Hoewel sommige wetenschappers (zoals Eric Strong) ervan uitgaan dat altruïsme bij weinigen voorkomt en alleen genetisch wordt doorgegeven (alsof het een fysieke eigenschap betreft), lijkt mij altruïsme eerder te maken heeft met bewustzijn. De offspring vindt niet op fysieke wijze plaats, maar door de overdracht van bewustzijn.
Een altruïst calculeert niet, hij voelt zich verbonden met het collectief, laat dit stromen en stelt zo onbedoeld een voorbeeld voor anderen. Zonder altruïstisten leefden we nog in het feodale tijdperk. Door de onbeschaamde onbaatzuchtigheid van de altruïst wordt op de ander een beroep gedaan zich gewaar te worden van het collectieve bewustzijn: binnen de groep, locaal, nationaal dan wel globaal. Alleen al door de ander te confronteren met zijn "idiotie", stelt een altruist hem in staat in contact te komen met de eenheid en pure liefde waarvan in ieder geval de altruïst zelf denkt af te stammen.
Je kunt anderen (bijv. kinderen) vertellen en met alle mogelijke middelen ertoe bewegen dat te doen wat jij wilt dat ze doen, maar ze zullen je goede bedoelingen pas vertrouwen als je jezelf net zo gedraagt. Als je LAAT ZIEN waar je voor staat geef je anderen de kans (en meteen het vertrouwen) om het zich eigen te maken. De ras-altruïst stelt zich er daarbij voor open, dat anderen daarvoor misschien meer tijd, veiligheid en/of mogelijkheden nodig hebben.
Daarmee is de altruïst dus de ultieme leider. Als geen ander heeft hij toegang tot het collectieve bewustzijn van de groep. Als geen ander wordt hij vertrouwd op te komen voor de groep, zoals hij opkomt voor zichzelf. Als geen ander kun je er bij de altruïst van op aan dat hij iedereen op dezelfde liefdevolle manier behandelt, zoals hij zichzelf behandelt.