Afgelopen dagen:
Bring it On (Peyton Reed, 2000): begint wel leuk met wat sneren naar de cheerleaders-'cultuur', maar het zakt steeds verder af tot er aan het einde iemand in zijn gezicht wordt gekotst. Mweh. 5.
Bloody Sunday (Paul Greengrass, 2002): oerdegelijke verschrikkelijke-gebeurtenisfilm, die wat minder objectief is dan hij je wil laten denken. Dit genre sleept je vrijwel automatisch mee als het goed wordt uitgevoerd, en dat is hier zeker het geval. Niet bijster veel nieuws, wel indrukwekkend. 7,5.
Sweet Home Alabama (Andy Tennant, 2002): moreel intens verwerpelijk, maar best vermakelijk romcommetje. Reese is wel leuk, maar vooral het contrast tussen het Zuiden en het Noorden zorgt voor een leuk extra'tje dat de film een stukje boven de middenmaat uittrekt. Een klein stukje. 6,5.
Good Will Hunting (Gus Van Sant, 1997): helemaal goed. Het script is af en toe wel èrg oorzaak-gevolg, maar vooral de dialogen zijn uitstekend. Goed acteerwerk all around, interessante personages en niet al te veel slijmerig drama. Gewoon een dikke 8.
I.Q. (Fred Schepsi, 1994): semi-intelligent, soms semi-Capra (vooral Robbins' rol), best wel sloom. Weinig humor en een verschrikkelijk niet-overtuigende romance maken dit eigenlijk gewoon een mislukking. Matthau is wel leuk als Einstein. 5-.
My Best Friend's Wedding (P.J. Hogan, 1997): de leukste romcom die ik heb gezien sinds
Bridget Jones's Diary. Dat zegt waarschijnlijk meer over mij dan over de film, maar ach. 8-.