abonnement Unibet Coolblue
pi_31172109
quote:
Op dinsdag 4 oktober 2005 10:28 schreef gewoon_een_kloon het volgende:
interessant verhaal
Het wordt nog interessanter. Riemen vast.

Gisteravond was ik op de sportschool. Het was half tien. Ik zat op een van de skaileren bankjes water te drinken en uit te blazen, toen mijn mobiel piepte. Het was mijn moeder: "Ik ben vandaag naar een begraafplaats gaan kijken," zei ze.
"Oh," zei ik.
"Ze hebben er ook een crematorium. Een hele aardige meneer heeft me verteld wat de mogelijkheden zijn."
"De mogelijkheden," bracht ik uit. "Jezus, mama."
"Er is een strooiveldje. Maar volgens mij willen wij geen strooiveldje."
"Nee," zei ik, en ik probeerde me een voorstelling te maken van een 'strooiveldje' zonder te denken aan een volle asbak, maar het lukte niet erg.
"Je kunt me ook op de piano zetten."
"Nee," zei ik. "Sorry."
"Of je kunt de urn begraven. Kopen we een stukje grond."
"Doe dat maar," zei ik.
"Dan kunnen jullie nog eens bij het graf langs," zei ze met een lachje. "Voor een goed gesprek met de as."
"Gaat het wel?" vroeg ik. "Ik wist dit helemaal niet. Dat je ermee bezig was."
"Ja, het gaat. We gaan er binnenkort een keer met z'n allen kijken. Dan zetten we het daarna wel op een zuipen."
"Dat is goed," zei ik. "Zuipen is altijd goed."
pi_31174786
*** FLASHBACK***FLASHBACK***FLACHBACK***FLASHBACK***FLASHBACK***FLASHBACK***FLASHBACK***

Eerst de afgelopen lente die zo ver weg lijkt. Het was begin april, op een kraakheldere woensdag om vijf uur 's middags, en pas naderhand begrepen we dat het tijdstip van de afspraak ons had moeten waarschuwen. Het is altijd moeilijk om in te schatten hoe mensen reageren wanneer hen op een doodgewone woensdag in een doodgewone spreekkamer in een doodgewoon ziekenhuis de dood wordt aangezegd. Dus: zet die mevrouw maar aan het eind van de dag.
Wachtkamer leeg. Schreeuwen mogelijk.

De internist was klein van stuk. Ik zie zijn gezicht heel scherp voor me: gebruind, montuurloos brilletje, jaar of zestig. Na heel lang wachten verscheen hij toch nog plotseling in de wachtkamer. Witte jas, ijskoude hand. Op weg naar zijn spreekkamer liet hij diezelfde hand zo'n beetje speels langs de muur glijden, dat viel me op, dat verontrustte me.

Mijn moeder en Trees namen plaats op de klaarstaande stoelen. Ik pakte een krukje.
Trees is mijn moeders beste vriendin. Zij is, om het vriendelijk te zeggen, een echt gevoelsmens. Zij heeft vaker in mijn armen gehuild, met gierende uithalen, dan alle andere mensen die ik ken, en zo vaak zie ik haar niet. Zelden, eigenlijk. Ze kan ook gierend lachen. Of 'lachen'... het is meer een soort orgastisch brullen wat ze doet, een kronkelend krijsen, en dan piest ze altijd in haar broek. Maar je weet in elk geval wel waar je aan toe bent met Trees.

De internist begon het onderhoud met een minutenlange stilte. Wij zaten alledrie kaarsrecht overeind, verstijfd, in opperste concentratie, want nu we eenmaal binnen waren, lukte het ons niet meer om te doen alsof er eigenlijk niets aan de hand was.

"Mevrouw S.," doorbrak de arts de stilte. "U heeft de afgelopen weken een aantal onderzoeken ondergaan. Hoe voelt u zich?"
"Pijn," zei mijn moeder, en ze wees op haar buik.
De dokter knikte, dat had hij wel verwacht. "Wat denkt u?" zei hij. "Heeft u zélf enig idee wat er met u aan de hand zou kunnen zijn?"
Wij zwegen verbijsterd. (Is het een griepje, dokter?)
Toen zijn vraag niet het gewenste effect bleek te hebben, moest de man er zelf aan geloven. Vervelend, hoor. Hij zuchtte eens diep. Hij opende een dossiermap. Hij bladerde erin, en toen zei hij: "Het is heel slecht nieuws."

Wij hadden op heel slecht nieuws gerekend. Mijn zus Franny, eigenlijk heet ze Francesca, had zich in de weken voorafgaand aan de diagnose verwoed op het Internet gestort, op zoek naar alle mogelijke informatie over het mysterieuze orgaan dat één keer terloops door de arts was genoemd: de pancreas. En dan moet je net Franny hebben. Zij zit om de haverklap bij de huisarts omdat ze weer eens een hersentumor heeft, of multiple sclerose, daar heeft ze ook vaak last van. Op het gebied van enge ziektes is Franny niet te houden. Zij is de hypochondrie ver voorbij.
Franny had ons dus op het ergste voorbereid: "Mama gaat dood," huilde ze door de telefoon, "het is pancreaskanker, ik weet het zeker, ze gaat dood."
"Hou toch op," had mijn broer gezegd. "Ga je druk maken om je eigen hersentumor."
Maar intuïtief wisten we dat Franny het deze keer wel eens bij het rechte eind kon hebben. Eén vluchtige blik op het Internet was genoeg geweest om mij nachtenlang uit mijn slaap te houden. Wat je ook van pancreaskanker kunt zeggen, een overzichtelijke ziekte is het wel: je krijgt het, je ontdekt het, en daarna valt het doek.

De internist pakte een vel papier en begon een tekening te maken. Een soort situatieschets. Met een zwarte viltstift maakte hij een grote cirkel - "Hier ziet u de buikholte..."- met in het midden een sikkelvormig fuguurtje dat de pancreas moest voorstellen.
Hij hield de schets omhoog en legde uit hoe ernstig het was: "Opereren of behandelen is zinloos," zei hij. "Het is overduidelijk. De scans laten geen enkele twijfel bestaan over... sorry, telefoon."
Tijdens het telefoongesprek staarden wij verdwaasd naar de zwarte figuren op het papier.

"Goed, waar waren we?" kwam de arts weer terzake. Wij haalden diep adem. "Ja, pancreaskanker," herinnerde hij zich. "Dat is heel beroerd, heel vervelend. Over uw geval kan ik zeggen, op basis van de foto's..." en intussen draaide hij zich weer een kwartslag, zodat hij de telefoon kon beantwoorden.
Eindelijk hing hij op. Meteen begon de telefoon weer te rinkelen. Het was, zou je kunnen zeggen, spitsuur op de afdeling. Een gekkenhuis.

Ik greep mijn moeders hand vast. Ik dacht: waarom doen we niks? Waarom sleuren we die smeerlap niet vanachter zijn bureau vandaan, waarom slaan we zijn schedel niet in met de presse papier?
Het antwoord op die vraag moet ik schuldig blijven. De shock, die zal er ongetwijfeld mee te maken hebben gehad. En de onervarenheid, want wij hadden deze situatie nooit eerder bij de hand gehad. Ik bedoel, een doodvonnis krijg je meestal maar één keer. Wij konden dus niet denken: goh, dat ging er de vorige keer toch heel anders aan toe. Trouwens: het idee dat we nog hadden kunnen denken. We konden alleen maar verstijfd blijven zitten en wachten, beleefd wachten op de rest van het doodvonnis.

De internist was weer bij de les. "Tja, mevrouw S.," bracht hij het gesprek weer op gang. "Laten we uw geval eens bekijken. Helaas moet ik constateren dat het in de staart van de pancreas zit. Beroerd. Als het in de staart zit, is de prognose uiterst beroerd."
Hij keek mij lang en intens aan door zijn brilletje; het leek wel alsof hij me wilde hypnotiseren. Ik keek roerloos terug. Met de patiënt, mijn moeder dus, had hij nog niet één keer oogcontact gemaakt.
"Hoe lang nog?" vroeg Trees met een trilling in haar stem. "Hoe lang heeft ze nog te leven?"
De intrnist wist het niet. Hij krabde achter zijn oor. "Laten we zeggen dat u kunt rekenen op een levensverwachting van..."
Telefoon!
Enkele minuten later pakte hij de draad weer op: "De levensverwachting, " zei hij, "verschilt per geval. Moeilijk te zeggen. Zes tot twaalf maanden, ongeveer."

Nu het hoge woord eruit was, had hij nog wel een paar adviezen. Dat mijn moeder de komende tijd maar extra van haar gezin moest genieten, zei hij, en van de dingen die ze nog kon doen. Reizen, bijvoorbeeld. Ze wilde op reis naar Turkije? Fantastisch idee, ze moest zéker naar Turkije. En genieten, hij kon het niet genoeg benadrukken: genieten was zeer belangrijk. "Slikt u trouwens pijnstillers?" schoot hem ineens te binnen.
Mijn moeder opende haar zwarte tasje en presenteerde hem het doosje fluorroze wonderpillen uit Spanje. De internist knikte goedkeurend: "Prima, die blijft u slikken. Nou mevrouw S, veel sterkte ermee."

Ik moet nog vaak terugdenken aan die avond bij mijn moeder thuis, toen we allemaal zo knetterlam waren. Dat kun je wel aan ons overlaten, knetterlam worden. Het huilen, kort en hevig, hadden we toen al achter de rug. We beseften allemaal dat huilen een zwaktebod was; huilen doe je van de pijn, om een schaafwond of zo. Zelfmedelijden is ook een goede reden.
Alleen Trees liet zich helemaal gaan. Ze kan niet zo goed tegen drank, Trees. En er werd die avond goed doorgedronken. Nadat ze het ene glas na het andere achterover had gekopt, verdween ze in de badkamer, zogenaamd discreet, zogenaamd voor 'een momentje alleen', maar toen begon het indianengejank: "Oooh... God bestaat niet!" klonk het galmend, want zo'n badkamer heeft een fantastische akoestiek. "Oooh-oooh-oooh... zie je nou wel, God bestaat helemaal niet!" Wij keken elkaar aan.
"Jongens," zei Franny, "Haal de dwangbuis."
Toen kregen we de slappe lach. Dat gelul over God, en die pathetische huildans die ze stond uit te voeren in de badkamer - dat is niks voor ons. Wij trokken nog maar eens een fles open.

Eindelijk manifesteerde Trees zich weer. Haar gezicht was opgeblazen als na een verschrikkelijke operatie, en met een woeste kreet stortte ze zich bovenop mijn moeder. "Ik heb mijn krultang meegenomen!" gilde ze. "Ik wist het, ik wist het al die tijd al, ik voelde dat het fout zat! Daarom heb ik mijn krultang meegenomen! Wil je hem zien? Ik wist dat het zo zou aflopen, ik dacht: ik heb mijn krultang nodig, ik moet blijven overnachten! Ik ga hem halen, als je me niet gelooft! Mijn krultang! Ik heb hem bij me!"
"Te laat," fluisterde Franny. "Die krijg je niet meer in een dwangbuis."
Mijn broer liep naar de bank. Hij schudde zachtjes aan de schouder van Trees, die dwars over mijn moeder heen lag. Toen ze niet reageerde, begon hij harder te schudden, en aan haar benen te trekken.
"Mijn krultang!" klonk het vanaf de grond. "Ik laat jullie allemaal mijn krultang zien!"

Later die nacht hebben we Trees in een taxi geloodst. Nog weer later, het was buiten al licht, hebben we met z'n vieren een belachelijk dure Spaanse vakantievilla geboek op Internet, met veel te veel kamers en een zwembad en een sauna en een bubbelbad en de hele heisa. En businessclass vliegtickets voor ons allemaal.
"Gaat Trees ook mee?" vroeg mijn broer, die achter het toetsenbord zat.
"Ja," zei mijn moeder. "Trees gaat ook mee."
"En de krultang?" vroeg ik.
"Die niet," zei mijn moeder. "Alsjeblieft, géén krultang. In godsnaam."
pi_31177483
quote:
Op dinsdag 4 oktober 2005 03:11 schreef cioran63 het volgende:
wie komt er nu nog in aanmerking voor verder onderzoek: Daniël of Th.? Welke doet er nu nog werkelijk toe?
Allebei, in principe (voor onderzoek).

Met Th. is het zo gesteld dat ik hem nú wel ontloop, maar dat kan ik niet eeuwig blijven volhouden; hij woont hier trouwens in de buurt. Het Th.-onderzoek zal erop neerkomen dat tot op de bodem moet worden uitgezocht, ik bedoel met betrekking tot zijn liason met het poëziemeisje, wat er precies aan de hand is. Dus: Hoe, Wat, Waar, Hoe Vaak, Waarom, Hoezoe In Godsnaam, en ga zo maar door (waren er wellicht nog Derden bij betrokken? Was er sprake van dwang? Heeft het Poëziemeisje een strafblad? Rare hobby's? (Buiten het dichten, dus) Moet er sporenonderzoek worden gedaan? Hebben buurtgenoten verdachte geluiden gehoord? Zo ja: welke geluiden? Omschrijf? Enzovoort).
Ik bedoel maar. Daar ligt een zware taak op mij te wachten. Maar... ik zet me schrap. Ik sla me er wel doorheen.

Met D. ligt het anders. Ik heb voor morgen aan oppas-afspraak staan in het Bowlingcentrum. Nou zijn bowlingcentra niet de meest romantische ontmoetingsplekken, dat weet iedereen. Het zijn, om precies te zijn, plekken waar je al na vijf minuten zin krijgt om je vakkundig op te knopen in de felverlichte damestoiletten. En dat is zéker het geval als er een kinderpartijtje aan de gang is, waarbij vijftien krijsende jongetjes elkaar de hersens proberen in te slaan met bowlingballen. Laat stáán als ook 'Madame' zich voor de feestelijke gelegenheid in het centrum bevindt, want de zevende verjaardag van de tweeling is een uitgelezen kans voor een middagje gezinsherreniging. En daarna gezellig met z'n allen naar de McDonalds!
Het ziet er kortom slecht uit voor mij. Hoe het D.-onderzoek er precies uit zal zien, weet ik nog niet. De vraag is trouwens of een D.-onderzoek nog tot de mogelijkheden behoort, aangezien het onderzoeksobject kuren vertoont.
pi_31179575
quote:
Op dinsdag 4 oktober 2005 03:35 schreef Gajus het volgende:
Arme Thijs, virtueel gecastreerd door sommige dames na zijn vermeende misstap. Als soortgenoot van Thijs wil ik hem in een hypothetische context plaatsen, in de ijdele hoop dat de dames wat meer begrip kunnen opbrengen voor heren zoals Thijs.

Thijs heeft een deerniswekkende jeugd gekend, in emotionele zin. Een gedetailleerde beschrijving van zijn jeugd doet afbreuk aan het Dagboek, daarom slechts twee incidenten ter illustratie.


Ik zit er sterk over te denken om deze karakterschets uit te printen en bij hem in de bus te doen, met een briefje erbij waarop ik schrijf: "Hoezo: ik verdiep me niet genoeg in jou?!"

Geestig, een aantal dingen kloppen echt: op z'n 18e in familie-appartement getrokken om Rechten te studeren; de bemoeizuchtige moeder die niks van mij wil weten; en de behoefte om zijn 'zielenzoektocht' met iemand (het poëziemeisje) te delen, uiteraard.
  dinsdag 4 oktober 2005 @ 22:53:32 #55
30509 Nightwulf
Howling lone wolf
pi_31189559
Hee Nadine, ben even helemaal onder de indruk van je onthullingen van vandaag.
Het wordt allemaal zo herkenbaar opeens, toeleven naar het afscheid van een van je ouders, alle emoties die daar bij komen kijken. Geen zin om met mijn situatie jouw topic te vullen, maar wil je toch laten weten dat ik met je mee voel.
Veel sterkte de komende tijd !!
Be kind whenever possible. It is always possible.
Dalai Lama
pi_31191506
quote:
Op dinsdag 4 oktober 2005 14:29 schreef Nadine26 het volgende:
Het was begin april, op een kraakheldere woensdag ...
...
De levensverwachting ... zes tot twaalf maanden ...
Het is geen toeval dat jij vandaag deze flashback plaatst ... vandaag is het aftellen echt begonnen.

Nadine, binnen een paar maanden is het voor eens en altijd voorbij. Zolang het nog duurt, schroom niet jouw (weggemoffeld) kindschap te tonen opdat zij nog eenmaal haar moederschap kan tonen. Moeder & dochter als opperste metafoor voor leven & dood. Het zal haar vrede geven.
  woensdag 5 oktober 2005 @ 01:24:17 #57
11803 Vivi
Computer off. Life on.
pi_31193980
Goh, ik kreeg een vreemd gevoel van herkenning bij het beschrijven van je "Flashback".

Alleen het enige wat mij nog helder voor de geest staat is het moment dat het zwart voor mijn ogen werd toen ik hoorde dat de tumor in mijn moeders borst uitgezaaid was in haar ruggewervel.
Al wist ik het al. Je voelt het. Het is niet goed.

Een dag voordat haar borst geamputeerd zou worden (en ja, ze had al een prothese geregeld, zo ijdel is ze wel) kreeg ze vreselijke rugpijn, en eiste een MRI-scan. Was niet nodig, volgens de oncoloog....de tumoren waren niet agressief, en nog te klein....het was zo onwaarschijnlijk.

Maar goed, om alles uit te sluiten...

Ik ging even naar het toilet tijdens de scan, en zag de arts al verwoed telefoneren nadat hij de "scanruimte" was uitgebeend. Toen hij zag dat ik hem obsewrveerde grimlachte hij nogal betrapt. Maar toch, je gelooft het pas als je het hoort.

10 maanden tot 2 jaar.

Het is nu 2 jaar en gisteren hebben we weer de 3-maandelijkse uitslagen gekregen; alles stabiel, medicatie slaat wonderwel aan. Alleen ze heeft last van evenwichtsstoornissen, ze beschrijft het zelf als een "Albert Heyn karretje" dat zich niet goed laat besturen..met een afwijking, zodat ze scheef loopt als ze recht wil.

Over 3 dagen krijgen we de uitslag van de hersenscan.

Ik rookte al 3 jaar niet meer. De dag dat ik het hoorde heb ik het oude pakje wat er nog lag uit mijn bureaula opgevist, en ben niet meer gestopt.
Ik adem in en kalmeer. Ik adem uit en glimlach.
pi_31195280
(Ik durf het bijna niet te zeggen, want het blijft briljant geschreven: internet moet met een kleine i. )
Verder ben ik meer dan benieuwd naar alle onderzoeksresultaten.
  woensdag 5 oktober 2005 @ 13:02:18 #59
112386 avotar
P0werd by Black Coffee
pi_31201826
quote:
Op woensdag 5 oktober 2005 03:12 schreef cioran63 het volgende:
(Ik durf het bijna niet te zeggen, want het blijft briljant geschreven: internet moet met een kleine i. )
Verder ben ik meer dan benieuwd naar alle onderzoeksresultaten.
ik ook eigenlijk wel
"Arrogance has to be earned. Tell me what you've done to earn yours." - House MD
"Dear life, when I asked whether or not my day could get any worse, it was meant as a rethorical question, not a challenge!"
pi_31205798
"DEN HAAG Den Haag krijgt een opleiding
voor kindermeisjes.Volgens de gemeente
hebben veel buitenlanders in de stad
behoefte aan een 'nanny',die onder meer
goed Engels spreekt.De opleiding is bij
het ID College en begint in februari. "

(Bron: Teletekst)
pi_31206073
quote:
Op woensdag 5 oktober 2005 03:12 schreef cioran63 het volgende:
(Ik durf het bijna niet te zeggen, want het blijft briljant geschreven: internet moet met een kleine i. )
Verder ben ik meer dan benieuwd naar alle onderzoeksresultaten.
In het Groot Dictee der Nederlandse Taal van 2 jaar (?) terug werd anders beweerd. Internet moest met een hoofdletter zei men. Waarom is me even ontschoten.
pi_31206723
quote:
Op woensdag 5 oktober 2005 15:32 schreef Augustina het volgende:

In het Groot Dictee der Nederlandse Taal van 2 jaar (?) terug werd anders beweerd. Internet moest met een hoofdletter zei men. Waarom is me even ontschoten.
(Ik herinner me dat ook, maar het was langer geleden, misschien 4-5 jaar. Ze meenden geloof ik dat het om een soort merknaam ging. Afgezien van de onjuistheid daarvan zullen veel oude internetters het woord ook uit principe met een kleine 'i' schrijven. Onze Taal houdt het een beetje in het midden, en Wikipedia zegt dat het Groene Boekje vanaf 2005 een kleine letter voorschrijft).
pi_31209031
Ow, ik dacht dat het gewoon een feit was, maar er is inderdaad nog gedoe over ook. Dan heb ik eigenlijk niks gezegd.
pi_31226081
quote:
Op woensdag 5 oktober 2005 03:12 schreef cioran63 het volgende:
Verder ben ik meer dan benieuwd naar alle onderzoeksresultaten.
Ik ook. Het Th.-onderzoek bevindt zich in een interessante fase: hij belt me ongeveer om het kwartier op. Ik beantwoord de telefoon niet. Hij is ook al twee keer aan de deur geweest; vergeefs, ik ben niet thuis.
Gisteren had ik een boterham in de broodrooster gedaan, net toen hij driftig op de bel stond te duwen: "Doe open, Nadine! Doe open," hoorde ik hem roepen.
Ik bleef stokstijf op mijn stoel zitten.
Toen brandde de boterham aan. Grote, zwarte rookwolken.
"Doe open, je bent thuis, ik ruik het!"
Ik verroerde me niet.
En toen: "Wat ben je aan het doen, jezelf in de fik aan het steken?"

Na een tijdje ging hij weer weg. Ik beraad me nog op de te ondernemen stappen. Ik stond gisteravond even op het punt om bij hem langs te gaan, een zwak moment, geef ik toe - maar ik heb er niet aan toegegeven.

  donderdag 6 oktober 2005 @ 12:03:11 #65
11803 Vivi
Computer off. Life on.
pi_31226229
Een interessante fase, oke, maar wat is precies het "onderzoeks"gedeelte?
Ik adem in en kalmeer. Ik adem uit en glimlach.
pi_31227394
Even tussendoor.

Net sprak ik mijn vader aan de telefoon. Hij is weer even in Nederland en hij wilde mij iets vragen. Niet hoe het met mijn moeder gaat, ook niet hoe het met mij gaat - maar wat ik heb uitgespookt met de handdoeken. Dat was de vraag.

Hij: "Zeg, heb jij van de zomer twee groene handdoeken in je koffer gestopt?"
Ik: "Wat bedoel je?"
Hij: "Wij missen twee groene handdoeken."
Ik : "Oh."
Hij: Misschien heb jij ze per ongeluk meegenomen."
Ik: "Waarom zou ik."
Hij: "Dat is dus de vraag."
Ik: "Wees eens wat specifieker dan. Hoe groot zijn die handdoeken?"
Hij: "Klein."
Fluisterstem op de achtergrond: "Veertig bij zestig centimeter."
Hij: "Redelijk klein."
Ik: "Goed, we hebben het dus over twee redelijk kleine handdoeken in de kleur groen. Welke kleur groen precies?"
Hij: "Olijf... eh, mosgroen."
Fluisterstem op de achtergrond: "Mintgroen! Mint! Groen!"
Hij: "Of nee, mintgroen."
Ik: "Oh, mintgroen. Zeg dat dan meteen. Ja, die heb ik meegenomen. Je kent me toch: leg één mintgroene handdoek neer en ik heb mezelf niet meer in de hand. Heerlijke handdoeken, trouwens. Topkwaliteitje."
Hij: (Lachen).
Ik: (ook lachen).
Fluisterstem op de achtergrond: "Ze moeten terug! Dit pikken we niet, Robert!"
Hij: "Nou, mocht je de handdoeken toevallig tegenkomen..."
Ik: "Maar wat doe ik met de rode handdoeken?"
Hij: "Welke rode handdoeken?"
Ik: "De rode handdoeken die zo leuk combineren met de mintgroene handdoeken. Ik heb me een beetje laten gaan, sorry."
Hij: (weer lachen).
Ik: (ook lachen).
Fluisterstem op de achtergrond: "Rode handdoeken? Robert, zég iets, ze rooft ons hele huis leeg!"
Hij: "Nou, dan eh..."
Ik: "Kom weer eens langs. Kan jij morgen?"
Hij: "Ja, morgen is prima. Vijf uur?"
Fluisterstem op de achtergrond: "Hallo! En ik dan?!"
(Lange stilte)
Hij: "Ja, sorry, daar ben ik weer. Je ziet ons morgen wel verschijnen."

Als we hebben opgehangen, denk ik aan Marcella. Wij noemen haar nooit Marcella, wij noemen haar 'Gebakkie'. Soms noemen we haar 'De paardenfluisteraar.'
Marcella is nog steeds in dienst als mijn vaders secretaresse, alleen wordt ze er niet meer voor betaald. Dat hoeft ook niet, want uit betrouwbare bron hebben wij vernomen dat Marcella 'op rozen zit': ze heeft een miljoen op de bank staan. Dat miljoen heeft ze meegekregen als appeltje voor de dorst toen ze haar congé kreeg bij haar vorige baas, een bejaarde textielbaron. Het is een interessante kwestie. Niemand mag het weten, van dat appeltje voor de dorst. Het is diep, diep geheim. (Ik vertel dit dan ook in het diepste vertrouwen). Zelfs de textielbarones schijnt niet te weten dat er een miljoentje is weggegeven.

Het geeft wel te denken. Het is misschien geen aangenaam beeld, maar je kunt haast niet anders dan voor je zien hoe Marcella onder het bureau van de textielbaron kruipt. Hoe ze op haar knietjes voor haar autootje spaart - het droomautootje dat ze inmiddels heeft kunnen kopen van haar miljoen. Het is een paars speelgoedautootje. Ze is er apetrots op. In Amsterdam mag mijn vader er ook wel eens in rijden, omdat zijn eigen auto - de flitsend groene cabriolet waar mijn moeder zich altijd verschrikkelijk om schaamde - in Frankrijk staat. Dan komt hij bij mij de stoep oprijden in dat paarse koekblik, een dan denk ik: arme, arme man.

Hij moet met haar mee naar de winkel om een anti-aanbakpan te kopen. En lekker zachte kussentjes voor op de tuinbank. Ze hebben een strandmand. Ik wist niet dat het woord bestond tot ik hem zag staan: de rieten strandmand, waarin zij twee fleurige badlakens stopt, een tube zonnebrandcrème en een zak gemengde drop. Twee blauwe opklapkrukjes voor op het strand hebben ze ook. Mijn vader die op zo'n opklapkrukje zit, ik heb het met mijn eigen ogen gezien en het was om te janken zo aandoenlijk. Dat ene opklapkrukje vertelt het hele verhaal van hun relatie. (Een man van bijna zeventig. Ingesmeerd met factor 20. In een rode bloemenzwembroek).

Er was een tijd, nog niet eens zo lang geleden, dat mijn vader zich in Frankrijk steevast terugtrok in de nis, achter het gestreepte gordijn - en heel af en toe trokken wij het gordijn opzij om hem een glas wijn aan te reiken, of een bord oesters. Hij las een boek. Hij kwam niet van zijn plaats. Hij zat daar gewoon gelukkig te zijn - domweg gelukkig te zijn in zijn nis. Nou ja: dat dachten wij.

Eén keer heb ik Marcella in actie gezien in Frankrijk. Ze liep de hele dag te redderen met stoffers en poetslappen en zogeheten 'swifferdoekjes' die bevestigd moesten worden aan een zogeheten 'swiffer', een soort plastic bezem, ik weet het niet, ik ben niet zo thuis in de huishoudelijke attributen. Vanaf vijf uur 's middags zat het huishouden erop en draafde ze af en aan met schalen vol toastjes en hapjes en gefiguurzaagde radijsjes en dingetjes. "Gezellig!" riep ze dan. "Hè, laten we een gezellig borreltje doen!" Dat kwam een beetje als mosterd na de maaltijd, aangezien wij al vanaf het ontbijt borreltjes zaten te doen, het was tenslotte vakantie en daarbij: probeer de stemming er maar eens in te houden als er continu iemand met een swiffer door het beeld loopt.
pi_31227610
Zo'n moment van opperste wanhoop was toch erg geschikt geweest om Th. eens duchtig te onderhouden over zijn scheve schaats. Ik zou een kleine hint van contactbereidheid laten vallen -althans als je daar nog prijs op stelt- anders slaat zijn bui misschien om naar onverschilligheid, of erger, naar een hopeloosheid die troost van de poëziezeug vereist.

Interessant is wel dat het morele overwicht dat hij eerst kon claimen -omdat je zijn Hoge gedachten weghoonde- nu als sneeuw voor de zon verdwenen is. Wat een schande, om je hondstrouwe vriendinnetje te bedriegen die toch al zo'n pijn en ellende aan haar hoofd had.. het is vrijwel onvergeeflijk.
pi_31227727
quote:
gefiguurzaagde radijsjes
  donderdag 6 oktober 2005 @ 13:57:15 #69
64326 beestjuh
stupid little dreamer
pi_31229232
* solliciteert naar de functie van zusje van Nadine in het epos

Heerlijk om te lezen, om me in te leven in je situatie, Nadine. Het lijkt wel fictie, maar zie dat als een compliment. Ik kan wel lachen en huilen tegelijk nu.
power to the people
pi_31232641
quote:
Op donderdag 6 oktober 2005 12:03 schreef Vivi het volgende:
Een interessante fase, oke, maar wat is precies het "onderzoeks"gedeelte?
Ik moet vooral onderzoeken wat ik ga doen; óf ik iets wil doen, ook. Nu heb ik even helemaal geen zin om hem te zien. Gisteren zag ik D. weer... in het bowlingballencentrum... en ik geloof dat ik verliefd ben.
Niet omdat hij zo goed kan bowlen, dat is geen pré - het is beter om er niks van te bakken, zodat elke bal droevig het zijspoor inrolt, de duisternis tegemoet, maar vooruit: hij kan bowlen als de beste, strike na strike, en toevallig blijk ik ook een aardig potje te bowlen, en zo werd het eigenlijk een hele leuke middag. We hebben gepraat. Gek, maar daar waren we nog niet aan toegekomen.

En nu denk ik: ik zou best een week met hem in een huisje op Terschelling willen zitten en dan alleen maar praten, verder niks, of eventueel logeren we in een duinpan, ook goed. Ik vind hem interessant en bijzonder en grappig en hij is iemand bij wie elke zin raak is, in de roos - dat is ook uitzonderlijk. Geen babbelgesprek. Een gesprek over zijn werk. Over mijn studie. Over zijn kunstverzameling, dat wist ik ook nog niet, maar hij heeft drie 40-voet containers vol moderne kunst, Marlène Dumas en Marc Smulders en nog een heleboel namen die mij niks zeggen, maar dat heeft hij me allemaal uitgelegd, waarom het mooi is en waarom hij die doeken koopt en dat hij vaak naar Basel en New York gaat om kunst te kopen. Het verraste me wel een beetje. Ik had dat niet achter hem gezocht; hij kwam op mij over als iemand die eerder stopdassen zou verzamelen, stropdassen of cabaret-dvd's of zo.

Overigens & helaas heb ik nog steeds het idee dat hij verder niks in mij ziet. Toen we na het bowlen teruggingen naar het huis van Madame, stelde zij voor dat ik met hem zou meerijden, maar toen scheurde hij opeens binnen een splitseconde met piepende wielen de straat uit - ons achterlatend met acht overspannen jongetjes. Uiteindelijk hebben we twee taxi's besteld.

Madame heeft me tussendoor nog uit de doeken gedaan hoe zij vlak voor de scheiding, toen D. nog thuiswoonde, een tijd met een mitella heeft rondgelopen omdat ze in pure razernij had geprobeerd een raam in te slaan. Wat nou precies de aanleiding was, vertelde ze er niet bij. Ze zei alleen: "Ik had dat wel eens in films gezien, dat je zo even met je blote vuist - béng - een ruit aan diggelen slaat, dat leek me wel spectacualir. Maar in de praktijk bleek het een behoorlijk bloederige toestand."

Moraal: waar begin ik aan?

Misschien spreek ik vanavond wel met Th. af.
pi_31232842
quote:
Op donderdag 6 oktober 2005 12:58 schreef dvr het volgende:
Zo'n moment van opperste wanhoop was toch erg geschikt geweest om Th. eens duchtig te onderhouden over zijn scheve schaats. Ik zou een kleine hint van contactbereidheid laten vallen -althans als je daar nog prijs op stelt- anders slaat zijn bui misschien om naar onverschilligheid, of erger, naar een hopeloosheid die troost van de poëziezeug vereist.

Interessant is wel dat het morele overwicht dat hij eerst kon claimen -omdat je zijn Hoge gedachten weghoonde- nu als sneeuw voor de zon verdwenen is. Wat een schande, om je hondstrouwe vriendinnetje te bedriegen die toch al zo'n pijn en ellende aan haar hoofd had.. het is vrijwel onvergeeflijk.
Ik had het zelf niet beter kunnen zeggen. Alleen dat woordje 'hondstrouw' ligt me wat zwaar op de maag, maar ook weer niet héél zwaar, want je hebt in feite natuurlijk gelijk: HIJ weet dat allemaal niet. Wat er gebeurd is op de groene bank in huize D., bedoel ik. Alleen al vanuit esthetisch oogpunt heb ik het gelijk aan mijn kant, want laten we eerlijk zijn: áls je dan zo nodig met iemand anders aan de haal moet, laat het dan in elk geval iemand zijn met wie je je in het openbaar kunt vertonen.

pi_31233024
quote:
Op donderdag 6 oktober 2005 13:57 schreef beestjuh het volgende:
* solliciteert naar de functie van zusje van Nadine in het epos
Okay. You're on.



Voor de filmversie is de rol van D. al vergeven aan de man van Cindy Crawford, voor Th. dacht ik eigenlijk aan Daniël Boissevain. Zelf speel ik vanzelfsprekend mezelf, iemand moet het doen, al die loodzware liefdesscènes, en voor het Poëziemeisje zal ik Catherine Keyl polsen. Sharon Dijksma kan ook.
pi_31234969
quote:
Op donderdag 6 oktober 2005 16:12 schreef Nadine26 het volgende:
... want laten we eerlijk zijn: áls je dan zo nodig met iemand anders aan de haal moet, laat het dan in elk geval iemand zijn met wie je je in het openbaar kunt vertonen.
Conclusie: het Poëziemeisje is voor Thijs louter een therapeutische vluchtheuvel (supplementair aan zijn onbereikbare Nadine) en beslist géén serieus alternatief (substituair voor zijn ravissante Nadine).

Nadine, je hebt de volgende opties:
1) jij breekt met Thijs, zijn vermeende misstap is een afdoend argument;
2) jij gaat met Thijs verder, waarbij jij (2a) ook de rol van PM vervult of (2b) PM en haar rol gedoogt.
aangezien jouw aandacht momenteel op Moeder gericht is, lijkt optie 2b vooralsnog de meest praktische
  donderdag 6 oktober 2005 @ 22:20:24 #74
62129 De-oneven-2
Wir sind so leicht...
pi_31242597
Ik lees mee.
...dass wir fliegen.
pi_31253515
quote:
Op donderdag 6 oktober 2005 17:50 schreef Gajus het volgende:

Nadine, je hebt de volgende opties:
1) jij breekt met Thijs, zijn vermeende misstap is een afdoend argument;
2) jij gaat met Thijs verder, waarbij jij (2a) ook de rol van PM vervult of (2b) PM en haar rol gedoogt.
aangezien jouw aandacht momenteel op Moeder gericht is, lijkt optie 2b vooralsnog de meest praktische
Ik weet het niet, hoor. Het is al zo ingewikkeld, en het wordt steeds ingewikkelder. Nou weet ik het helemaal niet meer.

Toen ik Thijs gisteren in de cd-winkel zag zitten, wist ik met absolute zekerheid, geen twijfel mogelijk, dat ik hem terug wilde. Hij zat met zijn rug naar me toe. Hij droeg een koptelefoon. En de lichtblauwe trui die hij van mij heeft gekregen, die droeg hij ook. Sentimenteel misschien, maar ik zag er een lief en ontroerend gebaar in - dat hij mijn trui had aangetrokken, moest iets betekenen.

Terwijl ik nerveus van de ene voet op de andere stond te wippen voor de etalage, in de hoop dat hij zich zou omdraaien, gebeurde het. Aan zijn rechterzijde, voor de kijker op kwart over twaalf, hupste het poëziemeisje mijn blikveld binnen. Het was geen lopen wat ze deed, het was danslopen, swinglopen, het was lekker ongecontroleerd meebewegen op de muziek; wat maakt het uit, ik zit fantastisch in mijn vel en ik doe waar ik zin in heb; ik geef me helemaal over aan de beat. En zo, dansend en draaiend en wiegend met haar kolossale heupen, verplaatste ze zich in een vloeiende lijn naar tien over twaalf, naar vijf over - onderwijl nog wat cd's uit een bak graaiend - en aangekomen op klokke twaalf sloeg ze haar armen om Thijs heen.

Dit was het moment om door te lopen. Nee, dat is niet waar. Eigenlijk was dit het moment om een baksteen door de etalageruit te gooien, als ik een baksteen had gehad, of om te gaan huilen. Laat ik het dan zo zeggen: als ik verstandig was geweest, was ik doorgelopen.
Te laat. Het poëziemeisje had me in de peiling. Ze zwaaide uitbundig, een beetje zoals mensen vanaf het dek van een cruiseschip naar familie op de kade zwaaien. Ze stootte Thijs aan, die verdwaasd omkeek, en het volgende moment kwam het poëziemeisje tot mijn afgrijzen naar me toe gebuikdanst.

Oh God. Ik had net sigaretten gekocht, en op de cover van een damesblad had ik zien staan dat één keer vreemdgaan goed is voor je relatie. Je hoeft zo'n tijdschrift niet te kopen om te weten met welke damesblaadjesflauwekul ze je nu weer om de oren zullen slaan: dat mannen anders in elkaar steken dan vrouwen, dat het een biologische kwestie is, bij vreemdgaan draait het voor de meeste mannen alleen om seks, de kick, de adrenalinestoot, maar die dingen moeten de damesbladenlezeressen niet verwarren met gevoel, met intimiteit - zo'n types damesbladenwoord - en natuurlijk gaan ze je daarna ook nog inpeperen dat een gezonde relatie - nog zo'n woord - wel tegen een stootje kan, als je maar 'open bent tegen elkaar' en meer van dat soort bullshit.

Ik geloof helemaal niet in damesbladenpsychologie. Ik geloof helemaal niet in 'open zijn tegen elkaar'. Als ik ergens in geloof, dan is het in zo min mogelijk vreemdgaan, en mocht het toch een keer gebeuren, dan bijt je maar hard op je kiezen. Karakter tonen. Dat slappe gedoe van 'Ik moet je wat vertellen...' en de meewarige blik die bij zo'n opmerking hoort, en het gejank van beide partijen, want zo gaat het: er wordt hartverscheurend gejankt, en daarna worden er over & weer de verschrikkelijkste dingen geroepen, dingen waarvan je 's nachts nog vaak zult wakker schrikken, badend in het zweet, maar ja: probeer het dan nog maar eens terug te draaien, en na zo'n schreeuwpartij wordt er melodramatisch op de bank geslapen (de dader) en met deuren gesmeten of zelfs weggelopen (het slachtoffer), en alles bij elkaar is het dus veel beter om eens diep te slikken en te denken: ik begraaf het.

En dan nog zoiets: een 'gezonde relatie', kan iemand mij vertellen wat dat betekent? Zouden er mensen zijn die 's avonds in bed tegen elkaar zeggen: "Schatje, wat hebben we toch een gezonde relatie." En dat de ander dan antwoordt: "Kerngezond, maar we moeten er wel hard aan blijven trekken. Anders hebben we straks een ongezonde relatie, en dat willen we niet." Het spijt me zeer, maar mensen die er zo over denken, verdienen een gezonde relatie. Ze vragen erom. Het is precies wat ze nodig hebben.

Terug naar het poëziemeisje. Zij wiebelde naar mij toe. Ik concentreerde me op Thijs, die vlak achter haar liep. Hij keek verheugd. Ik herhaal: verheugd. Dus niet: betrapt. Ook niet: beschaamd. Ook niet: radeloos. Ook niet: manisch depressief. En al helemaal niet: overspelig.
Voor ik iets had kunnen zeggen, nam Thijs me in zijn armen: "Wat is er met je?" fluisterde hij. "Waarom heb ik je zo lang niet gezien?"
Ik was met stomheid geslagen. Het duurde even voordat ik me realiseerde dat hij niet wist dat ik dankzij het poëziemeisje allang wist wat ik kennelijk niet geacht werd te weten - om de situatie maar eens kernachtig samen te vatten.
"Ja, Nadine," wurmde het poëziemeisje zich ertussen. "Waar hang je toch de hele tijd uit, we zien je nooit meer."
Vooral het subtiele gebruik van het woordje 'we' was ijzersterk te noemen. Ze weet wel wat ze doet, het poëziemeisje. Ze gedraagt zich dan wel als een zweverig probleemgevalletje dat alleen op de been blijft dankzij de schreeuwende poëzie die ze componeert, maar pas op. Met één klein en welgemikt woordje eist ze haar territorium op.

Ik had zin om die trut uit te leggen dat ik er misschien wel uitzie alsof ik niks om handen heb, behalve studeren en oppassen, maar dat schijn bedriegt aangezien ik toevallig een drukbezet en eclectisch en internationaal georiënteerd leven voor mezelf op poten heb gezet, met vertakkingen naar New York, Parijs en Monaco, en dat ze me dáárom nooit meer zien - zij met z'n tweetjes dus; zij met hun gezonde relatie en hun zelfvoldane koppen.
"Zullen we iets afspreken?" vroeg Thijs, nog steeds met die onwetende glimlach op zijn gezicht.
"Misschien," aarzelde ik.
"Dóe nou gewoon, joh!" drong het poëziemeisje aan, ruimdenkend en seksueel bevrijd als zij is. Of misschien, je kunt niets uitsluiten, beschouwde zij zichzelf ook wel als uitgenodigd. Gezellig met z'n drietjes naar de bioscoop, het is weer eens iets anders.
"Bel me maar," zei ik tegen Thijs.
Het poëziemeisje opende haar mond om iets te zeggen ("Don't call us, we call you"), maar ik was al doorgelopen.

[ Bericht 0% gewijzigd door Nadine26 op 07-10-2005 14:21:31 ]
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')