plaatsvervangendequote:Op maandag 22 augustus 2005 08:23 schreef Nuongirl het volgende:
Volgens mij is het Albert I
Frankrijk, en niet deze eeuw, is al langer dan 2 eeuwen gelednequote:Op dinsdag 23 augustus 2005 11:37 schreef Alecks het volgende:
Ik zou het echt niet weten...
Is het deze eeuw gebeurt? In Spanje wellicht?
quote:Op dinsdag 23 augustus 2005 11:54 schreef LodewijkNapoleon het volgende:
Deze meneer; Lodewijk XVIII![]()
[afbeelding]
kloptquote:Op dinsdag 23 augustus 2005 12:32 schreef Alecks het volgende:
Revolutionaire goddelozen... Communisten?
Je zit dichtbij het eiland dat ik bedoel, maar hou wel in de gaten dat het land waarover ik regeerde ver van dat eiland verwijderd ligtquote:Maar bij communisten op een eilandje denk ik aan Cuba... Batista kan ik niet als messias zien...
Ik verzin er anders wel eentjequote:Op dinsdag 23 augustus 2005 14:15 schreef Alecks het volgende:
Hmm.. ik zit vandaag nog een klein uurtje bij een pc... Zal ik een nieuwe verzinnen of wil iemand anders het doen?
quote:Op dinsdag 23 augustus 2005 15:22 schreef Natalie het volgende:
Koningin Mary van Brittannië (geboren Prinses van Teck)
Echtgenote van Koning George V
[afbeelding]
quote:Op dinsdag 23 augustus 2005 16:13 schreef Anyanka het volgende:
*weinig verstand van dit soort dingen*
Oscar Wilde?
Oh helpquote:
Hij was dus toch wel erg makkelijkquote:Op dinsdag 23 augustus 2005 16:57 schreef Natalie het volgende:
Keizerin Elisabeth van Oostenrijk (geboren hertogin in Beieren)
Echtgenote van Keizer Franz-Joseph.
Het is geen opvolger, het liep al toen RJPvD er wasquote:Op dinsdag 23 augustus 2005 20:05 schreef pyl het volgende:
Aristoteles Onassis
Wat een leuk spelletje zeg! Een waardig opvolger van RJPvD.![]()
Als jij er eentje weet mag dat ookquote:
Oeps. Sorry Naj, doe jij er maar een.quote:
Weet jij wat sarcasme is, Nuongirl?quote:Op dinsdag 23 augustus 2005 20:06 schreef Nuongirl het volgende:
Het is geen opvolger, het liep al toen RJPvD er was
Dat weet ik heel goed, Pylquote:
Ja.quote:Op woensdag 24 augustus 2005 13:13 schreef Alecks het volgende:
Hmm.. Bij een limiet denk ik meteen aan wiskunde, maar misschien moet ik het ruimer zien. Was meneer natuurkundige?
Over die limieten die nog steeds gelden... quantummechanica?quote:Uiteraard zou het heel simpel zijn om daar Google op los te laten, maar de lol ervan is nu juist om door middel van vragen achter de identiteit vand e persoon te komen.
O, mocht google helemaal niet.quote:Op woensdag 24 augustus 2005 13:28 schreef Alecks het volgende:
Kijk, maar google mocht in dit spelletje toch weer niet... Uit de openingspost:
[..]
Over die limieten die nog steeds gelden... quantummechanica?
En verder ken ik in die hoek maar weinig namen. Heisenberg?
Ik had hem in ieder geval nooit geradenquote:Op woensdag 24 augustus 2005 16:03 schreef Naj_Geetsrev het volgende:
Niet veel mensen hebben zijn naam in zijn parate kennis. De naam is Subrahmanyan Chandrasekhar.
Ik wist niet dat google een no-no was..
Iemand anders mag nu eentje bedeken.
Ik kwam niet verder dan: "o ja, da's die Indiër met die lange naam........"quote:Op woensdag 24 augustus 2005 16:16 schreef Nuongirl het volgende:
Ik had hem in ieder geval nooit geraden
In ieder geval verder dan ikquote:Op woensdag 24 augustus 2005 16:21 schreef pyl het volgende:
[..]
Ik kwam niet verder dan: "o ja, da's die Indiër met die lange naam........"![]()
quote:Op woensdag 24 augustus 2005 17:05 schreef pyl het volgende:
Dat moet haast wel Hendrik VII zijn.
Hmfp...... pyl en vorstenhuizen.......![]()
Zo te lezen is de beste man nooit paus geweest ? Dus een bekende geestelijke van tig tijd terug maar geen paus if i'm correct ?quote:Op woensdag 24 augustus 2005 17:20 schreef pyl het volgende:
Ik ben geboren in de 13e eeuw, als kind van een adellijke familie, nabij Napels. Ik ging school te Monte Cassino en studeerde nadien te Napels, maar ook in Parijs en zelfs in het verre, koude Keulen. Inmiddels was ik toen al tot priester gewijd en toegetreden tot de Orde der Dominicanen. Daarna ging ik theologie doceren en erover schrijven, waarmee ik grote roem oogstte, een roem die tot op de dag van vandaag voortduurt. Ik was nog geen vijftig toen ik stierf.
Maar gelukkig werd ik later wel heilig verklaard!![]()
![]()
Jazeker (ofschoon ik als degelijk opgeleid historicus bij dezen graag gepaste afstand neem van de term "van tig tijd terug"................quote:Op woensdag 24 augustus 2005 17:24 schreef jozef444 het volgende:
Zo te lezen is de beste man nooit paus geweest ? Dus een bekende geestelijke van tig tijd terug maar geen paus if i'm correct ?
quote:Op woensdag 24 augustus 2005 17:32 schreef pyl het volgende:
[..]
Jazeker (ofschoon ik als degelijk opgeleid historicus bij dezen graag gepaste afstand neem van de term "van tig tijd terug"................)
Ja, heel hard...........quote:Op woensdag 24 augustus 2005 17:37 schreef jozef444 het volgende:
maar hmmm één van de de medici's valt dan waarschijnlijk al wel af
Jazeker, maar helemaal niet toevallig hoor!quote:Op woensdag 24 augustus 2005 18:11 schreef Nuongirl het volgende:
Is het Thomas van Aquino toevallig ?
quote:Op woensdag 24 augustus 2005 18:17 schreef pyl het volgende:
[..]
Jazeker, maar helemaal niet toevallig hoor!
![]()
Bordewijk ?quote:Op woensdag 24 augustus 2005 18:27 schreef Nuongirl het volgende:
Ik ben schrijver, geboren in Amsterdam en studeerde rechten in Leiden. Na die studie werkte ik op een advocatenbureau in Rotterdam.
Mijn debuut maakte ik met de dichtbundel Paddestoelen, die ik publiceerde onder het pseudoniem Ton Ven, maar dat werd geen succes.
Daarna kreeg ik meer erkenning met drie korte en twee langere romans. In mijn loopbaan ontving ik onder meer de P.C. Hooftprijs en de Constantijn Huygensprijs. Voor mijn vrouw, die componiste was, schreef ik onder andere het libretto voor haar opera Rotonde.
Wie ben ik ?
and we have a winnerquote:Op woensdag 24 augustus 2005 18:52 schreef ComComMer het volgende:
Rommel?
Het hoeft niet altijd supermoeilijk te zijnquote:Op woensdag 24 augustus 2005 18:53 schreef jozef444 het volgende:
[..]
and we have a winner(ik zei toch dat ie makkeiljk was
)
Helas, helas,... non monsieur...!quote:Op woensdag 24 augustus 2005 19:12 schreef jozef444 het volgende:
Generaal du Croix ?
klopt niet met t jasje, maar is zo de enige hoge kerel die ik bij napo kan verzinnen
General Pierre-David (Edouard) Colbert de Chabanaisquote:Op woensdag 24 augustus 2005 19:33 schreef pyl het volgende:
Mmmm........Colbert was het niet..........maar welk jasje dan?![]()
Minister was wel heel bekend ... zeker het Colbertisme... begin te twijfelen nu je dat zegt... Ik hoop toch zeker niet dat ik zelfs met google jullie nog op het verkeerde been heb gezet.quote:Op woensdag 24 augustus 2005 19:59 schreef TARAraboemdijee het volgende:
Weet je trouwens zeker dat het jasje naar hem is vernoemd en niet naar de minister? Dat verbaasd me het meest.
Done en thanksquote:Op woensdag 24 augustus 2005 21:42 schreef TARAraboemdijee het volgende:
Ik heb de wiki-pagina bijgewerkt.
Kan iemand de link trouwens in de OP zetten?
http://wiki.fok.nl/index.php/Wie_ben_ik
quote:Op donderdag 25 augustus 2005 10:44 schreef Alecks het volgende:
Hugo de Groot.
Crap, ik weet het maar ik kom er niet op...quote:Op donderdag 25 augustus 2005 11:20 schreef Alecks het volgende:
Als middeleeuws geestelijke ben ik al zo goed als vergeten, toch hoort men mijn naam nog regelmatig. Ik preekte verzoening tussen de Vetkopers en de Schieringers en ook de moderne schaatser kan mede dankzij mij nu rekenen op goddelijke bescherming. Wie ben ik?
Dat betekent vast dat hij iets heet als "Langeweer" ofzo...maar heb geen flauw ideequote:Op donderdag 25 augustus 2005 15:36 schreef Alecks het volgende:
Maar hij is toch het meest beroemd geworden op zijn mooie preken. Soms donderpreken, maar hij maakte nooit korte metten!
Sorry voor de vertraging... Het is Brugman!quote:Op donderdag 25 augustus 2005 15:42 schreef pyl het volgende:
Mmmmmmm..........pater Brugman?
da's driedubbelop...........quote:Op vrijdag 26 augustus 2005 14:52 schreef ComComMer het volgende:
Ik deed iets tijdens de Punische oorlogen, (.....) Van ene Jezus had ik nog nooit gehoord... Dat was pas eeuwen later.
Was ff iets te makkelijk...quote:Op vrijdag 26 augustus 2005 15:34 schreef pyl het volgende:
Scipio?
Overigens:
[..]
da's driedubbelop...........![]()
Ja, ik word zowaar nieuwsgierig........quote:Op vrijdag 26 augustus 2005 21:04 schreef Nuongirl het volgende:
en ? en ?
And we have a winner!...quote:
Wilde gok -> Goethe ?quote:Op zaterdag 27 augustus 2005 17:50 schreef ComComMer het volgende:
Dan maar weer de volgende...
Ik ben geboren eind 19-de eeuw en ben aan de universiteit van Berlijn afgestudeerd in de astronomie. Hoewel meteorologie en klimatologie ook mijn interesse hadden. Ik heb flink gepionierd op dat gebied. Ze doen me nog steeds na... ok iets moderner, maar toch. Uitgelachen ben ik... Ik ben wel geen Galilei, maar het scheelde niet veel... De tweede wereldoorlog heb ik nooit gezien.
Helaas... helaas...quote:Op zaterdag 27 augustus 2005 18:10 schreef jozef444 het volgende:
[..]
Wilde gok -> Goethe ?
edit -> zal wel neit maar ach gokken af en toe is nie erg
de kerel die Gaia heeft bedacht ?quote:Op zaterdag 27 augustus 2005 19:07 schreef ComComMer het volgende:
Galilei dacht dat de aarde rond was... en om de zon draaide...
Ik dacht dat de aarde... "leefde"...
Nee, die niet...quote:Op zaterdag 27 augustus 2005 19:20 schreef jozef444 het volgende:
[..]
de kerel die Gaia heeft bedacht ?
trouwens de aarde is rond, net als een pannekoek
Nee...quote:Op zaterdag 27 augustus 2005 19:28 schreef -DailaLama- het volgende:
Keppler?
Die was jaaaaaaaaaaaren later...quote:
Wie is Koeppen?...quote:Op zaterdag 27 augustus 2005 20:08 schreef -DailaLama- het volgende:
Köppen?
quote:Op zaterdag 27 augustus 2005 20:20 schreef Feniks het volgende:
Ola,
Was 't de Duitse man die opeens het licht zag wat betreft de continenten?
quote:Op zaterdag 27 augustus 2005 20:23 schreef Feniks het volgende:
begint met een W...
En doet denken aan een Nederlandse uitgeverij![]()
![]()
Bewaar hem voor hierna... anders wordt het wat chaotisch denk ik...quote:Op zaterdag 27 augustus 2005 21:16 schreef -DailaLama- het volgende:
Ow moet ik die van mij nu even weghalen?
Nee... Ik kom niet uit Europa...quote:Op zaterdag 27 augustus 2005 21:24 schreef -DailaLama- het volgende:
Matilda van Engeland?
Voor deze ene keer dan... omdat je naam uit die regionen stamt...quote:Op zaterdag 27 augustus 2005 22:17 schreef -DailaLama- het volgende:
Ik heb geen verstand van Chinezen.
Dan kan ik het wel op gaan zoeken, maar dat mag toch niet?
quote:
In Zwitserland was dat.quote:Op zaterdag 27 augustus 2005 23:44 schreef Alecks het volgende:
Dat einde... was dat toevallig op een besneeuwde bergtop, buiten?
Jep.quote:Op zondag 28 augustus 2005 20:17 schreef Nuongirl het volgende:
Kirchner toch ?
quote:Ernst Ludwig Kirchner (Aschaffenburg 6 mei 1880 - Davos 15 juni 1938) is de belangrijkste vertegenwoordiger van het Duits expressionisme en wordt door velen gezien als voorman van die Brücke (de Brug), een kunstenaarscollectief dat van 1905 tot 1913 actief was en later uiteenviel.
Jeugd
Kirchner, zoon van een ingenieur bij de papierfabriek, later professor , verhuisde van zijn toemalige woonplaats Chemnitz naar Dresden, om daar bouwkunde te gaan studeren. Dit op aandringen van zijn vader, die hem afraadde een kunstenaarsopleiding te volgen. In het eerst semester ontmoette hij hier Fritz Bleyl, later ook onder andere Erich Heckel. Hoewel hij in 1905 zijn diploma haalde, besteedde hij vooral tijd aan het tekenen. Hoewel hij bij verschillende particuliere tekenscholen korststondig lessen volgde, is hij grotendeels autodidact. Na het oprichten van die Brücke blijft hij enkele jaren in Dresden, waarna hij naar Berlijn verhuist.
Stijl
Stilistisch kenmerkt het echte autonome werk van Kirchner, in zijn Die Brücke-tijd zich, zoals al het werk van Die Brücke, door een zeer primair kleurgebruik. Tevens is er veel aandacht besteed aan autonome expressie. Door de collectiviteit van de stijl is het soms echter lastig de verschillende kunstenaars te onderscheiden. Binnen Die Brücke geldt Kirchner echter als voorloper, iets wat hij graag beaamde, onder meer door zijn werk te antedateren. Onder andere deze eerzucht leidde tot het uiteenvallen van Die Brücke. Kirchner werd vooral beïnvloed door Vincent van Gogh en Edvard Munch, wiens werken in 1905 en 1906 tentoongesteld werden. Vanaf 1909 is de kunst van Oceanië en in mindere mate Afrika een belangrijke inspiratiebron voor Kirchner, hoewel deze zelf beweerde dat het 1903 was. Tijdens zijn ontwikkeling heeft Kirchner ook het impressionisme en het pointillisme bestudeerd, maar dit kan hem niet bekoren. Hij entte zich liever op het post-impressionisme. Kirchner's geliefde, Doris Grosse, was zijn belangrijkste model. Haar zien we dan ook veelvuldig terug op zijn van kleur vervulde schilderijen.
Latere leven
Na het uiteenvallen van die Brücke werkt hij door, maar slaagt hij er helaas niet in zijn stijl verder te ontwikkelen. Als hij in 1914 in dienst gaat (naar eigen zeggen als 'onvrijwillig vrijwilliger'), kan hij dit niet doorstaan. In 1915 stort hij in, waarna hij van krijgsdienst ontzet wordt. Hij werd naar meerdere sanatoria gestuurd, om daar van zijn achtervolgingswaan en verlammingsverschijnselen af te komen. Pas nadat verzekerd is dat hij te gestoord is om ooit nog in dienst te hoeven, werkt hij mee aan de behandelingen, bijvoorbeeld door weer te eten. De toch al labiele en overwerkte Kirchner zal dit nooit helemaal kunnen verwerken.
Hunkerend naar waardering bij het grote publiek neemt hij het pseudoniem 'de Marsalle' aan, in de hoop ook in Frankrijk geaccepteerd te worden. Zijn stijl wordt brozer en kwetsbaarder, geschilderd in dunnere, transparante verflagen. Dit wordt zijn 'abstracte' periode genoemd, hoewel het werk nog overduidelijk figuratief van aard is.
De toenemende 'cultuurpolitiek' van de nazi's, heeft er, samen met zijn labiele geest toe geleid dat Kirchner in 1938 geen andere oplossing zag dan zelfmoord te plegen. De schande tot ontaarde kunst bestempeld te worden en de daarmee gepaard gaande ontkenning van zijn genie zijn hem te veel geworden. Tegenwoordig wordt hij gezien als een van de belangrijkste kunstenaars van de 20e eeuw.
quote:Ernst Ludwig Kirchner (May 6, 1880 – June 15, 1938) was a German expressionist painter and one of the founders of the artists group Die Brücke or "The Bridge."
Born in Aschaffenberg, Germany, Kirchner studied architecture in Dresden beginning in 1901. While in Dresden, he befriended three other young architecture students, Erich Heckel, Karl-Schmidt Rottluff, and Fritz Bleyl. This young group was drawn together by their desire to become painters as well as their dislike of modern painting. They began calling themselves Die Brücke which described their liking of "all revolutionary and surging elements". The group sought inspiration in such painters as Vincent Van Gogh, Paul Gauguin, and Edvard Munch as well as the primitive arts of Africa and the Pacific Islands.
Kirchner's own artistic development began with woodcuts he created in the years before 1900. After studying architecture, he studied painting in Munich and was influenced there by Art Nouveau styles as well as the woodcuts of Albrecht Dürer. In Munich, Kirchner's style of painting developed as he began using bold colors, remniscent of Gauguin, and wild brushstrokes reminsiscent of Van Gogh. The portrayal of subjects conveys the emotional intensity found in the woodcuts of Dürer and Munch.
With the onset of World War I, Kirchner entered service and in 1915, he suffered a nervous breakdown and physical collapse. He moved to a sanitarium near Frankfurt, where he completed five wall frescoes in 1916, but was struck by a car and severely injured. In 1918 he moved near Davos, Switzerland to convelesce, but continued to suffer from depression despite solo shows held in Munich, Hamburg, and New York.
His inclusion in Entartete Kunst, the Nazis’ 1937 exhibition of so-called “degenerate art,” along with the destruction of approximately 600 of his completed works, caused him further distress. Kirchner committed suicide in 1938 in Davos.
Helemaal correctquote:Op zondag 28 augustus 2005 20:41 schreef LodewijkNapoleon het volgende:
das die van Camera Obscura, Nicolaas Beets of niet?
De persoon in kwestie was in dat geval dan trouwens trouwens Otto Rahn. Die pleegde op de manier van de Katharen zelfmoord: door bevriezing op een bergtop, in zijn slaap. Hij had banden met de nazi-top en is later uit de gratie gevallen...quote:Op zaterdag 27 augustus 2005 23:56 schreef -DailaLama- het volgende:
[.Op zaterdag 27 augustus 2005 23:44 schreef Alecks het volgende:
Dat einde... was dat toevallig op een besneeuwde bergtop, buiten?.]
In Zwitserland was dat.
Ik begrijp die Hitler sowieso niet.
Al dat gezeur over die rassen ... Niets voor mij.
Sterker nog, ik leer juist heel veel van primitieve culturen. Het trekt me enorm.
Jo Gijsen, tot het midden van de jaren negentig bisschop van Roermond en geestelijk vader van het seminarie Rolduc, sindsdien verantwoordelijk voor de missie in IJsland.........quote:Op zondag 28 augustus 2005 21:35 schreef LodewijkNapoleon het volgende:
Ok nieuwe;
Ik was kerkbaas in het zuiden des lands, en op mijn opleidings instituut heb ik velen klaargestoomd om een conservatieve lijn uit te dragen. Ik was dan ook berucht bij progressieve stromingen in mijn kerk, uiteindelijk zocht ik het hogerop...
Ow sorry.quote:Op maandag 29 augustus 2005 01:23 schreef Alecks het volgende:
DailaLama: Ik dacht dat je een vraag van me positief beantwoordt had, ik dacht daarom redelijk zeker te weten dat ik de juiste persoon in gedachten had, vandaar mijn verwarring.
[..]
De persoon in kwestie was in dat geval dan trouwens trouwens Otto Rahn. Die pleegde op de manier van de Katharen zelfmoord: door bevriezing op een bergtop, in zijn slaap. Hij had banden met de nazi-top en is later uit de gratie gevallen...
http://www.museumhetvalkhof.nl/gebroedersvanlimburg/quote:Nijmegen verwelkomt haar verloren zonen
Nijmeegse meesters aan het Franse De gebroeders Van Limburg; wereldberoemd en onbekend
Het absolute hoogtepunt van de middeleeuwse schilderkunst. Zo noemen kunsthistorici en liefhebbers de miniaturen van de gebroeders Van Limburg. Hun schilderingen bepalen vandaag de dag nog het beeld van het religieuze, adellijke en alledaagse leven in de Middeleeuwen. De eerste overzichtstentoonstelling ooit vindt plaats in Museum Het Valkhof van 30 augustus tot en met 20 november 2005.
Het museum in Nijmegen, de stad waar de drie broers kort voor 1400 werden geboren en hun opleiding genoten, wijdt voor het eerst in de geschiedenis een overzichtstentoonstelling aan deze scheppers van Les Très Riches Heures en Les Belles Heures - wereldberoemde getijdenboeken, gemaakt in opdracht van de machtige Franse hertog Jean de Berry.
Het initiatief zorgt volop voor opwinding. Want voor het eerst en voor het laatst worden tezamen zoveel originele manuscripten tegelijk getoond, die Paul, Herman en Johan van Limburg hebben geïllustreerd. Vier van de (ons bekende) zes boekwerken zijn er te zien. Wie dus wil genieten van deze schat aan originelen: het is nu of nooit.
Internationale allure
Hart van de tentoonstelling vormen 17 originele pagina’s uit Les Belles Heures, afkomstig uit het Metropolitan Museum of Art in New York, daarnaast zijn La Bible Moralisée en Les Petites Heures uit de Bibliothèque nationale de France in Parijs en het Valerius Maximus manuscript uit de Biblioteca Apostolica Vaticana in Rome aanwezig. Na de presentatie in Nijmegen gaan de kwetsbare originelen uit Les Belles Heures terug naar New York en worden ze niet meer uitgeleend. Ze verdwijnen definitief uit het zicht van het Europese publiek. De expositie is het hoogtepunt van de feestelijkheden rond het 2000-jarig bestaan van Nijmegen.
Ah, wat grappig; ik was gisteren bij de opening aanwezig en heb heel veel verklede 'middeleeuwers' gezien én bewonderd (want het niveau was ongekend hoog).quote:Op maandag 29 augustus 2005 14:41 schreef Alecks het volgende:
Tja.. ik had graag afgelopen weekend meegedaan met de presentatie, verschillende re-enacters van mijn vereniging waren er namelijk ook, maar ik had al beloofd mee te doen met een show in het archeon.
Tja, alleen dat 'generaal' is dan vreemd............quote:
Haast. Iemand uit de griekse geschiedenis. Op de voorspelling van het orakel na is er niets bovennatuurlijks mee verbonden.quote:Op maandag 29 augustus 2005 21:53 schreef pyl het volgende:
Hmmm.........iemand uit de Griekse mythen en sagen?
quote:Op maandag 29 augustus 2005 22:19 schreef jozef444 het volgende:
Pyrus ?
klopt trouwens jaquote:Op maandag 29 augustus 2005 22:20 schreef pyl het volgende:
[..]
Die won (als je Pyrrhus bedoelt, tenminste.....)
Correct!quote:Op maandag 29 augustus 2005 22:16 schreef pyl het volgende:
Leonidas?
quote:Op woensdag 31 augustus 2005 14:54 schreef Tackleberry het volgende:
even onder een andere account
nope, maar je denkt iig wel in de goeie richtingquote:Op woensdag 31 augustus 2005 22:23 schreef LodewijkNapoleon het volgende:
air-marshall Tedder?
stuffie dowdingquote:Op woensdag 31 augustus 2005 22:41 schreef LodewijkNapoleon het volgende:
Oppermaarschalk Sir Hugh Caswell Tremenheere Dowding?
(van hem weet ik dus weer niet zeker of 'ie in Schotland is geboren![]()
quote:
quote:Ludwig Josef Johann Wittgenstein (Wenen, 26 april 1889 – Cambridge?, 29 april 1951) was een Oostenrijks/Brits filosoof.
Hij werd geboren in Wenen en was het jongste kind van een extreem rijk Oostenrijkse industrieel. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog meldde hij zich als vrijwilliger voor het Duits-Oostenrijkse leger. Hij had een boekje in zijn rugzak van Tolstoj over de evangeliën. Hij maakte aan het front aantekeningen waaruit later de Tractatus logico-philosophicus zou groeien. Tevens hield hij een dagboek bij dat belangrijk zou worden bij de interpretatie van de Tractatus.
Wittgenstein heeft in zijn filosofie een belangrijke ommezwaai gemaakt. Zo zeer zelfs dat men spreekt van Wittgenstein I en Wittgenstein II
Wittgenstein I
Het hoofdwerk van Wittgenstein I is de Tractatus logico-philosophicus. Dit werk verscheen in 1921/1922. Het bestaat uit een serie genummerde artikelen. Het handelt over de taal ten opzichte van het domein van de kennis, ethiek, esthetiek en religie. Volgens Wittgenstein I kan met taal alleen zinvol worden omgegaan als daarmee "standen van zaken" worden beschreven (hierin volgt hij zijn voorbeeld Augustinus, wiens werk hij later sterk zal bekritiseren). Over het overige zegt hij: Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen. Vandaar dat het boekje in de Wiener Kreis zeer populair was en dat Bertrand Russell zich voor de uitgave ervan ingespannen heeft. Deze heeft er ook een voorwoord bij geschreven. Alleen schijnt Wittgenstein daarover te hebben gezegd dat Russell het (ook al) niet begrepen had. Dat zou er mee te maken kunnen hebben dat er volgens Wittgenstein weliswaar over ethiek en dergelijke niet gesproken kan worden, maar dat deze transcendentale zaken wel heel belangrijk zijn. De uiteindelijke levensvervulling vindt juist hierdoor plaats. Hij heeft een soort van categorische imperatief: "leef gelukkig" dat wil zeggen dat je de wereld ervaart zoals hij is. Overigens beschouwde Wittgenstein I de Tractatus ook als niet zinvolle taal. Maar het was de ladder die nodig was om dat inzicht te bereiken. Daarna kon hij worden weggegooid.
Wittgenstein dacht dat hij met de Tractatus alle problemen van de filosofie had opgelost. Daarom stopte hij met filosofie. Onder invloed van Tolstoj schonk hij zijn fortuin weg en werd onderwijzer en later tuinman in een kloostertuin. Van 1926 tot 1928 werkte hij aan een huis voor een van zijn zusters.
Wittgenstein II
In 1929 keerde hij terug tot de filosofie. Hij werd hoogleraar in Cambridge. In 1952 verscheen postuum het tweede hoofdwerk "Philosophische Untersuchungen". Hier blijkt hij een hele andere visie op taal te hebben ontwikkeld. Taal is niet meer alleen een middel om de werkelijkheid mee te beschrijven, maar hij spreekt nu van verschillende "taalspelen". Binnen de taal zijn er verschillende spelen met hun eigen regels over wat juist is en wat niet. Het taalspel van de wetenschap is iets heel anders dan dagelijks taalgebruik. Het ene taalspel kan niet herleid worden tot het andere taalspel.
In 1947 gaf Wittgenstein zijn leerstoel op en hij overleed in 1951
Wittgenstein's filosofie in Nederland
In Nederland werd het denken van Wittgenstein geïntroduceerd door de schrijver W.F. Hermans, die het pamflet Wittgenstein in de mode schreef, en de Tractatus vertaalde — niet geheel tot genoegen van vakfilosofen.
quote:Rosalind Elsie Franklin (25 juli 1920 – 16 april 1958) was een Brits chemicus die voornamelijk bekend geworden is vanwege haar bijdragen aan de ontdekking van de structuur van DNA.
Rosalind Franklin werd geboren in Londen, Groot-Brittannië, dochter van Muriel Waley Franklin en bankier Ellis Franklin. Zij ging na de lagere school op twaalfjarige leeftijd naar St. Paul's Girls School, één van de weinige meisjesscholen waar les gegeven werd in natuurkunde en scheikunde. Op haar vijftiende besloot ze dat ze wetenschapper wilde worden. Haar vader was echter tegen hoger onderwijs voor vrouwen en wilde dat ze sociaal werkster zou worden. Hij weigerde daarom de kosten van haar universitaire opleiding te betalen, alhoewel zij het toelatingsexamen voor de universiteit van Cambridge met succes al had afgelegd. Hij ging pas overstag toen een tante toezegde haar studie te zullen betalen en zijn vrouw zijn dochter bleek te steunen.
In 1938 werd Franklin toegelaten tot het Newnham College van de universiteit van Cambridge, waar ze in 1941 afstudeerde in de natuurwetenschappen met als specialisatie fysische chemie. Na nog een jaar aan de universiteit gewerkt te hebben, werd ze in 1942 in het kader van de Tweede Wereldoorlog onderzoeker bij de British Coal Utilisation Research Association. Ze onderzocht daar de aard van steenkool met het doel deze zo efficiënt mogelijk (gezien de schaarste in de oorlogsperiode) toe te passen. Dit werk vormde de basis voor haar doctoraat in fysische chemie dat ze in 1945 toegekend kreeg van de universiteit van Cambridge.
Na haar Cambridge periode volgenden drie jaren van studie in Parijs aan het "Laboratoire Central des Services Chimiques de l'Etat". Hier leerde ze de röntgendiffractietechnieken die zouden bijdragen aan de ontdekking van de structuur van DNA. In 1948 keerde ze naar Groot-Brittannië terug om als onderzoeker op het gebied van moleculaire röntgendiffractie te gaan werken aan King's College te Londen onder leiding van Sir John Randall.
Onduidelijkheden in de verantwoordelijkheden voor het DNA onderzoek zorgden voor wrijving tussen Franklin en Maurice Wilkens, een onderzoeker die al langer voor Randall werkte. Wilkens toonde op een gegeven moment Franklins röntgendiffractie foto's van DNA aan James Watson, de concurrent uit Cambridge, die hierdoor het idee kreeg dat de structuur van DNA eruit moest zien als een dubbele helix. Dit resulteerde in een artikel in het blad Nature. In hetzelfde nummer van Nature verscheen ook het werk van Franklin ter ondersteuning van zijn conclusies.
Of Franklin zelf de structuur van DNA zou hebben gevonden en in hoeverre haar naam genoemd dient te worden bij de ontdekking van de structuur van DNA blijft tot op heden reden tot discussie. Feit blijft wel dat zonder haar kwalitatief hoge röntgendiffractie foto's van DNA het langer geduurd zou hebben alvorens de structuur daarvan gevonden zou zijn.
Na de DNA publicaties vertrok ze naar het Birkbeck College waar ze haar eigen onderzoeksgroep kreeg en zich concentreerde op virussen - ze mocht alleen bij het King's College vertrekken als ze zich niet meer met DNA zou bezighouden -, met name het tabaksmozaïekvirus en het poliovirus.
Tijdens een bezoek aan de Verenigde Staten in 1956 werd ze ziek en werd ovariumkanker vastgesteld. Twee jaar later overleed ze op 37-jarige leeftijd.
Ik zou t niet wetenquote:Op vrijdag 2 september 2005 09:47 schreef LodewijkNapoleon het volgende:
![]()
![]()
![]()
ok nieuwe:
Ik ben geboren in een stad met een kasteel op een rots. Van beroep was ik dominee, maar mijn interesses lagen eigenlijk elders, hoewel ik mijn vak altijd ben blijven uitoefenen. Heden ten dage geniet ik vooral (enige) bekendheid als schrijver en ontginner. Het kanaal dat van mijn grote project naar de stad loopt waar ik gestorven ben, draagt nog altijd gedeeltelijk mijn naam...
wie ben ik?![]()
quote:"Barbarische en wreede Reusen, Huynen, Giganten, menschen van grauwelijcke Statuer, groote krachten en beestelijcke wreetheijdt, die God noch menschen gevreest hebben, maer geacht worden geboren te zijn tot verderf des menschelijcken geslachts".
quote:Denkend aan Picardt zie ik een korte gedrongen man met een ernstige oogopslag.
Keurig in het wambuis, een smalle knevel, lange grijze lokken achter een breed voorhoofd. Een wat plechtstatige figuur, zich bewust van eigen belangrijkheid.
Een wat merkwaardige man, een eenzame persoonlijkheid, openlijk geëerd en heimelijk benijd.
IJdel, eigenwijs, koppig en hebzuchtig, maar ook rechtlijnig, ijverig en bovenal……. wilskrachtig.
Denkend aan Picardt zie ik een jonge, veelbelovende dominee in het zeventiende-eeuwse Hollandse dorpje Egmond aan Zee. Een geleerd man, die medicijnen studeerde; getrouwd met een aanzienlijk juffer: Roeka Brederode van Egmond. Een man, die alles mee had, maar weinig bereikte. Een mislukkeling?
Zondag aan zondag preekte hij in een bijna lege kerk.
Als gereformeerd predikant in een nog overwegend rooms-katholiek denkende gemeenschap bereikte hij met zijn evangelische boodschap bijzonder weinig Egmonders. Die lege kerk moet hem toch wel pijn gedaan hebben.
Maar…..heeft Picardt zich wel ingezet om de afzijdig blijvende dorpelingen van de waarde van de nieuwe leer te overtuigen? Was hij wel een man, die het volk aan sprak?
Een zieleherder, die zich onder de mensen begaf en hen als zijns gelijke behandelde?
Zijn idee “van de autoriteit, de waardigheid en de uitnemendheid van het heilige predikambt boven alle hoogheden, digniteiten en officieën van deze wereld” doen vermoeden, dat hij zich ver boven het volk verheven achtte. Geen dienaar, maar een heerser wilde hij zijn, welgesteld en geëerd!
Hij vluchtte weg in zijn liefhebberij: de verbetering van landbouwgronden door vermenging van grondsoorten zonder gebruik te maken van mest. In de nabijgelegen Beemster kocht hij 15 ha grond en hier zou hij de Hollandse boeren wel eens laten zien hoe zij hun landerijen vruchtbaar konden maken. Maar de van water doordrenkte poldergrond was weerbarstig, de bemaling bleef gebrekkig en de met koemest werkende boeren geleidden de pogingen van de geleerde dominee met minachting en spot. Van zijn ideaal, deze mensen iets te leren, kwam niets terecht.
In één opzicht was hij succesvol. In 1628 promoveerde hij in Leiden tot doctor medicus, bevoegd tot uitoefening van de geneeskunde. Hij maakte hiervan ruimschoots gebruik en liet er zich ook ruimschoots voor betalen. Op huize “Tijdverdrijf”, waar hij zich gevestigd had, leidde hij een vrij luxueus leven, dat hij zich van zijn predikantstraktement beslist niet kon veroorloven. De autoriteiten zagen zijn goed betaalde nevenaktiviteiten met lede ogen aan. Zij wezen hem terecht en verboden hem tenslotte zijn medische praktijk uit te oefenen.
Roeka Brederode van Egmond schonk hem zeven kinderen en het gezicht van die uitgebreide nakomelingschap zal hem met zeventiende-eeuwse trots vervuld hebben. Hij mocht ze, tenminste in Egmond, ook allemaal behouden en dat was, in die tijd, met recht een godsgeschenk. Twintig jaar hield Picardt het vol in het Hollandse dorp. Toen vertrok hij!
Naar Drenthe, “waarnaar zijn hart hem krachtig was trekkende”! Zonder de zekerheid van een nieuw ambt, slechts in de hoop, dat hij hier geholpen zou worden.
Geholpen aan een nieuwe predikantsplaats, aan een nieuwe vergunning tot het uitoefenen van de geneeskunde, aan een mogelijkheid opnieuw en met meer resultaat landbouwgronden te verbeteren. Bij zijn afscheidspreek in Egmond was de kerk stampvol – een schrale troost voor de scheidende leraar.
Denkend aan Picardt zie ik een man van middelbare leeftijd, staande voor een lage, langgerekte hoeve in Rhee, even ten noorden van Assen. Die boerderij is niet zijn eigendom; dank zij de bemiddeling van de hoogste gezagsdrager in Drenthe, de Drost Rutger van den Boetzelaer heeft Picardt de voormalige kloosterhoeve mogen huren. Hij kijkt uit over het vlakke woeste land vóór hem, over zijn akker, waar de vruchten kiemen. Dit is zijn wereld, zijn land, hier zal hij de Drentse boeren, meer nog, de Drentse gezagsdragers, overtuigen van zijn gelijk – zijn enige juiste methode om dit land te herscheppen in bloeiende akkers en welige weilanden.
De hooggeleerde predikant Johan Picardt is een boerendominee geworden, Dank zij alweer de hulp van de drost, wordt hij predikant te Rolde. Ondanks het feit, dat de kerkeraad al een ander met algemene stemmen beroepen heeft. Het machtswoord van Van den Boetzelaer bewerkstelligt alsnog de afwijzing van Martinus Stephanus en de beroeping van Johan Picardt, die zonder gewetensbezwaren zijn nieuwe ambt aanvaardt.
De Rolder boeren echter aanvaarden hem niet zo snel. De geleerde dominee is hen té geleerd, hij blijft de vreemdeling uit Rhee; ze mogen hem niet en zijn preken nog minder. Ze zijn er als de kippen bij om de kerkvisitatoren te vertellen, dat dominee zo weinig werk maakt van zijn catechismuspreken, hoewel ze zelf bepaald geen bewonderaars van dit Calvinistische leerstuk zijn. Picardt heeft ook in Rolde geen succes. Zijn grondexperimenten trekken weinig of geen belangstelling. Niet bij de boeren en ook niet bij de gezagsdragers. Maar……hij geeft niet op!
Picardt wordt schrijver. Onder de zware balken van de eeuwenoude boerderij schrijft hij een geschrift, dat hij opdraagt aan drost en gedeputeerde van Drenthe.
Vol van zijn denkbeelden om van “wildt en woest ontvruchtbaar landt goed groen- en weydtland” te maken, “zonder miss”! Het stuk wordt terzijde gelegd, de heren gaan er niet op in!
Er komt verdriet in zijn leven. Twee kinderen sterven. Heino Joachim in 1642, nog geen twee jaar oud en Marie, veertien jaar oud. Picardt schrijft! “Tractaat over de waardigheid des Predikambts”, heet zijn pennevrucht. Vier predikanten zullen het beoordelen – van een verslag of rapport erover is niets bekend.
Picardt lijkt een, mislukkeling te worden, die door machtige vrienden de hand boven ’t hoofd gehouden wordt.
Machtige vrienden! Zij bepalen Picardt verdere levensloop. In 1647 krijgt hij van de graaf van Bentheim, die de familie Picardt goed kende, een echte opdracht.
Het in cultuur brengen van een gebied van 1000 ha. woeste grond in de omgeving van Neuenhaus. Een uitdaging, een kans uit duizend om zijn ideeën eindelijk gestalte te geven. Hoe zal hij echter vanuit Rhee leiding kunnen geven aan een dergelijk reuzenproject?
De andere machtige vriend brengt uitkomst. Rutger van de Boetzelaer zorgt voor een nieuw beroep. Naar Coevorden, als eerste predikant en dit beroep moet voor Picardt gekomen zijn als een geschenkt uit de hemel.
Als hij echter, overeenkomstig het gebruik, de beweegredenen, die hem ertoe brachten het beroep aan te nemen, op moet geven aan de Classis, rept hij met geen woord over zijn Bentheimse opdracht. Wel van de gelukkige omstandigheid, dat hij nu zijn kinderen in Steinfurt kan laten studeren en ook dat er in Rolde altijd “krakeel is wegens het tractement”. De hervormde gemeente van Rolde geeft hem een loffelijk getuigschrift – hij krijgt het heilige kruis na!’
Denkend aan Picardt zie ik een hooggeëerd burger in de kracht van leven, wandelend door Coevordens straten. Eerbiedig gegroet en minzaam teruggroetend. De hooggeleerde doctor in de medicijnen, de eerwaarde predikant, de vermaarde schrijver, de ingenieuze landontginner, de alwetende historicus. Een geslaagd man! Op 16 april 1648 werd hij, samen met de tweede predikant Van Staveren, in de zojuist gereedgekomen hervormde kerk van Coevorden bevestigd. Een glorieuze toekomst lag voor hem. In Coevorden waren geen eigengereide Hollanders en ook geen achterdochtige Drenten. In Coevorden woonden gans andere lieden! Zichzelf respekterende notabelen, van respekt vervulde ambtenaren, naar respekt hunkerende garnizoenofficieren! Verder nijvere middenstanders, hardwerkende boeren en simpele soldaten. Mensen, die hoog opkeken tegen de geleerde doctor-predikant, belast met een zeer belangrijke opdracht van de bevriende graaf van Bentheim.
Die opdracht uit te voeren en tot een goed einde te brengen, werd Picardts vurigste wens. Hij toog aan het werk in een niet te stuiten ijver. Persoonlijk ontwierp hij de tekeningen van het nieuwe landbouwgebied – de sloten en de kavels, de boerderijen en de wegen. Persoonlijk hield hij toezicht op de goede voortgang der werkzaamheden en het aantrekken van de kolonisten, bijna allen uit Nederland. Een lustoord moest het worden: zijn Picardije, zoals de erkentelijke graaf de nieuwe kolonie te zijner ere liet noemen.
Het is eigenlijk onvoorstelbaar, maar tezelfder tijd schreef Picardt zijn meesterwerk – zijn boek over de geschiedenis van Noord-Nederland, Drenthe en Coevorden.
Voor vele historische vraagstukken vond hij een oplossing. Veel te gemakkelijk in onze ogen, maar….hij was wel de eerste, die oplossingen zocht. Hij schreef zijn gedachten neer in zijn eigen taal, soms platvloers, soms spitsvondig, altijd direkt.
Picardt verrichte zelf, op bescheiden wijze weliswaar, archeologisch onderzoek en zijn conclusie doen ons soms de haren te berge rijzen. Maar, al weer, hij was de eerste, die zich hieraan waagde. Niet voor niets draagt een Leids dispuut zijn naam.
Johan Picardt Theologus, Ecclesiae Covordiensis Pastor Primus et Doctor Medicus – de man die door tegenslag achtervolgd werd, werd eindelijk een zeer verdienstelijk burger. Maar toch! Als predikant had hij ongetwijfeld te weinig tijd om zich aan zijn gemeente te wijden. Te weinig tijd voor pastorale zorg, voor hulp en bijstand. Verder gedroeg hij zich zeer onverdraagzaam ten opzichte van zijn collega Van Staverden, met wie hij vaak hooglopende meningsverschillen had.
Als landontginner onderging hij een enorme teleurstelling toen in 1667 de graaf van Bentheim onder druk van de ons welbekende bisschop Bernard van Galen rooms katholiek werd en Picardts zoon, Alexander, inmiddels belast met de ontginning van Picardije, ontsloeg.
Denkend aan Picardt zie ik een oude man langs Coevordens vestingwerken dwalen. Een man, die veel presteerde en die in veel tekort schoot. Een man, aan wie niets menselijks vreemd was. Een geslaagd man, bij wie veel mislukte, Vaak afhankelijk van anderen en toch een doorzetter. Gevoelig voor eerbetoon en toch een zegen voor velen.
Denkend aan Picardt, zie ik een mens, aan wie veel werd gegeven en die veel wist weg te schenken. Een groot Coevordenaar!!!
Nog een tipje graagquote:Op zaterdag 3 september 2005 17:30 schreef LodewijkNapoleon het volgende:
![]()
![]()
![]()
![]()
![]()
En deze dan?
Ik was niet zolang koning van mijn land, maar ik slaagde erin voor zolang als het duurde, de zee waar mijn land aan ligt te veranderen in een binnenzee. In de plaats waar ik een voordelige vrede sloot, wordt nog elk jaar een groot muziekfestival gehouden (al heeft dat niets met mij van doen natuurlijk)
quote:Op dinsdag 6 september 2005 20:25 schreef Nuongirl het volgende:
Vrede van Roskilde bedoel je ?
Ik denk dat het koning Karel X Gustaaf van Zweden is
http://en.wikipedia.org/wiki/Charles_X_Gustav_of_Swedenquote:Karel X Gustaaf (8 november 1622 – 13 februari 1660) was koning van Zweden van 1654 tot 1660. Hij was de zoon van paltsgraaf Johan Casimir van de Palts-Kleeburg en prinses Catharina Wasa, de dochter van Karel IX. Hij was getrouwd met Hedwig Eleonora van Holstein-Gottorp en stierf in 1660 in Gotenburg. Hij had een zoon: Karel XI.
Karel X Gustaaf was neef van koningin Christina. Toen zijn in 1654 aftrad en het land verliet, volgde hij haar op. Hij is een van de meest facinerende koningen van Zweden. Hij zat niet zo lang op de troon, maar had grote invloed op de historie. Hij bracht het grootste deel van zijn regeerperiode door als aanvoerder van het Zweedse leger in Polen, Duitsland en Denemarken. Het leger behaalde vele successen, o.a. een offensief over de Grote Belt dat tot de vrede van Roskilde leidde. Daarbij verloor Denemarken zijn bezittingen in het zuiden van Zweden.
quote:Op woensdag 7 september 2005 09:26 schreef pyl het volgende:
Cleopatra
quote:Op woensdag 7 september 2005 17:22 schreef LodewijkNapoleon het volgende:
Charles Maurice de Talleyrand Perigord wellicht?
quote:Charles Maurice de Talleyrand
From Wikipedia, the free encyclopedia.
(Redirected from Talleyrand)
Charles Maurice de TalleyrandCharles Maurice de Talleyrand-Périgord (February 2, 1754 - May 17, 1838) was a French diplomat. He worked successfully from the regime of Louis XVI, through the revolution and then under Napoleon I, Louis XVIII and Louis-Philippe. Known since the turn of the 19th century simply by the name Talleyrand, he is widely regarded as one of the most versatile and influential diplomats in European history.
Talleyrand was born into an aristocratic family in Paris, but a foot injury in childhood, or possibly Marfan syndrome, left him unable to enter the anticipated military career. He was instead directed by his family into a career within the Church, attending the Collège d'Harcourt and Saint-Sulpice College until the age of 21. He was ordained in 1779. In 1780 he became a Church representative to the Crown, as the Agent-General of the Clergy. In this position, he was instrumental in drafting a general tableau of church properties in France as of 1785, along with a defence of "inalienable rights of church"; a stance he was to deny later. In 1789, due to the influence of his father, the already notably unbelieving Talleyrand was appointed Bishop of Autun.
In the Estates-General of 1789, he represented the clergy, the First Estate. During the French Revolution he supported the revolutionary cause. He assisted Mirabeau in the secularization of ecclesiastical properties. He participated the writing of the Declaration of the Rights of Man and proposed the Civil Constitution of the Clergy that nationalized the Church, leading to his excommunication by Pope Pius VI and his resignation as Bishop. Notably, he promoted the public education in full spirit of Enlightenment. He celebrated the mass during the Fête de la Fédération on the 14 July 1790.
In 1792 he was sent twice, though not officially, to Britain to avert war: Besides an initial declaration of neutrality during the first campaigns of 1792, it ultimately failed. In September 1792, he left Paris for England just at the beginning of September Massacres, yet declined the émigré status. Because of his aristocratic background, Convention issued a warrant for his arrest in December 1792. His stay in England wasn't uneventful as well; in March 1794, he was forced to leave the country by Pitt's expulsion order. He then arrived at the United States where he stayed until his return to France in 1796. During his stay, he subsidized himself by working as a bank agent, involving in commodity trading and real-estate speculation. After the 9 Thermidor and demise of Robespierre, he mobilized his friends (most notably Desrenaudes and Germaine de Staël) to lobby in Convention and newly established Directoire for his return. His name was then suppressed from the émigré list and he returned to France in September 25, 1796. In 1797 he became Foreign Minister. Talleyrand saw a possible political career for Napoleon during the Italian campaigns of 1796/1797. He wrote many letters to Napoleon and they became close allies. Talleyrand was against the destruction of the Republic of Venice, but he complimented Napoleon when peace with Austria was concluded and Venice was finished, probably because he wanted to reinforce his alliance with Napoleon. Together with Napoleon´s older brother, Louis Bonaparte, he was instrumental in the coup d'état of 18 Brumaire, 1799 and soon after he was made Foreign Minister by Napoleon, although he rarely agreed with Napoleon's foreign policy. The Pope also released him from the ban of excommunication.
In March 1804 he was involved in the kidnapping and execution of the Duke of Enghien; in response to those events he made what was perhaps his most famous quip: "That was worse than a crime; it was a mistake". In May 1804 Napoleon made him Grand Chamberlain and Vice-elector of the Empire; during this year, Talleyrand also bought the Chateau Valençay. In 1806 he was made Sovereign Prince of Benevento (or Bénévent). Talleyrand was against the crude treatment of Prussia in the Peace of Tilsit in 1807. The queen of Prussia cried and was consoled by Talleyrand. This gave him a good name among the elite of the European countries outside France. He resigned as minister of foreign affairs in 1807 over his opposition to the Franco-Russian Alliance and by 1809 he was even further from the Emperor, a break completed in 1812 with the attack on Russia. Talleyrand had no responsible occupation between 1807 and 1812. Napoleon appointed him as representative of France at the Congress of Erfurt, because the European leaders wanted this. Tsar Alexander I of Russia wanted his advice in dealing with Napoleon and they met regularly during the congress. It is said that Tsar Alexander changed his attitude towards Napoleon thanks to Talleyrand. Alexander was afraid of Napoleon, because the Russians had been defeated twice. He admired the modern institutions of France and wanted to reform his country. Talleyrand allegedly convinced him that Napoleon's France was a threat to European nation states and that Russia should resist the will of emperor Napoleon. Talleyrand became a Russian secret agent from 1812 onwards, but his political career was over until the fall of Napoleon.
It is said that Talleyrand's continuous intriguing and plotting caused Napoleon to once denounce him to his face as "shit in a silk stocking," [1] to which the minister coldly retorted, "Pity that so great a man should be so ill mannered!"
When Napoleon was succeeded by Louis XVIII in April 1814, Talleyrand was one of the key creators of the restoration of the Bourbons while opposing the new legislation of Louis's rule. Tsar Alexander wanted Talleyrand to become the new ruler of France, but Talleyrand wanted the restoration of Louis XVIII. Talleyrand was the chief French negotiator at the Congress of Vienna, and in that same year he signed the Treaty of Paris. It was due, in part, to his skills that the terms of the treaty were remarkably lenient towards France. At the start, only four countries made the decisions: Austria, the United Kingdom, Prussia, and Russia. France and other European countries were invited, but had no influence on the decision making. Talleyrand became the champion of the small countries and demanded admission with the decision makers. The big four admitted France and Spain to the decision making back rooms of the conference after a lot of havoc making. Spain was excluded after a while, but France (Talleyrand) was allowed to participate until the end. Russia and Prussia wanted to enlarge their territory during the congress. Austria was afraid to lose territories to them and United Kingdom was against their expansion as well. Talleyrand managed to establish a middle position and received some favours from the other countries in exchange for his support. France even returned to its 1792 boundaries with no reparations, with French control over papal Avignon and Salm, which had been independent at the start of the French Revolution in 1789. (Some historians critical of Talleyrand blame his diplomacy for establishing the faultlines of World War I, especially for allowing Prussia to engulf small German states west of Rhine. This simultaneously placed Prussian armed forces at the French-German frontier—which had never happened before—, made Prussia the biggest power in Germany in terms of territorial extent, population and the industry of the Ruhr and Rhineland; and eventually paved the way to German unification under Prussian throne.)
Napoleon's return to France in 1815 and his subsequent defeat, the Hundred Days, was a reverse for the diplomatic victories of Talleyrand; the second peace settlement was markedly less lenient and it was fortunate for France that the business of the Congress had been concluded. Talleyrand resigned in September of that year, either over the second treaty or under pressure from opponents in France. He thereafter restricted himself to the role of 'elder statesman', criticising from the sidelines. Under King Louis-Philippe he was ambassador to the United Kingdom from 1830-34, where he strived to reinforce the legitimacy of Louis-Phillipe which came to power after 1830 Revolution (also known as the July Revolution). As ambassador in London he proposed a partition plan for the Netherlands.
Catherine (Worlée) Grand, princesse de Talleyrand-Périgourd, painted by François Gérard 1805–6Talleyrand was a womanizer. Many women fall for his charms, his fluent conversation and elegant manner, despite his limping leg. He used women for his political networking. He became minister of foreign affairs in 1797, after initial letters of a woman towards Barras, the most powerful politician in France at that time. He lived together with Catherine Worlée, born in India and married there to Charles Grand, who then adventured about before settling in Paris as a notorious courtesan in the 1780s for several years before she divorced Grand and they married in 1802. Talleyrand tried to prevent a marriage, but after a lot of postponement, he was obliged to marry on instigation of Napoleon: otherwise his political career would have been over. Visitors to Talleyrand were shocked by the behaviour of his wife, who was regarded as a beauty, but very stupid.
Talleyrand liked money as well. He got a lot of money from his occupations, for instance his behaviour during the German Mediatization (Reichsdeputationshauptschluss), the consolidation of the small German states. German rulers and elites paid him lots of money to save their possesions, or to enlarge their territories.
Talleyrand was idle. He kept on using his title, prince of Benevento, after Napoleon was defeated, despite his principality being reincorporated into Italy. This irritated king Louis XVIII and his court.
Talleyrand was a great conversationalist, gourmand, and wine connoisseur. From 1801 to 1804 he owned Château Haut-Brion in Bordeaux. He employed the renowned French chef Carême, one of the first celebrity chef known as "chef of kings and king of chefs."
Talleyrand died on May 17, 1838 and was buried at his Château of Valençay.
Today, when speaking of the art of diplomacy, the phrase "he is a Talleyrand" denotes a statesman of great resource and skill.
Kun je zulke lange namen ECHT uit je hoofd op lepelen?quote:Op woensdag 7 september 2005 17:22 schreef LodewijkNapoleon het volgende:
Charles Maurice de Talleyrand Perigord wellicht?
Joseph Smith Jr.?quote:Op woensdag 7 september 2005 17:58 schreef LodewijkNapoleon het volgende:
Ik ben geboren in een gebied genoemd naar de daar aanwezige groene heuvelen. Ik was best wel gelovig ingesteld, maar ik had geen flauw idee bij welke kerk ik me moest aansluiten. Gelukkig kwam een engel me vertellen dat ik maar beter voor mijzelf kon beginnen en dat ik zelf een kerk moest stichten, hij vertelde tussen neus en lippen ook nog even waar de tien zoekgeraakte stammen van Israel gebleven waren, en hoe toevallig, die woonde volgens hem ook in mijn land.
Talleyrand wist ik, de rest heb ik er bij gezocht, mag dat?quote:Op woensdag 7 september 2005 18:37 schreef -DailaLama- het volgende:
Kun je zulke lange namen ECHT uit je hoofd op lepelen?
quote:Op woensdag 7 september 2005 18:48 schreef -DailaLama- het volgende:
Joseph Smith Jr.?
Sorry.quote:Op woensdag 7 september 2005 20:51 schreef Alecks het volgende:
Lodewijk Napoleon, DailaLama: Dat is dan toch wel een beetje valsspelen, hoor...![]()
(Daarom vind ik dit spelletje ook veel moeilijker dan RJP. Ik heb ook moeite met dit soort details...)
Foei he ?quote:Op woensdag 7 september 2005 20:31 schreef -DailaLama- het volgende:
Ik wist dat het de man achter de Mormonen was, maar ik wist zn naam niet meer, die heb ik opgezocht
Correct.quote:Op donderdag 8 september 2005 10:24 schreef pyl het volgende:
Hmmmmmm..........ik twijfelde en verwierp de gedachte, maar nu probeer ik het toch: Idi Amin?
quote:Idi Amin
Idi AminIdi Amin Dada Oumee (ca 1925-16 augustus 2003) was van 1971 tot 1979 dictator in Oeganda. Zijn regeringstijd wordt als een van de bloedigste in de moderne Afrikaanse geschiedenis beschouwd. Hij droeg de bijnaam slachter van Afrika; zijn bewind kostte circa 300.000 mensen het leven. Amin kon niet schrijven en nauwelijks lezen.
Het exacte geboortejaar van Amin is onbekend, de schattingen lopen uiteen van 1924 tot 1928.
Generaal Amin greep de macht in Oeganda op 25 januari 1971, waarna hij een dictatoriaal regime vestigde. De militaire leiders die zijn staatsgreep niet steunden, werden door hem geëxecuteerd. Het gerucht gaat dat hij enkele van hun hoofden in de vriezer bewaarde, om op tafel te zetten als gasten kwamen eten.
In 1972 heeft hij de Indiase gemeenschap van Oeganda (circa 40.000) uit Oeganda verjaagd; hij beweerde daartoe opgeroepen te zijn door God. Indiase inwoners die weigerden te vertrekken, werden uitgemoord door Amins troepen.
In 1976 ondersteunde Idi Amin een terroristische actie van de PLO, door deze organisatie toe te staan een gekaapt toestel van Air France en de passagiers onder te brengen op het Oegandese vliegveld Entebbe en van daaruit eisen te stellen aan Israël. Een bliksemactie van het Israëlische defensieleger op 4 juli 1976 (waarbij de Israelische veldcommandant Jonathan Netanyahu omkwam) maakte een eind aan de gijzeling.
In de loop der jaren heeft Amin zichzelf imposante titels toegekend, variërend van 'president voor het leven' tot 'koning van Schotland'.
In 1978 vielen Amins troepen Tanzania binnen. In 1979 lukte het Tanzania, met behulp van Oegandese guerrillastrijders, om Amin te verjagen. De vroegere president van Oeganda, Milton Obote, kwam weer aan de macht. Amin vluchtte naar Libië. Eind jaren '80 verhuisde hij naar Saudi-Arabië, waar hij met zijn vier vrouwen van een Saudisch staatspensioen leefde.
quote:
quote:Op maandag 12 september 2005 12:45 schreef LodewijkNapoleon het volgende:
Huizinga?
quote:
quote:BOLLAND, Gerardus Johannes Petrus Josephus (1854-1922)
Bolland, Gerardus Johannes Petrus Josephus , filosoof (Groningen 9-6- 1854 - Leiden 11-2- 1922 ). Zoon van Johannes Christiaan Philippus Bolland, rijksveldwachter, en Anna Madiol. Gehuwd op 10-3-1881 met Klazina Harmanna Bakker. Uit dit huwelijk werd 1 zoon geboren.
Bolland stamde van vaderszijde uit een protestantse Leidse familie, door zijn moeder echter werd hij rooms-katholiek opgevoed. Reeds zeer vroeg werd het geloof door hem gerelativeerd en betwijfeld. Na vele malen met de ouderlijke familie verhuisd te zijn, trok Bolland als jongen van veertien jaar naar het garnizoen van Schoonhoven, waar hij zich vrijwillig als kanonnier voor tien jaar verbond. Vijf jaar later echter (1873) werd hij, na een terugstelling in rang en een veroordeling door de krijgsraad wegens insubordinatie, overgebracht naar het Militair Detentiehuis te Oegstgeest. Drie jaren gevangenis was de straf voor het beledigen en het handtastelijk aangrijpen van zijn meerdere in rang.
De gevangenistijd heeft Bolland nuttig besteed voor studie. Direct na zijn invrijheidsstelling (april 1876) legde hij met succes het onderwijzersexamen af. Eind 1876 verkreeg hij door tussenkomst van bevriende personen een aanstelling als hulponderwijzer aan de dorpsschool te Katwijk aan Zee, waar hij twee jaar zou blijven. De vervolgstudie voor de hoofdakte LO mislukte: Bolland had zich wel verdiept in Gothisch, Angelsaksisch en Oud-hoogduits, doch de vereiste kennis van de Nederlandse taal ontbrak. Op aanmoediging van zijn 'mentor', prof. P.J. Cosijn, bereidde Bolland zich toen voor (o.a. door een verblijf van 13 maanden in Engeland) op MO-Engels, welke akte hij eind 1880 behaalde. Dezelfde hoogleraar stimuleerde hem om zijn taalstudie op academisch niveau voort te zetten en zorgde voor een ruime beurs. Een voor zijn studie bedoeld langdurig verblijf te Jena in Duitsland hield Bolland echter slechts twee maanden vol. Hij aanvaardde een lucratieve baan als leraar in de Engelse en Hoogduitse taal- en letterkunde aan de afdeling-HBS van het gymnasium Willem III te Batavia. Deze taak zou hij van 1881 tot 1896 plichtsgetrouw vervullen.
In Nederlands-Indië raakte Bolland door het lezen van enkele boeken geïnteresseerd in de wijsbegeerte. Bij toeval kreeg hij ook E. von Hartmann, Philosophie des Unbewussten in handen, dat hem ontzaglijk boeide. Het monistisch panpsychisme dat hij hierin aantrof, beschouwde hij onmiddellijk als het toppunt van wijsheid. Hij ging een frequente correspondentie met E. von Hartmann aan en stortte zich als diens profeet in een publicistische activiteit om het gewonnen inzicht uit te dragen. Behalve het Bataviaasch Nieuwsblad en het Bataviaasch Handelsblad was het aanvankelijk vooral het Natuurkundig Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië, dat voor hem open stond. Daarin verschenen zijn 'Voorzienigheid en Natuurwet' en 'Schijn en wezen'; beide in 1887 verschenen stukken zijn uitvoerige referaten van von Hartmanns filosofie. Ook in het moederland wist hij, zij het met veel moeite, pennevruchten geplaatst te krijgen. De Nieuwe Gids publiceerde in 1888 zijn 'Natuurwetenschap en wijsbegeerte', in 1890 'De wereldbeschouwing der toekomst'.
Geleidelijk werd de toon van Bollands geschriften feller, zelfbewuster en ook soms beledigend tegenover hen die hij bestreed. In brieven aan de Amsterdamse hoogleraar C. Bellaar Spruyt liet hij er geen misverstand over bestaan dat hij zich als de beste kandidaat voor een Nederlandse leerstoel in de wijsbegeerte zag. In De Dageraad bestreed hij vanuit de hoogte het daarin vigerende 'achterlijke' materialisme van de 'stofjesmannen'. Tal van belangrijk geachte Nederlanders kregen zijn geschriften ongevraagd toegezonden: Bolland drong zich op. Toen hij op E. von Hartmann 'uitgekeken' was en diens systeem hem niet meer voldeed, kwam hij terecht in een soort wijsgerig scepticisme, waarin veel plaats werd ingeruimd voor mystieke inzichten en een wijsgerig geloof als laatste rustpunt voor het verstand. Het leek alsof de filosofie als geheel slechts een bevlieging was geweest, want opeens was daar een nieuwe belangstelling: de moderne bijbelkritiek en de bestrijding van het dogmatisch christendom. In 1891 verscheen van zijn hand: Het Johannes-evangelie in zijnen oorsprong onderzocht. Een proeve van kritisch-historische studie op het gebied der oud-christelijke letteren, waarover zich een felle polemiek tussen Bolland en de rooms-katholieke P.J. van Santen en P.L. Dessens ontspon. Dat was het sein voor Bolland dat hij op de goede weg was. De Pentateuch naar zijne wording onderzocht (1892) was het volgende werkstuk in een lange reeks van antidogmatische, meer specifiek antikatholieke geschriften, waarin bijv. de onbevlekte ontvangenis van Maria, de onfeilbaarheidsaanspraken van de paus, de biecht etc. het moesten ontgelden en de geschiedenisvervalsing van de roomse kerk aan de kaak gesteld werd.
Zowel filosofische zekerheden als kerkelijke dogmata hadden voor Bolland geen betekenis meer. Het 'verdwijnen der stelligheden' was voor hem nu een ervaringsfeit. In deze filosofische crisis kwam zijn benoeming als opvolger van J.P.N. Land tot gewoon hoogleraar in de 'bespiegelende' wijsbegeerte aan de Leidse Universiteit. Dit geschiedde vrij onverwachts (hij had de hoop reeds opgegeven), omdat de faculteit na de weigering van Bellaar Spruyt en G. Heymans genoodzaakt was naar andere kandidaten uit te zien. Naast de aanbeveling van zijn oude vriend Cosijn ontving Bolland steun van H. Oort en P.J. Blok. De faculteit kwam bijna eenstemmig en zonder aarzeling tot het besluit hem te benoemen. De 'vertwijfelde agnosticus' (zoals hij zichzelf noemde) en scherpe antipapist Bolland aanvaardde op 19 september 1896 'te midden van het wanluidend gekrijsch der nijdig mij omfladderende nachtvogels en van het fluisterend gesmaal derzulken, die het den professor geworden autodidact niet meer vergeven dat zijne jeugd rampspoediger dan de hunne is geweest' zijn ambt met een rede over Verandering en tijd. Het kernpunt hiervan is: 'Onvermijdelijk moet het betrekkelijke weten hangen tusschen uitersten, die zelf geen weten zijn.' Hoe schril steekt dit alles af bij de woorden die Bolland van nu af aan zal gaan spreken op de Leidse leerstoel, waar naar zijn mening de Zuivere Rede in zijn mond ('Bollands' - naar een gezegde van hem en zijn leerlingen -) gestalte krijgt. Hij achtte zich in wijsheid en wetenschap zeer verheven boven alle collega's in het land. Niet als een vrager, een zoeker, een twijfelaar, maar als een betweterige alwijze, een zelfbewuste sofist, een geheimzinnig orakel zal Bolland onderwijzen, kapittelen, kritiseren, schelden en profeteren.
Aanvankelijk gaat Bolland op dezelfde voet voort als in Batavia met twistgeschrijf tegen de roomsen, waarbij hij nu o.a. H.J.A.M. Schaepman als tegenstander ontmoette. Deze activiteit werd nu echter aangevuld met polemieken tegen allen die anders filosofeerden dan hijzelf (zoals prof. Heymans in Groningen) of gewoon andere opvattingen hadden. Bolland beschouwt zich als de uitverkorene, aan wie de inzichten van de Zuivere Rede ten deel zijn gevallen en die niet zal nalaten om ze te pas en te onpas den volke kond te doen. Hij deed dit als een olifant in de porseleinkast, zoals een tijdgenoot het in een karikatuur uitdrukte.
Het is vooral de kennismaking met de filosofie van Hegel die in dezen een beslissende wending teweeggebracht heeft. Omdat hij het niet kon verdragen dat de betekenis van zijn filosofie tot dusver aan hem ontgaan was, had hij kort na zijn benoeming de volledige werken van Hegel aangeschaft en zich stelselmatig op de bestudering van deze 'denkreus' toegelegd. Rond 1898 heeft Bolland van Hegel geleerd dat elke gedachte een eenheid van tegendelen is en dat zij, ten einde doordacht, onhoudbaar blijkt. Hij ontveinst niet dat de hegelstudie hem veel moeite en inspanning gekost heeft. Maar de prijs is de verovering waard. En een ieder zal dit moeten weten. Een aantal geschriften van Hegel worden door hem opnieuw uitgegeven bij de uitgever Adriani te Leiden en van commentaren voorzien. In een reeks boeken wordt het denken van Hegel uitgelegd en 'vrij bewerkt' herhaald. In zijn colleges wordt de hegelse dialectiek of wel 'hegelarij' naar hartelust beoefend en wordt deze methode als de alleenzaligmakende aan de studenten voorgehouden. Het meest bekend is in dit verband zijn 'Collegium Logicum', dat hij 's zaterdags voor een groot gehoor voordroeg en dat naar een stenografisch verslag door zijn leerlingen werd uitgegeven (1905. 2 dl.). Zijn in 1904 verschenen verzamelwerk Zuivere Rede en hare werkelijkheid, dat in de 2e druk van 1909 reeds 1088 blz. telde, moest als wijsheidsbijbel door zijn leerlingen worden aangeschaft en bestudeerd. In het woord vooraf staat te lezen, dat 'dit eene boek van geringen omvang [den lezer] meer [zal] leeren, dan honderden en duizenden van anderen, die in hegellooze dikte en dikke of crasse hegelloosheid zonder begrip van het begrip geschreven zijn'. Dit is het boek van het 'onprettige heldere Leidsche redelicht'!
De 'redemeester' of 'ambtelijk verzorger van het denken', zoals hij zichzelf noemde, gaf niet alleen college te Leiden, maar voelde zich ook geroepen om te Amsterdam, Utrecht, Delft, Den Haag, Rotterdam en Nijmegen de boodschap uit te dragen. Overal vormde zich een groep van trouwe en soms fanatieke leerlingen, die de cursussen organiseerden en de rondreizende leraar opvingen en terug naar de trein brachten. Reeds tijdens Bollands leven sloten zij zich aaneen tot het Genootschap voor Zuivere Rede, om in de geest van hun leraar samen te werken.
Ondanks de eigenaardige signatuur die Bolland aan de filosofie gaf, heeft hij haar opleving in Nederland zeer bevorderd. Het effect was in ieder geval dat men ontwaakte uit een neokantiaanse sluimertoestand en de weg naar Hegel terug aflegde. Samen met de neohegelianen in Engeland bewerkte Bolland een hernieuwde aandacht voor deze filosofische reus, nog voordat deze in zijn geboorteland Duitsland werd erkend.
Bollands filosofie was echter vanaf den beginne besmet met een antidemocratische, aan grootheidswaanzin grenzende protofascistische instelling, die haar weerga nauwelijks kent. De collega's, van welke faculteit dan ook, werden zonder uitzondering als stompzinnige wezens verketterd. Bolland verstoutte zich om hen op hun eigen terrein (theologie, filologie, kerkgeschiedenis, rechten) op te zoeken en hun standpunten te bestrijden. Over alle brandende maatschappelijke kwesties deed hij autoritair zijn zegje: als het niet in afzonderlijke brochures was, dan wel in zijn Spreuken, waarvan regelmatig gebundelde uitgaven verschenen. Het Wereldraadsel (titel van zijn verzamelbundel van 1896) leek voor hem nu geen geheimen meer te hebben. Protestanten werd op hun verkiezingsplicht gewezen om het zwarte gevaar te keren. De opkomende sociaal-democratie werd - reeds in 1904 - afgeschilderd als een etterend gezwel in de burgerlijke maatschappij. Het meest schrijnend kwam dit alles tot uitdrukking in de fameuze rede die hij, 'door toedoen van de beste geneeskundige snijkunst onzer dagen, die van mijn hooggewaardeerden amtgenoot Dr. J.H. Zaayer, van den rand des grafs teruggekeerd, om in het land der levenden misschien nog eene wijle te vertoeven', in 1921 hield onder de titel De teekenen des tijds. Deze rede is geen produkt van senilisering, maar ongecompliceerde weergave van wat altijd in de Leerzaal der Zuivere Rede te horen was geweest: de leer als geheel was uitsluitend in Bollands brein ter beschikking 'en houdt met mijnen dood weer op, ten onzent te worden onderwezen'. 'Aan de democratie namelijk, zegge aan de gepeupelregeering,... zal onze hoogere beschaving te gronde gaan.' De maatschappij als geheel lijdt aan 'zelfverkankering', omdat Jan Rap of Jan Publiek alles voor het zeggen heeft. De arbeidersklasse is 'goddeloos'. 'Een groot en niet te overzien aandeel aan de ontwrichting, vervuiling en ontreddering van de Europeesche samenleving onzer dagen... heeft boven en behalve de buitenlandsche vrijmetselarij, of als macht erin, het internationale Jodendom.' De Joden veroorzaken 'ziekelijkheid van gevoel en onwelzijn... tot verettering toe'. Ook de volksschool draagt veel bij tot de 'verploerting' en ontaarding. Bolland blijkt zich ertegen te verzetten dat iedereen lezen en schrijven leert.
Dit ontstellende document van grove hatelijkheden en redeloos cultuurpessimisme was het eindpunt van Bollands Leidse onderwijsactiviteiten. Het zal niet verbazen dat in de jaren '30 een aantal van zijn aanhangers nationaal-socialistische sympathieën vertoonde. Er waren er echter ook die uit zijn onderwijs in dialectische filosofie de kracht putten voor ondogmatisch liberalisme en vrijheidsstrijd (zoals B.M. Telders).
Afgezien van deze extreme, min of meer politieke posities, heeft het 'hegelende' denken van Bolland een enorme invloed uitgeoefend op de studerende jeugd en toenmaals jonge intelligentsia van Nederland. Bolland was behalve fascinerend denker ook een taalvirtuoos en meeslepend redenaar, die zijn gehoor wellustig wist te bespelen. Wie hem ging horen, kwam bijna onherroepelijk in de ban van zijn ideeën en ging, wanneer men enige tijd met hem verkeerde, zijn woordspelingen, zinswendingen en omkering van uitdrukkingen imiteren. Men herkende elkaar aan de taal van het begrip. Er ontstond een sterke Bollandschool, tal van leerlingen evenaarden de meester in produktiviteit en diepgang en pasten zijn filosofie op speciale gebieden toe. De belangrijkste leerlingen (die minstens 25 publikaties op hun naam hebben staan) zijn: J. Hessing, J.G. Wattjes, B. Wigersma, G.A. van den Bergh van Eysinga en diens echtgenote Nettie Elias, Julius de Boer, H.G. ten Bruggencate, E.J. van der Brugh, J. Clay, J. Flentge, S.A. van Lunteren, P.C.E. Meerum Terwogt, B.M. Telders, Esther Vas Nunes, W.L. Thieme.
Ondanks zijn weinig sympathieke karaktereigenschappen en zijn kwalijke optreden moet Bolland worden beschouwd als een groot filosoof, die met zijn dialectisch denken een beslissende invloed op de Nederlandse cultuur heeft gehad en daarop een stempel gedrukt heeft dat zich tot het midden van de 20e eeuw nog laat herkennen in de spreekwijzen van menig filosoof, theoloog of jurist. Op een enkele uitzondering na wil thans niemand meer 'bollandiaan' genoemd worden; dat velen de dialectische methode volgen en Hegels filosofie bestuderen is echter niet het minst een gevolg van Bollands baanbrekende werk in het kriticistische en positivistische milieu van de beginnende 20e eeuw.
Kan ook Zuid of Oost Europa zijn hoor. Midden Amerika kan ook nog.quote:Op vrijdag 23 september 2005 09:13 schreef Dagonet het volgende:
1846 en revolutie, waarom denk ik dan aan Zuid Amerika?
Ik weet niet waarom je het denkt, maar het is correct.quote:Op vrijdag 23 september 2005 09:13 schreef Dagonet het volgende:
1846 en revolutie, waarom denk ik dan aan Zuid Amerika?
Ja.quote:Op vrijdag 23 september 2005 22:01 schreef LodewijkNapoleon het volgende:
stierf hij in Parijs?
Zeker.quote:Op zaterdag 24 september 2005 17:02 schreef NoSigar het volgende:
Een voorbeeld voor de surrealisten m.n.?
Tja, normaal gesproken kijk ik dan nu op Google om ze zoeken hoe die persoon ook al weer heet ...quote:
Ik ookquote:Op zaterdag 24 september 2005 17:20 schreef NoSigar het volgende:
[..]
Tja, normaal gesproken kijk ik dan nu op Google om ze zoeken hoe die persoon ook al weer heet ...
Die zeker niet.quote:Op zaterdag 24 september 2005 20:22 schreef -DailaLama- het volgende:
José Marti?
Deze kopbal schiet tekort.quote:Op maandag 26 september 2005 07:58 schreef NoSigar het volgende:
comte de Lautre
Rob Out.quote:Op dinsdag 4 oktober 2005 23:48 schreef LodewijkNapoleon het volgende:
Komaan, een makkelijke om de zaak vlot te trekken:
Ik was al oud van jongs af aan, mijn groep ook.
Ja klopt, het was puur om de boel vlot te trekken, niet echt ingenieus.quote:Op zondag 9 oktober 2005 11:17 schreef -DailaLama- het volgende:
Of: Pieter Oud.
(Pieter was ook al Oud van jongs af aan. Ouds VVD, een jonge partij, vertegenwoordigde een oude stroming, het liberalisme.)
http://nl.wikipedia.org/wiki/Pieter_Oudquote:Pieter Jacobus Oud (5 december 1886, Purmerend – 12 augustus 1968, Rotterdam) was een Nederlands politicus en geschiedschrijver. Hij was in de periode 1917 tot 1963 namens de Vrijzinnig-Democratische Bond en de VVD lid van de Tweede Kamer, fractievoorzitter in de Tweede Kamer, minister en burgemeester van Rotterdam. Hij werd op 9 november 1963 benoemd tot Minister van Staat. Zijn jongere broer, Jacobus Johannes Pieter Oud, is een bekend architect.
Oud begon zijn loopbaan als kandidaat-notaris en belastingontvanger en was al op jonge leeftijd een vooraanstaand en veelzijdig Tweede-Kamerlid van de VDB. Hij trad in 1933 met Marchant toe tot het crisiskabinet-Colijn. Hij voerde als minister van financiën een stringend bezuinigingsbeleid. In 1938 werd hij burgemeester van Rotterdam.
Het begin van de Tweede Wereldoorlog brengt het Bombardement van Rotterdam waarbij het centrum van de stad in puin wordt gelegd. Snel na de capitulatie begon Oud leiding te geven aan het opbouwwerk maar na voortdurende kritiek van de NSB dat hij niet meegaand genoeg was besluit Oud om in oktober 1941 zijn ontslag in te dienen. Ondanks dit vonden sommigen dat Oud al te ver was meegegaan. Tijdens de rest van de oorlog is de NSB-er Frederik Muller burgemeester.
Tijdens de rest van de oorlog besteed Oud zijn tijd aan het schrijven van zijn boeken, maar houd ook contact met belangrijke mensen uit het Rotterdams bedrijfsleven en bestuur en na de oorlog wordt hij dan ook weer burgemeester en blijft dat tot 1952. Deze tijd staat in het teken van de wederopbouw van de Rotterdamse haven en stad.
Na de oorlog was Oud korte tijd lid van de PvdA, maar hij voelde zich daarin toch niet thuis, en richtte met Dirk Stikker in 1948 de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie op en werd daarvan de politieke leider. Hij maakte zijn partij de derde politieke groepering van het land. Hij sprak met een wat hoge, zachte stem, maar had in de Kamer veel gezag door zijn kennis van het staats- en parlementsrecht
quote:Innocentius III (ca 1160 - 16 juli 1216) was paus van 8 januari 1198 tot zijn overlijden te Perugia op 16 juli 1216.
Hij werd geboren in 1160 of 1161 als Lotario di Segni, vermoedelijk te Anagni.
Hij studeerde theologie in Parijs en waarschijnlijk ook korte tijd recht te Bologna. Hij werd door zijn oom Paus Clemens III in 1190 tot kardinaal gewijd.
Innocentius III is bekend door zijn strijd tegen de Katharen, het uitroepen van de dramatisch verlopen Vierde Kruistocht van 1204 en het bijeenroepen van het Vierde Lateraans Concilie in 1215. Hij excommuniceerde de Engelse koning Jan zonder Land, deed de Franse koning Filips II - Augustus scheiden van zijn vrouw en slaagde er ook in om de Duitse keizer Otto IV afgezet te krijgen. Verder steunde hij onder andere de opkomende bedelorden, met name Franciscus van Assisi en de Franciscanen, maar ook Dominicus Guzman bij diens stichting van de Dominicanen.
Paus Innocentius III voegde in het jaar 1207 een zevende werk toe aan de werken van barmhartigheid. Het werk dat hij uitkoos was 'de doden begraven'. Het is ontleend aan het bijbelboek Tobit, waarin naast twee bekende, ook door Christus genoemde werken van barmhartigheid, speciaal de zorg voor de overledenen wordt benadrukt: "Ik gaf brood aan de hongerigen en kleren aan de naakten; als ik het lijk van een volksgenoot buiten de muren van Nineve zag liggen, dan begroef ik het". (Tobit 1,17). In de door pestepidemieën geteisterde Middeleeuwen had het moeilijke en gevaarlijke werk van 'doden begraven' immers een bijzondere waarde.
Herbert Clark Hoover was born at West Branch, Iowa, on Aug. 10, 1874, the first president to be born west of the Mississippi. A Stanford graduate, he worked from 1895 to 1913 as a mining engineer and consultant throughout the world. In 1899, he married Lou Henry. During World War I, he served with distinction as chairman of the American Relief Committee in London, as chairman of the Commission for Relief in Belgium, and as U.S. Food Administrator. His political affiliations were still too indeterminate for him to be mentioned as a possibility for either the Republican or Democratic nomination in 1920, but after the election he served Harding and Coolidge as secretary of commerce.quote:Op donderdag 13 oktober 2005 10:55 schreef pyl het volgende:
Gokje op Herbert Hoover...........
Parcival?quote:Op dinsdag 1 november 2005 18:35 schreef Floripas het volgende:
Mijn naiviteit heeft me later veel goeds opgeleverd.
De eerste neger moest toen nog voet zetten in Europa, denk ik.quote:
De boekjes van mijn jeugd hebben mij dan wel een volkomen verkeerd Parcival-verhaal verteld. Maar hulde aan Bluesdude.quote:Op dinsdag 1 november 2005 20:03 schreef Floripas het volgende:
Bluesdude heeft het geraden.
Die negerin was dan ook niet in Europa, maar in sub-sahara Afrika, volgens Wolfram von Eschenbach.
Wolfram von Eschenbach is anders.quote:Op dinsdag 1 november 2005 20:05 schreef Johan_de_With het volgende:
[..]
De boekjes van mijn jeugd hebben mij dan wel een volkomen verkeerd Parcival-verhaal verteld. Maar hulde aan Bluesdude.
(Dit zal toch niet gewoon Muhammad Ali, oftewel Cassius Clay zijn?)quote:Op dinsdag 1 november 2005 20:19 schreef Bluesdude het volgende:
Ojeee... nu moet ik het raadsel maken he?
Makkiee:
Ik was een beroepssporter, maar dat conflicteerde met mijn spirituele interesses.
Nog steeds is mijn naam legendarisch in mijn stad waar ik geen theehuisje opzette maar een café.
Dat kon net met mijn laatste centen en een lening die ik kon krijgen omdat ik afgekickt was.
Mijn oude trainer met een ijzeren plaat in zijn hoofd hielp mij ook met dit project en hij ging achter de bar staan.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |