Stadion scheidt de geesten binnen PSV
door FRANS VAN DEN NIEUWENHOF
Zaterdag 15 oktober 2005 - De dreigende verkoop van het Philips Stadion heeft bij PSV voor veel onrust gezorgd. Het voornemen van de directie stuit zowel intern als extern op veel verzet. Los van de vraag wat wijsheid is in deze staat wel vast dat het huis van PSV veel meer symboliseert dan alleen een plek om te voetballen. Voor de één is het een symbool van clubliefde, voor de ander een bouwwerk dat geld, meer geld, moet opleveren.
Vandaag wordt Kees Ploegsma zestig jaar. Ploegsma, één van de grondleggers onder de successen in de jaren tachtig, werd in 1994 door toenmalig voorzitter Bill Maeijer aan zijn ziekenhuisbed verteld, dat hij beter een andere baan kon zoeken. Ploegsma, de man die Guus Hiddink aanstelde als trainer, was op slag geen manager meer van PSV. Hij werd vervangen door Frank Arnesen.
Ploegsma vierde zijn verjaardag vorige week al. Het feest in het Stadspaviljoen had meer weg van een reünie van PSV. De rood-witte harten klopten stevig. Elke rechtgeaarde clubman had een uitnodiging ontvangen. Er waren er vele tientallen, van Harry van Kemenade tot Erwin Koeman, van Peter Westelaken tot Huub Stevens en van Ronald Waterreus tot Willy van der Kuijlen. Guus Hiddink en Harry van Raaij ontbraken die avond, zij hadden andere verplichtingen.
Ook de huidige directieleden Rob Westerhof en Rob Ribbers misten het feest. Net als de voltallige Raad van Commissarissen.
Als de afgelopen weken één ding duidelijk is geworden, dan is het wel dat de scheiding der geesten binnen PSV steeds scherpere contouren krijgt. Die uit zich op kantoor, op trainingscomplex De Herdgang en in de directiekamer. Ooit vormde de leiding van PSV een bijna heilige drie-eenheid. Voorzitter Harry van Raaij, commercieel directeur Fons Spooren en technisch directeur Guus Hiddink konden lezen en schrijven met elkaar.
Woedend
Toen een lid van de Raad van Commissarissen enkele weken geleden tegenover deze krant bevestigde dat besprekingen over de verkoop van het Philips Stadion aan een Zwitserse investeringsmaatschappij in vergevorderd stadium waren, reageerde Rob Westerhof woedend. De directie was er veel aan gelegen om het voornemen binnenskamers te houden. Verdeeldheid was het gevolg. Opmerkelijk is dat Hiddink zich vandaag in deze krant publiekelijk zijn vraagtekens plaatst bij het plan.
Het Philips Stadion lijkt een splijtzwam binnen de PSV-familie te worden. Dat met name Westerhof en Hiddink niet altijd op één lijn zitten, werd deze week niet voor het eerst helder.
Een maand of twee geleden werd Hiddink op tv gevraagd naar zijn mening over de handelwijze van de voorzitter. Aanleiding was een spraakverwarring over de inhoud van het contract van verdediger Alex; Westerhof ontkende dat de speler eigendom was van Chelsea, Hiddink betwistte de juistheid van die uitspraak en stelde vast dat Westerhof niet altijd even handig manoeuvreert in de ondoorzichtige wereld van het topvoetbal. „Verder is het best een prima man.“
Die woorden vertellen alles over de relatie tussen beiden. ’Verder is het best een prima man’. Ze illustreren niet alleen het verhaal van een moeizame relatie tussen de voorzitter en de technisch directeur, maar in wezen ook hoezeer PSV tegenwoordig een tweestromenland is. Enerzijds de echte clubmensen, anderzijds de technocraten, die met de nauwgezetheid van een bankier willen waken voor financiële excessen en daarbij niet altijd worden gehinderd door clubliefde.
Clubliefde kan blind maken. Toen de bomen, een jaar of vier geleden, nog tot in de hemel groeiden, stevende PSV jaarlijks af op een flinke verhoging van het budget. Voorzitter Van Raaij wilde in 2002 binnen drie jaar van 120 naar 150 miljoen gulden groeien. Fons Spooren lachte hem zowat uit. „Voorzitter“, zei Spooren, „die 150 heb ik volgend jaar al! Wij gaan naar de 200 miljoen.“
Klaarwakker
Zover kwam het nooit. Spooren verdween, de spelersmarkt stortte in, de economie kromp ineen en PSV werd op slag klaarwakker. Het gedurfde beleid van technisch manager Arnesen, altijd volledig ondersteund door Van Raaij, knalde als een boemerang terug in het gezicht van de club. Ondersteund door de spelersfondsen VNR-1, VNR-2 en Starsport trok PSV tussen 1999 en 2002 veertien spelers aan, die in totaal zo’n 55 miljoen euro kosten. Van hen leverden alleen Kezman en Robben geld op: circa 24 miljoen. Resteert een bedrag van ruim 30 miljoen dat PSV tussen 2002 en 2007 moet afschrijven op spelerstransacties.
Voordat de fondsen werden omgezet in leningen (dat gebeurde in september 2004, kort na het afscheid van Van Raaij) deelde PSV het financieel risico met de investeerders. Sindsdien komen de lasten geheel bij de club terecht. Volgens Van Raaij zal de beleidsommezwaai ook de komende drie jaar een ongunstige invloed hebben op de cijfers van PSV. De afschrijvingen op de betaalde transfersommen kosten de club jaarlijks, inclusief rente, 2,5 miljoen euro.
Hiddink heeft zich vanaf dag een verzet tegen en gedistantieerd van het beleid onder Arnesen. Hij kocht voor relatief weinig geld (zo’n elf miljoen euro) een elftal bij elkaar dat vorig seizoen de halve finale van de Champions League haalde. Pas afgelopen zomer kon PSV weer eens investeren: Simons, Väyrynen en Koné kostten samen zo’n vijftien miljoen euro. Daar stond veertien miljoen tegenover uit de verkoop van Park, Lee, Bouma en Bögelund.
De benoeming van Ribbers tot commercieel directeur kan niet anders worden gezien dan een poging van de Raad van Commissarissen om een financiële ’waakhond’ aan de directie toe te voegen. Ribbers was afkomstig van Staalbankiers in Den Haag en had geen commerciële achtergrond. Ook met de voetballerij had hij geen affiniteit.
In wezen is Ribbers een vergelijkbaar type als Frans Willems, de financieel manager van PSV. Beiden hebben als eerste taak om op de centen te passen. Sinds kort houdt overigens ook commissaris Gerard Verdonschot nauwlettend een oogje in het zeil, waar het gaat om de dagelijkse gang van zaken.
Onder druk
De positie van Ribbers staat al enige tijd onder druk. De inkomsten uit commerciële activiteiten liggen, om welke reden dan ook, zo’n drie tot vier miljoen euro lager dan in de tijd van Spooren. Gevoegd bij de hoge afschrijvingskosten op spelerstransacties ontstaat er een jaarlijks financieel ’gat’ van zo’n zes miljoen euro.
Daarbij komt nog dat PSV een relatief duur stadion heeft. De club betaalt jaarlijks zo’n elf miljoen euro aan rente, aflossing en onderhoud. Bij vergelijkbare clubs liggen die bedragen veel lager: Ajax betaalt 6,7 miljoen en Feyenoord 3,7 miljoen. Toch zouden deze clubs hun stadion graag weer in eigen beheer krijgen. De directie van PSV ziet juist in verkoop van het stadion een mogelijkheid om die enorme kosten (en dreigende tekorten) te drukken.
Twijfels
Toen Van Raaij in september 2004 dan toch de regie over de club overdroeg aan Westerhof was al duidelijk dat er binnen de directie twijfels waren over de juistheid van de beslissing om Ribbers aan te stellen. Westerhof werd daarvan ook nadrukkelijk op de hoogte gebracht. De verschillen van inzicht tussen met name Hiddink en Ribbers bleven nooit onopgemerkt. Vandaar ook dat sinds enige maanden nadrukkelijk de naam van een opvolger circuleert. Diens benoeming zou nog slechts een kwestie van tijd zijn.
De kwestie illustreert eens te meer, dat Hiddink een klankbord mist binnen de directie. Westerhof en Ribbers zijn zelden of nooit bij uitwedstrijden aanwezig. In Groningen en Heerenveen ontbraken ze recentelijk, in Istanbul (bij Fenerbahce) waren ze wel aanwezig. Opmerkelijk was dat Hiddink na de cruciale overwinning op Heerenveen pas een etmaal later, en dan nog toevallig, de felicitaties van Westerhof ontving.
Het zijn ogenschijnlijk onbetekenende details, maar in een voetbalbedrijf liggen zulke kwesties gevoelig. Het gevoel van een team, een eenheid te zijn ontbreekt binnen de directie van PSV. Daarvoor zijn er ook teveel kleine bokspartijtjes geweest tussen Westerhof en Hiddink.
Slechts een aantal daarvan kwam naar buiten.
- Hiddink keek al vreemd op, toen Westerhof plannen lanceerde om tot een alternatieve Europese competitie te komen.
- In de samenwerking met FC Eindhoven, een geesteskind van Westerhof, heeft Hiddink nooit enig voordeel gezien.
- De verschillende benadering van de voetbalsport kwam een klein jaar geleden tot uiting, toen Hiddink in Zuid-Amerika op zoek ging naar wegen om toptalent Robinho te strikken. Hij polste en masseerde makelaars, bestuursleden en bekenden van de speler. Hiddink was er begin dit jaar van overtuigd dat hij Robinho te pakken had. Westerhof op zijn beurt onderzocht, met behulp van Philips en ABN Amro, de formele weg. Uiteindelijk duurde het allemaal te lang en koos Robinho voor Real Madrid. Misschien had hij dat toch wel gedaan, maar het tweesporenbeleid van PSV leidde nergens toe.
- Ook in de aanpak van de transfer van Kalou botsten de twee directeurs. Westerhof liet weten dat zijn club juridische hulp wilde inroepen om Kalou te ondersteunen bij diens pogingen om los te komen van Feyenoord. Hiddink nam daarvan publiekelijk afstand.
- Westerhof plaatste later weer openlijk vraagtekens bij de beslissing van Van Raaij om de coach een bijbaan (de begeleiding van Australië richting WK) te gunnen. Westerhof liet weten die keuze niet gelukkig te vinden.
- Westerhof wekt de toorn van Wilfred Bouma door hem een transfer naar Aston Villa te verwijten (’zoiets doet een echte PSV’er niet’), terwijl Hiddink juist vol begrip reageert, omdat hij weet dat een speler in Engeland netto drie tot vijfmaal zoveel verdient als in Nederland.
- Westerhof noemt het een slechte zaak dat spelers afkoopclausules in hun contracten hebben staan, Hiddink beklemtoont de waarde ervan. Hij weet dat een speler als Bouma zonder zo’n clausule twee jaar terug nooit zijn contract zou hebben verlengd. En nu dus transfervrij had weggekund.
Klankbord
Met Van Raaij kon Hiddink lezen en schrijven. Hij was, en is, meer dan een klankbord. Nog steeds loopt ’Ome Harry’ op een mooie dinsdagmiddag nog weleens binnen in Hiddinks kantoor op De Herdgang. Om bij te praten, heet het dan. Beiden houden van dat informele, het constant toetsen van elkaars visie, wat in de sport zo’n krachtige werking heeft.
Hiddink voelt zich daarin alleen staan. Hij vindt steun bij de mensen die hem op de Herdgang omringen. Daar is hij, ondubbelzinnig, de man die de club naar zijn hand zet. Niet als een grootvorst met paladijnen, maar als eerste onder gelijken. Hiddink geeft veel vrijheid en verantwoordelijkheid aan zijn medewerkers. Erwin Koeman kon zo uitgroeien tot een volwassen trainer, Fred Rutten en René Eijkelkamp ervaren eenzelfde ruimte.
"We moeten ons bewust zijn van de superioriteit van onze beschaving, met zijn normen en waarden, welvaart voor de mensen, respect voor mensenrechten en godsdienstvrijheid. Dat respect bestaat zeker niet in de Islamitische wereld".