10. Jaga Jazzist - What We Must
Aanvankelijk kon ik niet zo veel met deze nieuwe plaat van het 10-koppige Noorse collectief. Weg was de overheersende electro-insteek in hun jazzy dansmuziek, en ze maakten een verrassende overstap richting een wat meer (prog)rockgeoriënteerde aanpak - wat tijdens hun concertenreeks door Nederland dit jaar in het begin ook voor wat verwarring zorgde. Dat neemt niet weg dat, zo gauw je de teleurstelling van de onverwachte koerswijziging verwerkt hebt, dit gewoon wel een hele goede plaat is. De overstap naar rockmuziek leent zich erg goed om hun muziek een wat epischer karakter te geven, wat ze bij nader inzien zeker niet misstaan. Tracks als "Hotel", "Swedenborgske Rom" en "Oslo Skyline" doen niet onder qua overdonderende epiek voor het beste werk van GY!BE, Explosions in the Sky en het oude Mogwai werk, waar de blazers het geluid alleen maar een nog voller karakter geven dan het werk van die andere crescendorockers. Niet de plaat die ik vooraf verwacht had, maar zeker niet verkeerd.
9. Out Hud - Let Us Never Speak of it Again
Na de heerlijk wegluisterende discopunk van hun vorige plaat "S.T.R.E.E.T.D.A.D." was het even schrikken toen de band aangaf vocalen te gaan gebruiken op deze nieuwe langspeler. En inderdaad is er wel iets van een koerswijziging in bij het geluid van Out Hud, maar zeker geen slechte. De dancegrooves zijn nog steeds om een moord voor te doen, de muziek is nog steeds bovenal heel onderkoeld en warm tegelijk, en het is ook nog gewoon dezelfde herkenbare band. Met nummers als "One Life to Leave" en "It's for You" wisten ze zelfs radio airplay te halen in de VS, waarbij vooral het tweede nummer hiervan indiehipsters overal aangeeft dat het echt niet nodig is om foute bubblegumpopalbums-met-een-paar-leuke-liedjes van Kylie Minogue en Annie te omarmen voor je bubble-fix - "It's for You" maakt gehakt van de concurrentie. Stoer, luchtig en onbezorgd tegelijk. En voor degenen die toch liever de epische dancepunk van hun debuut wil horen, zijn er nog altijd tracks als "The Song So Good They Named it Thrice" en het charmant getitelde "Dear Mr. Bush, there are over 100 words for shit and only one for music. Fuck you, Out Hud". Heerlijke plaat.
8. Caribou - The Milk of Human Kindness
Als iemand zich nog afvroeg hoe het nu voelt om een acidtrip mee te maken, is deze plaat daar zeker een goede steun bij. Zeker plaatafsluiter "Barnowl" valideert in één klap het bestaan van die op het eerste gezicht nutteloze Winamp- en WMP-plugins die geluid omzetten in beelden, een heerlijk trippy nummer die je letterlijk meetrekt in een hypnotische trance die je de wereld om je heen compleet doet vergeten. Alhoewel ik Caribou/Manitoba-brein Dan Snaiths vorige plaat ook erg sterk vond, bleef die een beetje hangen in de categorie "wel interessant en cool om naar te luisteren, maar niet wereldschokkend". "The Milk of Human Kindness" evolueert zijn geluid echter naar een totaal ander level, zelfs al blijft hij natuurlijk niet helemaal vies van wat geëxperimenteer en komt niet elk nummer even goed uit de verf. Desalniettemin het soort album dat ondanks de 40 minuten lengte altijd net te kort lijkt te zijn, en daardoor standaard maar op repeat komt te staan.
7. Stars - Set Yourself on Fire
Gezien de oorspronkelijke releasedatum in 2004 de enige 'smokkelplaat' in de lijst, maar in dit geval ga ik maar met het "opnieuw gereleased in 2005" excuus om de plaat in mijn lijst op te nemen. Het is een plaat met prachtige popliedjes over relatieproblemen en break-ups, ervaringen die mij persoonlijk jammer genoeg dit jaar ook niet bespaard zijn gebleven. Deze plaat wist me in elk geval wel wat troost te geven op de moeilijke momenten. Ze nemen qua sound een beetje de plaats in van de dit jaar opgeheven band The Delgados, met zowel een mannelijke als een vrouwelijke vocalist en een voorliefde voor weemoedige strijkersklanken en stemmige blazers. Ontroerend mooie plaat.
6. Menomena - Under an Hour
Niet het langverwachte vervolg op het geniale "I am the Fun Blame Monster", maar een curieus tussendoortje van de mannen uit Portland, Oregon. "Under an Hour" is de muzikale registratie van een dansvoorstelling waar de band de muziek voor verzorgde, bestaande uit 3 acten van ieder ongeveer 18 minuten ("Water", "Flour" en "Light"). En hoe saai dat op papier kan lijken, is het niet de nietszeggende ambient die het in potentie had kunnen zijn - integendeel, de stukken zijn bloedmooie epische tracks, zonder overdreven orkestraal te zijn. Ieder stuk is een instrumentale ontdekkingsreis die het zowaar de moeite zouden maken om dansvoorstellingen bij te wonen, en op de een of andere manier is het toch wel enigszins herkenbaar als Menomenas toegepaste stijl op IATFBM. De verwachtingen voor het nieuwe album van Menomena volgend jaar blijven hooggespannen, maar dit soort tussendoortjes mogen wel meer bands maken.
5. My Morning Jacket - Z
Toen in 1999 "The Tennessee Fire" uitkwam, wist My Morning Jacket zich op te laten vallen door de prachtige lofi-liedjes en met name de spookachtig galmende stem van zanger Jim James. Bij latere albums werd hun geluid niet echt drastisch veranderd, en ik raakte persoonlijk de interesse voor hun werk enigszins kwijt. Met "Z" hebben ze zichzelf echter op een fantastische manier opnieuw weten uit te vinden. De galmende zang is nog niet helemaal weg, maar veel meer dan eerst staat nu de muzikale omlijsting centraal. Veel meer aandacht voor geluidseffecten, kleine details, uitgesponnen solo's, momenten om de muziek ademruimte te gunnen. En het songmateriaal is ook wederom piekfijn in orde, wat deze MMJ-plaat in mijn optiek de eerste essentiële aankoop van de band naast hun debuut maakt. Perfect voor een donkere avond, maar het geeft ook een geweldig gevoel van verhevenheid met een mp3-speler op in een voortrazende trein.
4. Maximo Park - A Certain Trigger
Van de hele golf van nieuwe Britse bandjes die momenteel de markt overspoelen is Maximo Park misschien wel de beste. Puntige indierockliedjes die net genoeg onverwachte twists bevatten om de aandacht vast te houden, en met een tracklengte die precies goed is - waardoor ze je alleen maar sneller doen grijpen naar de repeatknop. Afgezien van het curieuze, zweverige "Acrobat" blijven ze redelijk stijlvast, waardoor de band een duidelijk eigen geluid heeft weten te creëren (kritiek dat ze het broertje van de Kaiser Chiefs hadden kunnen zijn begrijp ik ook niet echt). Bijna elk nummer is met een aanstekelijke hook uitgerust (en tracks als "Apply Some Pressure" zelfs met meerdere), wat me zowel gunstig stemt voor toekomstig werk, als ook een beetje bezorgd dat ze misschien iets te vroeg hebben gepiekt. Maar voor nu niks dan lof voor deze mannen.
3. Shining - In the Kingdom of Kitsch You Will Be A Monster
Als er een God zou zijn (naast Bob Ross, uiteraard) en als hij zou ooit besluiten naar deze aardkloot te komen, zal het een nummer met de epiek van "Goretex Weather Report" van zijn die als soundtrack zal dienen. Machtig mooi, de muzikale equivalent van de sublieme schilderkunst, en misschien wel de perfecte combinatie van quasi-zware gitaarriffs, jazzblazers, zingende zagen, een met een haast paranoide intermezzo tussen het goddelijke eerste en derde deel. Ik weet niet hoe vaak ik dit nummer het afgelopen jaar precies heb beluisterd, maar ik heb het gevoel dat het niet vaak genoeg is. En daar houdt het ook zeker niet op met deze plaat, het loopt werkelijk over van ideeën - "Redrum" is het soort geniale plaagstoot dat 10 seconden lang de beste dansplaat ter wereld is, om vervolgens weer verstrooid terug te vallen in chaotische freejazz. "Aleister Explains Everything" is ook een bizarre fusie van freejazz en progrock die ondanks het ogenschijnlijk willekeurige karakter van de nerveuze blazers toch bijna een echt aantstekelijk lied had kunnen zijn. "The Smoking Dog" doet denken aan een Jaga Jazzist ten tijde van "Magazine" (wat niet vreemd is met 2 voormalige JJ-leden in de gelederen), wat nog eens versterkt wordt door de remix van het titelnummer van die JJ-plaat die aan deze derde langspeler van Shining is toegevoegd. Deze CD is een geniale puinhoop met één van de meest majestueuze openers die ik ooit in mijn leven heb gehoord.
2. Stephen Malkmus - Face the Truth
Op papier misschien een flauwe inkopper gezien het feit dat ik een groot liefhebber ben van de vorige band van deze man, maar ik moet eerlijk toegeven dat ik aanvankelijk niet echt wist wat ik er precies mee aanmoest. Natuurlijk, het bizarre "Pencil Rot" en het Pavementachtige "Post-paint Boy" waren makkelijk om verliefd op te worden, maar de rest van de plaat deed me bij de eerste paar luisterbeurten toch maar weinig. Na deze een tijdje niet gehoord te hebben, klikte het ineens bij de eerstvolgende keer dat ik 'm opzette - en veel meer nog dan de andere twee soloplaten van Malkmus, krijg ik bij dit album eindelijk weer het gevoel van verslaving terug dat ik in de jaren '90 bij Pavement had. Natuurlijk, door Malkmus' karakteristieke stijl kan ik bij zo een beetje elk nummer van "Face the Truth" wel een liedje van Pavement of zijn eerdere solowerk noemen waar het op lijkt, maar op de een of andere manier stoort me dat totaal niet. Kwalitatief is "Face the Truth" in ieder geval prima in orde. En zelfs al lijkt het erop dat Malkmus er een sport van lijkt te maken om gekke dingen uit te halen met zijn stemgeluid en maffe geluidseffecten erin probeert te verwerken, is het eerder vertederend dan storend. Uitstekende plaat waar fans van zowel Pavement als zijn solowerk zich geen buil aan zullen vallen, en misschien wel lichtjes enthousiast over zullen maken.
1. Sufjan Stevens - Come On Feel the Illinoise
Voorspelbare nummer 1 wellicht, en ik kan er weinig over zeggen dat al niet tientallen keren eerder is gezegd. Indrukwekkend meesterwerk, met ondanks de lange tracklist een hoog ratio aan briljante tracks. Tegelijk breekbaar en extrovert, treurig en vrolijk, tot nadenken stemmend en luchtig, gefocust en episch. "Come On! Feel the Illinoise", "John Wayne Gacy, jr.", "Chicago", "Casimir Pulaski Day" alleen al maken dit met afstand de beste plaat van het jaar. De enige kritiek die ik heb is dat het album wel erg lang duurt, en hier en daar een beetje in herhaling dreigt te vallen en de focus dreigt te verliezen, maar dat neemt niet weg dat het een indrukwekkende conceptplaat is. Ik vind 'm ook beter dan "Michigan", al hoop ik wel op een lichte koerswijziging voor zijn volgende statenproject; op "Illinois" zat hij al bijna tegen de grens aan, maar bij een volgende plaat mag hij zeker de koortjes wel iets meer doseren. Maar afgezien van dat is dit in mijn optiek gewoon de beste release van het jaar.
[ Bericht 0% gewijzigd door Grobbel op 21-12-2005 17:08:06 ]