abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  woensdag 14 december 2005 @ 17:28:57 #101
95623 Johan-Derksen
Hoofdredacteur VI
pi_33076342
log x + log(x-3) = 1
log x(x-3) = 1
log x(x-3) = log 10 (er van uit gaande dat je de 2log bedoelt)
x(x-3)=10
x^2 -3x-10= 0
(x+2)(x-5)=0
x=-2 of x = 5


0,04 log 4V5
= 0,04 * log 5^(1/4)
= 0,04*1/4 * log 5
= 0,01 * log 5
Fok!-Cup: Robarka proficiat!
Eind januari start de nieuwe Fok!-Cup. Meer info volgt half januari
pi_33076783
dankjewel
helpt mij enorm
nu kan ik verderwerken
aan dat hoofdstuk

had nog 1 vraagje dan eigenlijk

hoe begin je aan zoiets ?
Bereken de oppervlakte begrensd door de parabool met vgl y = x^2 - 4 en de x-as

en moet je op dezelfde manier een volume berekenen?
bv: Bereken het volume van het lichaam dat ontstaat door het omwentelen om de x-as van het vlakdeel ingelosten door de grafieken van f en g:
f: x->x^3
g: x-> x^2 + 2x
of moet dat met een volledig andere formule ?

[ Bericht 59% gewijzigd door haphazard op 14-12-2005 17:52:56 ]
  woensdag 14 december 2005 @ 18:14:50 #103
135389 AtraBilis
Met stille trom vertrokken.
pi_33077453
Ik neem aan dat je integratierekening hebt gehad. Voor y = x^2 - 4. Bereken eens waar dat de x-as snijdt. Lijken dat geen zinnige punten als integratiegrens?

Voor die laatste, dat wordt een omwentelingslichaam, dus daar komt nog een factor met pi bij kijken een een kwadraat. Maar het is vooral van belang om de precieze grenzen van het gebied te vinden. Zie ook Wikipedia.
Het is tijd voor wat anders.
  woensdag 14 december 2005 @ 18:26:21 #104
95623 Johan-Derksen
Hoofdredacteur VI
pi_33077697
Wat mn voorganger zegt... Die formule in wiki is alles wat je moet weten.
Succes
Fok!-Cup: Robarka proficiat!
Eind januari start de nieuwe Fok!-Cup. Meer info volgt half januari
pi_33079902
quote:
Op woensdag 14 december 2005 18:26 schreef Johan-Derksen het volgende:
Wat mn voorganger zegt... Die formule in wiki is alles wat je moet weten.
Succes
Kun jij hier misschien iets mee?
quote:
Op zaterdag 10 december 2005 19:10 schreef Haushofer het volgende:
Een vraagje over wat differentiaalgeometrie

Ik zie hier in mn dictaat ( geomtry and group theory ) het volgende:
De voorwaarde voor het parallel transporteren van een vector V wordt gesteld als
DVi/Dt = 0, waarbij t je parametrisatie is. Als T de connectie voorstelt, wordt dit zoiets als

(dxj/dt)*[ djVi+TijkVk ] =0.

Vervolgens wordt een infinitesimale verplaatsing van de vector V als gevolg van een infinitesimale verplaatsing van x geschreven als ( lees "delta" voor d )

dVi= - Tijk(x) Vk dxj

Mijn vraag is nou: waarom wordt hier de partiele afgeleide gebruikt voor deze infinitesimale translatie, en niet de covariante afgeleide?

Edit: sowieso heb ik nog niet helemaal goed door waarom er de ene keer Lie-afgeleides worden gebruikt of uitwendige afgeleides, en de andere keer ( zoals in de algemene relativiteitstheorie ) covariante afgeleides. Help
  woensdag 14 december 2005 @ 20:00:45 #106
95623 Johan-Derksen
Hoofdredacteur VI
pi_33079981
quote:
Op woensdag 14 december 2005 19:58 schreef Haushofer het volgende:

[..]

Kun jij hier misschien iets mee?
[..]
Nee
Fok!-Cup: Robarka proficiat!
Eind januari start de nieuwe Fok!-Cup. Meer info volgt half januari
pi_33082215
Algebra vraagje:

Stel ik heb een monisch polynoom f in Q[X] met n = deg(f) verschillende complexe nulpunten. Bewijs: Het teken van D(f) (de discriminant van f) is gelijk aan (-1)^s, waarbij 2s het aantal niet reeele nulpunten van f is.

Ik weet wel dat als a een nulpunt is van f dat dan de complex geconjugeerde a* ook een nulpunt is van f. Dit betekent dat voor de term (a - a*)^2 = (2 Im(a)i )^2 = - 4 Im (a)^2. Dus van al deze complexe paren krijg ik al een factor van (-1)^s bij het teken van de discriminant. Ik weet alleen niet echt hoe ik kan laten zien dat alle andere factoren het teken van de discriminant niet verder veranderen.
"If i think, it all seems absurd to me; if i feel, it all seems strange; if i desire, he who desires is something inside of me." Fernando Pessoa - The Book of Disquiet
Wandelen in Noorwegen
pi_33084125
quote:
Op woensdag 14 december 2005 20:53 schreef Pietjuh het volgende:
Algebra vraagje:

Stel ik heb een monisch polynoom f in Q[X] met n = deg(f) verschillende complexe nulpunten. Bewijs: Het teken van D(f) (de discriminant van f) is gelijk aan (-1)^s, waarbij 2s het aantal niet reeele nulpunten van f is.

Ik weet wel dat als a een nulpunt is van f dat dan de complex geconjugeerde a* ook een nulpunt is van f. Dit betekent dat voor de term (a - a*)^2 = (2 Im(a)i )^2 = - 4 Im (a)^2. Dus van al deze complexe paren krijg ik al een factor van (-1)^s bij het teken van de discriminant. Ik weet alleen niet echt hoe ik kan laten zien dat alle andere factoren het teken van de discriminant niet verder veranderen.
Ik heb moeten googlen wat de discriminant van een polynoom is . Het is als ik het goed begrepen heb het kwadraat van het product van alle mogelijke (a-b) met a en b een nulpunt van het polynoom.

Dit product moet je op splitsen in 4 categorieen:
  • a-a*, hetgeen jij al gedaan hebt.
  • (a-b)(a*-b)(a-b*)(a*-b*), a en b complex en geen geconjungeerden van elkaar
  • (b-a)(b-a*), b reeel en a complex
  • b-a, a en b reeel.

    Aangezien (x*-y*)=(x-y)* en a.a* in R weet je dat het tweede soort reeel is. Het derde geval moet je even uit schrijven en dan zie je dat dat ook reeel is. Het vierde geval is trivialerwijs ook reeel. Als je de hele zooi kwadrateert spelen dus alleen dingen van de eerste soort een rol. .

    [ Bericht 2% gewijzigd door Wolfje op 14-12-2005 21:44:21 (tellen in F_2 is eenvoudiger :(.) ]
  • pi_33084434
    thanks
    Nu weer een vraagje over iets anders

    Je bekijkt het polynoom X^3 - X -1 in C. Laat a1, a2 en a3 de nulpunten van het polynoom zijn. Beschouw p_k = a1k + a2k + a3k. Laat zien dat p_k = p_{k-2} + p_{k-3} met p_{-1} = -1, p_0 = 3 en p_1 = 0.

    Die identiteiten voor p_1, p_0 en p_-1 zijn niet zo moeilijk, door het polynoom om te schrijven in een algemeen polynoom, namelijk X^3 - s1 X^2 + s2 X - s3, waarbij de s_i de elementaire symmetrische polynomen zijn in de nulpunten van het polynoom. Dan zie je gelijk dat s1 = 0, s2 = -1 en s3 = 1. Dit geeft gelijk dat p_1 = s1 = 0 en p_{-1} = s2 / s3 = -1. p_0 is heel makkelijk want dat is gewoon 1+1+1.

    Ik krijg het alleen niet voor elkaar om die recursievergelijking aan te tonen. Het zal vast wel erg makkelijk gaan ......
    "If i think, it all seems absurd to me; if i feel, it all seems strange; if i desire, he who desires is something inside of me." Fernando Pessoa - The Book of Disquiet
    Wandelen in Noorwegen
    pi_33084822
    Als a een nulpunt is, dan weet je dat a^3 = a + 1. Vermenigvuldig dit hele zaakje met a^{k-3} en je krijgt je recursie .
    pi_33084885
    Hoe heb ik dat over het hoofd kunnen zien
    "If i think, it all seems absurd to me; if i feel, it all seems strange; if i desire, he who desires is something inside of me." Fernando Pessoa - The Book of Disquiet
    Wandelen in Noorwegen
    pi_33096819
    quote:
    Op woensdag 14 december 2005 19:58 schreef Haushofer het volgende:

    [..]

    Kun jij hier misschien iets mee?
    [..]
    Dat je het niet begrijpt is niet zo heel verwonderlijk: de wijze van noteren, met coordinaten en zo, laat geen conceptueel begrip van de meetkunde toe. Het lijkt wel alsof het wiskundige taalgebruik van sommige vakgebieden in een soort stenen tijdperk is blijven steken. En om heel eerlijk te zijn heb ik weinig zin om dit spijkerschrift te gaan ontcijferen.
    pi_33105507
    quote:
    Op donderdag 15 december 2005 10:52 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Dat je het niet begrijpt is niet zo heel verwonderlijk: de wijze van noteren, met coordinaten en zo, laat geen conceptueel begrip van de meetkunde toe. Het lijkt wel alsof het wiskundige taalgebruik van sommige vakgebieden in een soort stenen tijdperk is blijven steken. En om heel eerlijk te zijn heb ik weinig zin om dit spijkerschrift te gaan ontcijferen.
    Mja, zo'n reactie had ik al van je verwacht, maar ik druk het toch vrij simpel in woorden uit? Op een manifold wat geen kromming kent gebruik je de partiele afgeleide voor variaties, en dat is me volledig duidelijk. Waarom gebruik je op een gekromd manifold niet de covariante afgeleide, maar ook de partieel afgeleide?
    pi_33112157
    Kun je niet eens een moeilijke vraag over eindige lichamen verzinnen, Haushofer? Daar kan ik je misschien wel mee helpen .
    pi_33115276
    Geen moeilijke vraag over lichamen, maar een simpele vraag over cauchy functies.
    Even ter herrinering: Laat R = Map( Z>0, Q). Een f in R heet een cauchy functie als voor alle e > 0 er een N bestaat zodat | f(m) - f(n) | < e voor alle m,n> N

    Nu wil ik bewijzen dat als je 2 cauchy functies hebt, dat dan het product ook een cauchy functie is. Ik heb al veel geprobeerd met herschrijven met driehoeksongelijkheid maar ik kom er niet echt aan uit.
    "If i think, it all seems absurd to me; if i feel, it all seems strange; if i desire, he who desires is something inside of me." Fernando Pessoa - The Book of Disquiet
    Wandelen in Noorwegen
    pi_33117984
    quote:
    Op donderdag 15 december 2005 21:47 schreef Pietjuh het volgende:
    Geen moeilijke vraag over lichamen, maar een simpele vraag over cauchy functies.
    Even ter herrinering: Laat R = Map( Z>0, Q). Een f in R heet een cauchy functie als voor alle e > 0 er een N bestaat zodat | f(m) - f(n) | < e voor alle m,n> N

    Nu wil ik bewijzen dat als je 2 cauchy functies hebt, dat dan het product ook een cauchy functie is. Ik heb al veel geprobeerd met herschrijven met driehoeksongelijkheid maar ik kom er niet echt aan uit.
    Hmm... Ik zou kijken naar | f(m)g(m) - f(n)g(n) | =| g(N) |.|f(m)g(m)/g(N) - f(n)g(n)/g(N)|.

    Het idee is dat g(m of n )/g(N) het verschil tussen f(m) en f(n) niet teveel op blaast, indien je de epsilonnetjes en dergelijke handig kiest. Ook moet je er rekening mee houden dat f of g naar 0 kunnen convergeren.

    Ik heb dit probleem niet helemaal uitgewerkt dus ik weet niet zeker of dit inderdaad allemaal goed komt (ik ben ook maar een 5e orde benadering van thabit).
    pi_33128667
    quote:
    Op donderdag 15 december 2005 20:27 schreef Wolfje het volgende:
    Kun je niet eens een moeilijke vraag over eindige lichamen verzinnen, Haushofer? Daar kan ik je misschien wel mee helpen .
    Helaasch helaasch. Ik studeer alleen natuurkunde
    pi_33135669
    Ik heb weer pww dus waarschijnlijk komen er weer een paar vragen van mij

    Hier de eerste

    De opdracht is:
    Onder in een onweerswolk bevindt zich meestal veel negatieve lading, waardoor er een sterk homogeen elektrisch veld ontstaat tussen het aardopperlvak en de onderkant van de wolk, 300m hoger. De veldsterkte kan wel oplopen tot meer dan 106 N/C.
    Bereken de elektrische energie die vrijkomt als -1 C lading zich van onder uit de wolk naar het aardopperlvak verplaats bij E = 106 N/C

    Kan iemand mij helpen?
    pi_33141251
    quote:
    Op vrijdag 16 december 2005 15:24 schreef _superboer_ het volgende:
    Ik heb weer pww dus waarschijnlijk komen er weer een paar vragen van mij

    Hier de eerste

    De opdracht is:
    Onder in een onweerswolk bevindt zich meestal veel negatieve lading, waardoor er een sterk homogeen elektrisch veld ontstaat tussen het aardopperlvak en de onderkant van de wolk, 300m hoger. De veldsterkte kan wel oplopen tot meer dan 106 N/C.
    Bereken de elektrische energie die vrijkomt als -1 C lading zich van onder uit de wolk naar het aardopperlvak verplaats bij E = 106 N/C

    Kan iemand mij helpen?
    Dat elektrische veld is dus 106 N/C = 106 Volt/meter. Dus het spanningsverschil weet je omdat je de afstand weet. Je weet ook dat een volt 1 Joule per Coulomb is. Zo moet het wel lukken, denk ik
    pi_33144603
    quote:
    Op vrijdag 16 december 2005 18:45 schreef Haushofer het volgende:

    [..]

    Dat elektrische veld is dus 106 N/C = 106 Volt/meter. Dus het spanningsverschil weet je omdat je de afstand weet. Je weet ook dat een volt 1 Joule per Coulomb is. Zo moet het wel lukken, denk ik
    Owke, is gelukt, hartstikke bedankt

    Heb ik gelijk weer een nieuwe vraag mbt de scheikunde

    De opgave gaat over een krantenartikel over zure regen. Er wordt gegeven:
    1 van de vervuilende stoffen die vworden bedoeld is stikstofdioxide. Deze stof reageert met water en zuurstof tot een oplossing van HNO3. Geef de vergelijking van deze reactie!

    Wie kan mij helpen?
    Ik kom tot het volgende:

    NO2 (g) + H2O (l) + O2 (g) -> HNO3 + ???
    HNO3 + H2O (l) -> H3O+ (aq) + NO3- (aq)
    ________________________________+
    NO2 (g) + H2O (l) + O2 (g) -> H3O+ (aq) + NO3- (aq) + ???

    Hoe moet dit verder of ben ik verkeerd bezig?

    [ Bericht 2% gewijzigd door _superboer_ op 16-12-2005 20:59:05 ]
      vrijdag 16 december 2005 @ 23:22:40 #121
    119078 McCarthy
    communistenjager
    pi_33148878
    quote:
    Op donderdag 15 december 2005 20:27 schreef Wolfje het volgende:
    Kun je niet eens een moeilijke vraag over eindige lichamen verzinnen, Haushofer? Daar kan ik je misschien wel mee helpen .
    jij studeert dus af in de coderingstheorie
    Het nationaal product is hetzelfde als een taart waar uiteraard iedereen recht op heeft, als overheden met geld smijten heet het investeren en als bedrijven investeren heet het een sprinkhanenplaag. McCarthy
    pi_33172852
    Zo klopt het.

    4 NO2 (g) +2 H2O (l) + O2 (g) -> 4 HNO3
    Het gaat om het idee.
    pi_33193091
    Mensen ik heb morgen een toets en heb al 2 cijfers: 4.5 en 1.5.
    Nu wil ik graag 2x een 10 dus zouden jullie me even willen helpen?

    Ik moet van decimaal naar octaal, binair en hexadecimaal rekenen, en omgekeerd.

    Van decimaal naar binair deel je het getal simpelweg door 2 en door de rest heb je een 0 of 1. Dit blijf je herhalen totdat het grondgetal 0 wordt.
    Bij hexadecimaal pak je de uitkomst van naar binair en doe je [inster getal]x20. Dat weet ik allemaal wel. ik laat de helft weg, ik weet het

    Maar, hoe pak ik het octale nu aan? Ik snap er helemaal niets van! Zal vast wel niet te moeilijk zijn, maar alvast bedankt
    pi_33195658
    Gegeven: y = x^3 + x^2 - (2a-1)x
    Gevraagd: bepaal a zodat de raaklijn aan de grafiek van de functie in x = 1 als richtingscoëfficient 1 heeft.
    Hoe doe ik dit ? Heb altijd a gekregen, weet hier geen raad mee.
      zondag 18 december 2005 @ 17:49:41 #125
    119078 McCarthy
    communistenjager
    pi_33195828
    quote:
    Op zondag 18 december 2005 17:44 schreef haphazard het volgende:
    Gegeven: y = x^3 + x^2 - (2a-1)x
    Gevraagd: bepaal a zodat de raaklijn aan de grafiek van de functie in x = 1 als richtingscoëfficient 1 heeft.
    Hoe doe ik dit ? Heb altijd a gekregen, weet hier geen raad mee.
    afgeleide is 3x^2 + 2x + (1 - 2a)
    x=1 invullen geeft 6 - 2a
    dus 6 - 2a = 1 dus a = 5/2

    check y = x^3 + x^2 - 4x
    afgeleide is 3x^2 + 2x - 4
    1 invullen geeft 1
    Het nationaal product is hetzelfde als een taart waar uiteraard iedereen recht op heeft, als overheden met geld smijten heet het investeren en als bedrijven investeren heet het een sprinkhanenplaag. McCarthy
    abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
    Forum Opties
    Forumhop:
    Hop naar:
    (afkorting, bv 'KLB')