Uiteraard! een wielerlegende:
Van de zes Nederlandse wereldkampioenen bewaart Harm Ottenbros de slechtste herinneringen aan de regenboogtrui. Hij stond en bleef bekend als een eendagsvlieg, hoewel zijn erelijst goed genoeg was voor een plaats in de subtop. Ottenbros profiteerde in 1969 van de tweestrijd in het Belgische wielerkamp. De oude Rik van Looy en de jonge Eddy Merckx gunden elkaar de overwinning niet. Volgens de meeste volgers in de karavaan was de overwinning van Ottenbros een toevalstreffer. Naarmate hij meer in de versukkeling raakte, werd de negatieve beeldvorming versterkt.
,,Ik was die dag toevallig wel de sterkste'', herinnert Ottenbros zich. ,,Of dacht je dat ik 190 renners heb omgekocht. Reken maar dat ze allemaal even graag wereldkampioen wilden worden.'' Ottenbros was 24 jaar toen hij de regenboogtrui in bezit kreeg. ,,Vanaf dat moment liep alles spaak. Ik was veel te onervaren voor een wereldkampioen, maar dat is natuurlijk achterafgepraat. Ik had mijn zaakjes slecht voor elkaar. Ik had geen goede managers die mijn schaapjes op het droge legden. De bedragen die ik toen verdiende, waren ook niet om over naar huis te schrijven.''
In sportief opzicht leed Ottenbros veel gezichtsverlies. In de buitenlandse koersen werd hij uitgefloten. In eigen land had hij moeite met de heldenverering. Toen zijn resultaten tegenvielen, lieten de Nederlandse wielerfans hem prompt ,,als een baksteen vallen''. Om publicitaire redenen ging hij zesdaagsen rijden, maar als onervaren baanrenner werd hij openlijk te kijk gezet door Peter Post, in die tijd een grootmacht op de piste.
Ottenbros beleefde in 1970 een dieptepunt in zijn wielerloopbaan. ,,Alles zat tegen. Ik raakte geblesseerd en ik kreeg een raadselachtige darmblessure. Tegelijkertijd reed het hele peloton tegen me. Ik moest maar even laten zien dat ik een waardige kampioen was. Nee, ik was niet rouwig toen ik die trui moest inleveren. Kon ik tenminste weer anoniem mijn rondjes rijden. Maar het oude gevoel is helaas nooit helemaal teruggekeerd.''
Ottenbros wilde na zijn actieve loopbaan niets meer met de wielersport te maken hebben. Hij gooide zijn racefiets letterlijk van de Zeelandbrug in de Oosterschelde. Hij ging scheiden, verliet zijn Brabantse woonplaats Hoogerheide, bewoonde een kraakpand in Dordrecht en deed vrijwilligerswerk in Sliedrecht. Momenteel heeft hij een betaalde baan in een gezinsvervangend tehuis. En hij heeft weer levensvreugde. ,,Ik ben nu veel gelukkiger dan als wielrenner.''
Bobby Robson forever!
Stadio Oreste Granillo ---- Stadio Angelo Massimino ---- Stadio Euganeo ---- Stadio Olimpico