HighLander | dinsdag 6 november 2001 @ 20:45 |
Ergens anders, ver, heel ver weg van hier Of: de terugkeer van een oude vriend Uit Slough Feg verhaallijn - Main Thread quote:Op een plaats, verder weg dan uit te drukken is in afstand, in een andere tijd, dimensie en universum bereikt deze boodschap uiteindelijk één van Equilan's beste vrienden uit vroeger tijden. Een wezen met een magie in zich die de magie van de lieflijke godin bijna evenaart. Een geest die zich niet langer meer op zijn gemak voelde op het eiland, omdat de rustplaats hem ruw was ontnomen en hij de paradijslijke plek was ontvlucht. Een wezen dat in afzonderling een vrijwillig ballingschap verkoos boven doorleven op het eiland of elders. Een geest die zichzelf in een bodemloze slaap dompelde in plaats van nog enig moment verder te lijden. Maar één van zijn vroegere vrienden in nood is genoeg om deze speling der natuur te ontwaken. Om deze machtige man al zijn beslissingen opzij te laten zetten en zijn krachten weer te laten gelden. Om hem uit zijn zelfverkozen gevangenis te halen en in al zijn macht en glorie terug te laten keren naar zijn vroegere huisvesting en woonplaats. In het eindeloze niets zweeft zijn lichaam in een comateuze houding, zijn ogen gesloten en armen gekruist over zijn borstkas. De eerste keer dat een mentale tentakel hem lichtjes schampt, beginnen achter de gesloten oogleden de ogen te bewegen. Begint het dode hart weer te kloppen en jaagt het het ijskoude bloed door de aderen van deze vampier. Op het moment dat een metale tentakel hem voor de tweede keer raakt schieten zijn ogen wijd open en een rauw, dierlijk geschreeuw borrelt omhoog uit het binnenste van zijn borst. Het hoofd word in de nek geworpen en hoewel men in de ruimte geen geluid kan horen, is een oorverdovende gehuil te voelen als je mijlenver in de omtrek aanwezig zou zijn. De schreeuw houd aan en langzaam aan zwelt het hoorbare geweld aan. De hele wereld vult zich vanuit het niets met pure zuurstof welke gretig word opgenomen door de ogen, huid en de longen van de vampier. De temparatuur schiet omhoog en het lichaam straalt al gauw van de overvloedige warmte. In een sfeer, een grote bol met een doornsede van 5 meter als schild om hem heen, van pure energie, electiricteit en bliksem zakken de armen langzaam de borstkast af en langs het lichaam. De pure kracht van de natuur zelf stormt door elke vezel van zijn lichaam, al zijn spieren schijnen te trillen van kracht. "HighLander has awaken" Al die maanden van ascente traingen, van mentale en fysieke uitdagingen hadden hun effect bereikt. Voordat de vampier in slaap ging was hij sterker dan ooit. Een krijger zoals er weinigen bestaan. Zijn krachten zijn groter dan ooit, zijn mentale en magische capaciteiten onvoorstelbaar gegroeid in vergelijking met vroeger. Wetend dat hij nodig is, wetend dat zijn hulp ergens onontbeerlijk was, herinnert hij zich nog slechts vaagjes de mentale boodschap van Equilan. Maar genoeg om alle interne rust die hij verzameld had te laten varen en te zorgen dat hij zo snel mogelijk op het eiland kwam. Het schild word plotsklapt heftiger en straalt meer licht uit. De dimensie om hem heen vervaagt langzaam aan, veel stelde het eigenlijk toch niet voor, en dan is de dimensie compleet verdwenen, uit het universum en de tijdlijn. En HighLander vind zichzelf terug in de dimensie waar hij zich thuisvoelde, in het universum en het melkwegstelse dat de aarde bevat. Steeds sneller en sneller beweegt de gestalte zich in de richting van zijn doel. Totdat de lichtende straling van de sfeer vervaagt tot een lange streep. De geel-rode kleur treedt steeds meer naar voren. En alle schijn is ernaar dat het niets meer is dan een doodgewone metoriet, zoals er miljarden door het stelsel schieten. Maar geen enkele daarvan heeft een doel....in tegenstelling tot deze:
[Dit bericht is gewijzigd door HighLander op 06-11-2001 22:12] | |
HighLander | dinsdag 6 november 2001 @ 21:41 |
De komeet of meteoriet, hoe je het ook wilt noemen, met HighLander in de kern ervan schiet door de ruimte heen. Richting dat kleine nietige derde planeetje van de ster die door de bewoners van de planeet de zon wordt genoemd. Richting het eiland waar zijn aanwezigheid nodig is. Waar Equilan in nood verkeerd. inmiddels heeft hij de planeet reeds bereikt en zet koers naar het eilandje zelf. Nog een paar minuten en hij zal al aankomen op het eiland... Dit wezen van de nacht spoedt verder, deze vertwijfelende gedachte spoedig vergetend. | |
HighLander | dinsdag 6 november 2001 @ 22:09 |
"Wat was er nou ook al weer, wat vergeet ik nou steeds..," en de gedacht ontglipt hem weer. Eindelijk, het eiland is in zicht. Ondanks zijn vlucht ervan de laatste keer is het een gevoel van thuiskomen wat door de vampier heengaat. Een gevoel van terugkomen op de plek waar hij hoort. Alles komt hem nog zo bekend voor. En op het moment dat hij het hele eiland kan overzien, schiet hem opeens te binnen wat hem nu al meerdere malen steeds ontschoot. Iets heel belangrijks wat hij was vergeten. Enkele seconden slaat hij met een gigantische donderslag in op het eiland. Midden in het bos, een gigantische kuil achterlatend van 10 meter diep en 5 meter doorsnede.. Toch wel enigszins aangedaan door een dergelijke klap zit HighLander even duizelig bij te komen op de bodem van de kuil, waarna hij met een soepel beweging de 10 meter omhoog springt en soepeltjes neerkomt on de rand van de kuil "Damn, dat ik dat nou moest vergeten, naja dat gat dat lost zichzelf wel op. Eerst even bijkomen van de reis en deze...ehm..'crash'. Maar ik mag niet te lang talmen." Opeens voelt hij de aanwezigheid van iemand anders, iemand met een geweldige mentale lading. Ook voelt hij iets bekends, iets waar hij niet direct de vinger op kan leggen. Alsof een hele oude vriend aanwezig is. Iemand die hij nog kende van voor zijn tijd op het eiland. | |
Atrimar | dinsdag 6 november 2001 @ 22:23 |
* Atrimar dwaalt nog steeds door het dichte bos als hij een felle streep licht aan de hemel ziet verschijnen. Verbaasd volgt hij het spoor tot het achter de bomen verdwijnt. Met een donderende klap, vergezeld van een oogverblindende lichtflits stort de vuurbol zich in de grond. Het gevoel dat hem dwong aan zijn zoektocht te beginnen begint onoverkomelijke vormen aan te nemen in zijn hoofd. Wat in de naam van Aecharan was dat? * Atrimar sprint in de richting van de klap, onderwijl zijn zwaard wegstoppend en de boog in handen nemend, steeds sneller en sneller malen zijn voeten de grond onder hem door. Op een paar honderd meter van de crash vertraagt Atrimar zijn stappen en loopt hij behoedzaam verder. Terwijl het stof en de rook verdwijnt in een koele bries ziet Atrimar iemand aan de voet van een boom staan. Ergens in zijn hoofd doemt er een korte flits van een herinnering op en verbaasd strijkt Atrimar met zijn hand door zijn lange haar. De man staat bijna laks en ontspannen te kijken naar hem, en hij voelt de haren in zijn nek overeind staan. Ergens komt de man hem bekend voor, maar er is niets in zijn hoofd dat er op wijst dat hij de man kent. * Behoedzaam stapt Atrimar nog wat dichterbij, voorzichtig zijn voeten een voor een op de grond zettend, om zo zijn balans te houden mocht hij zijn boog nodig hebben. Wie in de naam van Dam'danaok ben jij? En hoe ... waar kom je vandaan? | |
HighLander | dinsdag 6 november 2001 @ 22:53 |
Met een soepel sprong komt HighLander naar beneden zweven. Nu duidelijk is dat er geen directe dreiging is, hoeft hij ook niet voorzichtig te doen. Langzaam lopend benadert hij nieuwsgierig deze man. Een onbekende bewoner van het eiland. Blijkbaar hier komen wonen nadat ik vertrokken was. Er is iets.. iets waar hij niet de vinger op kan leggen. Er gaat van deze man iets bekends uit, iets vertrouwds. Alsof ze elkaar al ooit eerder hebben ontmoet. Maar de krijger is er zeker van dat hij deze man nog nooit eerder gezien heeft. "Mijn naam is Duncan Macleod, maar ik word meestal HighLander genoemd. Vroegere bewoner van het kasteel op de oostpiek. Ik heb mijn rust gezocht in een verre onbereikbare plaats waar ik lange tijd geslapen heb. En ik ben teruggekomen omdat ik voelde dat mijn aanwezigheid vereist was. En vreemdeling, wie mag jij dan wel zijn? Want ik heb lange tijd op die eiland vertoeft, maar jouw gezicht is mij onbekend. En toch voel ik iets alsof wij elkaar reeds kennen.." Vol van verwondering en verbazing neemt de vampier ee nafwachtende houding aan. Wat is het nou dat hem in deze man zo op ze gemak stelt. | |
Atrimar | dinsdag 6 november 2001 @ 23:06 |
* Atrimar kijkt naar Duncan met een ontwapenende grijns op zijn gezicht. Hij laat zijn boog zakken en zet losjes zijn voet op een boomstronk. Duncan Macleod he? Dus jij bent de eigenaar van dat kasteel. * Atrimar haalt grinnikend zijn hand door zijn haren. Laat ik me dan ook voorstellen. Ik ben Atrimar T'Bashere Aybara. Smid naar het schijnt. Maar misschien kun jij me vertellen wat ik hier doe Highlander, want ergens heb je iets bekends, iets dat ik herken. * Atrimar legt zijn boog weer over zijn schouder en raapt zijn vechtstok op van de grond. Hij kijkt naar de Highlander met een twinkeling in zijn ogen die zijn gevoel voor avontuur verraad, en diep in zijn achterhoofd flitst er een beeld van oprukkende hordes die inslaan op de vastgesloten rijen van legers ... zijn legers. Als in een flits is de herinnering, en zijn grijns verdwenen, plaats makend voor het gevoel dat hem al dagen kwelt, het gevoel dat hij iets mist. Waar ben je naar op weg Highlander? En stel je prijs op gezelschap? Ik heb in mijn smidse de laatste tijd toch niet al te veel meer te doen. | |
HighLander | woensdag 7 november 2001 @ 00:09 |
"Dat zijn een hele hoop vragen tegelijk mijn beste Atrimar, en ik zal mijn best doen ze zo goed mogelijk te beantwoorden. Ik ben inderdaad de eigenaar van dat kasteel. Dat heb ik destijds eigenhandig met veel bloed zweet en tranen gebouwd. Het is echter de vraag of ik er wel weer mijn intrek in zal nemen. Heb er iets te levendige herinneringen aan overgehouden. Wat jij hier doet dat weet ik niet. En het enige wat ik me nog kan herinneren was dat ik nodig was op het eiland. Maar meer ook eigelijk niet meer. Waarvoor, wat en waar zal ik dan ook eerst uit moeten zoeken, maar niet voordat ik een aantal oude vrienden en vriendinnen heb bezocht. Maar het is zoals je zegt. Iets in jou herinnert me ergens aan uit mijn verleden. Aan de periode dat ik over de aarde rondzwierf. Dat ik aan veldslagen en oorlogen deelnam als krijger. Maar dat kan helemaal niet, jij hebt de verkeerde leeftijd om die periode meegemaakt te hebben. Dat is onmogelijk, en toch heb je iets wat mij terugbrengt naar die tijd. Iets wat ik herken in jouw, maar niet thuis kan brengen. De klap heb ik gewoon overleefd, ik kan wel een stootje hebben. Heb in mijn lange leven reeds heel wat meegemaakt en vele dingen geleerd. Dit was iets wat me nog behoorlijk raakte." Bij het zien van Atrimar die zijn handen door zijn haar haalt schieten er bij HighLander verschillende korte visioenen uit vroeger tijden voor zijn geestesoog. Ontzettend kort en snel weer voorbij. Het heeft te maken met herkenning. Maar nu niets forceren, geduld hebben en de geest zelf de dingen laten uitzoeken. "Ik weet eerlijk gezegt niet waar ik heen moet momenteel. Er zijn zoveel plaatsen en mensen die ik eerst zou willen bezoeken. Gezelschap stel ik momenteel wel bijzonder op prijs, hoewel ik altijd al een éénling ben geweest heb ik nu wel weer lang genoeg in afzondering gezeten." | |
Atrimar | woensdag 7 november 2001 @ 10:57 |
Dus je wil me vertellen dat je geroepen bent en je weet niet eens door wie? Tae'mer nevram caldes navirravon Atrimar gaat op een boomstronk zitten en kijkt Highlander eens onderzoekend aan. Als jij ergens nodig bent, en aan je verschijning te zien zal dat geen vredelievende missie zijn, ben je dan niet ietwat, hoe zal ik het noemen, licht bepakt? Atrimar kijkt nog eens naar de krater die achter Highlander ligt en schud eens zijn hoofd. In de directe omgeving begint het bos nu te ontwaken, en hier en daar begint het verontwaardigde gekwetter van de vogels, en het geruis van andere dieren weer op te komen. De natuur begint zich in ieder geval weer normaal te gedragen. Tot de inslag heb ik nog nooit zo'n stil bos gehoord, het is al dagen zo dat het gevoel van afwachting in het bos waart. | |
pluisje | woensdag 7 november 2001 @ 11:12 |
* Ondertussen doolt pluisje, met de dolk stevig in haar handjes, nog steeds door het bos, op zoek naar haar geliefde die er zo plotseling van door ging. Behoedzaam, en vooral erg bang voor enge monsters, vindt zij haar weg door het bos.... In de verte lijkt zij stemmen te horen.... Atrimar?? * pluisje loopt in de richting van de stemmen | |
HighLander | donderdag 8 november 2001 @ 05:23 |
"Tae'mer nevram caldes navirravon Je spreekt de taal van de ouden beste smid. Wederom iets wat niet strookt met jouw fysieke persoon. Maar wees niet zo verbaasd over mijn missie en laat mij het verklaren. Een mentaal noodsignaal bereikte mij op die oneindig ver verwijderde plaats met daarin alle details van de oorzaak. Maar door al het geweld en de krachten van het ontwaken uit mijn hibernatie is de boodschap helaas voor het grootse deel vervaagd uit mijn gedachten. Het enige wat ik mij dus nog herinner is dat ik geroepen ben om met mijn krachten iemand te hulp te schieten. Slechts een vaag beeld is achtergebleven van de verstuurder van het signaal, maar ik ben er bijna zeker van dat het een vrouw is. En bij mijn weten is de godin uit de toren de enige vrouw op het eiland die in staat is mentale boodschappen de wereld in te sturen. Al mijn missies zijn in tegenstelling tot mijn karakter zelden vredelievend, en jouw opmerking is idd correct. Ik ben slecht bewapend. Mijn oude wapens heb ik voor mijn vertrek aan diggelen geslagen op de steen van Dranuhr in het bos en begraven onder de catacomben van mijn kasteel. HighLander ziet Atrimar nog een blik naar de krater werpen en lacht bij het zien van het afkeurende schudden van zijn hoofd. En toch, de manier van bewegen, de schokjes met het hoofd, de gebaren tijdens het praten. Deze man heeft iets wat hem met het verleden van HighLander verbind... maar wat dan toch.. Langzaam aan komt de natuur weer tot leven in het bos. Een roodborstje vliegt tussen de twee mannen door en tussen de kruinen van de bonen beginnen de vogels weer te zingen. Een vosje schiet bijna geruisloos langs de rand van de open plek en word door beide mannen opgemerkt. Het beest houdt stil en kijkt de twee met een brutale blik aan. Om vervolgens zijn weg te vervolgen. * Plotseling spitst de vampier zijn licht gepunte oren. Hij ving een geluid op wat niet thuishoorde in het bos, en niet veroorzaakt werd door hemzelf of de man tegenover hem op de boomstronk. Al zijn zenuwen zijn vol van oplettendheid en spanning. Atrimar kijkt verschrikt op als de man voor hem opeens zijn spieren spant en in enkele bewegingen sneller dan het oog kan volgen tussen de bomen wegschiet. Een vrouwelijk, angstig, hoog en bekend geschreeuw bereikt de smid vanuit het bos. [Dit bericht is gewijzigd door HighLander op 08-11-2001 05:30] | |
pluisje | donderdag 8 november 2001 @ 09:43 |
Atrimar!!! ![]() ![]() Ik heb je gevonden!! * pluisje vliegt haar geliefde om zijn nek... En nu ga je me eens vertellen wat er aan de hand is verdorie * pluisje kijkt Atrimar streng aan | |
Atrimar | donderdag 8 november 2001 @ 10:10 |
Tijdens het relaas van de vampier bedacht Atrimar dat hij wel ongeveer weet wie Equilan is, en waar hij haar misschien kan vinden. En bij het noemen van de oude wapens was hij al onbewust bezig met het wikken en wegen hoe de wapens weer tot een geheeld te smeden, al zou dat een erg moeilijke taak zijn, aangezien magische wapens zich niet makkelijk laten bewerken. "Taal van de wat? Ik spreek helemaal geen vreemde talen? Maar ik heb eens zitten nadenken, ik denk dat ik je wapens wel kan ..." Voordat Atrimar is uitgesproken ziet hij de vampier in een flits in beweging komen en achter hem het bos in verdwijnen. "Hee! Waar ga je ..." Nog voor Atrimar zijn zin heeft kunnen afmaken hoort hij vanuit de richting waar de vampier is verdwenen een ijselijke kreet. Bijna direct herkent Atrimar de overslaande stem. Bloedvuur! Pluisje!! Haastig springt Atrimar op van de boomstronk en rent in de richting van de stem. Half struikelend van haast baant hij zich een weg doorhet dichtbegroeide struikgewas, onderwijl zijn wapenstok steviger in zijn handen nemend. "Wacht! Stop! Niet doen!" Atrimar snelt naar de twee toe en probeert zich tussen de twee op te stellen en zo de boel te sussen. Met zijn rug naar pluisje toe kijkt hij de vampier aan. Hij probeert zijn wapenstok klaar te houden, maar er niet al te dreigend uit te zien, om misverstanden te voorkomen. | |
HighLander | donderdag 8 november 2001 @ 13:09 |
* HighLander vliegt een kleinere open plek op en loopt in zijn beweging een kleinere gestalte overhoop welke hij meteen bij de pols grijpt. Het voelt breekbaar doch vol van weerstand, een vrouw dus. Opeens ziet hij een glinstering van metaal tussen hen in en werpt hij de vrouw van hem vandaan om de dolk te ontwijken. Spanning giert door de ledematen van de vampier, met een opgetrokken bovenlip staat hij tegenover dit vrouwmens te grommen dat hun trachtte te besluipen. Als de smid zich tussen de twee kemphanen inwringt deinst HighLander achteruit om het fysieke contact te vermijden. De houten tandenstoker zit er niet bepaald dreigend uit in de handen van de brede smid, maar maakt goed genoeg duidelijk dat de vrouw achter hem zijn bescherming geniet. En dat alleen is al genoeg om HighLAnder langzaam terug te laten zakken in zijn ontspannen houding van nog geen 20 seconden geleden. De smid is immers te vertrouwen, althans die indruk krijgt de vampier. "Mijn beste Atrimar, jij kent deze vrouw blijkbaar, zou je ons niet eens voor stellen?" | |
Atrimar | donderdag 8 november 2001 @ 13:51 |
Nog nahijgend staat Atrimar tussen de twee in, langzaam laat hij zijn wapenstok zakken en kijkt hij de vampier vragend aan. "Had je me niet kunnen waarschuwen voordat je als een gek achter een geritsel aangaat? Ik schrok me een ongeluk. Altijd was je al veel te gehaast. Team'erac niviarrin ye calliende nocturnac Voor iemand die hier een tijdje woonde weet je trouwens weinig van de bewoners van het eiland af Vampier. Dit is pluisje, ranjastalletje-eigenaresse en tegenwoordig prinsesje van het eiland." Dit zeggende draait Atrimar zich om naar pluisje. Bijna boos kijkt hij haar aan. "En jij. Volgt me eerst, ondanks mijn waarschuwingen, helemaal tot hier het bos in. En dan ga je nog een beetje de verontwaardigde prinses uithangen? Had ik je niet verteld dat het gevaarlijk kon zijn hier? En wat sta je in Godsnaam in het rond te zwaaien met die dolk? Je hebt het niet eens goed vast, straks snijd je jezelf nog!" "Dit is trouwens Duncan, maar die ken je waarschijlijk nog van vroeger." Atrimar kijkt naar boven en ziet de zon zijn laatste warme stralen uitvloeien over de boomtoppen. Het kan niet lang meer duren voor de duisternis van de nacht zal invallen. Laten we maar een vuur maken en een plek zoeken om de nacht door te brengen. | |
HighLander | donderdag 8 november 2001 @ 14:10 |
De vampier kijkt de smid niet eens aan bij zijn laatste woorden en blijft naar de vrouw daarachter kijken. "Verrek! Pluis! ben jij het meid. Wat zie je er anders uit dan vroeger! Prinses van het eiland, ik moet zeggen je ziet er stukken beter uit dan toen." De smid word aan de kant geveegt en de vampier tilt zijn vroegere vriendin hoog op. "Wat geweldig om jou weer te zien, en dan nog wel in deze speciale kledij. Heb je toevallig een noodvoorraad ranja bij je voor me" En zich weer naar met een beledigd gezicht naar de smid richtend na Pluisje voorzichtig neer te hebben gezet: "Ik was altijd al te gehaast? Hoe kun jij dat nou weten, wij hebben elkaar pas net leren kennen. Impulsiviteit is het juiste woord, iets wat me vaker gered heeft dan in gevaar bracht. Maar je hebt gelijk het word al laat, te laat om ergens anders onderdak te zoeken. We zullen de nacht in het bos door moeten brengen." | |
pluisje | donderdag 8 november 2001 @ 14:19 |
Zeg Atrimar, iets aardiger kan wel hoor ![]() Wie gaat er nou zomaar vandoor..tsss * pluisje kijkt naar de vermeende vreemdeling en is onder de indruk van de ontmoeting met haar oude vriend.... Goh, waar zal hij al die tijd geweest zijn? Haar gepieker wordt onderbroken door een gesprek tussen de 2 mannen. Wat zeggen jullie?? * pluisje rilt.... | |
Atrimar | donderdag 8 november 2001 @ 14:26 |
Atrimar kijkt de vampier heel even bijzonder kwaad aan. Het is toch ook niet te geloven he. Je staat daarnet nog op het punt om haar keel te scheiden van de rest van haar lichaam en nu ... ach laat ook maar. Bloedvergeten, impulsieve nocturnac. Laat me eerst me een hartverzakking schrikken en gaat daarna doodleuk staan knuffelen." Atrimar draait zich mokkend om en gaat in de buurt op zoek naar iets om te eten, en wat hout om een vuur mee te maken. Net voorbij de boomrand aangekomen slaat er weer een korte hevige flashback door zijn hoofd ... * ... om je heen jongen, er zijn meer van ons dan van jouw soort. Nocturnae zullen uiteindelijk toch de macht grijpen. En jij en die keerling kunnen daar toch niets aan veranderen. Je dacht toch niet dat ... Wankelend komt Atrimar tot stilstand. Wat ... pokkeherinneringen Vlug raapt Atrimar wat hout bijelkaar en met zijn armen vol komt hij weer terug op de plek waar hij pluisje en Highlander heeft achtergelaten. "Hebben jullie al een plek gevonden of hebben jullie alleen staan keuvelen?" vraagt hij lichtelijk geirriteerd. | |
Vampier | donderdag 8 november 2001 @ 15:48 |
![]() Vampier | |
HighLander | vrijdag 9 november 2001 @ 09:26 |
-"Bloedvergeten, impulsieve nocturnac." -"Hoorde ik iemand bloed zeggen?, kijkt de vampier verlekkerd op. Om vervolgens zich weer in een gesprek met Pluisje te storten. Het gaat over de gebeurtenissen van de laatste maanden, en alle nieuwe bewoners die er tijdens zijn afwezigheid op het eiland zijn aangekomen. Plus de avonturen die de eilandbewoners de laatste tijd hebben meegemaakt Op een gegeven moment komt Atrimar terug tussen de bomen vandaan de open plek opgelopen. "Nou om eerlijk te zijn hebben we idd alleen maar wat staan praten ja. We hadden nogal wat bij te praten immers. Maar ik zal je idd even met dat kampvuur helpen" HighLander neemt het houd aan een stapet dti midden op de open plek netjes op... Vervolgens staat hij weer op en strekt zijnd hand, die meteen begint te gloeien, uit naar het vuur. Midden in de houtstapel ontstaat een lichtpuntje wat steeds feller en feller word, totdat je er op een gegeven moment niet meer naar kan kijken. Met een lichte plof wat het droge hout vlam en zo brand er an gauw een aangenaam vuurtje. Ik ben deze post dus 2 keer kwijtgeraakt, | |
Atrimar | vrijdag 9 november 2001 @ 10:02 |
Atrimar knippert even met zijn ogen tegen de korte felle flits en gaat daarna bij het vuur zitten om het proviand dat in zijn rugzak zit klaar te maken. Kortstondig vraagt hij zich af wat Highlander eigenlijk moet eten. Vaardig maakt hij twee pluisje, heb je nog wat eten megenomen of ben je gewoon zonder voorbereiding achter me aan gegaan? Terwijl de fazanten roosteren boven het vuur gaat hij behaaglijk bij het vuur zitten en hij haalt zijn wetsteen tevoorschijn en vaardig begint hij zijn dolken en zijn pijlpunten bij te werken en te slijpen, onderwijl met Highlander pratend. Dus ... wat zijn de exacte plannen voor later? Heb je al enig idee waar we naartoe moeten? En weet je al wat je nodig gaat hebben? no problem dude, we'll make everything up as we go along | |
pluisje | vrijdag 9 november 2001 @ 11:17 |
Grmbl Eten??? Uhm...nee daar heb ik niet direct aan gedacht toen je opeens de benen nam en ik als een idioot achter je aan ben gaan rennen.... * pluisje kijkt verbaasd hoe Highlander het vuur ontsteekt.... Hoe doet ie dat toch | |
equilan | vrijdag 9 november 2001 @ 11:33 |
Highlander, ook ik ben al diverse keren op die manier een enorme post kwijtgeraakt. Tip: voor je op verzenden drukt eerst even copy doen!! | |
Vampier | vrijdag 9 november 2001 @ 13:43 |
![]() 'k snap er nix meer van Vampier | |
HighLander | maandag 12 november 2001 @ 10:11 |
HighLander neemt de veldfles ranja van pluis over en kijkt verlekkerd op na de eerste slok. "Pluisje, die ranja van jou smaakt nog beter dan ik me herinner!" En hij zet zich weer aan de veldfles welke na 1 grote lange teug helemaal tot op de bodem leeg is. ssssssssssssssssslurp....aaaaahhhH "Zow dat was lekkah..! Blij dat HighLander niets speciaals nodig heeft gaat Atrimar gerustgestelt verder met zijn bezigheden en begint hij het gesprek weer op gang te helpen. Pluisje kijkt wat beduusd naar de lege veldfles die ze opvangt nadat HighLander hem teruggooide. Een beetje ongelovig draait ze de fles ondersteboven "Geen idee, zoals ik al zei een paar oude vrienden en vriendinnen opzoeken. Dagobert in het hotel, het restaurant, Equilan en haar draken in haar toren. Herne heb ik ook al heel lang niet meer gezien. Gewoon alle oude bekenden opzoeken. Dus de exacte plannen voor nu, mensen opzoeken, in de hoop dat één van hun mij mijn missie kan verduidelijken. Daar zal ik namelijk ook nog hulp bij nodig hebben wil ik weer even krachtige wapens als dat ik vroeger had." - Langzaam aan begint het ochtendgloren terrein te winnen op de duisternis van de nacht en het vuur zakt langzaam steeds verder in, totdat het bijna uitdooft. De drie hebben de hele nacht zitten praten als oude vrienden zodat de tijd ontzettend snel verstreek. Als de zon haar eerste stralen tussen de bomen door laat vallen beginnen de drie hun spullen bij elkaar te rapen. Het vuur word uit elkaar geschoffelt en en HighLander verzekert zich ervan dat er geen smeulend stukje achterblijft. Een bosbrand kan het eiland niet gebruiken en hij moet er niet aan denken dat hij Herne het uit zou moeten leggen. HighLander maakt eindelijk een definitieve beslissing. Ze gaan naar het dorp, naar het restaurant. De maatlijd van vannacht was lekker, maar niet genoeg om zijn honger te stillen. Atrimar zwaait zijn wapen over zijn schouder en pluisje kijkt nog eens met een droevige blik naar haar lege veldfles. "Op naar het dorp, op naar het restaurant!" Took some time, but we're up and running again. [Dit bericht is gewijzigd door HighLander op 12-11-2001 10:25] | |
Atrimar | maandag 12 november 2001 @ 10:40 |
"Nou, van hier een beetje stilzitten zullen we ook weinig wijzer worden he" Atrimar gaapt tot zijn kaken kraken, en begint met het inpakken van de resten van het kamp. Terwijl hij hiermee bezig is gaat het gekeuvel onverminderd door. "Wat voor wapens had je eigenlijk? Ik mag toch hopen dat die met gewoon metaal te maken zijn." Do what needs to be done, you're the main carachter so far | |
pluisje | maandag 12 november 2001 @ 16:21 |
* pluisje kijkt nog wat beteuterd naar haar veldflesje.... ![]() Hoe moet dat nou? Ik kan geen dagen zonder ranja hoor.... | |
Atrimar | dinsdag 13 november 2001 @ 11:46 |
Je veldflesje kunnen we onderweg vast wel ergens vullen hoor snoes Atrimar is benieuwd waar we heen gaan | |
pluisje | donderdag 15 november 2001 @ 12:22 |
* Na dagen wachten, zonder ranja, begint pluisje last te krijgen van uitdrogingsverschijnselen... De heren lijken echter niet van plan om in beweging te komen, kennelijk bevalt het ze hier prima in het bos, onder deze primitieve omstandigheden.... Ik heb dooohooorst! * pluisje schraapt haar keel en spreekt met stoere, doch trillende stem de mannen naast haar toe: Jongens, ik zit nu al dagen zonder ranja, eet alleen groenvoer en ik heb al nachten niet geslapen omdat ik bang ben dat ik word aangevallen door een monster * pluisje gaat bedeesd weer op haar boomstronkje zitten... | |
Atrimar | woensdag 21 november 2001 @ 11:08 |
"Ik vind dat we maar eens op pad moesten gaan." Atrimar staat op en begint de laatste resten van het kleine kampementje op te ruimen. De sporen van het kampvuur zijn snel uitgeveegd, en de resten van de maaltijden blijven ook niet veel langer meer liggen. "Nu blijft de vraag nog ... waar gaan we heen?" | |
equilan | woensdag 21 november 2001 @ 11:15 |
moeten jullie niet eens een topic-hop doen? erg ver weg zijn jullie niet meer, of wel? ![]() | |
Atrimar | woensdag 21 november 2001 @ 11:19 |
quote:Ik wil wel, maar weet niet wat Highlander van plan was ![]() | |
equilan | woensdag 21 november 2001 @ 11:21 |
quote:lastig! nouja, zijn jullie heel ergens anders ver weg van hier maar toch dichtbij... breuls kun je de topictitel veranderen? ![]() ![]() | |
HighLander | zondag 25 november 2001 @ 18:53 |
Moet ik dan alles zelf doen bij een verhaal ![]() Eindelijk is het drietel onderweg richting het dorp, HighLander en Atrimar overleggen reeds een eventuele samenwerking bij het maken van nieuwe wapens en pluisje verzekert zich om de 100 ervan dat haar veldflesje echt helemaal leeg is. Wanneer pluisje net weer met een beteuterd gezicht haar veldfles opbergt blijft HighLander plotsklaps als versteent staan. Atrimer kijkt na een aantal stappen verbaasd achterom en ziet dat de vampier iets gevoelt heeft wat met normale zintuigen niet waar te nemen is. Het is bijna zichtbaar hoe de onsterfelijke zich tot het uiterste inspant om zich ervan te vergewissen wat hij zojuist diep van binnen voelde. Na een seconde of 30 ziet het tweetal een verbeten trek op het gezicht van het nachtwezen komen en beginnen zijn ogen te gloeien. De woede is bijna op afstand te voelen en zowel pluisje als Atrimar doen verbijsterd enkele stappen achteruit. Dan zakt de vampier opeens in alsof hij al zijn spieren ontspant en zijn hoofd zakt voor zijn borstkas terwijl er een dierlijk gegrom opklinkt die diep van binnen komt. "HighLander?" vraagt de smid bezorgd, "wat is er aan de hand met je, wat voelde je?" Ze kijken elkaar eens aan met een blik van, watmeoten we hier nou mee, maar ondertussen voor de toren van Equilan volstrekt zich een drama. Na enkele minuten beweegt de zwartgeklede man plotsklaps weer en met een gezicht wat overdekt is met tranen vervolgt hij zijn weg zonder ook maar één woord te spreken tot zijn metgezellen.....
Dit prachtige verhaal, met zoveel potentie, mogelijkheden en diepgang eindigt voorlopig weer hier ben ik bang. Ik had gisteren reeds een grote post klaar met 3 verschillende verhaallijnen, en mogelijke ideeën. In solitude my strength rests, And that was my final safeheaven, Goodbye to all... [Dit bericht is gewijzigd door HighLander op 25-11-2001 22:58] | |
HighLander | maandag 8 juli 2002 @ 10:31 |
quote:And here finally the story goes on once more...... Na het drama wat zich zoveel maanden geleden voltrok wat het leven kostte van Sharptooth, zwerft de dader nog steeds verdwaasd over het eiland. Tijdens slapeloze nachten luistert hij naar de geluiden van het eiland en haar rijke natuur. Dieren schieten verschrikt weg als hij eraan komt, hij leeft van wat de natuur hem bied, en de donkere kleding ziet grauw van het stof en de modder. Slapen gebeurd in het bos tussen de struiken of in een hol in de grond. Hij volgt de nachtelijke omloop van de sterren en de maan en naargelang de maand voor de zoveelste keer sinds de moord vol raakt houdt hij het niet langer meer vol. Twee van zijn beste vrienden zijn van het eiland verdwenen, vertrokken naar Avalon of in een diepe slaap weggezakt. De bevolking van het eiland schrikt zich in eerste instantie wezenloos, de nieuwelingen weten niet waar het geluid vandaan komt of wie ervoor verantwoordelijk is. De oudste bewoners kijken elkaar echter verheugd aan, het is een geluid dat een terugkomst voorspelt. Totdat, plotsklaps, op één van de laatste dagen van juni, het hele kasteel op de oostpiek van de berg weer opleeft. Zomaar midden in de nacht, vlamden achter de ramen tientallen toortsen op, en de volgende ochtend zagen enkele 'toevallige' nieuwsgierige voorbijgangers dat het hangslot en de dikke ketting op de hoofdpoort verdwenen waren. Het kasteel wordt in zijn originele staat hersteld, de wilde begroeiing verdwijnt van de muren, en op de toren staat weer een gouden spits. Het nachtelijke geschreeuw is opgehouden, enkel 1 keer per maand bij volle maan wil er vanaf de torenspits nog wel eens een gestalte de maan toehuilen. HighLander is terug... The creature has returned to his lair -HighLander heeft weer zijn intrek genomen in zijn rechtmatige woning.- Lees ook: | |
HighLander | maandag 8 juli 2002 @ 10:36 |
... Dit verhaal gaat verder in een situatie waar HighLander weer ingetrokken is in zijn kasteel, en deel uitmaakt van het allerdaagse eilandsbestaan zij het enigszins teruggetrokken als een kluizenaar in zijn kasteel. HighLander's kasteel is inmiddels alweer een tijdje bewoond, Maar er klinkt sinds afgelopen weekend een hoop herrie uit het kasteel, er wordt gezaagd, getimmerd en de penetrante lucht van verf verspreid zich over de hele bergtop. Blijkbaar krijgt het kasteel een grootse onderhoudsbeurt, maar waarom eigenlijk? Op zich was het kasteel nog zeer goed toonbaar. Dag na dag gaat het geklus onverminderd door. Het kasteel ziet er steeds beter uit, de muren die eerder al ontdaan waren van wildgroeiende planten zien er opeens schoongemaakt uit, alle houten luiken en deuren zien er van een afstand uit of ze opnieuw in de grondverf zijn gezet, de gaten in de daken zijn gerepareerd, en overal zijn weer vlaggenstokken en torenspitsen te zien. Het oude kasteel wordt duidelijk in zijn geheel onder handen genomen en gerenoveerd, maar waarvoor eigenlijk. HighLander zelf ziet men deze week maar zelden in het dorpje, en als die er komt plundert hij verschillende winkels. De bakker wordt gevraagd of hij een week zijn winkel kan sluiten en beschikbaar kan zijn, de slijterij krijgt de opdracht de beste champagne van het vasteland over te laten komen. En het zal nog eventjes onduidelijk blijven waarvoor al die drukte eigenlijk nou was.... | |
HighLander | woensdag 10 juli 2002 @ 00:35 |
Op deze prachtige zondagochtend staat iedereen wel heel vroeg op voor ieders doen, waarom in hemelsnaam? Alle dieren op het eiland zijn ook enigszins opgewonden, de vogels kwetteren er op los, en groepjes zie je overal de andere dieren bij elkaar zitten. Langzaam maar zeker vertrekt het ene groepje na het andere in de richting van de Oostpiek. Al gauw is er vanuit het dorp zelfs langs het weggetje een constante stroom van dieren te zien die blijkbaar onderweg zijn naar het kasteel van HighLander. De dorpelingen die het meest gewend zijn aan vroeg opstaan schieten hun kloffie aan en gaan uit pure nieuwshierigheid op pad. Al gauw is te zien dat de kasteeleigenaar op de hoogste toren alle dieren welkom heet en verwachtingsvol zo nu en dan een blik op de strakblauwe hemel werpt. Naarmate het middaguur nadert wordt het aanzienlijk drukker op de binnenplaats van het kasteel. De dieren zitten overal in ramen en kozijnen en op de talloze kantelen die de binnenplaats omringen. Daar verzamelen steeds meer bewoners van het eiland zich die uit pure nieuwsgierigheid de reis naar het kasteel hebben gemaakt. Een houten podium aan de achterkant van het plein is mooi versierd met witte stof en rozenstruiken. Een rode loper die vanaf de deur naar het podium loop is overdekt door een tiental kale rozenbogen. Langs de linkerkant van het plein staat een grote rij van tafels vol met lekkernijen, drank en andere spijzen. En op het moment dat de slagen van de kerkklok, die in het dorp half tien slaat, het kasteel bereiken, valt de hele natuur op het eiland stil. De dieren kwetteren er niet langer op los en er is geen zuchtje wind te bekennen, terwijl de vlaggen en wimpels toch niet slap langs hun stokken hangen. De zon schijnt opeens veel feller lijkt het wel, en de temperatuur stijgt merkbaar. Het geroezemoes op het plein verstomd langzamerhand naargelang steeds meer mensen de veranderingen opmerken. Alsof een wolk de zon verduisterd, dimt het licht op het plein langzaam tot een zware schemering, maar er is geen enkele wolk te bekennen aan de hemel, het lijkt simpelweg wel alsof de zon dooft. Een enkele smalle zonnestraal breekt ondanks het gebrek aan wolken door en verlicht steeds helderer het begin van de rode loper. Inmiddels lijkt het wel nacht zo donker als het is, terwijl de temperatuur nog steeds aangenaam warm is. HighLander spoed zich bij de eerste tekenen van de komende gebeurtenis zijn toren uit naar beneden en begeeft zich naar het podium. Tegen de tijd dat hij daar aangekomen is, ziet op de binnenplaats geen mens meer een hand voor ogen. Met een vluchtige spreek en handbeweging laat hij de tientallen toortsen ontvlammen die aan de muren hangen die het plein omringen. De duisternis wordt hiermee verdreven en het lijkt of men in plaats van in de openlucht nu binnen in een gigantische hal staat, waar 1 smalle zonnestraal door een enkel oneindig hoog raam naar binnen schijnt, en weerkaatst wordt door het rondzwervende stof. Maar wat van oorsprong normaal zonlicht leek, is dit al lang niet meer. Als men goed kijkt ziet met dat de lichtstraal bestaat uit kalme wervelingen van gekleurde flarden mist binnen in een kolom van licht. Het wordt pas echt voor iedereen duidelijk dat we hier met magie te maken hebben en niet met een uitzonderlijk natuurverschijnsel als de sterretjes zicht niet langer om de straal van licht bewegen, maar heel langzaam de rest van de zaal verkennen. Ze bewegen zich langs de rode loper richting het podium. In twee brede banen van magische lichtgevende energie aan beide kanten van de loper, naderen de banen het podium. Bij elke rozenboog schieten aftakkingen omhoog die elkaar midden boven het pad ontmoeten. Bij het podium aangekomen omlijsten ze het geheel met een prachtig zacht lichtschijnsel. Geen enkel dierlijk, menselijk of bovennatuurlijk wezen dat zich in de ruimte, wat ooit de binnenplaats van HighLander's kasteel was, bevind kan nog langer naar boven kijken. Hoewel de straal op de grond een waarlijk prachtig boeiend schouwspel vormt, is het naar boven kijken pijnlijk voor ieders ogen. Maar als men het toch waagt een blik naar boven te werpen is in de verte een donkere vlek te zien die richting het eiland komt. Steeds langzamer lijkt de vage vlek binnen de steeds bredere straal zich naar het kasteel op de Oostpiek te verplaatsen. Het lijkt wel alsof de talloze lichtjes steeds groter worden en er steeds minder overblijven. Het blijken grote aantallen elfjes te zijn. Met hun lieflijke gezichtjes, fel gekleurde vleugeltjes laten ze overal waar ze vliegen flarden lichtgevende mist achter. Langs de rode loper lopen nog steeds de lijnen van licht, en net als de rozenbogen geven ze een sprookjesachtig schijnsel. De elfjes houden zich ondertussen met andere dingen bezig. Waar de ondeugendsten de tafels met lekkernijen al hebben ontdekt, zijn anderen bezig met extra versiering, hier en daar schieten de meest prachtige bloemen uit de grond. De kale rozenbogen raken al snel begroeid met de meest adembenemend mooie rozen, en ook deze lijken wel licht te geven. Het hele podium is inmiddels omlijst en overdekt met rozen,wijnranken en klimop. Het is de godin van de natuur Equilan en ze is in gezelschap van een onbekende man. Met een stralende glimlach schrijdt ze aan de arm van deze man richting het podium. Tussen de stralende lijnen waar de rode loper loopt, en onder de rozenbogen door nadert ze het podium waar HighLander met een soepele sprong vanaf springt en op zijn linkerknie naar de grond zakt, terwijl boven hem de elfjes er opgewonden op los kwetteren. Onderweg geeft ze vriendelijk knikjes naar de bekenden die ze hier en daar tussen de mensen ziet staan, en een glimlach voor iedereen. HighLander gaat langzaam weer staan en richt zich in zijn volle lengte op en kijkt langzaam in het rond. De tientallen fakkels werpen hun schaduwen langs de randen van het plein, terwijl de rode loper, de rozenbogen en het hetle podium omgeven is met licht dat enkel uit magie voort kan komen. Een wonderlijk gezicht voor éénieder die het nog nooit gezien heeft, en nog immer boeiend voor hen die het al vaker gezien hebben. Alle dieren die eerst overal in ramen en op kantelen zaten komen langzaam aangelopen of gevlogen en nemen plaats vlak voor het podium. De gastheer schraapt zijn keel en neemt een diepe teug lucht...... | |
HighLander | donderdag 6 februari 2003 @ 20:07 |
Deze vos leert zijn streken niet af. Het moest nog steeds een keer af. Qua kwaliteit misschien niet wat men van me gewend is, maar het is ook al wel erg lang geleden. Deel zoveel in me eigen creativiteitstopic, en staat alweer een stuk klaar wat meteen hieronder zou moeten komen wat ik nog af moet schrijven. En na een hele, hele diepe, lange teug, zuivere, geioniseerde lucht, begint de gastheer, die zovelen in de zaal nog nooit in levende leven hebben aanschouwd en hem enkel uit de mythen en sagen van het eiland kennen te spreken. Een stem die bij de oudere eilandbewoners alle haren overeind doet staan van herkenning, en degenen die hem niet kennen meteen doet stilvallen, een timbre wat de dieren midden in hun gekwetter doet verstommen, en wat allen zich naar het podium doet richten. Als een warme golf van geborgenheid reikt zijn stemgeluid uit over de bonte verzameling wezens en creaturen van het eiland. Allen zetelen zich neer waar men op dat moment staat. "Beste vrienden, dierbare vriendinnen, kennissen, nieuwe en onbekende bewoners, en alle dieren van het FOK!eiland! Ik heet u allen welkom in mijn kasteel, mijn burcht, mijn heilplaats, en vandaag, mijn kerk en kathedraal. Maar genoeg over mij, wij zijn hier voor een aanzienlijk belangrijkere gebeurtenis.' Tijdens deze inleidende woorden loopt HighLander langzaam de rode loper af richting de dichte poort, onderweg oude vrienden begroetend, en oude vriendinnen hartstochtelijk omarmend. Het is maanden zo niet jaren geweest dat de meesten de halfvampier hebben gezien en gesproken. Aangekomen bij de straal licht die het begin van de rode loper nog steeds verlicht draait hij zich weer om en begint verder te spreken. "We zijn hier vandaag, om een uitermate goede vriendin, vertrouwenspersoon, hulp in moeilijke tijden, koningin van de elfen en beschermster van het eiland te feliciteren, en voor de tweede maal haar bruiloft te vieren op de plek waar zij eigelijk thuishoort. En terwijl de ranke vrouwengestalte op de grootste troon op het podium zich uit haar zetel verheft en langzaam naar de rand van het podium schrijdt, begint de hele menigte te juichen. De magische stilte die heerste terwijl HighLander sprak is onmiddelijk verbroken, en wordt vervangen door een onbeschrijfelijk gevoel van vreugde, herkenning en blijdschap. Equilan neemt vanaf de rand van het posium dankbaar alle welkomstwoordne in ontvangst, terwijl ze met de oude bekenden waar ze nog in lang vervlogen tijden mee samenleefde één voor één in de menigte herkent en oogcontact mee heeft. Oude vriendschappen vlammen op door herkenning, en de oudste bewoners van het eiland bewegen zich van de plekken waar zij statig op hun eigen zetels zaten welke zij reeds lang in het kasteel bezitten richting het podium. In de kleine groep voor het podium is de begroeting nog vele malen hartelijker als Equilan geholpen door vele handen van het podium afstapt. HighLander was ondertussen langzaam teruggelopen naar het podium en had plaats genomen naast de voor de eilanders verder onbekende man. De blikken die de twee lange gestaltes uitwisselden waren teken dat zij enkel in gedachten met elkaar spraken, en er verscheen een lichte glimlach toen HighLander doorhad dat alles meeviel wat er tot zover was gebeurd. De aanwezige elfjes van het eiland zelf, die zich tijdens al wat zich had afgespeeld op de achtergrond hadden gehouden, herkenden dit als teken, en kwetterend van opwinding kwamen ze allemaal van hun zitplaatsen hoog in de bovennatuurlijke zaal af om zich bij het magische volkje op de ranken boven het podium te voegen. Ook hier vond hier en daar herkenning plaats, en het geluid wat van deze bijna chaotische groep kleine wezentjes afkwam klonk als een pure zuivere muziek in de oren van mens en dier. Equilan en de groep gaan langzaam uitéén en met een vluchtige gewichtloze beweging zweeft de welkome gast achteruit weer op het podium naast HighLander. En nog terwijl de oudere bewoners terug lopen naar hun plaatsen begint de kasteeleigenaar weer te praten. 'Ik heb nu de grote eer, om uw allen de gemaal van onze goede vriendin voor te stellen. De man welke zij in het verre Avalon is getrouwd door heer Oberon zelve. Mensen, ik vraag u nu om op de u zo eigen hartelijke wijze Kahn te verwelkomen, afstammeling van Oberon, en levenspartner van Equilan.' Een minder hard gejuich, maar niet minder gemeend en hartelijk stijgt op uit alle verzamelde wezens van het eiland. Nu pas onderwerpen ze de man aan een nauwkeuriger onderzoek, aangezien eerst al hun aandacht gericht was op de vrouw in lichtblauw. Om het eerbetoon in ontvangst te nemen doet de raadselachtige man een stap naar voren onder de bladerbedekking uit, waardoor het schijnsel van de lichtstraal hem beschijnt. Pas in het magische licht is te zien wat voor een uitzonderlijk personage zojuist aan hen is voorgesteld. Equilan loopt naar voren en pakt haar partner bij de hand, het gejuich in de zaal zwelt aan terwijl de twee elkaar aankijken. 'Dit is de aanleiding van vandaag mijn vrienden, een feest ter ere van onze beste vriendin, en 1 van de grote hoekstenen waarop de magie van het eiland altijd heeft berust, en haar gemaal. Dit is waarvoor ik al een weeklang met voorbereidingen bezig ben, het kasteel volledig is gerenoveerd en waarom nagenoeg het complete eiland momenteel hier is gekomen. Langs de zijkanten van de hal kunnen jullie de tafels met eten en drank zien. Doe je er te goed aan want het is feest dat we moeten vieren, ter ere van de verbintenis tussen deze twee kinderen van Avalon.' Nog voordat hij is uitgesproken vliegt er al een zwerm kwetterende elfjes naar een speciaal voor hun bestemde tafel, alwaar zij zich te goed doen aan allerlei lekkernijen. Op een handgebaar van de vampier begint op het podium een band te spelen die zich zojuist heeft opgesteld. Equilan en Kahn springen lichtjes van het podium af en nemen de eerste dans voor hun rekening, al gauw door anderen gevolgd. En na luttele seconden barst het feestgedruis pas goed los, de dieren doen zich te goed aan speciaal voor hen bereide lekkernijen, net als de elfjes op hun eigen tafel die aan de muur schijnt te hangen op een vijftal meters hoog. De mensen uit het dorp en van de rest van het eiland doen zich te goed aan de vele dranken en spijzen die er staan, of dansen gezamenlijk in de zaal. | |
equilan | donderdag 13 februari 2003 @ 15:02 |
* Equilan danst met Kahn door de menigte, haar ogen stralen van geluk en blijdschap, maar degenen die haar echt, door en door kennen, zien daar ook een glimpje smart en droefenis. Na een wervelende dans maakt de Godin zich los uit de omhelzing van haar gemaal en loopt naar het podium, waar Highlander op de rand zit met een klein kwetterend elfje naast hem. Kahn kijkt haar na, zijn mond vertrekt even en hij draait zich znel om, hij weet....... Higlander staat op als hij Equilan aan ziet komen en samen lopen ze naar een rustig plekje. Highlander pakt haar hand en zo blijven ze staan. Diep in gesprek, maar mentaal, wat de godin te vertellen heeft is nog niet voor ieders oren bestemd. |