DRIE MINUTEN MET DOUCHE
Madame is gek op me. Anne-Sophie. Ze heeft me uitgenodigd voor het kerstdiner. Ute is ook uitgenodigd, het is dus een soort personeelsfeestje, en toch, en toch, zeg ik bij mezelf... het is niet in de haak. Mijn gedrag bedoel ik, en mijn enthousiaste reactie op haar uitnodiging: "Een kerstdiner! Wat leuk, wat aardig."
Ik denk aan mijn moeder, en aan haar goede vriendin de secretaresse. 'Vriendin' is misschien wat overdreven; ze waren lotgenoten, ze konden elkaar steunen en van psychologisch advies voorzien. Vrouwen onder elkaar, hè? Om de een of andere reden moet het bij vrouwen altijd over problemen gaan, relatieproblemen en seksproblemen en hoe je naast een egoïstische klootzak toch je gevoel van eigenwaarde kunt behouden, dat soort thema's doet het goed. Daarna is er nog alle tijd om fitnesstips en recepten uit te wisselen, maar eerst moet de beerput open. Dat schept een band, zeker als er een beetje bij gehuild wordt. De secretaresse moest soms huilen. "Kop op, meid," zei mijn moeder dan. "Kop op, die man is nou eenmaal zo. Laat je er niet niet onder krijgen." Pikant, als je erbij stilstaat, want de secretaresse liet zich er toen al jaren onder krijgen, ze liet zich er elke lunchpauze onder krijgen in het pied-à-terre van mijn vader en dan tel ik de vluggertjes onder werktijd niet mee, maar dat kon mijn moeder natuurlijk niet weten. Er waren zo veel dingen die ze niet kon weten. Dat hij in de wandelgangen bekend stond als 'Drie minuten met douche', hoe had zij dat kunnen weten?
Drie minuten met douche, zo werd die ouwe vader van mij genoemd! Ze lachten zich een breuk, de collega's, chauffeurs en telefonistes. Ze bescheurden zich. Elke lunchpauze haastte de baas zich naar zijn pied-à-terre, op kleine loopafstand van de bank, en daar voltrok zich telkens hetzelfde ritueel, of laten we zeggen ritueeltje, want daar kwam het feitelijk op neer: erin en eruit, en dan een snelle douche. Binnen het kwartier was hij terug op de bank. Alle tijd om nog een dozijn oesters te bestellen in het restaurant op de hoek. Alle tijd.
De secretaresse was overigens niet de enige vaste bezoekster van het pied-à-terre. Wist zij dat? Nee, ik durf er een eed op te doen van niet; de trut had absoluut niets in de gaten. Het verschil met zijn andere minnaressen was namelijk dat zij het acht jaar volhield. Acht jaar, dat komt neer op... hoe vaak drie minuten met douche? Honderden keren, mogelijk liep de totaalscore tegen de duizend. Ga er maar aan staan. Een vrouw met een lange adem, kortom. Een doorzettertje.
Ik moet eens ophouden om aan mijn vader te denken; ik moet eens ophouden om aan Daniël en mijn vader te denken, en aan het voorspelbare pad dat ik bewandel. Wat wil ik eigenlijk bewijzen? Wil ik iets bewijzen, of is het allemaal genetisch bepaald? Dat zou mooi zijn. Het zou zelfs fantastisch zijn, het zou mij ontslaan van elke verantwoordelijkheid - het is aangeboren, dokter, ik kan het niet helpen.
Het is te sterk, ik kan me niet beheersen: ik ben een slappe washand, ik ben als slappe washand geboren en daarom zal ik altijd een slappe washand blijven, dat is nu eenmaal het lot van slappe washanden, en op een dag zal ik als een slappe washand naar mijn graf worden gedragen, en de mensen zullen zeggen: "Het geeft niet, het is beter zo."
Madame beseft het niet, ze beseft niet met wie ze te maken heeft; gisteren had ik even het gevoel dat ze me wilde adopteren. Om toch een gebaar te maken met de feestdagen, een warme kerstgedachte, zoiets. Ze zou vast van me houden als van haar eigen dochter.
"Je weet niet wat jij voor me betekent," zei ze, "zonder jou zou ik stapelgek worden. Stapelgek!" En natuurlijk wilde ze alles weten over mijn reisje naar Bali, en over mijn vader.
"Heb je een goede band met hem?" vroeg ze.
"Gaat wel," zei ik. "Hij is eigenlijk meer mijn opa. Hij is in de zeventig."
"Wat heeft leeftijd ermee te maken?" vroeg ze verbaasd. "Een vader van in de zeventig kan toch een heel lieve vader zijn?"
Terwijl ik snel mijn glas cola opdronk legde ik haar uit dat mijn vader bij mijn geboorte eigenlijk al te oud was geweest om nog met goed fatsoen op het speelplein te verschijnen, laat staan dat hij zich in het openbaar had kunnen vertonen met een draagzak, zo'n buiktas met een baby erin, dat bestond helemaal niet in de tijd, dat was totaal ondenkbaar, ze hadden je zien aankomen als ouwe lul, en dat het dus min of meer voor de hand had gelegen dat hij buiten beeld bleef, tenminste als vader, want als opa kon hij er prima mee door.
Madame luisterde met een meelevend gezicht toe, het was duidelijk dat zij de draagzak een van de betere uitvindingen van de afgelopen jaren vond.
"En hij zit nog op Bali?" vroeg ze.
Ik knikte.
"Je bent dus alleen met de feestdagen," concludeerde ze.
"Ik vermaak me wel."
"Maar je vriendje dan?" vroeg ze. "Je had toch dat leuke vriendje, die... Gijs?"
"Thijs. Ja, dat is..." Snel nam ik een slok cola. "We zien elkaar niet meer. Het is uit. Maar ik kom de kerstdagen wel door, dat loopt wel los."
"Pas question!" riep ze, en ze sloeg met haar hand op tafel. "Jij gaat niet alleen zitten, jij hebt net je moeder verloren. Ik geef zaterdag een dineetje. Ute is er ook bij. En Daniël en Kim, daar kom ik niet onderuit, ik moet aan de kinderen denken." Ze verzonk even in gepeins. Toen besloot ze: "Nou, denk erover na."
"Dat zal ik doen," zei ik laf.