En de laatste van mij:quote:GOD BESTAAT WEL
Mijn moeder en ik voerden tijdens de afwas gesprekken die een kind met
zijn ouders voert. Ik stelde vragen en zij vertelde. Hoe mijn grootouders
precies aan hun eind waren gekomen. Hoe ze er bij leven uit hadden gezien.
En hoe zij de periode na hun plotselinge dood had doorstaan. "Zonder God had
ik het niet overleefd".
Sommige zinnetjes of fragmenten uit die gesprekken tijdens het afwassen (in
gezinnen met pubers moet het verplicht worden de afwasmachine weg te doen en gezellig weer een half uurtje in de keuken door te brengen zodat er weer
eens gepraat wordt) zullen me altijd bijblijven. Over mijn opa en oma die ik
nooit heb gekend omdat de koolmonoxidedampen ze bereikten voordat ik het
levenslicht zag. Maar vooral over mijn moeder zelf. En dan met name over
haar onverwoestbare vertrouwen in een hogere macht. "Als ik God niet had
gehad dan weet ik het niet".
Ik begreep daar aanvankelijk weinig van, en nog steeds eigenlijk niet als ik
er goed over nadenk. Toch word ik op de één of andere manier rustig van die
zin en van die gedachte. Mijn moeder heeft het ongelooflijk zwaar gehad maar
gelukkig was er iets of iemand op wie ze terug kon vallen. Iets waar ze op
durfde te vertrouwen. Ze vertelde er over alsof het volkomen vanzelfsprekend
was en dat was het daardoor ook. Voor haar was er een hogere macht die haar
hand vasthield en haar door de duisternis leidde. Ja ja, ik schiet zelf ook
in de lach van zo'n zin maar het is wel ongeveer waar het op neerkomt.
En ik vind het prachtig. Dat die God van mijn moeder er voor haar was toen
ze het zo moeilijk had omdat haar ouderlijk huis was weggevallen en ze de
dagelijkse zorg had voor een paar kleine kinderen. Of die God echt bestaat
is voor mij geen relevante vraag. Hij bestaat want mijn moeder gelooft er in
en heeft er steun aan.
Misschien hebben die gesprekken tijdens de afwas me wel behoed voor het
atheďsme. Ik zal nooit met overtuiging zeggen dat er niets is en dat het
geloof volstrekte flauwekul is. Ik kan er tientallen theorieën op loslaten
en doe dat ook maar al te graag maar ten diepste is er die God van mijn
moeder. Mijn eenvoudige moeder die zonder poespas en ingewikkeldheden terug
kon vallen op haar eenvoudige God. Wat valt daar aan te betwisten of te
betwijfelen? Waarom zou ik dat groter of kleiner maken dan het is. Laat de
Robbie Muntzen van de wereld maar lekker hun gang gaan. En laat orthodoxe
christenen zich vooral gekwetst voelen. Of laat wetenschappers zich
uitputten in ingewikkelde uiteenzettingen over de onmogelijkheid van het
bestaan van een schepper en schepping. Of laat collega-wetenschappers juist
het tegenovergestelde doen, wat nu weer even in de mode is. Ik vind het
allemaal razend interessant en vermakelijk maar met de God van mijn moeder
heeft het weinig tot niets te maken.
Geloof is in mijn beleving ten diepste iets particuliers en dat moet vooral
ook zo blijven. Ik weet dat God bestaat omdat mijn moeder bestaat. Als
mensen dan ook vragen of ik in God geloof is mijn standaardantwoord: "Nee,
maar wel in de God van mijn moeder".
quote:GEKKE BERTUS
Vroeger, in mijn jeugd, voetbalden we hele dagen op straat. Weer of geen weer, hoewel regen wel vervelend was. Desondanks stonden we er. We beeldden ons in dat we profvoetballers waren en speelden hele wereldkampioenschappen na met de buurt. Vrijwel iedereen kon meedoen, meisjes uitgezonderd. Die konden immers niet voetballen en liepen maar in de weg. Buiten die meisjes was er één jongen waar we een probleem mee hadden. Dit was Bertus. Gekke Bertus, zoals wij hem noemden, kon op school niet zo goed meekomen en zat dus op een speciale school. Elke dag werd hij gehaald met het busje. Nu beseft iedereen dat Bertus gewoon langzaam leerde, wat hinder had met lezen en niet gek was, maar toen waren we kinderen en dus keihard. Iedereen noemde hem dan ook Gekke Bertus.
Zoals gezegd hadden we problemen met hem. Wij speelden bloedserieus. Hoekschoppen, wissels, inwerpen, buitenspel, strafschoppen, directe en indirecte vrije trappen, alles zat er in. Bertus snapte dat niet. Dat wil zeggen, hij snapte vooral buitenspel niet. Bertus was net als elk ander jongetje en wilde dolgraag spits zijn. Lekker doelpunten proberen te maken, schieten uit alle standen, beetje dribbelen. Hard schieten kon hij wel, want het leek alsof de natuur hem als compensatie voor zijn leerproblemen wat extra spieren had meegegeven. Probleem was echter dat Bertus altijd buitenspel liep en we meer dan de helft van zijn goals moesten afkeuren. Dit was gevaarlijk, want dan werd Bertus boos en Bertus was dus sterk. We moesten dus iets verzinnen.
Slim als we meenden te zijn, maakten we Bertus wijs dat de toekomst achterin lag. We vergeleken hem met Ronald Koeman, die toen ook als laatste man speelde bij Barcelona. Bertus mocht de vrije trappen en strafschoppen nemen, net als Koeman. Dit leverde echter een nieuw probleem op. Bertus nam het verdedigen erg serieus en deelde de nodige beuken uit. Niet zelden kwam één van ons met bebloede benen en een gescheurde broek thuis, nadat we onzacht met Bertus in aanraking waren gekomen. Opnieuw stonden we voor de taak iets te verzinnen, voor onze veiligheid. Bertus niet mee laten doen was geen optie, dat mocht ook niet van onze ouders, want Bertus hoorde er net zo goed bij en je kent dat soort pedagogische verhalen wel. Bertus kon echter niet keepen, want hij durfde niet te duiken. Er was iets dat hem blokkeerde om naar de grond te duiken en bovendien had Bertus ook altijd van ons geleerd dat je geen ballen in je handen mocht pakken.
Na lang nadenken besloten we om Bertus scheidsrechter te maken. We gaven hem een fluit en knipten gele en rode kaarten voor hem uit. Het had succes. Bertus genoot van zijn rol, zo leek het. Hij floot veel en hard, deelde met plezier kaarten uit en niemand zag de trieste blik in zijn ogen als wij een rode kaart van hem terugdraaide. Bijkomend probleem was dat Bertus nog steeds niets van buitenspel snapte en dat is lastig voor een scheidsrechter. Hij leerde in die tijd echter snel, al bleef hij de buitenspelregel consequent fout hanteren.
Toen er in de zomer een toernooi werd georganiseerd voor straatvoetbalteams, had Bertus het via de organisator, wiens zoon ook met het busje naar school gebracht werd, tot scheidsrechter geschopt. Op het andere veld zagen wij hem in de weer met zijn fluit en kaarten, dit keer gehuld in officieel tenue. Wij voetbalden ondertussen onbezorgd door het toernooi heen en reikten tot de finale. Een finale die Bertus zou fluiten.
De finale was bloedstollend spannend. Kort voor het einde stond het nog altijd nul tegen nul, tot ons team een goal maakte. Het was zeker een meter buitenspel, maar wij vierden al. Gekke Bertus floot immers, die wist niets van buitenspel. Groot was onze verbazing toen een snerpend fluitje klonk en Bertus de goal wegens buitenspel afkeurde. Uit eigen beweging nog wel, geen tegenstander of toeschouwer had geprotesteerd. Grijnzend gaf Bertus de tegenpartij een vrije trap. Totaal beduusd lieten wij ons verrassen en verloren de finale.
Van Bertus vernamen we niet veel meer. Telkens liep hij in een andere buurt, waar de andere kinderen hem wel in de spits lieten spelen en niet wegmoffelden in een bijrol. Af en toe kom ik Bertus nog wel eens tegen en dan kijkt hij me, inmiddels ook halverwege de twintig en uitgegroeid tot een kolos, triomfantelijk aan. We hoeven niets te zeggen en denken dan hetzelfde. Excuses hoeven ook niet. Kinderen zijn nu éénmaal keihard, het ging gewoon zo.
Ik denk de laatste jaren echter vaak aan Bertus, als ik op televisie arbiters of grensrechters opzichtig zie falen bij de buitenspelregel. Ik zie Bertus in hen terug, een jongen die nooit mee mocht voetballen omdat hij of niet goed genoeg was of gewoon te dom werd bevonden. Ik weet bijna zeker dat daar de kiem voor een loopbaan in de arbitrage gelegd wordt en dat al die mannen ooit hun moment van wraak vinden en zo alsnog in de schijnwerpers komen te staan. Om na afloop, net als Bertus, als dank voor hun leiding ook een eremedaille in ontvangst te nemen. Zijn ze uiteindelijk toch winnaars...
Niets. Er is ooit afgesproken ook linkjes naar andere columns van VBL-users op de FP te plaatsen.quote:Op zaterdag 2 juli 2005 18:10 schreef CherrymoonTraxx het volgende:
Wat heeft die van SCH met voetbal te maken?
Gefrustreerd Tongetje?quote:
Jij blijkbaar.quote:
Dat hij VBL-user is begrijp ik wel, maar dit is VBL en het zou dus over voetbal moeten gaan lijkt me. Op die manier kan ik hier ook wel een topic openen over mijn blauwstaartpapagaai. Dat heeft geen fuck met voetbal te maken, maar ik ben wel VBL-user dus hoort het hier thuis.quote:Op zondag 3 juli 2005 14:18 schreef DutchGooner het volgende:
Zo'n rare vraag vond ik het niet eens van CMT aangezien ik het ook niet wist en ook mijn wenkbrauwen fronste toen ik SCH's column las
Maar normaal gesproken lees ik dit topic nietquote:Op zondag 3 juli 2005 14:19 schreef methodmich het volgende:
In de vorige delen stond SCH ook al een paar keer hoor.
Het was ook geen rare vraag.quote:Op zondag 3 juli 2005 14:18 schreef DutchGooner het volgende:
Zo'n rare vraag vond ik het niet eens van CMT aangezien ik het ook niet wist en ook mijn wenkbrauwen fronste toen ik SCH's column las
Als dit de afspraak is die destijds gemaakt is ga ik hem niet veranderen,simpelquote:Op zondag 3 juli 2005 14:19 schreef CherrymoonTraxx het volgende:
[..]
Dat hij VBL-user is begrijp ik wel, maar dit is VBL en het zou dus over voetbal moeten gaan lijkt me. Op die manier kan ik hier ook wel een topic openen over mijn blauwstaartpapagaai. Dat heeft geen fuck met voetbal te maken, maar ik ben wel VBL-user dus hoort het hier thuis.
Nu ja, waarom niet? Teksten te lang??quote:Op zondag 3 juli 2005 14:20 schreef DutchGooner het volgende:
[..]
Maar normaal gesproken lees ik dit topic niet
Nee, dat zou er nog bij moeten komenquote:Op zondag 3 juli 2005 14:20 schreef DutchGooner het volgende:
[..]
Als dit de afspraak is die destijds gemaakt is ga ik hem niet veranderen,simpel
Dat begrijp ik wel, maar ik vind het wel raar.quote:Op zondag 3 juli 2005 14:20 schreef DutchGooner het volgende:
[..]
Als dit de afspraak is die destijds gemaakt is ga ik hem niet veranderen,simpel
Omdat columns mij over het algemeen niet boeienquote:Op zondag 3 juli 2005 14:21 schreef methodmich het volgende:
[..]
Nu ja, waarom niet? Teksten te lang??
Was je hier al eens eerder geweest?quote:Op zondag 3 juli 2005 14:21 schreef CherrymoonTraxx het volgende:
[..]
Dat begrijp ik wel, maar ik vind het wel raar.
Dat had je gedachte lieverdquote:Op zondag 3 juli 2005 14:22 schreef DutchGooner het volgende:
[..]
Als IK beslis dat het anders moet dan gaat het anders![]()
Okee! En dan de rest nu in het feedbacktopic en hier over de columns discussieren!quote:Op zondag 3 juli 2005 14:21 schreef DutchGooner het volgende:
[..]
Omdat columns mij over het algemeen niet boeien
Ja, ik kom eigenlijk altijd in het columnhoekje omdat ik voetbalcolumns over het algemeen leuk vind om te lezen (soms ook niet overigens). Maar ik reageer eigenlijk alleen als ik een column echt heel erg goed vind of echt heel erg slecht.quote:
Uiteraardquote:Op zondag 3 juli 2005 14:23 schreef methodmich het volgende:
[..]
Okee! En dan de rest nu in het feedbacktopic en hier over de columns discussieren!
Dan heb vooral jij een probleem.quote:Op zondag 3 juli 2005 14:23 schreef DutchGooner het volgende:
[..]
Nee hoor,als ik deze op slot gooi heb je niets te willen
Nee hoorquote:
Maakt verder niet uit hoor,ik vind het bestquote:Maar goed: dit gaat al heel lang goed, af en toe een linkje naar andere columns en 98 procent gaat over voetbal. Teksten van columns die niet over voetbal gaan, worden hier doorgaans niet geplaatst.
Behalve van Hans Kraaij jr dan natuurlijkquote:Op zondag 3 juli 2005 14:21 schreef DutchGooner het volgende:
[..]
Omdat columns mij over het algemeen niet boeien
quote:IK WAS MAKANAKY
Mooie verrassingen op voetbalgebied blijven de liefhebber doorgaans geruime tijd bij. Sterker nog, ze kunnen de aanleiding vormen van een bepaalde voorkeur. Hoeveel mensen zijn geen fan van een club geworden na een gewonnen beker of titel? Of soms juist na een schitterende wedstrijd, die jammerlijk verloren werd. Mijn liefde voor Afrikaans voetbal ontstond inmiddels vijftien jaar geleden en ontstond ook door een verrassing.
Destijds werd in Italië het wereldkampioenschap gehouden. Ik was negen en volgde het voetbal sinds door Nederland gewonnen EK van 1988 op de voet. Ik nam alle informatie tot me, voor zover mogelijk. Op die manier wist ik dat Diego Maradona voor velen veruit de beste voetballer in de wereld was, zeker na zijn magistrale prestaties vier jaar eerder. Met zijn land Argentinië mocht hij als titelverdediger aantreden tegen Kameroen. Dit Afrikaanse land werd door niemand ook maar enige kans toegedicht. Zowel in de media als in mijn omgeving, zodat mijn klasgenootjes, vriendjes en ik er van overtuigd waren dat de Argentijnen dik zouden gaan winnen. Nulletje of vier, hoor ik de trainer op de club nog tegen een andere trainer zeggen. Van die gesprekken tussen kenners waar je als negenjarige stiekem naar luisterde en kennis uit probeerde te vergaren.
Groot was dan ook mijn verbazing toen na negentig minuten voetbal de eerste sensatie van het WK 1990 een feit was. Ik zal niet de enige zijn geweest die verrast werd door de kopbal van François Omam-Biyik, die winstgevend bleek. Het verhaal mag bekend zijn, Kameroen bleef stunten dat toernooi en werd pas in de kwartfinale gestuit door Engeland. De Afrikanen hadden toen meer verdiend, maar zorgden wel voor de beste prestatie van een Afrikaans land ooit. Roger Milla, die makkelijk de vader van mijn vriendjes en mij had kunnen zijn, werd beroemd met zijn dansje na een doelpunt en ook de andere spelers van Kameroen schopten het tot de trapveldjes waar jongetjes partijen speelden en "een voetballer waren". Sommigen bleven volharden in grote namen en waren Van Basten, Gullit, Maradona, Lineker of Schillaci. Anderen gingen mee met de verering van de ontembare leeuwen en werden Milla, Omam-Biyik of M'Bouh-M'Bouh. Ik was Makanaky.
Cyrille Makanaky, een middenvelder die destijds actief was voor Kameroen. Lang niet de opvallendste speler, maar voor mij wel de meest aansprekende. Ik vond Makanaky geweldig, hij was snel en vaardig en had bovendien een bijzonder kapsel. Desondanks was het meest fascinerende voor mij zijn naam. Die combinatie van klanken, het exotische ervan. Bij mij op het dorp kwam je er geen tegen. Kon ook niet, wie heet er nu ook Klaas Makanaky, om maar wat te noemen.
Zo werd Makanaky een jeugdheld voor me, die overigens nooit meer iets bijzonders presteerde. Bij nader inzien zal hij niet eens zo goed zijn geweest, maar dat geeft niet. Hij dreef me richting Afrikaans voetbal, dat ik sindsdien extra goed volgde. Zo was ik niet verrast toen Nigeria in 1994 een goed team bleek te hebben, zo wist ik waarom het voor topspeler George Weah als Liberiaan vrijwel onmogelijk werd een WK te halen. De toernooien om de Afrika Cup volgde ik, evenals de verrichtingen van Afrikaanse spelers in Europa. Nutteloze kennis, die soms in voetbalquizjes van pas kan komen. Als je echt wilt winnen, vraag je naar de naam van de Gabonese steraanvaller van FC Nantes in hun kampioensjaar. Weinig mensen zullen met Japhet N'Doram op de proppen komen.
De combinatie van het onbekende, het avontuurlijke, het atletisch vermogen, de technische kwaliteiten en de bijkomende verhalen van straatarme jongens die dankzij het voetbal hun hele familie onderhouden; deze is me altijd blijven boeien. Ik hoop nog steeds op een Afrikaanse wereldkampioen, al zal het feit dat we in Europa tactisch altijd net wat slimmer zijn een grote drempel blijven. Toch blijf ik hopen en denk ik dat het kan.
In 2002 bijvoorbeeld, toen Senegal eigenlijk een kopie van Kameroen was. Ook zij begonnen tegen de titelverdediger en torenhoge favoriet, Frankrijk. Niemand gaf een cent voor Senegal, zelfs ik niet. Hoe anders liep het. Op de trapveldjes waren kinderen ineens ook El Hadji Diouf of Papé Bouba Diop. Tot Turkije in de kwartfinale de droom verstoorde en we dus hoogstens volgend jaar in Duitsland een Afrikaanse wereldkampioen kunnen krijgen. In 2010 in Zuid-Afrika, twintig jaar nadat mijn liefde voor Afrikaans voetbal ontstond, zou ik nog mooier vinden. Al is het maar om weer even weg te dromen en te denken aan de tijd van toen. Urenlange partijtjes na schooltijd, ondertussen pratend over het WK. En ik was Makanaky.
quote:Afscheid van die andere cultvoetballer.
Het seizoen is alweer even voorbij en het afscheid van de vertrekkende spelers ligt eveneens alweer een tijdje achter ons. Een afscheid dat logischerwijs voornamelijk in het teken stond van cultfiguur Martin Drent, wiens kwaliteiten als voetballer en als mens volgend jaar aan de Langeleegte zijn te bewonderen. Door deze terechte aandacht voor ‘local hero’Drent werd het afscheid van een ander echter onterecht overschaduwd. Een ander die net zoals Drent, uitgroeide tot een zeer vertrouwd gezicht in het Gronings groen-wit. Zijn naam is enkel van een iets exotischer orde: Hugo Alves Velame.
Door mijn relatief korte loopbaan als aanhanger van de FC is Hugo een speler die altijd deel heeft uitgemaakt van het team dat ik voor mij liet spelen en zodoende een zeer vertrouwt gezicht is geworden, voor mij en voor veel van mijn medesupporters. In een complexe wereld waarin niets meer is wat het lijkt, is het soms aangenaam om weg te kunnen duiken en je te laten gaan in het voetbal-subcultuurtje waar de verhoudingen nog altijd lekker duidelijk liggen: goed tegen kwaad, oftewel FC Groningen tegen de tegenstander. Kijkend door die groene bril was Hugo altijd een fijne bondgenoot. Een grote lach en vrolijke samba-achtige bewegingen na zijn doelpunten die dezelfde vreugde uitstraalden als het gevoel dat wij op de tribunes met hem deelden. In de strijd van goed tegen kwaad kon toch iedereen zo zien dat die sympathieke verschijning bij het goede hoorde?
In theorie is het bijna een ridicule combinatie. Tropisch ‘samba’ Brazilië met nuchter en fris Noord-Nederland. In de praktijk blijkt het echter prima samen te gaan. Als twee tegenpolen die elkaar aantrekken.
Hugo is als FC Groningen. Geen wereldspeler die elke week onnavolgbare acties op de mat legt en zichzelf zodoende naar bovenmenselijke hoogte tilt. Voor zulke decadentie moet je niet in het noorden zijn. FC Groningen is nog wel een club van echte mensen, zoals Hugo als speler ook nog een mens is. Echter wel één die op het gras ook zijn grillen kent, net zoals de club FC Groningen momenten van tegenslag kent, maar nooit tot een grijze muis zal verworden. Voetballen kan Hugo dus echt wel. Braziliaans-Groningse dribbels waarmee hij in potentie zowel elke topverdediging kan doorsnijden alsmede tegen elke laagvlieger kan stranden. Op de momenten dat je even denkt alles aan te kunnen toch weer met beide voeten terug op Aarde worden gezet. Het echte leven zoals het is. Iets dat we graag terugzien in onze club en in onze spelers die haar kleuren verdedigen. Spelers zoals Hugo.
De bescheidenheid van een echte prof - “dat besliest de trainer”- en natuurlijk treffers voor groen-wit tegen Twente, Ajax en Hoerenveen. Maar blijkbaar hoorde de Zuid-Amerikaanse spelmaker tot de huisraad van het Oosterpark en verdwijnt die nu samen met dat stadion uit de Martinistad.
In het team van FC Groningen zijn echte Groningers altijd een welkome aanwinst. Spelers waarmee de club’s volgers zich kunnen identificeren. Echte Groningers kunnen echter ook wel uit Rio de Janeiro komen, zo is dus gebleken.
Hugo, het ga je goed. Vergeet straks niet, terug in Brazilië, waar je huis aan die andere zijde van de oceaan staat. Maar voor die tijd zullen we je eerst misschien nog in Nederland mogen aanschouwen. In vreemde kleuren die je ongetwijfeld niet zullen staan. Waarschijnlijk zal ik niet enkel namens mezelf spreken wanneer ik stel dat dat aanzicht pijn zal doen in het voetbalhart.
Ondanks dat zijn vertrek al enige tijd bekend was moest dit alsnog geschreven worden, als afscheid van die andere cult-voetballer die laatst de poorten van het Oosterpark Stadion uitliep.
quote:ZATERDAGMORGEN, TEGEN ZEVENEN
Het is zaterdagmorgen, tien voor zeven. Arne opent het roestige hek van het sportcomplex en luistert naar het vertrouwde gepiep bij het openen. Talloze keren heeft hij het hek geopend en gesloten. Arne is materialenman bij de plaatselijke voetbalvereniging. Terreinknecht, zo u wilt. Hij doet het al een jaar of dertig. De hele week is hij in de weer voor de club, maar de zaterdag is toch wel het summum. Het is zijn dag, iedere week weer.
Zuchtend bekijkt hij het schema met wedstrijdtijden en kleedkamerindeling, dat door een goedbedoeld bestuurslid is ingevuld, maar op dit moment vier teams tegelijkertijd in dezelfde kleedkamer laat herbergen. Arne ziet in een oogopslag wat er mis is en corrigeert de fout, waarna hij zich naar de bijvelden spoedt. Over pakweg een uur zullen de F-pupillen daar hun eerste wedstrijden afwerken en dient Arne de kleine doeltjes geplaatst te hebben. Zijn race tegen de klok is soms vergelijkbaar met een spoedoperatie in het ziekenhuis, zo snel moet hij denken en handelen. Om kwart voor acht zijn de velden gereed en kan hij de belijning van het hoofdveld weer zichtbaar gaan maken.
Terwijl de dauw onder zijn gympen opdroogt, vechten geluiden van de bijvelden om een plek op de voorgrond. Arne kent ze allemaal. Jengelende broertjes en zusjes die aandacht willen van de fanatiek schreeuwende vaders en moeders, die hun kleine Van Basten richting de wereldtop willen stuwen. Alles start immers op een bijveldje. Als Arne halverwege is, vliegt hij richting kleedkamers. Elk team dient genoeg bekertjes aanmaaklimonade te hebben voor in de rust. Het lukt Arne wederom, precies op tijd. De pupillen lopen stralend terug na hun eerste helft, druk napratend over de geslaagde en mislukte acties. Een enkeling ontsnapt aan de situatie en aan de tijd, door een fladderende vlinder te volgen en zich totaal niet om de wedstrijd te bekommeren. Tot ergernis van zijn fanatieke vader, overigens. Goedkeurend bekijkt Arne enkele passerende moeders van eind twintig. Ook een terreinknecht is een man van vlees en bloed.
Zo gaat het de hele dag door. Hoe meer de dag vordert, hoe ouder worden de spelers. Als de F en E-pupillen klaar zijn, moeten de doeltjes weg. Er wordt weer op het hele veld gevoetbald. Arne kan zowel horen als ruiken welke teams er spelen. Wanneer hij de brug naar de bijvelden overloopt en hem een geur van zoete parfum tegemoet komt, is het vrijwel zeker dat er C of B-junioren spelen. Giebelende bakvissen bekijken de verrichtingen van de door een teveel aan hormonen voortgestuwde showvoetballertjes. Veel gedoe en gezeur altijd, het is Arnes minst geliefde leeftijdsgroep. Ze maken een puinzooi van de kleedkamers, hebben een grote mond en voeren niets uit. Jongens die zich misdragen hebben in een wedstrijd, moeten hem voor straf wel eens helpen. Hij heeft het liever niet. Met een lang gezicht hangen ze dan rond hem heen en komen pas tot leven als het dameselftal de kleedkamer bevolkt. Dan willen ze ineens wel thee zetten en lopen per ongeluk binnen. Nee, doe Arne de A-junioren maar. Die worden ouder en waarderen hem meer. Helpen spontaan en maken eens een praatje.
Inmiddels nadert het moment van de dag. Het wordt drukker op het sportcomplex, het eerste elftal zal zo spelen. Arne heeft inmiddels alle velden minstens drie keer bijgewerkt, talloze bekers limonade en thee ingeschonken en flink wat ballen opgepompt. Terwijl de lucht zwanger is van spanning rond de wedstrijd van het vlaggenschip van de club, staat Arne op een afstandje te kijken. Zo hoog speelt de club niet, maar toch, ieder jaar weer hoopt men op promotie. Arne kent de druk die spelers en trainers kenden, kent de verhalen die elke dorpsclub heeft en houdt altijd zijn mond. Natuurlijk, het is heerlijk om het verhaal van de voormalige spits te vertellen, die een relatie had met een ietwat deftige echtgenote van een vooraanstaand bestuurslid en na de trainingen zijn cooling down op haar uitvoerde achter de tribune. Of die speler die na een promotiefeestje te dronken was om te fietsen en in de dugout heeft geslapen. Maar al wat Arne vertelt, gaat in anonieme vorm. Zoals hij eigenlijk anoniem zijn werkzaamheden doet.
Want heel af en toe knaagt er iets aan hem. Als na het seizoen mensen worden bedankt die drie keer achter de bar hebben gestaan. Als er cadeaubonnen zijn voor mensen die vijf keer een pupillenteam hebben gereden. Als het bestuur gaat eten met alle trainers en Arne niet mee mag. Nooit krijgt hij iets. Het is zo gegroeid. Hij is er altijd en men is het normaal gaan vinden. Niemand die hem vraagt of hij een volgend seizoen weer van de partij is, dat wordt gewoon als een feit aangenomen. Arne klaagt nooit, hij houdt van de club en van zijn onbetaalde bezigheden hier. Maar toch, heel soms doet het diep van binnen een beetje pijn, als hij rond kwart over elf in de avond het roestige hek afsluit en niemand hem bedankt heeft. Dan vloekt hij inwendig en neemt zich te voor te stoppen, om bij de eerste bocht richting huis al fietsend te bedenken dat hij nooit zal bedanken. Hij zal sterven in het ballenhok, tussen de theepot en de aanmaaklimonade. Volgende week is hij er weer, zaterdagmorgen tegen zevenen.
Geschreven voor een site waar niet veel mensen van sport houdenquote:In de ban van het circus
Ah, juli. Mooie maand. Samen met augustus de mooiste maand van het jaar. Als het meezit natuurlijk. Dit jaar was juni uitzonderlijk mooi. Nu juli nog. Zon, zee, strand, terrasjes, je kent het wel. En het circus. Niet dat met Bassie en Adriaan, ook niet dat van Alegria. Nee, een circus dat dit jaar van Bretagne via Karlsruhe dwars door Frankrijk naar Parijs toert. In drie weken. Een circus dat meer kijkers heeft dan het vermaarde Circus Renz. Dat spektakel komt volgend jaar juli naar Zeeland.
Op 15 oktober van dit jaar maakt de directeur van het circus bekend welke plaatsen het gezelschap volgend jaar aan zal doen. Op zich is het elk jaar weer een verrassing. Het enige zekere is elk jaar, omdat het nou eenmaal een Frans circus is, dat de toernee het merendeel door Frankrijk trekt en dat de laatste uitvoering steevast in Parijs is. Op de Champs Elysée, onder de rook van de Eiffeltoren. Een prachtige locatie, wat elk jaar goed is voor honderdduizenden toeschouwers in de stad zelf en miljoenen achter de televisie. De directeur zal dan ook goed gek zijn die traditie te veranderen. Waar de overige uitvoeringen plaatsvinden, is elk jaar nog maar de vraag.
De laatste decennia heeft de directeur ook getracht buurlanden van Frankrijk mee te laten liften op het succes van zijn circus. Want dat het zíjn circus is, moge duidelijk zijn. Jean-Marie Leblanc is de persoonlijking van het circus. Een drukke, doch vriendelijke man, die al sinds jaar en dag alles voor zijn circus regelt, zowel voor de organisatie als voor zijn artiesten. Hij is dan ook een graag geziene gast in elke stad waar het gezelschap neerstrijkt. Zo waren ze dan ook blij om Leblanc te zien, een paar dagen geleden in het Duitse Karlsruhe. De directeur had vorig jaar oktober het reisschema bekend gemaakt, en daar prijkte de naam van hun stad op. Jarenlang lobbyen bij de grote baas had succes gehad, het circus kwam naar Karlsruhe! Op 7 juli bleek waarom het organiserend comité van de stad gelegen aan de Rijn, net over de grens met Frankrijk, zo veel moeite had gedaan het circus binnen te halen. Een groot volksfeest had plaats in de stad, een prachtige dag voor iedereen, jong en oud, zelfs voor mensen die helemaal niets met dit circus hebben. En dat spektakel komt volgend jaar juli naar Zeeland.
Ik zie er naar uit. Ik ben een enorme fan van dit circus, en kan amper geloven dat een van de grootste in haar soort, herstel, het grootste in haar soort naar onze eigen kleine provincie komt. Wat een geweldige boost gaat dit circus aan Zeeland geven. Waarschijnlijk krijgen ‘we’ en dubbel optreden. Eerst op Neeltje Jans, en de dag erop in Terneuzen. Heel de wereld zal volgend jaar naar Zeeland kijken, naar dat maffe circus. Zeeland zal in de ban zijn van het circus. Ik nodig dan ook iedereen uit mee te gaan naar het circus volgend jaar. Misschien trekt de karavaan wel door Vlissingen, op weg naar Neeltje Jans. Dan kunnen we op de Boulevard de acrobaten, dansers, clowns en alle andere onderdelen van dit circus aan het werk zien. Le Tour de France komt naar Zeeland, voor iedereen, wielerliefhebber of niet, een ‘must see’.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |