Vorige topic:quote:DE LACH ALS WAPEN
Het is wat met die voetbaltrainers van tegenwoordig. Ruud Gullit die zijn spelers altijd de schuld gaf van zijn eigen falen, Ronald Koeman die van relletje naar relletje rolde bij Ajax, zijn broer Erwin die nu bij Feyenoord strijdt tegen het egoïsme van enkele van zijn aanvallers, Co Adriaanse die bij FC Porto alweer met vrijwel elke speler in aanvaring is geweest, Foeke Booy die zijn halve elftal inruilt, inclusief een keeper uit Frankrijk die hij zelf gehaald heeft.
Niet zelden zien we trainers als briesende stieren langs de lijn staan, kokend van woede om het falen van de spelers of een scheidsrechterlijke dwaling. Zeker als de resultaten even wat minder zijn, is het zwaar. De heren trainers verliezen zich dan in drastische maatregelen. Zo worden er boetes uitgedeeld, in de hoop nog een zuchtje aanzien of gezag te houden, met slechts de zucht van de voetballer die de knip trekt als gevolg. In de media klinken uitspraken over collectieve wanprestaties, forse maatregelen, de maat die vol is en meer van dit soort clichés. Eigen aankopen wordt de hand boven het hoofd gehouden, vedettes worden opzichtig gespaard en er wordt rigoureus gewisseld onder de nummers zeven tot en met vijftien in de selectie. Lekker veilig.
Het valt ook niet mee, een groep lastige voetballers met een groot ego trainen. Het salaris is goed, maar dat mag ook wel. Je zou het maar moeten doen zeg. Die jongens lopen gelijk naar de pers of willen naar een andere club. Snotjongens van nog geen twintig. Dan is het toch wel logisch dat je af en toe eens naar een boete grijpt? Het kan zelfs nog gekker. Neem Hans Maus, trainer van zaterdaghoofdklasser Heerjansdam. Hij is in een felle strijd verwikkeld met een naar het tweede verbannen tweeling. Over en weer wordt er met modder gegooid en volgens de laatste berichten heeft Maus zelfs een reep chocolade verstopt van één van de twee. Die moest vet eten voor de wedstrijd, vanwege een spastische darm. Dat kan bij zwak presteren natuurlijk een doorn in het oog zijn en dan doe je dus rare dingen. Nee, trainer zijn is niet aan te raden.
Toch kiezen sommigen er zelf voor. Ron Jans bijvoorbeeld. Jans verkoos het vak van voetbaltrainer boven zijn veilige baan als leraar Duits. Bij zijn aanstelling in Groningen, inmiddels al weer enkele seizoenen terug, zei hij dat de lach terug moest keren. De lach kwam terug. FC Groningen presteert heel behoorlijk en in het hoge noorden, waar trainers sneller sneuvelen dan je de Martinitoren kunt beklimmen, is Jans inmiddels één van de langstzittende eredivisietrainers. Voorwaar een hele prestatie.
Jans vindt trainen blijkbaar niet vervelend. Met dezelfde passie waarmee hij pubers warm wilde maken voor de werken van Goethe, Boll en Hesse, doceert hij nu het hoogste van het hoogste: voetbal. Jans verliest zich niet langer in naamvallen en dichtregels, maar in de buitenspelval en looplijnen. Dat alles gedrenkt in een portie humor.
Poeh, er moet daar in Groningen wat gelachen worden. Erik Nevland, die als een moderne viking overkwam uit Noorwegen, met een potje bij Manchester United achter zijn naam. Wie durft het aan om iemand die direct daarna weer in Noorwegen gaat spelen te contracteren? Jans dus. Lachend knalde Nevland vorig seizoen zestien goals binnen, drijvend op de binnenpretjes die de trainer veroorzaakt. Aanvaller met het beste doelpuntengemiddelde, werd hij. Hij wordt nog regelmatig gierend van de lach wakker.
Ondertussen is Jans zichzelf. Een vreemde eend in de bijt. Geen trainer die luistert naar André Hazes en Frans Bauer, maar een man die de Drive-By Truckers in zijn platenkast heeft staan. Iemand die op persconferenties altijd iets leuks te melden heeft en zich niet verliest in standaardteksten, die men op de cursus heeft geleerd. Zo had Ron onlangs nog een Triviantvraag in petto voor de heren journalisten. Helaas kon de vraag na de wedstrijd bij Feyenoord weer in de kast, maar het zegt al genoeg dat Ron Jans dit verzint.
Dan mag hij best eens verliezen. Dan mag hij best eens van de training weglopen en zich daar misschien wel wat belachelijk mee maken. Dan mag hij zich ook wel eens verliezen in teveel nadruk op het lachen. Maar dat de lach wel degelijk een wapen kan zijn, naast een gezonde dosis vakmanschap, bewijst Ron Jans al een tijdje. Een kleurrijke trainer tussen de grijze massa. Laat hem alsjeblieft geen kroonprins worden. Maak hem de Foppe de Haan van FC Groningen. Maak hem een antwoord op een vraag in de nieuwe editie van Triviant. Trainen is zo moeilijk niet, als je de juiste snaar kunt raken.
Dat deed die dus niet...quote:Jans vindt trainen blijkbaar niet vervelend. Met dezelfde passie waarmee hij pubers warm wilde maken voor de werken van Goethe, Boll en Hesse,
Met 2 dan?quote:Op woensdag 2 november 2005 18:12 schreef Noca het volgende:
Met 3 spitsen spelen ligt de FC niet echt
quote:EEN WINNAAR OP DOEL
Heracles Almelo promoveerde vorig seizoen naar de eredivisie. Een verrassing, toch wel. Het was dan ook niet vreemd dat de vele voetbalvolgers de club uit Almelo direct bestempelden als degradatiekandidaat nummer één. Momenteel blijkt de zwakte van de ploeg behoorlijk mee te vallen. Dit komt niet in de laatste plaats door doelman Martin Pieckenhagen, nu al de beste aanwinst van de afgelopen zomer.
Pieckenhagen is een geroutineerde doelman, die over de tweehonderd wedstrijden keepte in de Bundesliga. Hij gold eerst bij Hansa Rostock en later bij Hamburger SV als een uiterst betrouwbare goalie. Degelijk. Duits. Omdat Peter Bosz hem kende uit een gezamenlijke periode bij Rostock, polste hij Pieckenhagen toen deze vrij verrassend mocht vertrekken uit Hamburg. De man die daar ongeveer een miljoen per jaar verdiende, kwam tot ieders verbazing ook daadwerkelijk naar het nietige Heracles. Samen met Nico-Jan Hoogma, wiens rug hij enkele jaren zag als hij in het Hamburger doel stond, en Rob Maas diende Pieckenhagen routine, ervaring, rust en een winnaarsmentaliteit in de selectie te brengen.
Wat doe je dan, als Duitse doelman die benaderd wordt door een Nederlandse promovendus? Nederland, dat is toch dat land waar ze een hartgrondige hekel aan Duitsers hebben? Waar ze beginnen over kuilen graven en vragen of ze hun fiets terug mogen? Waar ze schamper spreken over het niveau van het Duitse voetbal en daarbij voorbij gaan aan de vele titels die het land verzamelde. Waar een speler als Lothar Matthäus nimmer waardering kreeg en waar ze zelfs Oliver Kahn niet als beste doelman van de wereld zien. Toch liet hij zich lokken.
Met succes, want in de eerste match tegen PSV viel hij direct op. Zoals hij dat bleef doen. Heracles kende een prima start, Pieckenhagen oogste lof voor zijn optredens. Het zal hem behaagd hebben, maar nauwelijks verbaasd. Wie gewend is zijn heilige gebied te beschermen tegen schoten uit allerlei standen, door toppers als Amoroso, Koller, Ballack, Elber en Makaay, schrikt niet van de eredivisie. Laten we eerlijk zijn, op de aanvallers bij PSV, Feyenoord en AZ na is het hier niet veel. Zelfs de Ajax-aanval is mank dit seizoen.
Misschien heeft Pieckenhagen inwendig zelfs wel gegrinnikt als hij de opstellingen van de opponenten zag. Van Zsombor Kerekes ligt geen keeper wakker, om maar iemand te noemen. Daarom moet het hem pijn gedaan hebben toen zijn opzichtige blunder tegen Vitesse zo breed uitgemolken werd. Lachen daar, bij dat Talpa. Een Duitse keeper die een blunder maakt, daar lusten ze wel pap van.
En dan worden ze gevaarlijk, eerzuchtige goalies met een paspoort van onze oosterburen. Pieckenhagen spuugde nog eens in de handschoenen en gaf alles tegen AZ. AZ, dat team dat zo bewierookt wordt. Die jongens van die ellenlange zaalvoetbalcombinaties. Daar moest hij tegen schitteren, en Heracles met hem. Dus capituleerde hij niet toen AZ bij een 2-1 voorsprong aandrong om de beslissende derde goal te maken. Nooit. Nergens. Altijd had hij nog een lichaamsdeel over om voor de bal te duwen. Dan voel je het aankomen, als Heracles in de slotfase een corner krijgt.
Pieckenhagen voelde de adrenaline door zijn lijf jagen en vastberaden trok hij een spurt richting het vijandelijke doelgebied. Sommige dingen moeten zo zijn. De wil om te winnen won het van zijn verstand. Even later won die het zelfs van de regels, want natuurlijk, Pieckenhagen maakte een overtreding. Hij duwde opponenten van zich af als lastige vliegen, deed op het juiste moment zijn ogen dicht en voelde hoe de bal als een magneet naar zijn voorhoofd werd gezogen. Het was niet eens een knik, maar een touchering. Het was voldoende. Pieckenhagen scoorde. Omdat het zo moest zijn. Omdat hij wilde winnen en dus won. Want Heracles dat gelijkspeelt bij AZ, dat is pure winst.
Meteen werd me duidelijk waarom Heracles dit seizoen bijna niet rechtstreeks kan degraderen. De club uit Almelo heeft namelijk iets wat bijvoorbeeld RBC niet heeft. Het heeft Pieckenhagen, die de vleesgeworden vastberadenheid werd. Het zal niet de laatste keer zijn dat hij dit seizoen van zich doet spreken. Vermoedelijk wel de opvallendste keer. Sommige dingen moeten nu eenmaal zo zijn.
Wel één die na 2 maand al Nederlands spreekt, 100% respect.quote:
Het aanhalen van zijn Duitse nationaliteit, ik heb nog niemand horen zeggen dat het die "Duitser" was die een blunder maakte en het kuilen en fietsen-verhaal is ook erg 1990.quote:Op woensdag 9 november 2005 18:45 schreef methodmich het volgende:
Wat is er in hemelsnaam onzinnig aan dan?
Heb ik niet veel van meegekregen dan. Tuurlijk is dat flauw, Pieckenhagen heeft Heracles dit seizoen al 12 punten opgeleverd.quote:Op woensdag 9 november 2005 18:53 schreef methodmich het volgende:
Ha, dat was echt waar. Gehoord van Ooijer.
Maar Talpa moest echt wel lachen om Piecke, zo flauw.
quote:DE VADERLANDSE MARKT
De voetbalwereld is een opmerkelijke. Soms wordt er maar raak gepraat. Dat gevoel krijg je althans, bij het horen van uitspraken van trainers, spelers en bestuursleden. Zo vind ik het hoogst opmerkelijk dat Martin van Geel, sinds deze zomer technisch directeur bij Ajax, aangaf dat de Amsterdamse club zich vanaf heden vooral en misschien wel uitsluitend op de Nederlandse markt gaat richten als het gaat om aankopen doen.
Natuurlijk, Van Geel komt van AZ. Bij die Alkmaarse club zijn ze al een tijdje vrij succesvol en dat gebeurt met grotendeels Nederlandse spelers. De buitenlanders die er spelen, spreken bovendien ook allemaal Nederlands. Bij de succesvolste club van Nederland, PSV, zijn de Nederlanders ook allemaal belangrijk. PSV is een stuk minder zonder Cocu, Ooijer en de Belg Simons, die het raamwerk vormen. Vorig seizoen hoorde hier ook Mark van Bommel nog bij. Nederlanders lonen, zou je kunnen zeggen.
Hier komt bij dat de recente buitenlandse aankopen bij Ajax niet echt renderen. Aggelos Charisteas heeft moeite met aanpassen, Markus Rosenberg heeft nog helemaal niet kunnen overtuigen en Mauro Rosales is zo ongeveer al afgeschreven. Dan laten we bijvoorbeeld Wesley Sonck nog maar even buiten beschouwing. De laatste buitenlandse aankoop die echt een aanwinst blijkt, is de Tsjechische verdediger Zdenek Grygera.
Toch vind ik het niet logisch dat Van Geel nu zo graag op de vaderlandse toer gaat en de deur voor buitenlanders voor een groot deel in het slot gooit. Ajax is wat anders dan AZ. De jongens die daar tekenen, komen in een goed draaiende ploeg. Een ploeg ook die een ingespeeld geheel vormt. Dat maakt het voor jongens als Stijn Schaars en Demy de Zeeuw makkelijker om aan te haken. AZ is echter geen topclub. De druk is er toch echt minder. Er staat geen volle Arena achter, die fluit na een met matig voetbal behaalde overwinning. Er is geen volle Kuip die bloed, zweet en tranen eist. Er heerst toch nog meer de sfeer van de sympathieke provincieclub met mogelijkheden naar boven, het heilige moeten ontbreekt er nog.
Daarnaast kan Ajax zich moeilijk iets verwijten. Natuurlijk, er zijn ongelukkige keuzes gemaakt. Maar de club heeft sommige spelers wel degelijk gescout. Blijkbaar gaat er vervolgens iets mis in het warm maken van de spelers, het verleiden. Arjen Robben, Mark van Bommel, Jan Vennegoor of Hesselink, ze stonden ooit allen zowel in de belangstelling van Ajax als PSV en kozen voor de Eindhovenaren. Dirk Kuijt is eveneens benaderd, maar prefereerde Feyenoord. Zoals Romeo Castelen intensief gevolgd is, maar niet goed genoeg bevonden werd. En wie kan Ajax kwalijk nemen dat men Boulahrouz, Mathijsen of Yildirim niet gehaald heeft?
Bovendien blijft het aantrekken van uitblinkers in de subtop altijd een enorme gok. De laatste jaren gaat het vaker mis dan goed. Ajax heeft er genoeg ervaring mee. Victor Sikora werd bij Vitesse international, maar kon de volgende stap niet zetten. Tom Sier kwam ooit van Heerenveen, maar redde het in Amsterdam ook niet. Jan van Halst werd weggesaneerd en kwam later terug, Nourdin Boukhari is vooral invaller en Tom Soetaers mislukte faliekant. Hier staan de Amsterdammers niet alleen in. Want ook PSV kan moeilijk tevreden terugkijken op de aankopen van Gerald Sibon, Remco van der Schaaf en recenter Csaba Fehér en Mika Väyrynen. In de Kuip worden ze nog zwetend wakker als ze denken aan Arco Jochemsen, Jan de Visser, Radoslav Samardzic, Peter van den Berg en Pieter Collen. Om over Anthony Lurling nog maar te zwijgen.
Waarom is Van Geel er dan zo heilig van overtuigd dat Ajax alleen nog maar de markt op moet voor spelers uit de eredivisie? Er is geen garantie dat Klaas-Jan Huntelaar het zal redden, Ron Vlaar is vooralsnog slechts een belofte en Gijs Luirink moet het ook nog maar laten zien. Ja, ze spreken de taal en kennen de clubcultuur in ieder geval. Maar het blijft gokken, net als bij een buitenlandse aankoop. De werkwijze van Van Geel mag dan succesvol zijn geweest in Alkmaar, ik zou het een gemiste kans vinden als Ajax de gok met buitenlandse spelers niet meer aan zou gaan. Want dan zal er in Amsterdam niet snel meer een Cristian Chivu te zien zijn, een Maxwell of een Hatem Trabelsi. Laat staan een Zlatan Ibrahimovic. Dat zou een even verkeerd beleid zijn als het beleid van de afgelopen jaren, toen de eredivisie inderdaad onderschat leek te worden en alles uit het buitenland moest komen. Verruim je blik, Martin, en kijk ook eens over de grens. Of was je verhaal over de vaderlandse markt dan echt alleen maar een praatje om het praten?
quote:In het voetbal maakt angst de macho.
”Vorige week puntverlies tegen Heracles en vandaag weer bij FC Groningen”, vraagt de verslaggever aan AZ-trainer Louis van Gaal. ”Kunnen we concluderen dat AZ nog geen Nederlandse topclub is, maar dat nog wel kan worden?”
”Ik vind het knap dat jij dat uit twee wedstrijden kunt opmaken”, reageert de trainer geïrriteerd. “Ik vraag het u”, probeert de verslaggever het interview te redden, maar de toon is al gezet. “Jij stelt toch een suggestieve vraag? Of niet soms? Zeg je nou dat je geen suggestieve vraag stelt?” Meer krijgen we niet te zien.
In dezelfde uitzending komt nog een andere voetbaltrainer voorbij. Huub Stevens slaat driftig de camera naar beneden waarmee een fotograaf hem al de hele wedstrijd op de foto zou hebben gezet. “Wat had ik jou nou gezegd?!” Wanneer de Roda-coach zijn weg naar de kleedkamer vervolgt bijt de geschrokken fotograaf hem nog wat na: “Idioot!” Meteen daarop stuiven Stevens en zijn assistent Atteveld op de boosdoener af. Door hem te belagen willen ze duidelijk maken dat de Limburgse oefenmeester toch echt geen idioot is?
Maar ook Huub wordt niet de ster van de avond. Die rol wordt onvoorwaardelijk opgeëist door RBC-verdediger José Fortes Rodriquez. De speler staat net koud in het veld wanneer hij twee onbezonnen tackels achter elkaar uitvoert. Het publiek slaakt een kreet van verwondering over de roekeloosheid van de charges. Scheidsrechter Temmink geeft hem geel waarop Fortes Rodriquez het nodig vindt om op kinderlijke wijze zijn beklag te doen over die sanctie. De miserabele positie waarin zijn team verkeerd acht de Spanjaard blijkbaar van ondergeschikt belang. Hij krijgt zijn tweede gele prent en mag inrukken. In de catacomben zet hij voor de camera het incident nog eens uiteen, waarbij hij zijn onnozelheid niet meer weet te verbergen. De bloedserieuze uitspraak dat hij respect heeft voor Temmink omdat hij een beetje het Syndroom van Down heeft, verontwaardigt de natie, maar het betoog op zichzelf getuigt al van een tenenkrommende domheid. Analyticus Hugo Borst spreekt zich later die avond in Studio Voetbal fel uit tegen de uitlatingen van Fortes Rodriquez. De rest van de uitzending was gekenmerkt door de bewogen discussie van Borst tegen Beenhakker en Van der Eijden, over wat er allemaal, al dan niet, mis is bij Ajax. De heren gebruiken lichtelijk denigrerende titels om elkaar aan te spreken en hebben meerdere malen moeite om het volume van hun stem in toom houden.
Kleurrijke televisie op de zondagavond.
Maar wat hebben deze incidenten op dezelfde voetbalavond dan met elkaar gemeen? Uiteraard wil ik niet beweren dat de uitspraken van Louis van Gaal en Hugo Borst even kwalijk zijn als die van Fortes Rodriquez. Dat zeker niet, maar al deze gedragspatronen lijken wel dezelfde grondslag te hebben:
In het voetbalwereldje regeert de macho. Een macho die gecreëerd wordt door de angst om zwakte te tonen. De wolven liggen immers altijd op de loer.
Waarom beantwoord Van Gaal de aan hem gestelde vragen niet gewoon? Hij krijgt ruim de gelegenheid om zijn visie te geven in plaats van achter elke boom (of in dit geval microfoon) een vijand te zoeken. Maar hij is bang om neer te worden gesabeld en zoekt meteen de tegenaanval.
Stevens wordt een idioot genoemd en voelt dat hij er als een leeuw op moet springen om de rebelse media onder de duim te houden.
Bij Fortes Rodriquez is het waarschijnlijk niet eens opgekomen om zelf het boetekleed aan te trekken voor zijn dubbele gele kaart, waar toch zeker wel iets voor te zeggen viel. “Ik ben gewoon een enorme sukkel dat ik mijn eigen ploeg zo heb benadeeld.” Maar nee, de wetten van het wereldje hebben de voetballer zo geschapen dat hij instinctief protesteert tegen zijn eerste gele kaart en vervolgens op beschamende wijze, voor de TV, zijn beklag doet over de tweede. Hoe zou het ooit zijn eigen schuld kunnen zijn?
Borst, Beenhakker en Van der Eijden wrikken zich een uitzending lang in allerlei bochten om hun eigen acties, contacten en beslissingen te verantwoorden, maar de felle manier hoe ze elkaar bestoken verraad hun eigen onzekerheid.
In de cultuur waar de macho het uitgangspunt is, kost het veel energie om aan de geldende normen te blijven voldoen. Waar Fortes Rodriquez zich niet eens bewust lijkt van die normen waar hij zich instinctief naar is gaan gedragen, ploeteren Van Gaal en Stevens zichtbaar om hun hoofd boven water te houden. Een poging die juist in al die krampachtigheid faliekant lijkt te mislukken.
Het typeert de sterken om het hele spel ter aller tijden te kunnen relativeren en daarbij dus een stuk luchtiger met de grillen van het wereldje om te kunnen gaan. De druk is zo groot als je die zelf maakt.
Zeggen ze immers niet dat juist de pesters van de klas het bangste zijn om zelf het slachtoffer te worden?
quote:DE IDEALE MAN IN HET ZWART
De vorige speelronde in de eredivisie stond in het teken van een scheidsrechter. Ik doel nu niet op René Temmink en diens ruzie met RBC Roosendaal-verdediger José Fortes Rodriguez, maar op Roelof Luinge. De Drentse fluitist was namelijk voor de zeshonderdste keer als leidsman actief in het betaalde voetbal. Een indrukwekkend aantal, zeker voor de nimmer onomstreden Luinge.
Waardering heeft Roelof zeker in zijn beginperiode nooit zomaar gekregen. Ik herinner me mijn eigen actieve voetbaltijd, waarin ik als jeugdspeler actief was voor een amateurclub. Gewoon, zoals vele duizenden jongens met mij. Er waren vaders bij die geen duel oversloegen en één van hen riep bij elke dubieuze beslissing van de man in het zwart hetzelfde. “Scheidsrechter Luinge, wat doet u nu?” schalde het dan over het veld. Die kreet had hij ooit eens gehoord in een samenvatting van Studio Sport. Het werd een soort ritueel, mede doordat het niveau van clubscheidsrechters dikwijls verder beneden Nederlands Arbitrair Peil was. Zelfs nu, als supporter van de plaatselijke trots, gebruiken wij de kreet nog. Diezelfde vader kijkt nog altijd mee trouwens.
Het was exemplarisch voor het beeld dat heerste over Luinge. Hij werd gezien als een pietluttige arbiter, die voor elk wissewasje gretig op de fluit blies als was hij solist bij de plaatselijke fanfare. Zeker als Roelof met fikse passen naar de plek des onheils kwam, doemde dit beeld op. Het leek wel of hij marcheerde. De karakteristieke pose van Roelof werd er één met een gele kaart, geheven in de lucht. De arme voetballers deden natuurlijk nooit iets fout en noemden Luinge massaal als slechtste arbiter in de, overigens heerlijk rolbevestigende, rubriek Persoonlijk in Voetbal International. Wie in die tijden als voetballer niet antwoordde dat hij De ontvoering van Heineken het beste boek ooit vond, Luinge de slechtste arbiter, De Goffert het lelijkste stadion en het shirt van NEC het afgrijselijkst, was niet voorbestemd om ooit vijftig duels op eredivisieniveau te spelen.
Was Roelof echter wel zo slecht? Vast niet. Hij fluit altijd volgens de regels, waarbij het hem niet uitmaakt wie hij voor zich heeft. Dirk Kuijt krijgt bij wijze van spreken net zo makkelijk een rode kaart als pakweg Bart van Muyen. Geel is geel, rood is rood. Roelof is zeer duidelijk en durft de strijd aan. Een penalty tegen Feyenoord fluiten in een volle Kuip? Luinge is de arbiter. Ajax een strafschop niet geven in een joelende Arena? Dan fluit Roelof.
Hij heeft lak aan de reacties achteraf en geeft een fout evengoed toe. Als Guud Hiddink, als lieveling van de media, na afloop oreert over de grote “Roelof Luinge show” haalt hij de schouders op, beseft dat hij een mediastrijd met de heilige Guus nooit zal winnen en geeft volgende keer weer net zo makkelijk een rode kaart als hij dat nodig vindt. Na een reeks akkefietjes met Barry van Galen zal hij niet schromen die speler opnieuw te bekeuren, als de spelregels of zijn gevoel daar om vragen.
Zo heeft Roelof inmiddels ook een indrukwekkend aantal gele en rode kaarten getrokken, maar is de waardering voor zijn persoon enorm gegroeid. Dit houdt vast niet alleen verband met het niveau van de nieuwe aanwas in het scheidsrechterskorps, maar ook met Roelof zelf. Zeker nu, met al zijn ervaring, komt hij over als een autoriteit. Dan maakt hij fouten, is hij soms nog steeds pietluttig, maar wel verdraaid consequent. Spelers roemen hem tegenwoordig, want tegen Roelof mag je zelfs terug praten. Ik hoorde laatst zelfs iemand beweren dat subtoppers altijd hopen dat ze in duels bij Ajax, Feyenoord of PSV door Roelof Luinge worden gefloten. Want die is dusdanig neutraal dat hij zich niet laat beïnvloeden door de grootsheid van de topclub. Met de Van Egmonds, Vinken en noem ze maar op is dat wel anders. Dan heb je als FC Utrecht zijnde sowieso een strafschop of een rode kaart tegen te pakken.
Het is het ultieme bewijs dat Roelof Luinge tegenwoordig wordt gezien als één van de beste scheidsrechters van Nederland. Hij zal niet zo gauw beledigd worden voor de camera, zoals Temmink overkwam. Hij trekt zijn eigen plan en blijft dat doen. Fluiten is fluiten voor hem. Zolang hij er van geniet, moeten we Luinge koesteren. Hij is namelijk een unieke persoonlijkheid binnen het hedendaagse clubje mannen in het zwart. En hoe gevaarlijk ook, ik durf toch te stellen dat Roelof bijna de ideale scheidsrechter is. Die hoort immers neutraal te zijn. Wanneer hij over enkele jaren stopt, hoop ik dan ook op een mooie baan voor Roelof bij de televisie. Scheidsrechters analyseren, zoiets. De naam is met dank aan Guus Hiddink al gevonden.
Ja, hij had toch ooit ook veel gezopen bij Roda? Wist niet meer exact hoe dat in elkaar zat.quote:Op dinsdag 22 november 2005 18:59 schreef -Vaduz- het volgende:
Erg mooie column, ik ben het er wel mee eens ook, hij heeft te vaak onterecht de schijn tegen gehad.
Misschien had je nog wat van zijn bourgondische levensstijl kunnen zeggen, had wel in het stuk gepast. Maar zo heb je het ook prima gedaan.![]()
tis ook geen column maar een protest/klaag-brief !quote:Op woensdag 23 november 2005 19:16 schreef methodmich het volgende:
Hij is alleen een beetje erg lang....
quote:EVEN STILTE AUB
Eigenlijk had ik op deze plaats best iets willen zeggen over Salomon Kalou, misschien wel de eerste Afrikaan in Nederland die we bijna smeken om te blijven. Over het feit dat bondscoach Marco van Basten hem al min of meer een plaats in de selectie voor het wereldkampioenschap heeft beloofd en of dat wel zo logisch is. Maar de zin en de noodzaak ontbreekt me even.
Wellicht had ik kunnen verhalen over de vreemde situatie in Roosendaal, waar trainer Dolf Roks in de ochtenduren werd ontslagen. In de loop van de dag stond hij echter nog weer als oefenmeester op het veld, omdat de spelers de voorzitter hier om gevraagd hadden en deze overstag ging. Merkwaardig, maar eigenlijk kan ik er momenteel alleen mijn schouders maar over ophalen.
Hoe verdiend het ook was geweest als Vitesse, dat ook het vertrouwen in de trainer uitsprak na een tegenvallende start van het seizoen en nu ineens weer hoog geklasseerd is, onderwerp was geweest van een column; ik voel de behoefte even niet. Zoals ik ook geen heil zie in schrijven over de teloorgang van Ajax. Het zal wel.
Hier had misschien ook een lyrisch verhaal over Zoro moeten staan. Zoro, een Ivoriaanse verdediger van Messina, die te maken kreeg met racistische bejegeningen van fans van Internazionale. Hij stapte met bal en al van het veld en stelde zo eindelijk eens een daad. Dat er uiteindelijk verder werd gevoetbald was bijzaak, maar er werd tenminste eens lef getoond door een speler. Hoe mooi en belangrijk ook, zou het zinnig zijn?
Want de noodzaak van een mooi verhaal over voetbal ontgaat me op dit moment even. Dat heeft te maken met het overlijden van David Di Tommaso, verdediger van FC Utrecht. Di Tommaso werd geboren in Frankrijk en had een achternaam die een bepaalde kunstzinnigheid verraadt. Die zat ook in hem, in zijn linkerbeen. Gezegend met een fraaie trap, jeugdinternational geweest voor Frankrijk en neergestreken in Utrecht. Daar speelde hij wel wat onder zijn niveau, maar dat was aan zijn spel nooit zichtbaar. Nooit maakte hij misbaar over onvolkomenheden van teammaats. Hij ging voorop in de strijd en werd in razend tempo populair in Utrecht.
Hij is nu niet meer. Een jonge man van zesentwintig, net een jaar ouder dan ikzelf. Ging ’s morgens naar zijn werk, zoals altijd. Hij trainde bij Utrecht, was vast nog opgetogen over de knappe zege op Ajax van een dag eerder. In de avonduren bezocht hij nog een restaurant en dacht bij thuiskomst dat hij iets verkeerds had gegeten. Ging vroeger slapen, om nooit meer wakker te worden. Gewoon, zomaar, van het ene op het andere moment.
Natuurlijk, ik begrijp heel goed dat dit nooit het nieuws gehaald had, was hij geen voetballer geweest. Was hij een stratenmaker of een buschauffeur, dan had niemand iets geweten. Maar maakt dat het minder erg? Of de andere gevallen erger? Bovenal was Di Tommaso namelijk echtgenoot en vader. Hij laat een jong kind achter en een jonge vrouw, in een vreemd land. Diep tragisch.
Want, zoiets komt bij mij altijd hard aan. Zeker omdat ik, en velen met mij, van al die voetbalzaken nog wel eens een hoofdzaak wil maken. Bij een gebeurtenis als deze besef je dan ineens weer hoe betrekkelijk dat allemaal is. Wat maakt het al dan niet behalen van Europees voetbal dan uit? Zal men er in Utrecht om malen of ze negende of tiende worden op moment, om maar wat te noemen? Nee, natuurlijk niet.
Desondanks draait de voetbalwereld gewoon door. Niet onlogisch, zo gaan die dingen. Maar vreemd is het wel. Ik weet dat ik me dit weekend ook wel weer druk zal gaan maken over de bijzaken op de groene mat, maar neem me wel voor om een momentje stil te staan bij David Di Tommaso. Bij de man die ik op 19 november nog zag voetballen in Breda, toen zijn club bij NAC op bezoek was. Tien dagen later was hij er niet meer. Gewoon even stilte, heel even maar. Opdat we hem nooit vergeten. David, rust zacht.
Die daar atlijd wel voor inquote:Op woensdag 30 november 2005 15:20 schreef methodmich het volgende:
Ik zal even met Seborik overleggen dan.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |