meer om zo onbevangen de wereld tegemoet te treden. ,,Hoe graag ik het ook zou willen, dat gaat niet meer. Je hebt prijzen gewonnen, je hebt een status verkregen, je maakt veel meer dingen mee dan leeftijdgenoten. Het ging snel, maar niet té snel. Alleen wil je soms die gevoelens van toen oproepen om weer goed en onbevangen te kunnen presteren.’’
Dat laatste zit er langzaam aan te komen, denkt Wüst. Het trainingskamp op Cyprus was een welkome onderbreking. Even van het ijs af, even energie bijtanken. De eerste dag in het trainingskamp maakte ze direct de duidelijke hand van coach Geert Kuiper mee.
Haar ploeggenoten Wouter Olde Heuvel, Paulien van Deutekom, Renate Groenewold en Sven Kramer gingen een fietstocht maken, Wüst kreeg van Kuiper verplicht rust. ,,Ik weet het: rusten is ook noodzakelijk. Ik heb het er moeilijk mee dat wanneer de anderen gaan trainen, ik moet blijven stilzitten. Ik vind trainen heerlijk. Maar ja, ik weet dat ik nu even niet te veel moet doen. Ik moet zuinig zijn met mijn energie.’’
Ze zegt desondanks niet ongelukkig te zijn met haar speurtocht naar herstel. Van een verloren jaar wil ze niets horen, ze verwacht gaandeweg het seizoen weer de oude te worden. ,,Ik zie het als een mooie zoektocht, een goed leerproces. Voortaan hoop ik dat ik weet wat ik moet doen als ik weer zoiets meemaak. Goed voor mijn ervaring, want ik ben van plan nog heel lang te schaatsen.’’