A: “Wat weten we van de tegenstander, Portugal?”
B: “Tsja, we weten hoe ze in de finale kwamen, ze spelen aanvallend, spelen het liefst
man-tegen-man. Dol op
positiespel, hoge balcirculatie. De Portugezen hebben een hoge
penetratiefactor, mede door hun goede individuele techniek. Hun zwakke plek zit misschien op het middenveld… Die wil nog wel eens
een linie opschuiven.
Kick-and-rush doen ze niet zo vaak, alleen als ze echt in nood zitten. Hebben een
buitenspelval die geniepig is.
A: “Jaja, we verwachten geen Italiaans voetbal,
catanaccio, en
loeren op de counter.”
B: “Nee, zeker niet. Ze spelen net als Oranje,
spelen op balbezit.”
A: “Verwachten we geen
type Mannschaft, die in de laatste minuut nog een goaltje meepikt in een
slotoffensief?”
C: “Mwa, ze gaan er gewoon voor, de hele wedstrijd lang. Portugal is natuurlijk wel Nederlands grootste
angstgegner, bij kans. Ze zullen het ons knap lastig maken.”
A: “En wat moet Nederland doen om te winnen?”
D: “Zoals we gezien hebben, was
die ruit niks. We moeten gewoon in een 4-3-3-systeem veel
cirkelpressie uitvoeren, hoog
baltempo houden. Ze moe spelen,
pressie uitvoeren.
Opkomende backs kunnen belangrijk zijn in
de slag om het middenveld. Onze spitsen zijn natuurlijk beter. Ze zijn bovendien langer dan die kleine Portugeesjes. Twee
vleugelspitsen voor de voorzet kunnen nog wel eens het verschil maken in deze wedstrijd, maar dan moeten we eerst hun
verdedigingsmuur slopen.”
A: “Is iedereen fit?”
D: “Nou ja, Nederland heeft natuurlijk één geschorste speler, en twee geblesseerden. Zet je dat af tegen Portugal, die moeten wel vier spelers missen. De rest is redelijk gemotiveerd en fit, ondanks de zware trainingen: rondootjes, acht-tegen-acht oefenpotjes.
De gele hesjes staan zeer zeker in de basis vandaag.”
A: “Hoe bereid je je voor op zo’n finale, jij hebt het meegemaakt in ’88.”
C: “Tsja, ik was
wissel in die finale tegen de Sovjetunie. De trainingen waren licht. We speelden
op de vroege goal, die tweede maak je vanzelf. Een strafschop eruit halen, op zulke dingen hoop je. Je weet wel, met
schwalbes en zo.”
A: “Goed, we moeten eruit. Uw commentator zit klaar om verslag te doen van deze historische finale.”
There is no greater joy than be taken for an imbecile by an idiot. (Oscar Wilde)
Poef.....gone! ©golfer