En rond die tijd mag ik mijn inleiding programmeren in Java doenquote:Op maandag 12 december 2005 22:04 schreef whosvegas het volgende:
Binnenkort (15-02) examen gestructureerd programmeren
Zonet heb ik me aangemeld
Volgens mij is het handiger om meteen de belasting eraf te halen in elk jaar.quote:Op maandag 12 december 2005 16:12 schreef Beluga het volgende:
[..]
Right, beetje vreemde en onduidelijk vraag maar daar is de FEW dan ook goed in.
Je begint met het verdisconteren van de 6 jaren besparingen:
jaar 1 363636,3636
jaar 2 330578,5124
jaar 3 300525,9204
jaar 4 273205,3821
jaar 5 248368,5292
jaar 6 225789,572
totaal 1742104,28 (eventueel antwoord D)
Dan haal je daar die inkomensbelasting af en je komt op 1219472,996
Das bijna antwoord C, veel verder kan ik je ook niet helpen
Ik vrees btw dat je dat tentamen al gehad hebt, maar toch, succes!
Krijg je bij natuurkunde ook programmeren of volg je een cursus?quote:Op maandag 12 december 2005 22:11 schreef Haushofer het volgende:
[..]
En rond die tijd mag ik mijn inleiding programmeren in Java doen
Maakt wiskundig gezien natuurlijk echt geen flikker uit.quote:Op maandag 12 december 2005 22:31 schreef mrbombastic het volgende:
[..]
Volgens mij is het handiger om meteen de belasting eraf te halen in elk jaar.
Dan NCW = som van t=1 tot 6 (400000*(1-0.3)/1.1^t) = 280000* som van t=1 tot 6 (1/1.1)^t = 280000 * (0.91^7-1) / (0.91-1) - 280000 = 1.219.473![]()
Ja, het is een vak wat ik 2 jaar terug al had moeten halenquote:Op maandag 12 december 2005 22:34 schreef whosvegas het volgende:
[..]
Krijg je bij natuurkunde ook programmeren of volg je een cursus?
In de module die ik aan het doen ben wordt ook Java gebruikt om het afgeleide algoritme in uit te werken. Omdat ik al in C++ kon programmeren had ik met Java geen moeite. Maar met wiskunde had ik des te meer moeite (is ook te zien aan de vragen die hier stelde)
Boven en onder met hetzelfde vermenigvuldigen! Je moet ook (ab)^(-2) even schrijven als a^(-2) en b^(-2). Begin eens met boven en onder met a^2 te vermenigvuldigen.quote:Op dinsdag 13 december 2005 21:40 schreef Intergalactrick het volgende:
Hoe doe je dit?
2a^2b^-3
________ Delen door
4(ab)^-2
En dat moet je herleiden tot een vorm zonder negatieve exponenten.
Ik heb het antwoord al, namelijk
a^4
____
2b
Maar hoe doe je dat?
Nou, vraag 1: Ze moeten 600m aflegen. Dus 600 = 4.9t^2 moeten we oplossen. 600 / 4.9 ~ 120 (iets meer), wortel daarvan ongeveer 11. (11x11 = 121). Dus jouw antwoord klopt. Als je het ook nog zo hebt berekend, top.quote:Op dinsdag 13 december 2005 21:15 schreef Guusie het volgende:
Met spoed, ik kom er niet uit, het is wiskuden A2, dus geen moeilijke natuurkunde formules! Hier komen de vragen:
Vrije val op aarde kan beschreven worden door de formule: s = 4.9t^2 s = valweg in meters en t = tijd in seconden. Je laat kogeltjes vallen vanaf een luchtballon 600 meter boven de aarde.
Vraag 1: Bereken na hoeveel seconden de kogeltjes op aarde terecht kwamen: dit is 11.07
Vraag 2: Met welke snelgeid in km/u kwamen de kogels op het dak van de schuur terecht
Vraag 3: Op welke hoogte had de ballon moeten vliegen zodat de snelheid waarmee de kogeltjes op het dak terecht kwamen was gehalveerd.
Ik weet alle antwoorden, maar ik kan het zelf niet berekenen, vraag 1 wel.
Heel erg bedankt!
Hee! Thnx man! Ik snap het!quote:Op dinsdag 13 december 2005 21:55 schreef AtraBilis het volgende:
[..]
Nou, vraag 1: Ze moeten 600m aflegen. Dus 600 = 4.9t^2 moeten we oplossen. 600 / 4.9 ~ 120 (iets meer), wortel daarvan ongeveer 11. (11x11 = 121). Dus jouw antwoord klopt. Als je het ook nog zo hebt berekend, top.
Voor vraag 2. Snelheid druk je uit in meter per seconde. We willen dus de verandering van de afstand weten (dat is immers je snelheid). (Dit is cruciaal. Hier wordt het begrip bijgebracht dat de verandering van afstand snelheid is. Om te zien hoe formules voor afstand, snelheid (en acceleratie) met elkaar in verband staan d.m.v. differentieren/integreren wil je dit snappen. Als je dat niet wilt, dan gewoon het truukje leren.) Dat vraagt om een afgeleide. Differentiëren we het, dan komen we op (v staat voor snelheid) v = 9.8t, dat klinkt logisch, aangezien de valversnelling inderdaad zo'n 10m/s^2 bedraagt. We wisten al uit de vorige vraag dat 't ding 11s valt, dus 11*9.8 = 107.8 m/s.
Dan vraag 3: Halve snelheid betekent dat-ie maar 5.5s mag vallen, in plaats van 11 (want elke seconde komt er 9.8 bij). Dus, als ie 5.5 s kan vallen, dan moeten we dus zorgen dat s = 4.9t^2 precies gaat passen. 5.5^2 ~ 30, dus 4.9 * 30 = 150 - 3 = 147. Op 147m hoogte dus. (Dat is dus veel minder dan de helft. Dat is ook logisch, want elke seconde dat zo'n kogel valt neemt z'n snelheid toe, dus elke seconde legt hij meer af als hij langer valt, dus hoe harder 't ding moet gaan, hoe meer je telkens omhoog moet.)
Oh ja, berekeningen zijn uit het hoofd, dus voor het gemak hier en daar afgerond. Maar de preciezere waarden met te veel significante cijfers kun je zelf wel uitrekenen denk ik.
Kun jij hier misschien iets mee?quote:Op woensdag 14 december 2005 18:26 schreef Johan-Derksen het volgende:
Wat mn voorganger zegt... Die formule in wiki is alles wat je moet weten.
Succes
quote:Op zaterdag 10 december 2005 19:10 schreef Haushofer het volgende:
Een vraagje over wat differentiaalgeometrie
Ik zie hier in mn dictaat ( geomtry and group theory ) het volgende:
De voorwaarde voor het parallel transporteren van een vector V wordt gesteld als
DVi/Dt = 0, waarbij t je parametrisatie is. Als T de connectie voorstelt, wordt dit zoiets als
(dxj/dt)*[ djVi+TijkVk ] =0.
Vervolgens wordt een infinitesimale verplaatsing van de vector V als gevolg van een infinitesimale verplaatsing van x geschreven als ( lees "delta" voor d )
dVi= - Tijk(x) Vk dxj
Mijn vraag is nou: waarom wordt hier de partiele afgeleide gebruikt voor deze infinitesimale translatie, en niet de covariante afgeleide?
Edit: sowieso heb ik nog niet helemaal goed door waarom er de ene keer Lie-afgeleides worden gebruikt of uitwendige afgeleides, en de andere keer ( zoals in de algemene relativiteitstheorie ) covariante afgeleides. Help![]()
Neequote:Op woensdag 14 december 2005 19:58 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Kun jij hier misschien iets mee?
[..]
Ik heb moeten googlen wat de discriminant van een polynoom isquote:Op woensdag 14 december 2005 20:53 schreef Pietjuh het volgende:
Algebra vraagje:
Stel ik heb een monisch polynoom f in Q[X] met n = deg(f) verschillende complexe nulpunten. Bewijs: Het teken van D(f) (de discriminant van f) is gelijk aan (-1)^s, waarbij 2s het aantal niet reeele nulpunten van f is.
Ik weet wel dat als a een nulpunt is van f dat dan de complex geconjugeerde a* ook een nulpunt is van f. Dit betekent dat voor de term (a - a*)^2 = (2 Im(a)i )^2 = - 4 Im (a)^2. Dus van al deze complexe paren krijg ik al een factor van (-1)^s bij het teken van de discriminant. Ik weet alleen niet echt hoe ik kan laten zien dat alle andere factoren het teken van de discriminant niet verder veranderen.
Dat je het niet begrijpt is niet zo heel verwonderlijk: de wijze van noteren, met coordinaten en zo, laat geen conceptueel begrip van de meetkunde toe. Het lijkt wel alsof het wiskundige taalgebruik van sommige vakgebieden in een soort stenen tijdperk is blijven steken. En om heel eerlijk te zijn heb ik weinig zin om dit spijkerschrift te gaan ontcijferen.quote:Op woensdag 14 december 2005 19:58 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Kun jij hier misschien iets mee?
[..]
Mja, zo'n reactie had ik al van je verwacht, maar ik druk het toch vrij simpel in woorden uit? Op een manifold wat geen kromming kent gebruik je de partiele afgeleide voor variaties, en dat is me volledig duidelijk. Waarom gebruik je op een gekromd manifold niet de covariante afgeleide, maar ook de partieel afgeleide?quote:Op donderdag 15 december 2005 10:52 schreef thabit het volgende:
[..]
Dat je het niet begrijpt is niet zo heel verwonderlijk: de wijze van noteren, met coordinaten en zo, laat geen conceptueel begrip van de meetkunde toe. Het lijkt wel alsof het wiskundige taalgebruik van sommige vakgebieden in een soort stenen tijdperk is blijven steken. En om heel eerlijk te zijn heb ik weinig zin om dit spijkerschrift te gaan ontcijferen.
Hmm... Ik zou kijken naar | f(m)g(m) - f(n)g(n) | =| g(N) |.|f(m)g(m)/g(N) - f(n)g(n)/g(N)|.quote:Op donderdag 15 december 2005 21:47 schreef Pietjuh het volgende:
Geen moeilijke vraag over lichamen, maar een simpele vraag over cauchy functies.
Even ter herrinering: Laat R = Map( Z>0, Q). Een f in R heet een cauchy functie als voor alle e > 0 er een N bestaat zodat | f(m) - f(n) | < e voor alle m,n> N
Nu wil ik bewijzen dat als je 2 cauchy functies hebt, dat dan het product ook een cauchy functie is. Ik heb al veel geprobeerd met herschrijven met driehoeksongelijkheid maar ik kom er niet echt aan uit.
Helaasch helaasch. Ik studeer alleen natuurkundequote:Op donderdag 15 december 2005 20:27 schreef Wolfje het volgende:
Kun je niet eens een moeilijke vraag over eindige lichamen verzinnen, Haushofer? Daar kan ik je misschien wel mee helpen.
Dat elektrische veld is dus 106 N/C = 106 Volt/meter. Dus het spanningsverschil weet je omdat je de afstand weet. Je weet ook dat een volt 1 Joule per Coulomb is. Zo moet het wel lukken, denk ikquote:Op vrijdag 16 december 2005 15:24 schreef _superboer_ het volgende:
Ik heb weer pww dus waarschijnlijk komen er weer een paar vragen van mij![]()
Hier de eerste
De opdracht is:
Onder in een onweerswolk bevindt zich meestal veel negatieve lading, waardoor er een sterk homogeen elektrisch veld ontstaat tussen het aardopperlvak en de onderkant van de wolk, 300m hoger. De veldsterkte kan wel oplopen tot meer dan 106 N/C.
Bereken de elektrische energie die vrijkomt als -1 C lading zich van onder uit de wolk naar het aardopperlvak verplaats bij E = 106 N/C
Kan iemand mij helpen?
Owke, is gelukt, hartstikke bedanktquote:Op vrijdag 16 december 2005 18:45 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Dat elektrische veld is dus 106 N/C = 106 Volt/meter. Dus het spanningsverschil weet je omdat je de afstand weet. Je weet ook dat een volt 1 Joule per Coulomb is. Zo moet het wel lukken, denk ik
jij studeert dus af in de coderingstheoriequote:Op donderdag 15 december 2005 20:27 schreef Wolfje het volgende:
Kun je niet eens een moeilijke vraag over eindige lichamen verzinnen, Haushofer? Daar kan ik je misschien wel mee helpen.
afgeleide is 3x^2 + 2x + (1 - 2a)quote:Op zondag 18 december 2005 17:44 schreef haphazard het volgende:
Gegeven: y = x^3 + x^2 - (2a-1)x
Gevraagd: bepaal a zodat de raaklijn aan de grafiek van de functie in x = 1 als richtingscoëfficient 1 heeft.
Hoe doe ik dit ? Heb altijd a gekregen, weet hier geen raad mee.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |