Naar een nieuwe definitieGaan de hierboven beschreven onderzoeken naar de onderliggende oorzaak of oorzaken van homoseksualiteit te kort door de bocht en wordt er wellicht iets essentieels over het hoofd gezien? Zou het bijvoorbeeld zo kunnen zijn dat de aangeboren seksuele geaardheid in bepaalde gevallen niet tot uitdrukking komt? Of dat seksueel gedrag niet is aangeboren maar is aangeleerd?
De hypothese die kan worden opgesteld luidt als volgt: Seksuele geaardheid is aangeboren, terwijl seksueel gedrag wordt aangeleerd. Om deze hypothese te toetsen, is het van essentieel belang dat er onderscheid wordt gemaakt tussen homofilie en homoseksualiteit. Het eerste begrip duidt op de geaardheid, terwijl homoseksualiteit de homoseksuele uitingen betreft. Homoseksualiteit is een signaal van mogelijke homofilie, maar het zijn twee verschillende begrippen. Dit onderscheid is in de hierboven gebruikte literatuur niet aangetroffen. Wanneer een onderscheid wordt gemaakt tussen homofilie en homoseksualiteit, kan wellicht beter worden onderzocht in hoeverre het homoseksuele gedrag is aangeboren of aangeleerd.
Met behulp van dit onderscheid, waardoor homo- en heterofilie kan worden afgezet tegen homo- en heteroseksualiteit, kan een beter inzicht worden verkregen in de kwestie tussen aangeboren en aangeleerd. Op deze wijze ontstaat een onderscheid in vier typeringen.
![]()
De eerste typering in dit concept is de ‘homoseksofiel’. Dit is iemand die geboren is als homofiel en deze geaardheid ook tot uitdrukking brengt in zijn gedrag. Het gedrag wordt daarbij bepaald door de interactie tussen zijn aangeboren geaardheid en zijn omgeving.
De tweede typering is de ‘homoseksueel’. Dit begrip zou gebruikt moeten worden voor de beschrijving van een persoon die niet als homofiel geboren is, maar zijn homoseksuele gedrag heeft aangeleerd.
De derde typering is de ‘heteroseksofiel’. Dit is iemand die als heterofiel geboren is, en in interactie met de omgeving ook heteroseksueel gedrag vertoont.
De vierde typering ten slotte is de ‘heteroseksueel’. Dit begrip zou gereserveerd moeten worden voor een persoon die als homofiel is geboren, maar heteroseksueel gedrag heeft aangeleerd. Een aangeboren kenmerk komt niet altijd tot uitdrukking in gedrag, omdat er altijd sprake is van interactie tussen aangeboren en aangeleerde eigenschappen. Zou er net als bij het aanleren van taal sprake kunnen zijn van een kritieke periode? Uit onderzoek van Bell, Weinberg en Hammersmith, maar ook van Herdt en Boxer, en Pattutucci en Hamer (in Gray, 2002, p.204) is gebleken dat seksuele geaardheid al vroeg in de kindertijd aanwezig is, ver voordat het daadwerkelijk tot uitdrukking komt.
Deze vier typeringen hebben als groot voordeel dat er een duidelijke distinctie kan worden aangebracht tussen aangeboren en aangeleerd, door ‘-filie’ uitsluitend te reserveren voor aangeboren kenmerken en ‘-seksualiteit’ voor aangeleerd gedrag.