De yogaleraar heet Ray. Zijn achternaam is Ramselaar, wat de prikkelende combinatie 'Ray Ramselaar' oplevert; het is bijna poëzie. Hij kwam vanochtend even bij Madame langs om wat foto's op te halen. Madame had net koffie gezet toen de bel ging. Ze had een goede bui, ze bood Ute en mij koffie aan en deed haar best om ons bij de conversatie te betrekken.
Twee dingen troffen me aan Ray: 1) hij leek me een man met een donker verleden, en 2) hij droeg een kikvorspak. Hij was op weg naar de sportschool, vandaar. Het zwarte pak sloot om zijn lichaam als een handschoen, of liever gezegd als een afwashandschoen, want het was gemaakt van een rubberachtige stof. Ik had nog nooit zoiets gezien. Ray Ramselaar is een seksgod, niet het soort seksgod waar ik warm voor draai, maar ik moet toegeven dat hij een ongelooflijk lichaam heeft. Die spieren! Die rug! Dat zwarte rubber! (Dat kruis!) En dit alles op klaarlichte dag, ik bedoel: wij zaten aan de koffie, en daar verscheen Ray Ramselaar tussen de schuifdeuren; het was een tamelijk surrealistische scène op de vroege ochtend.
Ray dronk wortelsap uit een thermoskan die hij uit zijn rugzak haalde. Hij was een gezondheidsfreak, zo bleek, want hij bracht ons gedetailleerd op de hoogte van de kwalijke effecten die bepaalde 'onnatuurlijke' voedingsmiddelen - zoals suiker, koffie en dierlijk vet - op geest en lichaam hebben. En dat natuurlijk eten een way of life is, daar raakte hij ook niet over uitgepraat. "Je zet gewoon die knop om," zei hij, "er is geen enkele reden waarom jullie aan de fatale gevolgen van slechte eetgewoonten zouden ontkomen, dus zet die knop om."
"Welke fatale gevolgen?" informeerde Ute. Voor de zekerheid had ze haar kop koffie alvast van zich afgeschoven.
"Degeneratie," antwoordde Ray. "Degeneratie en talloze ziekten. De mens is van nature een planteneter, in het bijzonder een vruchteneter. Ik eet alleen onbewerkt, vers, rauw voedsel met veel bio-energetische waarde. Levenskracht, zeg maar."
"Ik ben een zoetekauw," giechelde Ute.
"Ik ook," knikte Madame. "Ik doe een moord voor een Madeleine."
"Suiker is vergif," doceerde Ray. "Zodra je suiker uit je dieet schrapt, zul je merken dat je kalmeert. Dan begrijp je pas waarom onze samenleving zo agressief is. Fabrikanten van suikerwaar zijn in feite oorlogsmisdadigers." Hij onderbrak zichzelf, zijn stem trilde een beetje; hij was duidelijk van slag door zijn eigen constatering. "In mijn voedingspatroon volg ik de natuurwetten," ging hij door. "Met uitzondering van de aaseters eten alle dieren hun voeding rauw. Alleen de mens is zo ver van de natuur en zijn natuurlijke biotoop afgedreven dat hij zijn voeding op oneindig veel manieren is gaan bewerken. Maar ons spijsverteringsstelsel is van nature niet geschikt voor bewerkte voeding. Je wordt er ziek van, je gaat eraan dood."
Het was nogal een bewering. Er viel een stilte.
Toen zei Madame: "Mag alcohol wel?"
Ray schudde gedecideerd zijn hoofd; alchol was absoluut taboe. "En roken," zei hij met een schuine blik op mij, "jij moet stoppen met die slechte gewoonte."
Ik ging er niet op in.
"Je mag dus alleen rauwe groenten, water en droog brood," zuchtte Madame. "Quel régime! Ik word niet vrolijk van het vooruitzicht."
"Geen brood," zei Ray. "Brood is dood voedsel. Er is niets natuurlijks aan; het heeft geen enkele bio-energetische waarde. Het is veel gezonder om brood te vervangen door gekiemde zaden en granen, pitjes, noten, stuifmeelpollen..."
"Zo leer je nog eens wat," merkte Ute verbaasd op.
Terwijl de discussie voortkabbelde, dwaalden mijn gedachten af naar andere zaken, zoals het donkere verleden van Ray waarvan ik vermoed dat het zich in drugskringen heeft afgespeeld. Je ziet het vaak bij ex-junkies: ze kicken af, ze worden yogaleraar (of iets dergelijks) en vanaf dat moment is er geen houden meer aan; ze slaan volledig door. Natuurvoeding! Bio-energetiesche waarde! Pitjes! Ik weet niet wat erger is, een heroïneverslaving of natuurvoeding; volgens mij komt het op hetzelfde neer. Het is allebei peperduur, je wordt er lelijk van, je gaat er uiteindelijk snel aan dood. Ray is een geheeld mens. Een bekeerling. Iemand die op zekere dag het licht heeft gezien en die nu streeft naar een betere wereld waarin iedereen konijnenvoer eet en twee keer per dag aan 'Astanga yoga' doet.
Het is volstrekt duidelijk wat Madame in hem ziet. Natuurlijk heeft zij geen bezwaar tegen zijn seksgodenlichaam, daar heeft niemand bezwaar tegen, maar dat is niet waar het haar bij Ray Ramselaar om gaat. Het gaat haar om zijn rechtlijnige, compromisloze denkwijze. De kinderlijke 'terug naar de basis'- gedachte waaraan hij zich sinds zijn overwonnen drugsverslaving aan vastklampt. Vroeger, toen wij nog in holen leefden, was het leven tenminste overzichtelijk. De mensen waren heel gelukkig, heel basic en 'goed bezig', zeg maar; ze waren in elk geval veel beter bezig dan wij, stelletje gecorrumpeerde en verdorven wezens die we zijn. Om kort te gaan: Madame zet zich af tegen Daniël. Alles moet anders. Niets mag meer herinneren aan het societyleven dat zij aan zijn zijde heeft geleid. En dus droomt ze ervan om met Ray Ramselaar in een boswachtershuisje te gaan wonen. Zelf hout hakken. Met kaplaarzen door het natte gras waden, op zoek naar stuifmeelpollen en gekiemde zaden voor het ontbijt.